Woensdag
30 Mei.
N°. 5302.
A°. 1877.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHTEN.
MARITIEME TUCHT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per postn 1A0.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels1.08.
Iedere regel meer0.17*.
Grootere letters naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat dagelijks, de Zondag uitgezonderd, des
voormiddags van 912 uren, de PASPOORTEN voor de
miliciens dezer gemeente, behoorende tot de lichting van den
jare 1872, verkrijgbaar zijn ter gemeente-secretarie, mits men
zich in persoon en voorzien van zijn zakboekje daartoe aanraelde.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BUANDELER.
Leiden, 29 Mei 1877.
Al wat de scheepvaart betreft boezemt ook ons,
inwoners van Leiden, belang in, al is onze stad
juist geen zeeplaats. Immers in de Kweekschool
voor Zeevaart, die sinds reeds zoo geruimen tijd
hier gevestigd is en wier bestaan na het over
drijven der onweerswolk, die haar scheen te be
dreigen, opnieuw en waarschijnlijk op beter grond
slagen, althans met een duidelijker geformuleerd
programma dan vroeger is verzekerd in die
school bezitten wij een instelling, welke ons de
aandacht doet vestigen op alles, wat de zee en
het zeewezen betreft.
Met het oog daarop willen wij dan ook niet
onopgemerkt laten voorbijgaan een schrijven door
den heer Van Overklift, gezagvoerder van het
fregatschip „Anna", tot de Kamer van Koophandel
te Rotterdam gericht, ten geleide van een extract
uit zijn scheepsjournaal, waarin hij op de noodza
kelijkheid wijst om zware straffen in het leven
te roepen tegen het weigeren van dienst op koop
vaardijschepen door het scheepsvolk, zonder dat
daartoe overwegende redenen door de onwilligen
wordeu aangevoerd.
Voorts somt genoemde scheepsgezagvoerder de
thans reeds werkelijk bestaande stralfen op en
toont er tevens het onpractische van aan voor het
door hem bedoelde geval van dienstweigering.
Immers de straffen, tegen desertie bedreigd, ze
baten hier niet, want het volk loopt niet weg,
maar weigert eenvoudig op het laatste oogenblik
het anker te lichten, ten einde ontslag te verwerven.
Eu wederom de wet schenkt den scheepsbevel
hebber de macht om wederspannig volk in de
boeien te sluiten, maar, dat is gemakkelijker ge
zegd dan gedaan, wanneer al de matrozen, tien
man sterk, gelijk in het onderwerpelijk geval, in
het complot zijn.
Of wel, er bestaat eeue wetsbepaling, krachtens
welke men de onwilligen kan straffen door korting
op hun gage, maar nogmaals ook deze straf is
illusoir, wanneer, zooals in dit geval, de beman
ning er voor zorgde dat zij niets meer te goed had.
De wederwaardigheid, waarvan de gezagvoerder
der „Anna" het slachtoffer was, schijnt geen op
zichzelf staand geval te zijnalthans volgens zijn
bewering ondergingen verscheiden andere schepen
hetzelfde lot, en dan volgt de conclusie, dat het
tot wijziging van de wet moet komen, een con-
clusie, waarmee de voorzitter der Rotterdamsche
Kamer van Koophandel toonde in te stemmen
door het voorstel te doen den bewusten brief aan
den minister van justitie te verzenden tot aan
drang van de vroegere voorstellen, door de Kamer
gedaan in het belang van een wijziging der wet
op de tucht op koopvaardijschepen.
Wij willen in het minst niet betwisten, dat
zulk een wijziging gewenscht of zelfs noodzakelijk
is. Immers ons geheele wetboek met de grond
wet aan hel hoofd volgens sommigen eischt
dringend wijziging en herziening. Toch vragen
wij in dit bijzonder geval: zoekt men hier niet
naar een wapen, dat men zelf aan de zijde draagt?
