aan K. Roodzant als kapitein, aan J. D. De
Graall', J. A. Kolpa en K. Van Schouwen als
2de luit.aan de volgende vreemdelingen vergund
om hier te lande lager onderwijs te geven H. Cahen
wed. A. J. Zon, mej. M. J. H. Canu, L. J. Hoyoisen
K. Southernwood, en den heer G. Patissonaan J.
Balls, kapitein van de Britsche schooner „Benjamin",
als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens
de redding der bemanning van het op 8 Maart
jl. in de Noordzee verongelukte Nederlandsche
schip „Eortuua", toegekend de zilveren medaille,
alsmede een loffelijk getuigschrift; aan dr. A.
Hanlo en dr. J. De Ligt, te 's-Gravenhage,
vergund het aannemen en dragen der versierselen
van ridder der orde van den II. Gregorius den Groo-
ten; aan mr. R. A. Cleveringa, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgem. van Zuidbroek
aan den voor den dienst in Indië bestemden sol
daat L. Vanderveghe, van het kol. werfdepot,
vergund het dragen van de Pransche medaille
voor het deelnemen aan de expeditie in Mexico;
de 1ste luit. A. E. Mooyaart, van het reg. grena
diers en jagers, en J. C. H. G. Van Deun, van
bet 1ste reg. inf., voor den tijd van vijf jaren
gedet. bij de inf. in Ned.-Indië.
Rechtzaken.
Onlangs heeft voor het hof te Leeuwarden
terechtgestaan een tuinman uit Lieve-Vrouwen-
parochie, die in Januari jl. bij een publieke ver-
kooping van huizen eerst als provisioneele en later
als finale kooper van een huis was aangenomen,
omdat hij aan de notarissen een briefje, voorzien
van het familiewapen in lak gedrukt, van mr. P.
Heringa Cats te Oranjewoud toonde, waarin deze
verklaarde op 1 Mei 1877 beschikbaar te stellen
de som van duizend gulden, zoo de tuinman
kooper mocht worden van dit pand. Op dit briefje
was deze niet alleen aangenomen als kooper, maar
de notarissen waren bereid het ontbrekende geld,
f 3000 en de kosten, tegen hypotheek te ver-
schallen. Later bleek, dat het briefje valsch was
en dat de tuinman, vroeger in dienst van den
heer Cats, van dezen bij zijn vertrek een certificaat
van goed gedrag had gekregen, waarop het fami
liewapen in lak afgedrukt was. Dit had hij daar
afgeknipt en op het bewuste briefje geplakt. De
man is onder verzachtende omstandigheden (zijn
vroeger goed gedrag) veroordeeld tot 2 jaren cel
straf en 2 geldboeten van f 50.
testeerd, aandringende op doeltreffende maatregelen
om den eerbied voor de pers te handhaven. De
voorzitter, de heer Crispi, heeft daarop den heer
Mantegazza, eersten onderteekenaar en redacteur
der „Liberia", geantwoord en over het gebeurde
zijn diep leedwezen uitgesproken. Op eene verga
dering van vertegenwoordigers van negen ver
schillende groote bladen is voorts besloten, een
raad van eer samen te stellen, welke door elk
vertegenwoordiger der pers te Rome zal moeten
worden geraadpleegd alvorens wegens een vraag
punt van journalistiek een duel aan te gaan.
Rusland.
Van den 2.2sten is bericht uit Sotchy ontvan
gen, dat bij Ardiller een hevig gevecht met de
aanvallende Turken geleverd wordt en sedert 10
uur een bombardement op dit stadje plaats heeft.
-De „Corresp. générale autr." meldt, dat het
Petersburger kabinet instemt met de inzichten
van de Oostenrijksche regeering, dat de scheepvaart
op den Donau slechts zoolang verhinderd mag
worden als voor militaire operaties volstrekt nood
zakelijk is. Men verwacht dat de Porte zeer zeker
ook dit denkbeeld deelen zal.
De oorlogscorrespondenten bij het Russische
leger en de door hen verzonden berichten worden
aan eene buitengewone controle onderworpen. Gelijk
uit St.-Petersburg gemeld wordt, is bevel gegeven
dat alle berichten over militaire aangelegenheden,
over gevechten, bewegingen en operaties der Rus
sische troepen van de plaats van verzending eerst
naar St.-Petersburg zullen worden gezonden, waar
door den generalen staf beslist zal worden of zij
aan de geadresseerden ter hand gesteld zullen
worden. Berichten uit andere plaatsen dan het
hoofdkwartier moeten vóór de verzending aan de
goedkeuring van den plaatselijken opperbevelhebber
onderworpen worden.
