Amsterdam, Delft, 's-Gravenhage, Haarlem, Leiden
en Schiedam van 7 uur voor- tot halfelf namiddag;
Anna-Paulowna, Beverwijk, Castricum, Halfweg,
Noordscharwöude, Pietgijzenbrug, Schagen, Uit
geest, Veenenburg, Yogelenzang, Voorschoten en
Zaandijk van 8 uur voor- tot 1 uur namiddag en
van 3 tot 10 uren namiddag.
Om de telegraphische gemeenschap met het
verre Oosten beter te verzekeren dan tot heden
bij het bestaan van slechts één telegraafkabel,
die tusschen Madras en Penang, mogelijk was,
heeft de „Eastern Extension Telegraph Company"
tusschen Rangoon (Achter-Indië) en Penang een
tweeden kabel gelegd, welke op den 27sten dezer
in exploitatie komt. Bij storing op den kabel
Madras-Penang volgen de telegrammen voor het
Oosten de Britsch-Tndische landlijnen tot Rangoon
en gaan vervolgens langs den nieuwen kabel naar
Penang, Singapore en verder gelegen bestemmingen,
In verband met deze vermeerdering der gemeen
schapsmiddelen worden, te rekenen van den ge
noemden dag, de tariefsprijzen voor Penang,
Singapore, Cochinchina, Java, Sumatra en Australië
met 12E ct. per woord verhoogd
Gisteren werd te Amsterdam de vergadering
gehouden van aandeelhouders in de Ned.-Ind. Spoor
wegmaatschappij, waarbij waren vertegenwoordigd
4791 aandeelen met 817 stemmen. Daar dit ge
tal onvoldoende was om besluiten te nemen als
waren voorgesteld, werd de vergadering verdaagd
tot over 4 weken. De heeren Lens en De Bordes
bestreden 't voorstel tot verkoop van den spoorweg
Batavia-Buitenzorg, als de parél aan de kroon der
Maatschappij. De voorzitter verdedigde de over
eenkomst met den Staat als in 't belang der aan
deelhouders.
Het stoomschip „Torrington", 1 April van
Rotterdam vertrokken, is den léden dezer te
Batavia gearriveerd.
Z. M. heeft aan mr. A. Heemskerk, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als adjunct-commies
bij het depart, van justitie; benoemd tot deurw.
bij het gerechtshof te Amsterdam II. C. Stapelveld,
procureurs-klerk aldaartot commandeur der orde
van den Nederl. Leeuw, mr. J. C. P. baron
d'Aulnis de Bourouill, laatstelijk proc.-generaal
bij het gerechtshof te 's-IIertogenboschden 2den
luit. S. Mesch, van het 3de reg. inf., voor den
tijd van vijf jaren gedet. bij de inf. in N.-I.
aan mr. A. J. Korteweg, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend van de waarneming der betrek
king van rijks-advocaat te 's-IIertogenbosch en
met de waarneming dier betrekking belast mr.
E. Van Zinnicq Bergmann, rechter-plaatsvervan
ger bij de arrondissements-rechtbank te 's-Her-
togenbosch en advocaat aldaar.
GemengdNieuws.
Dezer dagen trad eene bejaardedoch
nog betrekkelijk vlugge vrouw een der voornaamste
magazijnen van juweelen in Den Haag binnen en
vroeg den aanwezigen juwelier om een vijftal
sieraden, welke zij hem vertoonde, wel te willen
schatten. Aan haar verlangen werd op de meest
heusche wijze voldaan en ten overvloede aange
boden om de taxatie op schrift te geven, ten einde
zij de boodschap des te beter zou kunnen over
brengen. „Dank u, mijnheer," antwoordde zij.
„Nu mijnheer me 't zoo goed heeft uitgelegd, ben
ik zeker van mijn zaak. Ik ben misschien onbe
scheiden geweest met u herhaaldelijk de sommen
te vragenmaar u zult het eene oude vrouw van
negentig jaren toch niet kwalijk nemen." „Vol
strekt niet", hervatte de verwonderde juwelier.
„U moet weten dat ik nog altijd in dienst ben
bij het tooueel. Ik kleed de dames, weet u, en
ben nog altijd voor mijn werk geschikt". „Moe
dertje, hernam de juwelier schertsende, „men
kan wel bemerken dat u nog geheel iets anders
op dit tooneel zijt geweest." „Dat geloof ik,
mijnheer. Het is nu tachtig jaren geleden dat ik
voor het eerst aan het tooneel kwam, en ik ben
er nog. Toen ik een jonge meid was en er goed
uitzag, zong ik er en had wonder wat omziens.