Reeds de bekentenis van den gezagvoerder, dat
het scheepsvolk reeds de geheele gage had genoten,
zoodat er niet meer aan te denken viel, met de
wet in de hand, daarop te korten, bewijst dat de
belanghebbende onvoorzichtig genoeg was een
wapen, hem door de wet zelf verschaft, uit handen
te geven. Men vraagt dus wijziging van eene wet,
waarvan men de werking verlamt door onberaden
maatregelen.
Doch zelfs dat daargelaten, meenen wij naar
een wetsartikel te kunnen verwijzen, dat den gezag
voerder wel degelijk het middel verschaft om zijn
onwillig scheepsvolk althans de welverdiende straf
niet te doen ontgaan. In art. 402 nl. van het
Wetboek van Koophandel lezen wij„De schipper
of die hem vervangt, kan de sterke hand inroepen
tegen diegenen, welke weigeren aan boord te komen,
hetzelve zonder verlof verlaten en weigerig
zijn den verhuurden dienst ten uiteinde
toe te volvoeren."
De gevolgtrekking ligt voor de hand, althans
voor het geval en daarvan is hier sprake
dat de dienstweigering in eene haven plaats heeft
immers daar zal wel altijd politie, om niet te
spreken van de militaire macht, aanwezig zijn
om door haar steun aan billijke bevelen van
scheepsgezagvoerders kracht bij te zetten.
Op grond van dat alles komen wij tot deze
conclusie: minder toegeeflijkheid, o. a. door het
vooruit betalen der gage, wanneer zij nadeelig
blijkt te werken; meer overleg bij het te baat
nemen der middelen tot handhaving van het gezag,
in de wet nedergelegd.
Zoodoende zullen de scheepsgezagvoerders hun
eigen taak lichter maken, de belangen hunner
reederijen behartigen en de onmisbare verslapping
der tucht op de koopvaardijschepen tegengaan,
het laatste vooral eene zaak van het hoogste belang,
dewijl het gemis aan discipline zich eerst in de
toekomst in al zijn schromelijke gevolgen zal
doen gelden, wanneer het slechte voorbeeld zijn
invloed ook op de jongeren zal hebben uitgeoefend,
op het geslacht onzer tegenwoordige kweekelingen
van de Zeevaartschool.
LEIDEN, 29 Mei.
Het toelatingsexamen voor de hoogeschool
alhier zal worden afgenomen op 18, 19 en 20
Juni. Belanghebbenden behooren zich vóór of op
10 Juni schriftelijk aan te melden bij den pedel
P. J. Oostveen.
In het begin der maand Juni zal vanwege
de studenten-roeivereeniging „Njord" alhier een
roeiwedstrijd plaats hebben, waaraan verscheidene
vereenigingen hier te lande gevestigd, alsmede
Belgische studenten-vereenigingen, en naar men
wil ook particulieren, zullen kunnen deelnemen.
In de zitting der Eerste Kamer van gisteren
zeide de minister van justitie, dat de opmerking,
in het verslag gemaakt, dat bij de benoemingen
geschikte rechterlijke ambtenaren buiten betrekking
waren gebleven, niet onjuist was, en hij betreurde
het feit, dat meestal het gevolg was van moeilijk
heid van verplaatsing, maar gaf de verzekering dat
deze geschikte ambtenaren bij vacaturen, die in de
toekomst mochten ontstaan, wel degelijk het eerst
in aanmerking zouden komen, terwijl de minister
zich voorbehield bij de aanstaande begrooting een
staat van wachtgelden in te dienen, waaruit zou
blijken welke rechterlijke ambtenaren ten gevolge
van de jongste reorganisatie buiten betrekking
waren gebleven.
