Mr. G. Wttewaal heeft in de heden gehou den zitting van den hoogen raad den eed als ad vocaat bij het' hoogste rechtscollege afgelegd. In de zitting der Tweede Kamer van Woens dag zeide de heer Wintgens dat hij diep betreurde den rampzaligen oorlog in Atjeh, die het fanatisme niet had doen verminderen, en ook dat zij, op wie de verantwoordelijkheid van dien oorlog rustte, het minst den treurigen toestand schijnen te be seffen. De heer Van Naamen achtte het tijdstip voor verandering van het tegenwoordig stelsel van onderwijs aan de kon. militaire academie nog niet gekomen. De heer De Roo beantwoordde de rede van den minister van oorlog en betoogde dat door de amendementen der commissie van rappor teurs eene opbouwende critiek ten volle was ge voerd, maar dat voor de afbrekende oppositie niets overbleef, na de wijze van verdediging door den minister van oorlog. De heer Pranssen van de Putte maakte zijne stem voor de wet afhankelijk van de amendementen, maar krachtig kwam hij op tegen den persoonlijken uitval van den heer Wintgens, dien hij niet verstandig en vaderlands lievend achtte. Op de repliek van den heer Wint gens, waarom de heer Pranssen van de Putte zich niet verdedigd had over den oorlog in Atjeh in het openbaar, hervatte deze, dat hij dat in comité- generaal had gedaan, maar de heer Wintgens juist nagelaten bad, na het comité, in 't openbaar hem toen aan te vallen. Hij noemde het niet kloek en niet Nederlandsch, dat de heer Wintgens be weerde hem persoonlijk in zijne eerste rede niet genoemd te hebben en er niet voor uit te zijn gekomen, dat de heer Van de Putte de verant woordelijkheid van den Atjeh-oorlog als minister op zich had genomen. Onder de benoemingen bij de arrond.-recht bank te Leeuwarden komen voor die van jhr. mr. C. J. Speelman, thans rechter, tot vice-pre sident, en vau mr. R. D. Baart de Paille, thans subst.-officier bij de arroud.-rechtbank te Heeren veen, tot rechter. Op een dier benoemingen zal echter moeten worden teruggekomen, daar laatst- gemelde de schoonzoon is van den eerstgenoemde en art. 10 der wet op de rechterlijke organisatie o. a. verbiedt, dat de bloedverwanten of aanverwan ten tot den derden graad ingesloten te zamen zitting hebben in dezelfde rechtbank. Gelijk ge val doet zich voor bij de benoemingen voor de rechtbank te Rotterdam. Een der nieuwbenoemde substituut-officiers, mr. G. A. Van Hamel, is schoon zoon van een der nieuwbenoemde rechters-plaats- vervanger, mr. W. H. 's Jacob. Tot directeur der hoogere burgerschool in Den Haag is door B. en Ws. aan den gemeente raad aanbevolen Dr. J. D. Van der Waals, leeraar in de natuurkunde. Het provinciaal kerkbestuur van Groningen heeft, bij eindbeschikking, het vonnis, ten vorigen jare uitgesproken tegen dr. Hooykaas Herderschee, pred. te Nijmegen, waarbij hij voor den tijd van 6 weken geschorst was in zijne bediening, vernie tigd en hem niet schuldig verklaard aan vergrijp tegen de kerkelijke reglementen. Z. M. heeft machtiging verleend om bij de corpsen van het leger een gewijzigd voorschrift op het tirailleeren in te voeren. Aan de Tweede Kamer is ter kwijtschelding voorgedragen de som van f 17,404, zijnde het bedrag dat een Chinees, kassier van den alge- meenen ontvanger te Batavia, in de maand Juni 1872 van de hem als zoodanig toevertrouwde gelden heeft ontvreemd. Vermits gebleken is dat de diefstal door den Chinees met zoo groote be hendigheid is gepleegd, dat de verantwoordelijke ambtenaar bezwaarlijk van nalatigheid of achteloos heid kan worden beschuldigd, acht de minister van koloniën de kwijtschelding uit het oogpunt van billijkheid wenschelijk. De 1ste luit. J. S. Van Agthoven, van het 4de reg. inf. alhier, wordt tegen 1 Juni bij de pupiillenschool te Nieuwersluis overgeplaatst en in verband daarmede bij den staf der infanterie. Z. M. heeft den 2den luit. P. L. A. Collard, van het 6de reg. inf., in rang en ancienneteit overgeplaatst bij de inf. in Ned.-Indië; aan den off.