voor de plechtige begrafenis van wijlen I!. M. Mevrouw SOPHIA FREDERIKA MATHILDA, Koningin der Nederlanden, geboren Prinses van Wurteniberg, BIJVOEGSEL VAN HET „LE1DSCH DAGBLAD" op "Woensdag* den SOsten Jnni 1877, des voormiddags te ÏO uren. van Woensdag 12 Juni 1S77, No. 5314. PROGRAMMA EERSTE AFDEELIAG. Betreffende de beschikkingen binnenshuis. A. Op den dag, bestemd voor de begrafenis, sal het Koninklijk Lijk, behoorlijk gekist, staan ap eene estrade in de Oranjezaal van het Huis ten Bosch. B. De dienst bij het Koninklijk Lijk zal ver richt worden door: 1°. den Opper-Ceremoniemeester 2°. De navolgende heeren, bestemd tot het Jragen der slippen van het lijkkleed j Graaf Van Randwijck, Grootmeester van het Huis des Konings, als zoodanig dienst gedaan hebbende bij wijlen II. M. de Koningin. Graaf Van Limburg Stirum, Opper-Jagermeester. Baron Clifford, Opper-Hofmaarschalk. Jonkheer Gevaerts van Simonshaven, Hofmaar schalk, als zoodanig dienst gedaan hebbende bij wijlen H. M. de Koningin. 3°. Vier en twintig Kamerheeren, bestemd tot het dragen van het Lijk; 4". de Grootmeesteres, de Dames du Palais en de Hofdames van wijlen Hare Majesteit; 5°. De Kamervrouwen der Overledene. Op de nader aan te wijzen plaats zullen zijn Vier en twintig onderofficieren der Zee- en Land macht, die de Kamerheeren zullen behulpzaam zijn bij het dragen van het Lijk, gaande zij alsdan aan de binnen- en de Kamerheeren aan de bui tenzijde. TWEEDE AFDEELIMG. Betreffende den trein. Een uur vóór den tijd, bestemd tot den op tocht der begrafenis, zullen alle personen, tot denzelven behoorende, zich bevinden aan het Huis ten Bosch, in de daartoe bestemde lokalen. De Groot-Officieren en Kamerheeren zullen al daar voorzien worden van de noodige mantels en handschoenen. Aan de Hofbeambten en Officianten zal worden bekendgemaakt, waar zij zich van het boven genoemde zullen kunnen voorzien. De optocht zal zijn als volgt: A. Drie Escadrons van het 3de Regiment Hu zaren met den Staf van het Regiment, tot opening van den trein; de Standaard hierbij tegenwoordig. B. Een Bataljon van de Stedelijke Schutterij der Residentie, gevolgd door het 1ste en 3de Ba taljon van het Regiment Grenadiers en Jagers, met den Staf van het Regiment en het Vaandel. De Haagsche Schutterij zal een deel uitmaken van den optocht tot bij de barrière op den Rijswijk- schen weg. Te Delft zal een gelijk corps Delftsche Schut terij zich op diezelfde plaats in den stoet aan sluiten. C. Een Hoffourier en twee rijknechts te paard. D. De Kamerheer-Ceremoniemeester, gezeten in eene hofkoets, met twee paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier. E. De Hofbeambten en Officianten van het Huis van Z. K. H. Prins Erederik der Neder landen, van Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen, van Z. K. H. Prins Alexander der Ne derlanden, van Z. K. II. den Prins van Oranje en van Z. M. den Koning, allen in diepen rouw, met lamfers aan de hoeden, gaande twee aan twee, de jongsten in rang vooruit. E. Een Heraut van wapenen te paard (Neder land) voorafgegaan door de wapendrager. G, Zes hofkoetsen, met twee paarden bespan nen, bestemd voor de Kamerheeren, dragers van het Lijk, en een hofkoets met vier paarden voor de dragers der slippen van het rouwkleed, gaande een lakei naast elk portier. 11. De Opper-Ceremoniemeester, gezeten in een hofkoets, met vier paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier. I. Een Heraut van wapenen te paard (Wur teniberg) voorafgegaan door den wapendrager. J. De Rouwwagen, bespannen met acht paar den, behangen met rouwklceden, elk paard geleid wordende door een koetsier. De Koninklijke Kroon, gehecht op een rood fluweelen kussen, benevens de ordeteekens van wijlen Hare Majesteit, zullen op het rouwkleed, dekkende de kist, geplaatst en bevestigd worden. De vier slippen van het rouwkleed, gedragen door de Heeren, zooals hierboven is aangewezen, onder lett. B. in de Eerste Afdeeling. De vier en twintig Kamerheeren, dragers van het Lijk, mede als boven, gaande aan beide zijden van den Rouwwagen. K. Zijne Majesteit de Koning, Hunne Konink lijke Hoogheden de Prins van Oranje, Prins Alexander der Nederlanden en Prins Hendrik der Nederlanden, gezeten in eene koets, met acht paarden bespannen, gaande naast elk portier drie lakeien. De Luitenant-Generaal, Buitengewoon Adju dant des Konings, Mac-Leod, Inspecteur der In fanterie, en de Generaal-Majoor Weitzel, Com mandant der 1ste divisie Infanterie, rijden ter rechter-, de Luitenant-Generaal, Buitengewoon Adjudant des Konings, Jonkheer Van Panliuys, en de Generaal-Majoor, waarnemend