In hun antwoord op het afdeelingsverslag
der Eerste Kamer over de wetsvoordracht rege
lende het onderwijs bij de kon. milit. academie
ontkennen de ministers van oorlog en koloniën
eveneens, dat bij aanneming van dit ontwerp, de
ouders, evenals thans, genoodzaakt zouden zijn
voor de opleiding hunner zonen uitsluitend tot de
hoogere burgerscholen hun toevlucht te nemen en
zij meenen met de voorstanders der voordracht
dat elke goed ingerichte school voor meer uitgebreid
lager onderwijs, zooals er zeer vele bestaan, ca
detten kunnen leveren. Al de vakken, het toelatings
examen betreffende, mogen onderwezen worden op
scholen van meer uitgebreid lager onderwijs, zoo-
dat de hoogere burgerschool door deze voordracht
geen monopolie zal verkrijgen voor de levering van
cadetten. Dat monopoliestelsel, die directe aan
sluiting aan de 5de kl. der hoogere burgerschool,
zegt de regeering, stond een voldoenden toeloop
van jongelieden naar Breda in den weg en heeft
de wet van 1869 in hare werking doen falen,
niettegenstaande deze wet trouw en goed is uit
gevoerd. Het denkbeeld om de cadets in twee af
gescheiden categorieën, van de oudere en de jongere,
te verdeelen, zal de regeering in ernstige over
weging nemen. De minister acht het overbodig
te verzekeren, dat de wet in den geest waarin
zij is gewijzigd, zal worden ten uitvoer gebracht.
Gisteren is aan Z. M. den koning voor de
vereeniging „Eigen Hulp" erkenning als rechts
persoon aangevraagd en goedkeuring van de statu
ten. De ministers van oorlog en van marine
hebben dezer dagen schriftelijk blijk gegeven van
hunne belangstelling in deze vereeniging, die thans
ruim 3000 deelnemers telt. Tot dusver hebben
zich echter de sympathie voor het streven der
oprichters en een juist begrip van het doel der
vereeniging nergens zoo krachtig geopenbaard als
in Doesburg, waar op eene bevolking van ruim
4400 zielen, nu reeds 62 deelnemers, uit de ver
schillende klassen der maatschappij waarvoor „Eigen
Hulp" wordt in 't leven geroepen, toetraden.
Hetzelfde geldt van Purmerende, met ongeveer
4800 zielen, dat tot op heden 41 deelnemers
leverde.
In de Zaterdag gehouden gewone vergade
ring der kon. acad. van wetenschappen, afdeeling
natuurkunde, werd door den secretaris, den heer
Matthes, voorlezing gedaan van een brief van den
minister van binnenl. zaken, waarin wordt kennis
gegeven, dat Z. M. de koning, bij beschikking
van 8 dezer, op voordracht der afdeeling, tot ge
woon lid benoemd heeft dr. H. C. Dibbits, pro
fessor aan de hoogeschool te Utrecht, en tot bui-
tenlandsch lid dr. J. Clark Maxwell, te Cambridge.
De heer Dibbits had, onder dankbetuiging voor
de eervolle onderscheiding, kennis gegeven de
benoeming aan te nemen. Ook van den heer
Maxwell is een brief ontvangen, waarin in welspre
kende bewoordingen mede dank wordt betuigd
voor de onderscheiding, en verklaard wordt de
benoeming gaarne aan te nemen. De heer Dibbits
werd hierop door twee leden binnengeleid, en door
den voorzitter geïnstalleerd.
Naar men verneemt wordt eerstdaags eene
pensioneering en in verband daarmede eene pro
motie tegemoet gezien voor de officieren van het
leger hier te lande.
Yan den hoofdcursus bij het 2de reg. inf.
te Maastricht hebben slechts 4 onderofficieren van
de 20 aan het examen voor 2den luitenant der inf.
voldaan.
Voor de aanstaande tentoonstelling van kunst
toegepast op nijverheid, te Amsterdam in het paleis
voor volksvlijt te houden, zal de thans bestaande
inrichting van het Erederiksplein voor de tentoon-