-van-gez. op nonact. J. J. II. Van Pranken- huysen, op zijn verzoek, eervol ontslag uit den milit. dienst verleend. GemengdNieuws. Woensdag-namiddag heeft zich in Den Haag zekere W. B. in zijn kosthuis in de Lage Nieuwstraat door ophanging van het leven beroofd. Een oud affuit of zoogenaamd rol paard, dat langen tijd, volgens deskundigen wel twee eeuwen, in het water moet hebben gelegen, is door een Scheveningschen visscher uit zee opge- vischt en te Scheveningen aangebracht. In den nacht van Woensdag op Don derdag is een rijtuig, uit Haarlem komende, waarin vijf personen die van eene bruiloft terug keerden, vermoedelijk door valsch licht misleid, nabij Venneperdorp in de vaart te water geraakt. De geheele familie, bestaande uit vader, moeder en kinderen, is daarbij omgekomen. De „Prov. Gron. Ct." heeft een brief uit Leeuwarden ontvangen, waaraan het vol gende ontleend is, dat betrekking heeft op Jut: „Zooals ge weet, bevindt Jut zich hier in het tuchthuis en was de heer A. P. Beukman, tijdens den moord commissaris van politie te 's-Graven- hage, tot voor eenigen tijd adjunct-commandant in dat huis. Even vóór diens vertrek verzocht Jut hem te spreken en deelde hem, in tegenwoordig heid van een hoofdbewaarder, mede, dat hij me deplichtigen in de zaak had gehad en wel De Jong, Behagel en Verlint, dezelfde drie personen dus, die geruimen tijd verdacht werden den moord te hebben gepleegd. Oogenblikkelijk werd Jut voor den commandant gebracht en in diens tegenwoor digheid een procesverbaal van de bekentenis opge maakt, dat zich op dit oogenblik in handen der justitie in den Haag bevindt. Ongeveer eene maand vroeger moet Jut hetzelfde reeds aan den dominee hebben bekend, die, zooals ik verneem, gemeend heeft het stilzwijgen over deze zaak te moeten bewaren. Ik behoef u zeker niet te schrijven, dat ik voor de waarheid van het feit, dat Jut bovengenoemde personen als zijne medeplichtigen heeft aangewe zen, insta. Overtuigd van de volkomen ver trouwbaarheid onzer bron, voegt genoemd blad hierbij, deelen wij 't bovenstaande mede. De vraag is evenwelIs de bekentenis van Jut waar Hoe men hierover moge denken, zooveel schijnt ons zeker, dat die bekentenis opnieuw een ernstig onderzoek vanwege de justitie ten gevolge moet hebben, vooral ook omdat er na de veroordeeling van Jut en diens vrouw nog altijd zooveel duis ters in de geheele geschiedenis overbleef. Mocht die bekentenis waar zijn en Jut werkelijk De Jong, Behagel en Verlint tot medeplichtigen hebben ge had, dan zullen sommige personen, wier naam vroeger min of meer gecompromitteerd werd door hunne handelingen in deze zaak, op schitterende wijze gerechtvaardigd zijn. Na een brand, die Zondag-nacht te Nieuw-Beerta twee boerenplaatsen vernielde, zijn door het omvallen der muren des anderen daags vier landbouwersknechten (van 15 tot 17 jaren) getroffen, en wel zoo, dat twee dadelijk gedood werden en één in bedenkelijken toestand verkeert. Rechtzaken, De procureur-generaal bij den hoogen raad heeft heden zijne conclusie voorgedragen omtrent de vordering van Mr. Van Royen, curator van Mr. J. J. Van Angelbeek, tegen den Staat der Neder landen en den heer G. H. Crone te Amsterdam. De ambtenaar van het O. M. achtte de vordering tegen den Staat niet ontvankelijk en dientengevolge de actie tegen den heer C. vervallen, op grond dat de Staat niet geacht kan worden de schuldenaar van den heer v. A. te zijn. Wat de quaestie der cessie betreft was Mr. Römer van oordeel, dat de bewering van nietigheid der cessie niet als juist kon worden aangemerkt, omdat de heer v. A. op het oogenblik dat hij de gelden cedeerde, nog de vrije beschikking over zijne goederen bezat. Het kwam hem voor, dat de eischer ten onrechte op grond der gelegde arresten de nietigverklaring der cessie had gevraagd. De conclusie strekte daartoe, dat den Staat zal worden acte verleend zijner bereidverklaring tot betaling en overigens tot nietontvankelijkverklaring van den eischer in zijne vordering. Uitspraak 22 Juni. BUITENLAND. Oostenr.