Woensdag
25 April.
N°. 5274.
A°. 1877.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.171-
Groolere letters naar plaatsruimte.
LEIDEN, 24 April.
Tot bewaarder van de hypotheken, bet kadaster
en de scheepsbewijzen alhier is benoemd de beer
A. Van Eek, thans te Hoorn.
De commissie voor het eindexamen der
leerlingen van de boogere burgerscholen in Zuid-
Holland, welk examen zal worden gehouden te
Dordrecht-, bestaat uit de heeren: dr. J. C. Van
Deventer, voorz.ledendr. W. E. Koppeschaar,
dr. E. J. G. Everts, C. Schepp, P. L. Cocheret.
C. Van Tiel, dr. A. Van Oven, H. L. De Vries,
dr. T. Knottenbelt, dr. H. J. Kink, dr. C. A.
Scheltema, mr. P. A. Tukker en P. A. R. Beekman.
Voor de akte in de gymnastiek werden
gisteren in Den Haag geëxamineerd 6 candidaten;
1 werd afgewezentoegelaten de heerenG. W.
C. De Haas, P. J. Jochems, H. R. Van Tuil,
W. L. Vogelsang en J. E. Wassenaar, allen uit
Den Haag. Voor de landbouwkunde werd de eenige
candidaat afgewezen. Onder hen, die voor 't Hoog-
duitsch geslaagd zijn, is gisteren genoemd de heer
H. C. Brouwer uit Rotterdam. Dit is onjuist; de
geslaagde is de heer Jan Brouwer uit Schiedam.
Tot hoofdonderwijzer te De Wijk is beuoemd
de heer H. Jonker, hoofdonderwijzer te Noordwijk-
aan-zee.
N°. 4 der „Stemmen over staatkundige en
maatschappelijke vraagstukken" bevat „Zondags
viering" door Aart Admiraal, en eene rubriek Varia,
waaraan de redactie ook de medewerking van
anderen gaarne inroept.
Tot chirurgiae doctoren zijn te Groningen
bevorderd de heeren dr. B. Slingenberg, te Beerta,
en dr. A. W. Tresling, te Nieuweschans.
Van het 3de reg. inf. te Bergen-op-Zoom
hebben met gunstig gevolg in Den Haag het eind
examen afgelegd tot verkrijging van den rang van
2den luitenant: serg.-majoor Beugel en sergeant
Augustijn voor het leger in Ned.-Indië, en serg.
Driessen voor het leger hier te lande.
Naar men verneemt heeft Z. M. de koning
mej. Johanna Verhulst, als een bewijs van hooge
tevredenheid over haar afgeloopen studiën, benoemd
tot hofpianiste en haar daarbij het onderscheidings-
teeken der pensionaires, met diamanten omzet,
vereerd.
Uit particuliere berichten verneemt men dat
mr. W. Stortenbeker Jr., eerste secretaris van het
gouvernement te Batavia, is benoemd tot directeur
van eeredienst, onderwijs en nijverheid.
De verkiezing van een lid der prov. staten
van Zuid-Holland in het hoofdkiesdistrict Gouda,
ter vervulling der vacature ontstaan door het
overlijden van den heer J. Drooglever Eortuyn,
die in het jaar 1880 als zoodanig zou hebben
moeten aftreden, zal plaats hebben op Dinsdag
den 8sten Mei en de herstemming, zoo die noodig
mocht zijn, den 22sten Mei.
De commissie, belast met het afnemen van
het eind-examen van de cadets der K. M. A., is
samengesteld uit: president, generaal-majoor Weit-
zel; leden: T. J. Pfeiffer, kolonel-comm. van het
5de reg. inf.; G. Kuyper Hz., kolonel-comm. van
het 6de genie-commandement; K. A. Weinmer,
kol.-comm. van het 3de reg. vest.-art.G. L.
Hermsen, kol.-comm. van het 1ste reg. huz.dr.