De „Agence Russe'1 meldt dat de czaar op
zijn reis naar Plojesti, het Russische hoofdkwartier
in Rumenië, vergezeld zal worden, behalve door
den grootvorst-troonopvolger en grootvorst Sergius
en hun gevolg, door den rijkskanselier prins Gort-
schakoff, den minister van het hof graaf Adlerberg
en den minister van oorlog generaal Miljutine.
Het vertrek is op den lsten Juni bepaald.
De tweede zoon van den hoofdman der
Circassiërs, Scharayl, is, zooals reeds gemeld is,
uit Konstantinopel naar Suchum Kaleh vertrokken
om het opperbevel over de Circassische opstan
delingen aan de oostkust der Zwarte Zee op zich
te nemen. Uit St.-Petersburg komt thans het be
richt, dat Schamyls oudste zoon, die als Russisch
officier b:j de garde dient, naar den Kaukasus is
vertrokken, om door zijn invloed en 't gewicht
van zijn naam zijne stamgeuooten tot het behoud
des vredes aan te sporen. Dus zullen de twee
broeders aldaar tegenover elkander staan. De indruk,
dien de opstand in den Kaukasus in Rusland
teweegbracht, zegt de Weener correspondent van
den „Times", schijnt vooral daarom zoo diep te
zijn, omdat hij onverwacht kwam. Alle berichten
uit die streken vóór den oorlog waren van dien
aard, dat niemand aan een opstand dacht.
Rumenië.
Bij gelegenheid van den gedenkdag van prins
Kareis troonsbestijging zeide Bratiano in zijne
toespraak tot den vorst, dat de politiek van
Rumenië aan Rusland en aan de Oostenrijksch-
Plongaarsche monarchie het bewijs zal leveren,
dat de vorst slechts naar het behoud van het
bestaande streeft. Bratiano begroette prins Karei
als den eersten onafhankelijken vorst van Rumenië.
De „Polit. Corr." deelt den tekst mede van
het antwoord, dat prins Karei van Rumenië op
de toespraken van den senaat en de kamer van
afgevaardigden heeft gegeven. De prins deed uit
komen, dat het voortdurend streven is geweest
van twee generatiën in Rumenië, vooral sedert
1857, om den slecht omschreven band van
Rumenië, die 's lands positie, zijne belangen en
zelfs zijne rechten „ab antiquo" benadeelde, te
doen ophouden, en die te doen vervangen door
betrekkingen, die in de negentiende eeuw aan de
rechtmatige eiscben van staten en volken kunnen
beantwoorden. Dien band, zeide hij, heeft de Porte
zelve in den loop der gebeurtenissen, welke
Rumenië noch gewenscht, noch te voorschijn
geroepen heeft, verbroken. Wij zullen dien niet
herstellen. De prins beloofde verder, terwijl hij
GemengdNieuws.
In den nacht van 21 op 22 dezer is
te Ingen de veerknecht G. Van Hattem spoor
loos verdwenen. De gierpont, waarmede hij nog
na middernacht is overgevaren, lag aan de over
zijde slechts zijn pet bleef in het vaartuig ach
ter. Van Hattem was een oppassend jongmensch.
Even buiten het dorp Zweeloo werd
Maandag op den weg een manspersoon uit de ge
meente Emmen gevonden die ernstig gewond en
bewusteloos was. Op de plaats waar hij lag heeft men
een mes en eenige dikke knuppels gevonden. De
justitie doet onderzoek.
Men meldt uit Amsterdam, dat aldaar
op den eersten Pinksterdag door de politie de hand
gelegd is op zekeren E. v. d. N., die gedurende
den laatsten tijd onder allerlei valsche namen zich
aldaar ophoudende, aan aanzienlijke ingezetenen
zoowel te Amsterdam als elders bedelbrieven
gezonden had, behelzende een hartroerend verhaal
van de uiterste ellende, dat door daarbij in
gesloten valschelijk vervaardigde geneeskundige
attesten en andere verklaringen werd bevestigd.
Reeds waren eenige edelmoedige menschen het
slachtoffer geworden van dien briefschrijver, iemand
die sedert 1858 achtereenvolgens tot ongeveer 15
jaren gevangenisstraf is veroordeeld geworden. Hij
is thans opnieuw naar de cellulaire gevangenis
gebracht.
Te Groningen is Maandag tijdens de
voorstelling brand ontstaan in de tent van den
heer J. Calp. Er ontstond een ware paniek. Ieder
trachtte zoo goed mogelijk een uitgang te berei
ken. Men verdrong elkander, zoodat velen der
aanwezigen vrij onzacht uit de tent zijn gekomen,
sommigen met achterlating van hoeden, doekjes,
oorbellen enz. Persoonlijke ongelukken van eeuig
belang zijn echter niet te betreuren en het nadeel
zou betrekkelijk gering zijn geweest, indien er
niet zooveel vernield was. Thans is dat nogal
aanzienlijk voor den eigenaar, die, ofschoon 15
jaren achtereen verzekerd voor brandgevaar, dit
jaar juist zijn goederen niet heeft laten assu-
reeren.
