N°. 5294.
Zaterdag
A0. 1877.
19 Mei.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
BERICHT.
Met 1 Juni begint een nieuw kwartaal van
het LEIDSCH DAGBLAD. Zij die zich alsdan
op deze Courant wenschen te abonneeren ont
vangen de nog tot dien datum verschijnende
nummers gratis.
Een goed, degelijk en nuttig plan.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden7.. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Uithoofde van het Pinksterfeest zal
deze Courant Maandag niet verschijnen.
STAD S - li JE KlCÜTEfl.
Oproeping van de verlofgangers der
Nationale Militie, tot het bijwo
nen der INSPECTIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het besluit van den Heer Commissaris des Konings in
de proviocie Zuid-Holland, van den 18den April 1877, A. N°.
1297 (2de afd), Provinciaal blad N°. 37, houdende regeling
van het onderzoek der verlofgangers van de Militie te land
Roepen dientengevolge op al de binnen deze gemeente geves
tigde verlofgangers der Militie te land van de lichtingen van
1873, 1874, 1875 en 1876, die vóór den Islen Aprill.l. in het
genot van onbepaald verlof zijn gesteld, met uitzondering alleen
van heD, die casu quo in de maand Juni e. k. in werkelijken dienst
moeten komen, om te verschijnen in het INVALIDENHUIS
(ingang door de KOPPENHINKSTEEG aan de zijde der
HOOGLANDSCHE KERKGRAOHT), ten einde door den Heer
Militie-Commissaris te worden geïnspecteerd, en wel:
de verlofgangers behoorende tot de lichtingen van 1873 en 1874,
op Vrijdag den pten Juni 1877,
des voormiddags te halftien,
en die behoorende tot de lichtingen van 1875 en 1876,
op denzelfden dag, des voormiddags te een nur;
in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrnstiDg-
stnkkeo, hun hij het vertrek met verluf medegegeven, alsmede
van hunne zakboekjes en van hunne verlofpassen.
Burgemeester en Wethouders vermanen de betrokken verlof
gangers, aan deze oproeping nauwkeurig te beantwoorden, te
zorgen dat hunne kleeding en uitrusting in goeden staat worden voor
gesteld, alsook om zich, bij het gaan naar de plaats voor het onder
zoek bepaald, gedurende het onderzoek eo bij het naar huis keeren,
ordelijk te gedragen en alzoo zich te vrijwaren voor de toepas-
aing der strafbepalingen, vermeld bij de artt. 130, 141 145
der Wet van 19 Augustus 1861 Staatsblad n°. 72), daar onge
regeldheden als anderszins, zoolang de manschappen in uniform
zijn gekleed, worden gestraft volgens het Crimineel Wetboek en
het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te laode.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking
en door plaatsing in de Leidsche Courant van den 19den en den
26sten Mei 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. u. BRAN DELER, Bnrgem.
Leiden, 18 Mei 1877. E. KIST, Secretaris.
Blijkens een dezer dagen aan vele ingezetenen
dezer stad en van de naburige gemeenten toege
zonden circulaire, stelt men zich voor, ook hier
een afdeeling op te richten van de Nederlandsche
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Wanneer men weet dat van die Maatschappij
reeds sedert korteren of langeren tijd afdeelingen
bestaan te Arnhem, Amsterdam, Boskoop, 's-Gra-
venhage en omstreken, Utrecht en omstreken,
Botterdam, Nijmegen en omstreken en het Gooi
land, terwijl men ook te Haarlem een afdeeling
wil vestigen, dan mag men wel zeggen dat het tijd
wordt ook voor onze stad.
Trouwens, daar uit de circulaire blijkt dat, vol
gens de Statuten der Maatschappij, een tiental
leden voldoende is om een Afdeeling te vestigen,
en deze circulaire reeds 17 naamteekeningen draagt,
terwijl wij bovendien vernemen dat van verschillende
zijden reeds blijken van belangstelling gegeven
werden, zal die vestiging wel niet twijfelachtig
meer zijn.