Ook heb ik gedansto, mijnheer, vooral het dan
sen ging me zoo goed af." Zich meer en meer
opwindende: „Ik kan dit nog", en pirouetteerende
en groetende, zooals op de planken gebruikelijk,
verliet zij het magazijn van den meer en meer
verwonderden juwelier. Dit verhaal wordt uit Den
Haag door een geloofwaardig persoon medegedeeld,
't Zou geen moeite kosten, wordt er bijgevoegd,
een onderzoek te doen naar de waarheidsliefde
van de oude tooneelspeelster of danseres, thans
bediende der dames van het tooneel. Mocht zij
waarlijk, zooals zij verhaalde, tachtig dienstjaren
tellen, het dubbele van het maximum der lands-
gepensioneerden, dan voorzeker verdient zij door
de vaderlandsche tooneellief hebbers voor hare ver
dere levensjaren verzorgd te worden.
Te Delft vervoegt zich een sluwe
oplichtster uit Den Haag, voorzien van eenige
quasi-attesten van goed gedrag uit vroegere dien
sten, bij ingezetenen, die een dienstbode verlangen,
en daar zij zich bovendien vrij gunstig weet voor
te doen, slaagt zij er al spoedig in zich te verhuren.
Haar wordt de zoogenaamde godspenning geschon
ken en de dag bepaald, waarop zij in dienst zal
treden. Getrouw aan de gesloten overeenkomst
komt zij op den vastgestelden tijd om haar nieuwe
betrekking te aanvaarden, maar.in een vol
slagen staat van dronkenschap, hetzij dan voor
gewend of wezenlijk. Men gooit haar dan natuur
lijk, met opoffering van den godspenning, terstond
de deur uit. Den volgenden dag wordt de comedie
door de oplichtster bij anderen opnieuw gespeeld.
Gisterochtend te 11 uren ging de
schoenmaker B. eene tapperij te Haarlem binnen
en gebruikte daar een paar borrels brandewijn.
Vóór zijn vertrek gaf hij het voornemen te kennen
om te gaan zwemmen en een paar uren later werd
hij levenloos uit de Amsterdamsche vaart opge
haald. De man was 52 jaar oud.
De brievenbode van Alkemade op
Woubrugge, J. v. d. S., oud 42 jaren, stond
heden voor het gerechtshof te 's-Gravenhage terecht,
beschuldigd van 23 valschheden in authentieke en
publieke geschriften beneveus 12 wanbedrijven
van misbruik van vertrouwen door ten nadeele
der eigenaars gelden te verduisteren. Gedurende
de laatste helft van het afgeloopen jaar werden
knoeierijen, door hem gepleegd, ontdekt en bij
onderzoek kwam aan het licht dat v. d. S. ten
nadeele van 28 belastingschuldigen gezamenlijk
een bedrag van tusschen de 6 en ƒ700 zich
had toegeëigend, welke oneerlijkheden hij had
getracht goed te maken door in de biljetten óf
het letter- en cijferschrift te veranderen of den
naam van den ontvanger na te maken. Al de
feiten werden berouwvol door besch. beleden. Hij
had de gelden aangewend tot betaling van schulden
en tot ondersteuning van zijn huishouden. Het
hof heeft hem veroordeeld tot tuchthuisstraf van
5 jaren en betaling van 30 boeten van 50 en
10 van ƒ12.50.
Het onderzoek vandejustitieinzake
de verwonding te Tijnaarloo, heeft het gevolg gehad,
dat reeds twee personen zijn in hechtenis genomen,
die van de gruwelijke daad verdacht worden. De
verwonde verkeert nog in gevaar.
De gravin De Chambrun heeft eene
weddenschap aangegaan, dat zij binnen zeker
aantal dagen te paard van Nice naar Parijs zal
rijden. Zij wordt vergezeld door den heer en
mevrouw De Simonis en den majoor Outhier. De
kleine karavaan bestaat uit de noodige wissel-
paarden, een reisrijtuig, een bagagewagen en drie
honden, het eigendom der gravin. Volgens de
laatste berichten was zij over Castellane en Sisteron
te Grenoble aangekomen en smaakte zij de zelf
voldoening, dat de landelijke bevolking van
Provence haar en haar gezelschap voor een troep
paardrijders aanzag. Zelfs verhaalt men van een
stadje, waar de omroeper haar in het logement
een bezoek kwam brengen en, voor het geval dat
zij van plan mocht zijn voorstellingen te geven,
zijne diensten aanbood.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De president der republiek heeft een brief ge
richt aan den voorzitter van den ministerraad,
waarin hij zijne verwondering te kennen geeft
dat noch Jules Simon, noch zijn ambtgenoot voor
justitie, in de kamerzitting van Dinsdag de rede
nen deden gelden, die hadden kunnen voorkomen dat
de Kamer eene drukperswet wijzigde, die nog geen
twee jaren gewerkt heeft, die op voorstel van den
minister Dufaure was ingediend en wier toepassing
de heer Simon zelf nog onlangs van de tribune
had gevraagd. In verscheidene kabinetsraden, ook
in dien van Dinsdag-ochtend, was besloten,, dat de
voorzitter van den ministerraad eq de ministei
van justitie de voorgestelde wijzigingen in de wet
zouden béstrijden. De houding Van het hoofd van
het kabinet leidt tot de .vraag, of hij op deKamei
den noodigen invloed oefent om aan zijne inzich
ten ingang te verschaffen.