Gouverneur der Residentie, Van Toll, ter linkerzijde van 's Konings koets. De dienstdoende Adjudanten des Konings, die van II. II. K. K. II. II. en Zijner Majesteils Ordonnans-Officieren volgen 's Konings koets te paard. L. Z. K. II. Prins Erederik der Nederlanden, Z. K. II. Prins Albert van Pruisen, Z. K. H. Prins Nicolaas van Oldenburg en Z. K. II. Prins zu Wied, gezeten in eene hofkoets met zes paar den bespannen, gaande drie lakeien naast elk portier, en gevolgd door Iloogstderzelvcr Adju danten te paard. M. De Afgevaardigden van vreemde Hoven, voor deze gelegenheid aanwezig, gezeten in twee hofkoetsen, ieder met vier paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier. N. De overige Groot-Officieren des Konings in drie hofkoetsen, ieder met vier paarden bespannen, gaande naast elk portier een lakei. O. De Hofmaarschalken van Zijne Majesteit en van Hunne Koninklijke Hoogheden de Prinsen, in eene hofkoets met twee paarden bespannen, gaande naast elk portier een lakei. P. De Heeren van het gevolg der vreemde Vorsten, in een rijtuig met twee paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier. Q. De Lijfarts des Konings en Dr. II. Vinkhuyzen in een rijtuig, bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier een lakei. R. Twee Bataljons van het Regiment Grena diers en Jagers, een Escadron van het 3de Regi ment Huzaren en eene Batterij Veld-Artillerie. De trein zal den volgenden weg nemen De Leidsche Straatweg Korte Voorhout Tournooiveld Vijverberg Plaats Hoog straat Kleine Groenmarkt Veenestraat Wagenstraat Huygensplein Iluygensstraat, naar den Rijswijkschen weg. Aan de barrière gekomen zijnde, zullen de Hee ren, bestemd tot het dragen der slippen, en de Kamerheeren, bestemd tot het dragen van het Lijk, zich begeven in de voor hen bestemde koetsen. De trein gaat verder over den Delftschen weg tot voor Delft. De Heeren dragers der slippen en de Kamer heeren, dragers van het Lijk, hernemen hunne plaatsen bij den Rouwwagen. De trein zal alsdan den volgenden weg nemen Het Oude Delft Over de Kerkbrug Het Oude Delft Door de Nieuwstraat, voorbij de Hal Achter het Stadhuis om, langs de Hoofd wacht Over de Groote Markt Vóór de Nieuwe Kerk. Aan de kerk gekomen, plaatst zich de militaire macht, bij A en B, Ilde Afd., genoemd, in bataille. Naarmate de trein aankomt, zullen de perso nen, tot denzelven behoorende, uit hunne rijtuigen treden, van hunne paarden afstijgen en zich in de zelfde orde, waarin zij bij den trein gerangschikt waren, in de kerk begeven. De Hofbeambten en Officianten zullen zich aldaar in twee rijen rangschikken, de jongsten aan de kerkdeur, en zoo wijders naar het koor toe; de Officieren en Groot-Officieren scharen zich in dezelfde richting, makende dus twee rijen uit, tusschen welke het Lijk zal doorgaan. De Herauten met hunne wapendragers plaatsen zich aan beide zijden bij den ingang van het graf. De vier en twintig Kamerheeren dragers van het Lijk bijgestaan door een gelijk getal On derofficieren, zullen Hetzelve naar den Konink lijken Grafkelder dragen. Aan het graf gekomen, wordt het Lijk op eene daartoe bestemde lijkbaar gesteld. Eene toepasselijke aanspraak wordt alsdan ge houden door den W.E.W. Ds. G. Molenkamp, oudsten Predikant der Nederduitsch Hervormde Gemeente te Delft. Na afloop zullen op een wenk van den Opper- Ceremoniemeester de Kroon en Ordeteekens van het rouwkleed afgenomen en overgegeven worden aan den Grootmeester Graaf Van Randwijck. De Opper-Intendant der Koninklijke Paleizen neemt de Kroon later in bewaring. De lijkkist wordt van het rouwkleed ontdaan en in het graf geplaatst. De kist wordt vervolgens met het groot zegel van het Rijk verzegeld door den Minister van Justitie, bijgestaan door den Secretaris-Generaal van gezegd Departement, in het bijzijn van den Grootmeester Graaf Van Randwijck, den Opper- Kamerheer en den Opper-Ceremoniemeester. Genoemde Minister en Secretaris-Generaal zullen zich tot dat einde vooraf naar de kerk begeven. Na de verzegeling der kist zal de lijkbaar met het rouwkleed daarover, boven den ingang van het graf gesteld worden, waarna de Heraut (Nederland) met luider stemme zal aankondigen, dat de plech tige teraardebestelling van het stoffelijk over blijfsel van Hare Majesteit Sophia Ekederika Mathilda, Koningin der Nederlanden, geboren Prinses van Wurtemberg, volbracht is. Van het oogenblik, waarop het Lijk uit het Paleis gedragen wordt, totdat hetzelve in het graf geplaatst is, zal elke minuut te 's-Gravenhage en te Delft een kanonschot gelost worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 5