N°. 5288.
Zaterdag
A0. 1877.
12 Mei.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
EIGEN HULP.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
AWonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.1
Grootere letters naar plaatsruimte.
Veel is er in de laatste jaren verricht tot ver
betering van het lot van den ambachtsman, meer
nog beproefd, zooveel zelfs, dat men niet zelden
eindigde met illusies op te wekken, die niet te
bevredigen waren. Dat laatste was verkeerd, en
bovendien beging men daarbij nog een andere,
niet minder grove fout: men was eenzijdig.
Terwijl men toch voor de leden van den zoo-
genaamden werkenden stand de gelegenheid opende
om tot welvaart te geraken een werk, dat wij
ten zeerste toejuichen en als hoedanig wij o. a.
de coöperatie-wet met vreugde hebben begroet
terwijl men dat deed, vergat men een anderen
„werkenden stand", dien van hen, die in hun
onderhoud voorzien met werken des geesles, die
bij voorkeur met het hoofd arbeiden in tegenstelling
van den ambachtsman, die zich meer uitsluitend
van zijne handen bedient.
Dat was wij zeiden het reeds eenzijdig,
en dat te meer, dewijl de groote schare van hen,
die tot deze rubriek in de maatschappij behooren,
vooral niet minder dan de ambachtsman behoefte
hadden aan verbetering van hun maatschappelijken
toestand. Beambten van bijzondere ondernemingen
zoowel als openbare ambtenaren, letterkundigen
zoowel als advocaten, godsdienstleeraars zoowel als
geneeskundigen zij allen, de gunstige uitzon
deringen daargelaten, worden dikwijls slecht
bezoldigd, terwijl hun maatschappelijke positie
hen dwingt om wat men noemt hun „stand op te
houden."
De treurige gevolgen van een zoo onnatuurlijken
toestand bleken maar al te dikwijls bij ziekte of
overlijden, bij onvoorzienen tegenspoed enz. Dan
toch zag men zich genoopt, de toevlucht te ne
men tot de hulp van vreemden en rekende zich
veelal gelukkig, als men die, met terzijdestelling
niet zelden van eergevoel of stoffelijke belangen,
mocht verwerven.
Eigen hulp zij schoot in dergelijke gevallen
gewoonlijk tekort, omdat men verzuimd had bij
tijds voorzorgsmaatregelen ie nemen. Dat kan, ja
wij mogen bijna zeggen zal thans anders worden.
Zelden toch werd in Nederland aan een plan terstond
zoo algemeene bijval geschonken als aan dat van
de heeren Kuyper c. s. om in navolging van de
Oostenrijksche Beambtenvereeniging ook hier te
lande een inrichting in het leven te roepen om
verbetering te brengen in het lot van allen, die
behooren tot de klasse van medeburgers, welke
wij boven omschreven. Uit alle oorden des lands
komen bewijzen van adhaesie in aan de op te
richten vereeniging, die aanvankelijk reeds de zoo
juiste benaming van „Eigen hulp" heeft aange
nomen. Werd te Utrecht een vergadering van
spoorwegbeambten, te Delfshaven een meeting
gehouden om het plan te bespreken, in ruim
honderd gemeenten en daaronder de grootste
steden uit ons land, heeft zich reeds een grooter
of kleiner aantal deelnemers aangemeld die,
en dat vooral achten wij een gunstig teeken,
juist behooren tot de rubriek dergenen, in wier
belang de vereeniging wordt opgericht.
Zoo juist zal men tot een gezonden toestand
komen, en in het toetreden der ware belangheb
benden zien wij een hechten waarborg voor den
voortdurenden bloei der op te richten vereeniging.
Vooral ook daarom is dat een zoo verblijdend tee
ken, dewijl wij bij ons te lande maar al te dik
wijls het tegendeel zien. Wie om slechts dit
eene voorbeeld te noemen maken gebruik van
de ambachtsscholen De zoons van den werkman
vindt men er slechts bij uitzondering, en toch
voor hen werden die instellingen in het leven
geroepen.