C. H. C. Grinwis, hoogleeraar te Utrecht, en
dr. J. J. de Hollander, hoogleeraar aan de K. M A.
secretaris de 1ste luit. Plantenga, verbonden aan
genoemde inrichting. Het examen zal aanvangen
28 Mei én eindigen 14 Juni.
Wegens staking van den dienst der Rus
sische pakketbooten tusschen Odessa en Konstan-
tinopel is de gelegenheid tot verzending van brie
ven en verdere stukken voor Konstantinopel over
Odessa opgeheven. Voor de verzending der brieven
enz. voor Konstantinopel, door tusschenkomst van
de Duitsche administratie, kan alzoo alléén ge
bruik worden gemaakt van den weg over Lemberg,
Bucharest en Varna of van dien over Budapest,
Basiasch en Varna.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der re
gistratie en domeinen te Haarlem, den heer mr.
B. H. Upmeyer, thans inspecteur bij dezelfde
middelen 2de klasse.
Z. M. heeft benoemd tot ridder in de orde
van deu Nederlandschen Leeuw de heeren O. baron
Van Wassenaer van Catwijck, lid van de Tweede
Kamer, te 's-Gravenhagejhr. mr. H. Hoeufft
van Velsen, lid van de Staten van Noord-Holland,
te Amsterdam; dr. N. W. P. Rauwenholf, hoog
leeraar te Utrecht, en H. Groenewtgen, te Amster
dam; leden van het hoofdbestuur der internatio
nale tuinbouwtentoonstelling te Amsterdam.
GemengdNieuws.
Men meldt ons heden uit Voorscho
ten: Op het buiten van prins Frederik, het huis
»Ter Horst" had gisteren een treurig ongeluk
plaats. Drie arbeiders waren bezig een boom te
vellen. Een van hen wilde met een bijl den boom
wat meer losmaken, hij sloeg echter den boom
mis en raakte zijn kameraad in de zijde. Ofschoon
de wond, naar men zegt, doodelijk is, leeft de
man nog.
Omtrent de drukte bij de internati-
onale tuinbouwtentoonstelling te Amsterdam schrijft
men aan de „Amersf. Ct." o. aVan den ochtend
tot den avond wemelen de straten van menschen,
in de koffiehuizen is echter geen plaats te krijgen
en de logementen o, die zijn al dagen lang
stampvol, zoodat velen zich gelukkig rekenen als
zij er na veel moeite in slagen om er een
kermisbed te veroveren in een gang of corridor.
Een groot aantal particulieren herbergen insgelijks
vreemdelingen en hoewel sommigen daarvoor niet
minder dan 10 per nacht rekenen, toch komen
ook zij nog plaats te kort. Onder hen, die zich
tamelijk moeten behelpen wat hun logies aangaat,
behoort ook een der congresleden, prof. dr. Phi
lippe Phoebes uit Giessen, een in de geleerde
wereld hoog aangeschreven man. De vorige week
kwam hij hier aan en liet zich door een kruier
naar het Amstelhotel brengen. Daar was echter
alles bezet en werd hij afgewezenhij liep toen
nog eenig andere hotels af, doch nergens kon hij
met mogelijkheid onderkomen. „Maar weet je dan
geen kamer voor me te vinden?" vroeg de pro
fessor aan den man, die zijn valies droeg. „Ik
kan toch niet onder den blooten hemel blijven
„Ja, ziet u, mijnheer," was het antwoord, „alles
is vol; en die een kamer heeft is hem al kwijt
ook, maarDe man hield hier even op, be
dacht zich een oogenblik en vervolgde toen„Maar
mijnheer behoeft toch niet op straat te blijven;
als mijnheer zich maar een beetje behelpen wil,
dan zou mijnheer wel bij mij kunnen logeeren,
wij hebben toch een kamertje, dat wij haast niet
gebruiken." De professor, die al blij was dat
hij onder dak kon komen, nam het aanbod gretig
aan, en zoo is een der beroemdste mannen van de
wetenschap gehuisvest in een achterbuurt bij een
kruier. Natuurlijk werd deze zaak spoedig rucht
baar en kwam ze ter oore van de tentoonstellings
commissie. Onmiddellijk begaf zich toen een der
leden naar prof. Phoebes met de uitnoodigiug om
bij hem zijn intrek te nemen, tevens ten bewijze dat
de van ouds bekende Hollandsche gastvrijheid nog
volstrekt geen ijdele klank geworden is. Doch alle
pogingen om den Duitscher tot verhuizen te be
wegen waren vruchteloos. Hij gevoelde zich bij
zijn nederigen hospes zóó tehuis en zóó op zijn
gemak, dat hij van geen verandering van logies
wilde weten; hij vertelde zelfs, dat hij met genot
al eens had deelgenomen aan den disch met de
kruiersfamilie. Aardappelen, zooals men begrijpt
de hoofdschotel op het „diner", beweerde hij nog
nooit zoo lekker als daar te hebben gegeten,
en hij kan geen woorden vinden om de Holland
sche zindelijkheid in het algemeen en die van
zijn hospita in het bijzonder naar eisch te roemen.