- Hong. Monarchie. In de zitting der Kamer zeide Koloman Tisza Woensdag betreffende de scheepvaart op den Donau, dat de neutraliteit der rivier nergens uitgesproken is, doch dat alleen het beginsel van vrije scheep vaart op den Donau in toepassing is gebracht, zoodat eene directe inmenging der neutrale mo gendheden in de volkenrechtelijk zeker zeer ge oorloofde maatregelen der oorlogvoerende partijen niet gerechtvaardigd zou zijn. Daar de regeering echter zich hare taak bewust was om er naar te streven, dat de stremming der scheepvaart, zoo wat tijd als wat afstand betreft, niet verder uitge breid worde dan strikt noodzakelijk is, heeft de gemeenschappelijke minister van buitenlandsche zaken in die richting stappen gedaan te St.-Peters- burg en te Konstantinopel, waarop hij een gerust stellend antwoord tegemoetziet. Rusland. Een telegram uit St.-Petersburg meldt: Het beweren van Oostenrijksche bladen is onjuist, als zou Rusland wenschen, dat Servië aan den oor log deelnam en maatregelen nemen om dat te bevorderen. Rusland vermijdt integendeel al wat Servië bij den oorlog zou kunnen betrekken. Rus- lands verstandhouding met Oostenrijk laat niets te wenschen over. De „Invalide" bericht, dat de oorlogsver klaring eenige geestdrijvers genoopt heeft om de Circassiërs in Rusland tot opstand aan te zetten, ten gevolge waarvan zich een bende van 500 in- surgenten vormde. Eene afdeeling troepen joeg die bende uiteen, waarbij 99 insurgenten sneuvelden en 250 gekwetst werden. Yan de troepen sneu velden drie man en werden elf gewond. De pro vincie Teresk is in staat van beleg verklaard. De „Pol. Corr." verneemt uit Galatz Dins dag-namiddag openden twee Turksche monitors, ondersteund door de strandbatterijen te Ghiacet, een hevig vuur tegen de Russische batterijen te Braïla, die krachtig antwoordden. Na drie uren strijdens stoomden de monitors stoomopwaartsde stad Braïla heeft niet geleden. Den geheelen nacht heerschte in het Russische kamp groote beweging, die verwachten deed, dat de Russen spoedig op hunne beurt aanvallers zouden worden. De Russi sche batterijen heropenden het vuur tegen Ghia cet dan ook Woensdag bij het aanbreken van den dag. Te 9 uren hoorde men een sterk geweer vuur. Alles doet vermoeden, dat de Russen op het punt zijn, den overtocht over den Donau te forceeren. De Petersburgsche „Wjedomosti" zegt dat bij de militaire intendance te Kischeneff eene verduistering van proviand op groote schaal is ontdekt. De grootvorst-opperbevelhebber eischte een streng onderzoek en 't gevolg was dat een zeer hooggeplaatst ambtenaar der militaire inten dance, krachtens vonnis van een krijgsraad, dood geschoten werd, terwijl reeds zes zijner onderge schikten gearresteerd werden. Het sedert eenige dagen gestaakte goederen vervoer over Brody naar Rusland is hervat. Particuliere berichten uit Alexandropel van 7 dezer melden, dat een deel der cavalerie van de Russische hoofdmacht den 5den verkenningen op groote schaal deed. Generaal Tergukasoff naderde Diadir. Van Osurgethi wordt van 7 dezer gemeld Gisteren ondernamen troepen der Rion-afdeeling eene fourrageering bij Tscharuksude Turken bleven in hunne posities achter de rivier Rintrischi en stoorden de fourrageering niet. De Turksche monitors blijven langs de kust kruisen en schieten nu en dan naar den wal. Rumenië. Opnieuw heeft een levendig artillerie-vuur tus- schen de Turken te Widdin en de Rumeniërs te Kalafat plaats gehad. Eerst bij 't invallen van den nacht werd het vuur gestaakt. De kazerne en het gebouw van in-, uit-en doorvoer te Kalafat werden vernield en de kerk beschadigd. Te Wid din werden gebouwen in brand geschoten. Van 't aftreden van den minister van buiten landsche zaken is geen sprake meer. De openbare meening verklaart zich steeds meer voor deel neming aan den oorlog en voor de onafhankelijk heids-verklaring. Dinsdag-avond hebben de Turken van Isakt- scha uit het klooster, dat de Russen ter herinnering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2