N°. 5298. A0. 1877. Vrijdag 25 Mei. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. DE ONTEIGENINGS-QUAESTIE. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden..7.7.7. ."".777.7 1.10. Franco per post..1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels.77 7 7.7.7f 1.05. Iedere regel meer0.17g. Grootere letters naar plaatsruimte. Met de werkzaamheden aan den spoorweg naar Woerden vordert men goed, ofschoon de grond voor het maken van de aardenbaan zeer moeilijk te bewerken is zoo ongeveer luiden de laatste berichten omtrent die voor onze stad zoo belang rijke onderneming, berichten dus, die vrij gunstig mogen heeten. Minder aangenaam daarentegen is het, verder te moeten vernemen, dat de onteigening van vele perceelen bezwaren ondervindt door de enorm hooge prijzen, die door de grondeigenaren worden gevorderd, dank zij de bemoeiingen van iemand, die hen in dit geval op een dwaalspoor brengt. Dat wij met het laatste gedeelte dezer zinsnede volkomen instemmen, behoeft nauwelijks betoog, en dat om meer dan één reden. Wie onzer her innert zich niet de bij herhaling aangewende, de telkens hernieuwde, maar even dikwijls mislukte pogingen om het tot stand komen der spoorweg- lijn te verzekeren? Zij, die het wel meenden met Leiden en zijn omgeving, sloegen met belang stelling de vorderingen gade, die de zaak maakte, juichten elke schrede toe, die ons nader scheen te brengen tot haar verwezenlijking. Eindelijk dan had men het beoogde doel bereikt. Er was een spoorwegmaatschappij gevonden, bereid om zich met de exploitatie te belasten, een hoogst belangrijk punt; immers, juist dezer dagen nog bij de concessie-aanvrage voor het aanleggen eener spoorweglijn door het Westland, is de geheele zaak op die moeilijkheid afgestuit. Maar zie, juist van een zijde, waarvan men dat het minst mocht verwachten, van den kant der belanghebben den zeiven, van hen, wier landerijen langs de ont worpen lijn zijn gelegen, komt thans tegenwerking. Nog daargelaten, dat zij, die zich daaraan schuldig maken, tooneu zich weinig te laten gelegen liggen aan het algemeen belang, zich er niet om schijnen te bekommeren, welk een on- aangenamen indruk zulk een tegenkanting moet maken op hen, die hun beste krachten inspanden om het zoover met de zaak te brengen, dat alles niet in aanmerking genomen, verliezen zij in de eerste plaats hun eigen belang uit het oog. Dat landerijen haar waarde ontleenen niet alleen aan de hoedanigheid van den grond, maar ook en vooral aan de gunstige ligging, waardoor de landeigenaar zich in staat ziet gesteld de voort brengselen van den bodem op gemakkelijke, snelle en onkostbare wijze aan de markt te brengen "t is een waarheid, zoo overbekend, dat wij haar zeker hier niet in het midden behoeven te brengen ten bewijze dat in de eerste plaats de bezitters der aan de spoorweglijn gelegen landen belang hebbenden in deze zijn, waar het de quaestie geldt het tot stand komen der onderneming te bevorderen. Maar bovendien is het ook in hun welbegrepen eigenbelang, voor zoover zij daarvoor afstand van hun grond hebben te doen, dat langs minnelijken weg te laten geschieden, en wel om twee redenen. Vooreerst leert de ondervinding, dat in het algemeen de aangeboden sommen voor te onteige nen bezittingen hooger zijn dan die welke bij verschil tusschen partijen bij rechterlijke uitspraak plegen te worden toegewezen, terwijl in dit bij zonder geval de billijke schikkingen, door de Spoorwegmaatschappij reeds met anderen getroffen, allen grond geven om te vermoeden, dat de in verzet komende landeigenaars bij een proces vol strekt niet zullen winnen. In de tweede plaats is het nog lang niet zeker, dat de werkelijke waarde der landerijen in quaestie zoo hoog is als de eigenaars er aan toekennen. Wij zijn er in de laatste jaren nu eenmaal aan gewend geraakt, de prijzen vau den grond op schrikbarende wijze te zien stijgen. Er doen zich echter verschijnselen voor, die de vraag wettigen of in die neiging tot rijzing zich geen terugwerkende kracht openbaart. In een der noordelijke steden van ons land Kampen indien wij ons niet bedriegen bracht de verpachting der gemeente weiden ditmaal veel minder op dan andere jaren, terwijl te Harlingen en te Eraneker goede boter voor den uiterst lagen prijs van 70 ets. per kilo gram werd verkocht, en de prijs van zuivelproduct hangt immers nauw samen met dien van het land, waaruit het gewonnen wordt. Ziedaar een paar feiten, die, met elkander in verband gebracht, zeker niet pleiten voor toene mende stijging van den prijs der landerijen, feiten die, door den rechter in aanmerking genomen, ongetwijfeld zullen strekken tot een lager taxatie der te onteigenen gronden. Hadden wij ongelijk, zoowel in het algemeen belang als in het bijzonder belang der betrokken grondeigenaren tot een onteigening bij minnelijke schikking aan te sporen? LEIDEN, 34 Del. Bij den Burgemeester alhier is ten behoeve van de stedelijke armen ontvangen een bankbiljet, groot 25. Gisteren werd door de staatscommissie te Am sterdam tot arts bevorderd de heer W. v. d. Starp, cand.