Niet alzoo zou het mogen zijn met „Eigen
hulp", een instelling, die in het leven wordt ge
roepen voor allen, die van een beperkt inkomen
moeten leven en dus niet voor hen, die een hoo-
ger salaris genieten of wier bijzondere inkomsten
hun een meer onafhankelijke positie verschaffen.
Toch zullen ook de laatsten wèl doen door tot
de vereeniging toe te treden, al zijn zij geen
onmiddellijk belanghebbenden. Door hun invloed
en moreelen steun zullen zij krachtig kunnen bij
dragen tot bereiking van het beoogde doel. En
bovendien, zij zijn in allen gevalle indirect be
langhebbenden. Of zien wij niet dagelijks uit
dagbladen of op andere wijze, dat bij sterfgevallen
of andere wederwaardigheden, waarvan lotsvermin-
dering het gevolg is, door hen, die dientengevolge
in benarde omstandigheden verkeeren, een beroep
wordt gedaan op de meer aanzienlijken?
Kan voor die hulp van vreemden eigen hulp
in de plaats komen, men zal ook uit een moreel
oogpunt een goede schrede voorwaarts hebben ge
daan op den weg van vooruitgang. Immers het
gevoel van eigenwaarde zal er door verhoogd, de
onafhankelijkheid van karakter er door bevorderd
worden.
Moge het door ruime deelneming der belang
hebbenden ook in de stad onzer inwoning blij
ken, dat ook hier prijs wordt gesteld op
„eigen hulp".
LEIDEN, 11 Mei.
De minister van oorlog heeft bepaald dat
de miliciens van de lichting 1874, thans met
onbepaald verlof, in werkelijken dienst zullen wor
den opgeroepen van het begin der maand Augustus
tot September e. k.
Bij kon. besluit is, op voordracht van den
minister van binnenlandsche zaken, bepaald, dat
de medaille, welke krachtens vroegere besluiten
wordt toegekend aan hen, die aan Z. M. eenig
boek- of kunstwerk, dat de vrucht is van hun
arbeid, doen toekomen, of die eene menschlievende
daad ten uitvoer hebben gebracht, welke kenmerken
draagt van moed, beleid en zelfopoffering, als een
blijk van erkentelijkheid en goedkeuring zal kunnen
worden toegekend aan diegenen, die door het
aanbieden van belangrijke geschenken of op eenige
andere wijze zich verdienstelijk hebben gemaakt
ten opzichte van de verschillende wetenschappelijke
en kunstverzamelingen des rijks.
In het hoofdkisdistrict Leiderdorp zijn her
kozen tot leden van de prov. staten de heeren
mr. C. W. Hubrecht en jhr. mr. H. A. Steen
gracht van Duivenvoordein het hoofdkiesdistrict
Alphen de heeren: mr. C. Van der Vlies en J.
Van der Breggen Az.
Bij de nieuwe wet op het hooger onderwijs,
die 1 October in werking treedt, omvat het can-
didaats-examen in de rechtswetenschap: de ency
clopaedic der rechtswetenschap, de geschiedenis en
grondbeginselen van het Romeinsche recht, de
grondbeginselen der staathuishoudkunde; het doc
toraal examen: het Nederlandsch burgerlijk recht
en de hoofdbeginselen van de Nederlandsche bur
gerlijke rechtsvordering, het handelsrecht, het straf
recht en de hoofdbeginselen van de Nederlandsche
strafvordering, het Nederlandsche staatsrecht. Voor
staatswetenschap is het candidaats-examen hetzelfde
als dat voor de rechtswetenschap; het doctoraal
examen omvathet staatsrecht, het volkenrecht, de
staatsinstellingen van Nederland en zijne koloniën
en overzeesche bezittingen, de hoofdbeginselen van
het Nederlandsch burgerlijk-, handels- en strafrecht,
da staathuishoudkunde, de theorie der statistiek.
De dienstregeling op de lijnen van de Hol-
landsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij is versche
nen en verdient de aandacht van het reizend publiek.