Dinsdag-namiddag kregen twee be
schonken personen, wonende op het Spijker, te
Arnhem, woorden met elkander, die zoo hevig
werden, dat een hunner een geladen pistool greep en
daarmede den ander, zekeren K., in den buik schoot.
Ofschoon de patiënt niet doodelijk gewond moet zijn,
schijnt men den verderen loop der verwonding nog
niet te kunnen constateeren, wijl men niet weet-
of edele deelen van het lichaam zijn gekwetst. De
dader is in arrest genomen.
De politie, zoo leest men in de „Eran-
cais", heeft de dieven van den onlangs uit de
syndicale kamer der effectenmakelaars te Parijs
ontvreemde 750,0 00 frs. ontdekt. Men had te
Londen pogingen gedaan om de gestolen stukken j
aan den man te brengen; dientengevolge zijn i
verscheidene personen te Parijs in hechtenis ge-
nomen en hoopt men de hoofdschuldigen, te Lon-
den zich schuilhoudende, eerlang te zullen mach
tig worden.
BUITENLAND.
Franknj li.
De nieuwe minister van financiën, aldus wordt
uit Parijs aan de „Köln. Zeitung" geschreven,
heeft, en dit was zijn eerste stap, zich in betrek
king gesteld met zijne vrienden uit de bankiers
wereld. Plieraan is het zeker toe te schrijven, dat
de Parijsche beurs, die de optreding van het ka
binet De Broglie-Eourtou dadelijk met eene daling
begroette, omgekeerd is, waardoor Eransche rente
naar boven kwam.
Verscheidene dagbladen behelzeD de volgende
nota„De heer Lebey, een der directeuren van
het agentschap „Ilavas", heeft een bezoek ontvan
gen van een der ambtenaren van den minister van
binnenlandsche zaken, die hem kwam verwijten,
dat hij aan de Eransche dagbladen uittreksels
had geleverd uit Duitsche, Engelsche en Italiaansche
organen, die zeer ongunstig luiden voor het nieuwe
kabinet. De heer Lebey heeft hierop geantwoord,
dat het zijn plicht is aan al de bij „LIavas" ge
abonneerde bladen de uittreksels te zenden, die
hem medegedeeld werden.1'
Duitsschlancl.
Volgens de „Nordd. Allg. Zeitung" komt de
vertraging in het definitief vaststellen der militaire
maatregelen omtrent het niet versterken der troe
penmacht aan de Eransche grenzen niet voort uit
twijfel over de noodzakelijkheid dier maatregelen,
maar uit overwegingen omtrent sommige bijzon
derheden. Alle berichten omtrent die bijzonder
heden, welke tot dusverre medegedeeld zijn, zijn
onjuist.
Italië.
In de kamer van afgevaardigden is gisteren
eene interpellatie tot de regeering gericht betref
fende de jongste gebeurtenissen in Erankrijk, in
verband met Italië's binnen- en buitenlandsche
staatkunde. De minister van buitenlandsche zaken
antwoordde, dat Mac Mahon en de minister De-
cazes verklaard hadden, dat de vriendschappelijke
betrekkingen van Erankrijk met Italië door de
kabinetsverandering volstrekt geen verandering
hebben ondergaan. De minister Melegari voegde
er bij, dat het geenszins waarschijnlijk is, dat
Erankrijk zich zal laten medesleepen tot eene on
derneming tegen de veiligheid en het bestaan eener
natie, tot wier eenheid het zelf heeft medegewerkt.
De minister Depretis deed vervolgens uitkomen,
dat dergelijke interpellatie niet passend is. Hij
zeide verder dat hij aan de verklaring van zijn
ambtgenoot voor buitenlandsche zaken nog dit kon
toevoegen, dat Italië over den bestaanden toestand
volkomen gerust kon zijn.
Dezer dagen had een tweegevecht plaats
tusschen het kamerlid Pierautoni en een redacteur
der „Eanfulla", waarin deze een vrij ernstige wonde
aan den voorarm bekwam. In de zitting van den 14den
dezer had eerstgenoemde zich namelijk naar de tribune
der journalisten begeven en den redacteur een slag
in het aangezicht gegeven wegens zeker artikel
in zijn blad. In naam der geheele drukpers hebben
de verschillende dagbladverslaggevers bij den voor
zitter der kamer tegen het voorgevallene gepro