-arts, geb. te Den Bommel. De twintigste jaarlijksche vergadering van het Zeemanshuis te Rotterdam, gistermiddag ge houden, werd als vorige jaren bijgewoond door Z. K. H. prins Hendrik. De prins werd door den voorzitter welkom geheeten. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat de fiuancieele toestand verbeterd is en de belegde spaarpenningen met 138 percent vermeerderden. In 1876 werden opge nomen 1818 zeelieden. De inrichting bleef borg tegen te ontvangen handgelden en advance-notes voor een bedrag van 23,488.65. Door 85 zee lieden werd in de Bank 11,188.98 gebracht; door 91 zeelieden werd 7,907.29 daaruit geno men. Behalve verschillende andere geschenken zijn door aandeelhouders aandeelen aan de inrichting geschonken. Tot leden van het bestuur werden gekozen de heeren II. Muller en Joan Van Vol lenhoven. De voorzitter bedankte de aftredende en de overige bestuursleden voor de samenwerking, die hij steeds mocht ondervinden. Ten slotte sprak prins Hendrik eenige woorden, die getuigden van zijne onverflauwde belangstelling in het Zeemanshuis. Daarna deed de prins, vergezeld door den bur gemeester en andere aanzienlijke ingezetenen, per stoomboot een tocht naar Eeienoord en nam aan het diner in het yachtclubgebouw deel, waar vervolgens de openbare vergadering der Commissie tot onder zoek der verschijnselen op den Oceaan en de uit reiking van bekroningen plaats had. De 1ste luit. C. A. Roêll, van het reserve- escadron 3de regiment huzaren alhier, is wegens ziekte op nonactiviteifc gesteld. De kapitein E. De Bas van den generalen staf, thans werkzaam aan de topographische inrichting te 's-Hage, is bestemd om met 1 Augustus a. s. op te treden als adjunctchef van den staf der 4de divisie infanterie te Arnhem, tevens waarnemend adjudant van den commandant dier divisie. In zijne plaats is benoemd de kapitein Donnadieu. De raad der gemeente Apeldoorn heeft zich per adres tot den minister van koloniën gewend ter verkrijging van een subsidie voor een cursus in boschcultuur aan de koninklijke h. b. school aldaar. Ook is den minister gevraagd, of aan het gemeentebestuur de verzekering kan gegeven wor den, dat de jongelieden, welke thans van rijkswege in Duitschland voor ambtenaren van het bosch wezen in Ned.-Indië worden opgeleid, voortaan den cursus te Apeldoorn zullen volgen, indien deze aan de gestelde eischen voldoet. In de laatst gehouden raadsvergadering is door B. en Ws. voorgesteld, aan een te benoemen leeraar voor bosch-cultuur eene jaarwedde van ƒ2000 toe te kennen, met den titel van onder-directeur. Het te Enkhuizen gevestigde comité ter be vordering eener expeditie naar Nova-Zembla heeft de toezegging ontvangen, dat het Genootschap „Oeconomia Enchusana" ƒ250 voor dat doel zal bijdragen, omdat Enkhuizen zulk een belangrijk werkzaam aandeel genomen heeft in de eerste ont dekkingstochten eener nieuwe doorvaart door de Noordelijke IJszee naar Indië in 1584, 1594, 1595 en 1596. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, is het eenige landschap ter oost kust van Atjeh, dat het Nederlandsch oppergezag nog niet had erkend, namelijk Langsar, thans tot onderwerping gebracht. Nadat eene derwaarts ge zonden troepenmacht twee versterkingen had ge nomen (waarbij vier minderen gewond werden), is de radja persoonlijk zijne onderwerping komen aanbieden. Hem zijn dezelfde voorwaarden gesteld als vroeger van Simpang-Olim waren bedongen, dus ook de betaling aan het gouvernement van het aandeel in de peper, (een kwart dollar per uitgevoerden pikol), dat eertijds aan den sultan van Atjeh werd gebracht. Die voorwaarden zijn door den radja aangenomen en beëedigd. De blok kade is opgeheven. DeNederlandsche Bank had op 22 Mei bij een munt- en muntmateriaal van 153,336,555.93'/, voor eene som van f 151,166,615.18 minder aan bankbiljetten in omloop dan waartoe zij gerech tigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt 60,866,658.08 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. De 1ste luit. A. Broese van Groenou, van het 4de bat. 4de reg. infanterie te Haarlem, is of zijn verzoek eervol uit den dienst ontslagen. Gisteravond is in Den Haag aangekomen en aan het hotel „Paulez" afgestapt de Turkscht onderdaan Murad Efiendi, zich teekenende minister- resident te 's-Gravenhage. De vreemde diplomaat kwam uit Brussel. Ten behoeve der havenwerken voor Batavia werd heden aan het ministerie van binnenl. zaken aanbesteedhet vervaardigen, ineenzetten, wedei uit elkander nemen en naar de plaats van insche ping vervoeren van den metalen bovenbouw voor vier draaibruggen en zes vaste bruggen. Hiervoor waren zes inschrijvingsbiljetten ontvangen. Het minst was ingeschreven door de Actien-Gesellschaff für Brückenbau enz. te Duisburg, voor ƒ89,473. Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het arrond. Amsterdam, ter standpl. Amsterdam, D. Stork, cand.-notaris aldaar; aan mr. C. G. De Balbian van Doorn, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Utrecht; op hun verzoek eervol ontslag verleend bij de rustende schutterij in de prov. Zuid-Holland, 12de bataljon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1