Ook hier stelt men zich voor, met het oog op
de omliggende dorpen, waar vele beoefenaars en
liefhebbers van den Tuinbouw worden aangetrolfen,
een Afdeeling op te richten waarin de Omstreken
zijn opgenomen. Wij zien dan ook onder de onder
teekenaars Voorschoten, Warmond, Oegstgeest,
Noordwijk en Sassenheim reeds vertegenwoordigd.
Op die wijze is, juist door vereeniging van
krachten, iets goeds, iets degelijks tot, stand te
brengen.
Dit is dan ook het doel der oprichters. Immers
naar ons werd medegedeeld wenscht men met deze
Afdeeling, al zal ze tot de jongste behooren, niet
achteraan te sukkelen, maar haar tot een der
voornaamste, minstens een der degelijkste te maken,
en verschillende namen onder de circulaire voor
komende, waarborgen den ernst van dit plan. Door
bijeenkomsten op bepaalde of onbepaalde tijden,
stelt men zich voor, de verschillende beoefenaars
en liefhebbers nader tot elkander te brengen, en
door wisseling van gedachten zoo mogelijk de
liefhebberij voor planten te verlevendigen, door
populaire voordrachten over kruidkunde en plan
tenteelt de kennis daarvan te verbreiden, door
gezamenlijke excursies den rijken voorraad dien
onze omstreken opleveren meer algemeen eigen
dom te maken, wellicht ook door kunstbeschou
wingen mede te werken tot uitbreiding van kennis
bij den een, ontwikkeling van den goeden smaak
bij den ander, opwekking tot meerdere liefde voor
het plantenrijk bij allen, mogelijk ook door tentoon
stellingen de tuinbouw-industrie te bevorderen. In
één woord, men wil niets onbeproefd laten wat
strekken kan om langs dezen weg den Neder-
landschen Tuinbouw te bevorderen en tegelijk den
leden een bron van afwisselend en tevens veredelend
genot te openen.
Het spreekt echter vanzelf dat veel afhankelijk
moet gesteld worden van het grooter of kleiner
aantal leden; dat er genoeg zijn in onze stad die
hierin belang stellen, is te verwachten, maar
wie dit zijn, is niet altijd te voorzien, zoodat het
niet twijfelachtig is dat de circulaire enkelen niet
in handen is gekomen, die wellicht onmiddellijk
blijk van sympathie zouden geven en daarentegen
aan anderen wèl, die er volkomen onverschillig
voor zijn. Aan de eersten zij bericht dat die
circulaires, tevens iuschrijvingsbiljetten, verkrijg
baar zijn bij den heer Witte, in den Academie-
tuin alhier. Ook zijn er, zooals 't gewoonlijk
gaat, die wel degelijk voornemens zijn er deel
aan te nemen, maar die verzuimen daarvan blijk
te geven; dezen wordt herinnerd dat men het
anderen steeds gemakkelijk maakt door dit spoedig
te doen, hetgeen tevens tot aanmoediging strekt
om de zaak krachtig door te zetten. Bovendien,
uit de circulaire blijkt dat al de zich thans aan-
sluitenden beschouwd worden als te behooren tot
de oprichters. Een definitief Bestuur is nog
niet benoemddaartoe zullen eerst later al de
oprichters bijeengeroepen worden, terwijl daarna
de gewone gelegenheid tot toetreding als lid blijft
opengesteld.
Wij voegen hier nog bij, dat reeds nu het
denkbeeld geopperd wordt om de leden te verdeelen
in twee klassen, ten einde ook dien kweekers van
beroep, voor wie de gewone contributie te be
zwarend mocht zijn, tegen een geringe jaarlijksche
bijdrage de toetreding mogelijk te maken, terwijl
ze overigens allen gelijke rechten zullen hebben.