Voor een paar dagen geleden riep hij in vervoe
ring uit tot iemand, die hem in zijn „hotel" een
bezoek kwam brengen: „Ach, lieber Herr! zeigen
Sie mir doch einmal ein wenig Staub hier? Ich
habe noch gar nichts davon gesehen." (Wijs mij
toch wat stof; dat heb ik nog in 't geheel niet
gezien.)
Te Groningen zijn onlangs twee sterf-
gevallen door misbruik van sterken drank plotse
ling voorgevallen. Het eene betrof eene vrouw,
die door haar man was verlaten. Na haar dood
vond men op haar bed behalve een jeneverflesch
ook een spaarbankboekje van ƒ1000. Het andere
geval betrof een conducteur van den staatsspoor
weg, die op straat ineenzakte. Deze persoon was
kort geleden in zijne betrekking geschorst wegens
dronkenschap.
Ten westen van het dorp Heerlen
heeft men bij het graven van fondamenten vele
schatten voor de oudheidkunde gevonden, bestaande
uit eene urne, honderd stuks aarden potjes en
schoteltjes tot het keukengerief behoorende, een
ijzeren spies, de spits van een pijl, verschillende
scherven van voorstellingen uit de jacht, groen
glas van flesschen, eene menigte steenen en scher
ven, alles van den Romeinschen tijd afkomstig.
Daaronder bevinden zich ook vijf muntstukken,
waarvan een Nero, een Trajaan en twee anderen
halfbronzen, maar zeer vergaan; een klein geld
stuk was eveneens zeer versletenvoorts een kleine
handmolen van 45 cM. in diameter, welke op een
voetstuk stond. De fondamenten van gebouwen
vond men op een meter diepte en vijftien meter
van den chausséeweg; zij zijn van kalkachtigen
mergelsteen van de soort van Kunrade. Het ter
rein waar dergelijke overblijfsels gevonden worden
strekt zich uit aan de beide zijden van den weg
naar Maastricht tot aan de hoeve van Geleen,
welke plaats den naam van Dodeslager draagt en
waar talrijke beenderen gevonden zijn. Vier Ro-
meinsche grafplaatsen, in de buurt gevonden, doen
veronderstellen dat Dodeslager een vrij aanzienlijke
bevolking heeft gehad en uit al het gevondene
mag men aannemen dat hier het oude Coriovallum
teruggevonden is.
Op de laatstelijk door Z. M. den ko-
ning te Amsterdam gehouden audiëntie bekwam
een zeeofficier, die Z. M. bedankte voor de hem
toegekende Militaire Willemsorde, ten antwoord:
„Integendeel, luitenant! het is aan mij om n te
bedanken", - Naar de „M. Ct." vernomen heeft,
is dit geval gebeurd met den uit Middelburg
afkomstigen luit.-ter-zee 2de kl. F. M. A. Mathon,
die, nog niet geheel van een in Atjeh bekomen
wonde aan het been hersteld, zijne opwachting
bij den koning ging maken. Toen hij, op den
arm van een adjudant leunende, in de audiëntie
zaal binnentrad, liet de koning hem dadelijk een
stoel brengen, niettegenstaande de officier verze
kerde dat, ofschoon het gaan hem nog een weinig