Ten gevolge van dezen brief heeft de heer Simon
zijn ontslag aangeboden. Mac Mahon heeft het
aangenomen en den hertog d'Audiffret-Pasquiei
ontboden.
De heer .Simon heeft hierop met een brief aan
Mac Mahon geantwoord, waarin hij schrijft: Gij
betreurt het dat ik Zaterdag, bij de eerste lezing
der gemeentewet, niet in de Kamer was. Dooi
ongesteldheid werd ik toen te Parijs teruggehou
den. Maar de quaestie omtrent de openbaarheid
der gemeenteraadszittingen zou eerst bij de tweede
lezing beslist worden. Ik had mij te dien opzichte
verstaan met den heer Bardoux. Het amendement-
Perras nu (dat de openbaarheid der gemeenteraads
zittingen niet facultatief wilde gesteld hebben) is
onverhoeds in de Kamer gekomen, en ik had
Vrijdag eene bijeenkomst met de commissie, ten
einde te trachten, haar te doen terugkomen op
haar votum, vóórdat de beraadslaging in de Kamer
plaats had. „Wat de wet op de drukpers aangaat,
zegt hij, „gij zult u wel gelieven te herinneren,
dat onze bezwaren alleen golden het vergrijp van
hoon en beleediging van vreemde souvereinen.
Wat voor het overige het votum over de wet betreft,
was ik het eens met de commissie."
Op een brief van Mac Mahon heeft Dufaure
geantwoord, dat hij de reden waarom Mac Mahon
hem verlangde te spreken, wel kon gissen; maar
hij kan wegens redenen van gezondheid geen por
tefeuille aannemen. Bovendien kan hij hem met
meer vrucht dienen, indien hij eenvoudig als senator
het ontwerp tot wijziging der drukperswet van
1875 bestrijdt.
Groot- Britanni
In het lagerhuis noemde Bourke niet, zooals
eerst gemeld werd, het gerucht omtrent een gemeen
schappelijk protest van Engeland en Oostenrijk-
Hongarije tegen Rumenië's onafhankelijkheidsver
klaring, juist, maar integendeel valsch. Dit gerucht
trouwens werd reeds voldoende weersproken door
het feit, dat eene onafhankelijkheidsverklaring nog
niet in optima forma plaats had.
Rumenië.
De Kamer heeft een krediet van 10 millioen
voor het onderhoud van 't leger verleend.
Dinsdag had weder gedurende twee uren een
artillerie-gevecht tusschen Turtukai en Oltenitza
plaats. In den namiddag namen de Russen te
Braila proeven met geschut van het zwaarste kaliber
op de Turksche vesting Matschin, welke zij met
hunne projectielen bereikten. „Daily News" noemt
dit ongerijmd, daar Matschin ongeveer zeven mij
len van Braila ligt.
JEt.usla.iici.
Een officieel telegram van den grootvorst Nico-
laas, over de ontvangst die hem te Plojesti te
beurt viel, meldt: Wij hadden nog geen treffen
met de Turken, de Rumeniërs hadden evenwel
eenige onbeduidende gevechten met hen bij Wid-
din en Oltenitza. Het weer is warm, zoel; de
gezondheidstoestand van het leger is bevredigend.
Een telegram van generaal Semeka uit
Odessa van den 15den meldt dat van vier boden,
die afgezonden waren naar Batum van de stoom
boot „Konstantin", er twee te Poli zijn aangeko
men en twee naar de „Konstantin" zijn terugge
keerd, welke boot zonder verlies te Sebastopol
binnenviel. De stoomboot „Argonaut", die was
ontslagen van het kruisen tusschen Odessa en
Oszakoff, stiet bij de Sulina-monding op vier ge
pantserde Turksche oorlogschepen, die haar ver
volgden. De „Argonaut" was wederom vroeg te
Oszakoff binnengeloopen.
Turkije.
Uit Konstantinopel wordt van 15 dezer gemeld
Het Turksche eskader bombardeert de versterkte
Russische haven Suchum-Kaleh in Kaukasië. De
Turken gingen aan wal, versloegen de Russen en
bleven meester van de positie. De bevolking van
den omtrek sloot zich bij de Turken aan. De Russen