Op den Ooster-Spoorweg is het aantal treinen
weder vermeerderd en zullen dezen zomer twaalf
treinen van Amsterdam vertrekken, waarvan acht
naar Baarn en Amersfoort doorgaan. Groot is de
verandering van de treinenregeling tusschen Am
sterdam en Rotterdam. Niet minder dan twaalf
treinen in iedere richting zullen die beide handels
steden verbinden. Door de nieuwe aansluiting te
Rotterdam aan den Staatsspoorweg gaat de oudste
spoorweg van ons land eene nieuwe toekomst
tegemoet, daar nu de kortste en goedkoopste route
van Amsterdam en Den Haag naar Zeeland, België
en Frankrijk niet meer over Rijn- of Ooster
spoorweg, maar over den Hollandschen Spoorweg
loopt. Drie exprestreinen in iedere richting bevor
deren eene snelle reis naar en van Antwerpen,
Brussel en Parijs, terwijl ten gerieve der reizigers
's morgens in den exprestrein een rijtuig 1ste
klasse voor Parijs aanwezig is en rijtuigen 1ste
en 2de klasse voor Brussel. Ook in den trein die
te 3 u. 5 m. van Amsterdam vertrekt, vindt men
doorgaande rijtuigen naar Brussel, terwijl in om
gekeerde richting doorgaande rijtuigen gevonden
worden in de treinen die te 1 u. 43 m. en 8 u. 38 m.
's avonds te Amsterdam aankomen.
Hoewel nog biljetten over Hilversum en Breu-
kelen naar België worden uitgegeven, zoo zal toch
immer de Utrechtsche route een secondair karakter
verkrijgen. Door vervroeging van den eersten trein
uit Den Helder, is gelegenheid gegeven op den
exprestrein naar Brussel en Parijs aan te sluiten,
welke gelegenheid, in omgekeerde richting, ook
met den laatsten trein naar Den Helder bestaat.
Men kan dus in één dag (15 uren) van Den Helder
naar Parijs rijden en omgekeerd.
Tusschen Amsterdam en Haarlem loopen in
iedere richting achttien treinen en tusschen Den
Haag en Rotterdam zestien. De exprestrein te
4 u. 50 m. stopt te Vogelenzang en Veenenburg
voor de aldaar vertoevende Amsterdammers en
tusschen Den Haag en Delft loopt een bijzonder
treintje om de communicatie tusschen de beide
steden te vergemakkelijken.
Voor de Engelsche taal zijn Woensdag in
Den Haag 9 candidaten geëxamineerd; 3 werden
afgewezentoegelaten mej.J. M. Egeling, J. M.
Giese, G. J. Ph. Medenbach, J. Muns, S. P.
Stutterheim en P. C. Lindo, allen uit Den Haag.
De voorjaars-examens voor het lager onderwijs
in deze provincie zijn thans afgeloopen. 520 can
didaten hadden zich aangemeld. De uitslag was:
Hoofdonderwijzers toegelaten 14, afgewezen 40;
hoofdonderwijzeressen t. 7, a. 5; hulponderwijzers
t. 31, a. 37; hulponderwijzeressen t. 26, a. 17;
Eransch: onderwijzers t. 20, a. 30; onderwijze
ressen t. 24, a. 11; Engelschonderwijzers t. 7,
a. 11; onderwijzeressen t. 16, a. 9 Iloogduitsch
ouderwijzers t. 3, a. 9onderwijzeressen t. 8, a.
6; wiskunde: onderwijzers t. 15, a. 17teekenen
t. 3, a. 5; handwerken t. 62, a. 17; landbouw
kunde a. 1 cand.gymnastiekonderwijzers t. 10,
a. 2. Het aantal toegelaten candidaten bedraagt
derhalve 246, dat der afgewezenen 217.
Door de commissie voor het geneeskundig
staatsexamen zijn tot arts bevorderd de heeren
J. Ilaga en M. Charlouis, milit. studenten, en is het
getuigschrift voor het eerste gedeelte uitgereikt
aan den heer L. Vermande, med. doctorandus.