Dat de ontwerpers in hun degelijk en zeker
zeer nuttig plan volkomen zullen slagen, daar
aan valt in geenen deele te twijfelen, als slechts
allen, die hierbij belang hebben of er belang
in stellen, de handen ineenslaan, en vooral
niet lang aarzelen met iets, wat ze toch wel
degelijk voornemens zijn te doen. Wij zullen dan
weldra in onze stad een inrichting te meer be
zitten, die niet alleen voor Leidens ingezetenen,
maar ook voor de bewoners der omliggende dorpen
veel en veelzijdig genot kan opleveren en bovendien
in hare gevolgen hoogst nuttig moet zijn.
De Tuinbouw is een industrie, die eerst tegen
woordig tot haar recht komt, vooral sedert Z. K. H.
Prins Hendrik zich als 't ware aan de spits harer
voorstanders in ons land plaatste; naaralgemeene
kennis van het plantenrijk verlangt men meer en
meer, sedert de veredelende invloed daarvan dui
delijker aan 't licht kwam en men bovendien
gaandeweg meer zekerheid verkreeg van het stil en
zuiver genot dat ze schenkt.
Moge dan nu ook hier blijken, dat men in
onze Academiestad van die waarheid overtuigd is
en zich gaarne schaart in de rij van hen, die
aan beider bevordering werken. Niet alleen helpt
men dan iets nuttigs op degelijke grondvesten
bouwen, maar de voldoening daarvoor zal zeker
niet lang uitblijven.
LEIDEN, 18 Mei.
Heden is aan de hoogesehool alhier bevorderd
tot doctor in de wijsbegeerte en letteren de heer
A. H. Garrer, geb. te Leiden, met academisch
proefschrift, get.„Observationes ad Dionysii Hali-
carnassensis Antiquitates Romanas."
Naar men ons mededeelt is mejuffrouw Amalia
Kling, uit Berlijn, die op het in de volgende
week door de Leidsche Zangvereeniging in de
Hooglandsche kerk te geven tweedaagsche muziek
feest de altsolo-partijen zou vervullen, daarin ver
hinderd door eene plotselinge ongesteldheid, die
zich in den beginne vrij ernstig liet aanzien. Het
is voorzeker te bejammeren dat onze stadgenooten
nu van haar optreden verstoken zullen blijven,
daar zij zich onlangs in de hoofdstad van zuik een
buitengemeen verdienstelijke zijde had doen kennen.
In hare plaats zal nu de hier van het vorige
muziekfeest zoo gunstig bekende en gevierde zange
res mejuffrouw Adèle Asmann hare gewaardeerde
medewerking verleenen.
Uit het eerste jaarverslag omtrent liet Zoö
logisch station der Nederlandsche Dierkundige
Vereeniging is gebleken, dat de bijdragen voor
het bouwen van een loods tot het doen van on
derzoekingen aan de kust de verwachtingen aan
vankelijk hadden overtroffentoch is nog niet
alles daarmede gedaan. Na aftrek van de kosten
dezer eenvoudige, maar in het belang der weten
schap zoo nuttig inrichting bleef slechts een ge
ring saldo over; het is daarom noodig, zal het
Zoölogisch station blijven voortbestaan, dat de ver
eeniging, wier nuttig streven ook door de regee
ring wordt gesteund, medewerking vinde bij de
vrienden der wetenschap. De heer Jos. Th. Cattie,
die in het tijdschrift „tsis" deze zaak warm aan
beveelt, zegt: „dat misschien de een of ander le
zer in zijn portemonnaie nog wel een verscholen
tientje zal vinden, dat niet slecht zou passen in
de kas van den penningmeester, dr. P. P. C. Hoek,
te Leiden, die zeker gaarne de goede overkomst
daarvan zal berichten."
Voor het asyl Steenbeek is tot heden ont
vangen 20,158.88. Er is minstens nog f 4550
noodig. Wordt binnen eenige dagen ook het ont
brekende gegeven, dan zal de aanbesteding zoo
spoedig kunnen plaats vinden, dat nog véér den
winter het nieuwe huis betrokken kan worden.
Tot leeraar in de oude talen aan het
Erasmiaansch gymnasium te Rotterdam is benoemd
dr. J. M. J. Valeton.
Bij zijn bericht van 9 dezer is door Zr. Ms.
minister-resident te Konstantinopel aan hetdepar-