Omtrent de ramp in de kerk van St.- Trancis Xavier te Nieuw-York van den 13den Maart, leest men in de „New-York Times" het volgende; Bij eene predikatie van een der paters Jezuïeten was de kerk bijna alleen opge vuld met vrouwen. Ongeveer te 8.30 des avonds, gaf een zenumachtige vrouw op een der galerijen midden onder de preek een luiden gil, die on middellijk door den kreet „brand" gevolgd werd deze laatste kreet was oorzaak van de paniek. Elk poogde zicb van de galerij te redden, op de wen teltrap viel eene vrouw, en voordat de stroom tegengehouden kon worden, waren zeven perso nen zes vrouwen en een kleine jongen dood getrapt. De paniek bepaalde zich bijna uitsluitend tot de galerij waar zij ontstaan was; door de kalme houding van de geestelijken werd onge twijfeld een grooter ramp voorkomen. Pater Eangcake hoorde nauwelijks den kreet en be speurde de gevolgen daarvan, of hij riep uit „Blijft toch zitten, mijn goede menschen, er is geen reden voor ongerustheid." Maar zij die op de galerij waren, luisterden niet naar de waar schuwing. Anderen riepen hem toe, te zeggen waar de brand was. Waarop hij zeide„er is geen brand; ik zal nu den zegen uitspreken en dan zal het orgel gaan spelen." Pater Langcake deed dit met de grootste kalmte, en zij die in 't ruim van de kerk waren en op de andere galerij ble ven rustig en knielden gedurende de ceremonie. Onmiddellijk echter na het uitspreken van dan zegen nam de paniek weer de overhand. Nu evenwel bewaarde de tegenwoordigheid van geest van de orga- niste, miss Leonora Martin, gesteund door een koor van schoolmeisjes, de aanwezigen voor verdere ram pen. Zij volgde den wenk door pater Langcake gege ven op en begon een gezang op 't orgel te spelen, en de jeugdige koorzangsters zongen het van 't begin tot het einde, zonder dat haar stem verraadde hoeveel angst de algemeene verwarring rondom haar veroorzaakte. De muziek werkte kalmeerend en de overigen verlieten de kerk zonder verder ongeluk. Het is een merkwaardig feit dat huiten hen die omgekomen zijn, niemand zich zóó be zeerd heeft dat hij naar 't hospitaal gebracht moest worden. KOLONIËN. BATAYIA, 2*1 Bebruari. De kapiteins Hagers en Van der Gevel, be trokken bij de aanvaring van het stoomschip „Willem Kroonprins der Nederlanden", die we gens onwilligen manslag voor den raad van justitie alhier hebben terechtgestaan, zijn vrijgesproken. Het hoofdmotief van het vonnis is, dat hier aan dwaling, maar in geen geval aan eene strafbare daad kon gedacht worden. Bijna eiken nacht, zoo schrijft men uit Deli, worden door gewapende Chineezen stroop tochten gehouden bij Inlanders. Nagenoeg altijd gaan die tochten met een moord of een paar moorden gepaard, en zóó brutaal worden zij, dat in den nacht van 6 op 7 dezer gemoord werd en geroofd in een woning, grenzende aan het kampement. Gedurende dienzelfden nacht, ja bijna op 't zelfde uur, werd een der stoutste misdaden gepleegd die hier onder Chineezen nog zijn voor gekomen. De administrateurswoning der onderne ming „Rudolfsburg" werd door een gewapende bende Chineezen afgeloopen; den heer Van Stiehle werden veertien wonden toegebracht, terwijl de moordenaars, zeker als belooning voor hun dapper en edel bedrijf, zich de som van 1000 doll, (in een kistje medegenomen) toekenden. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Benoemd: Tot res. van Pekalongan Y. Gaade; tot ads.-res.: van Joana J. W. Ph. Te Mechelen; van Soekapoera-Kolot W. Greve; van Keboemen J. A. H. Buddingh; van Ambnrawa mr. P. C. Valck; van Deli E. Von Faber; van Koetei W. A. Seitz; van de afd. Bandjermasin en Ommelanden W. Broers; van de afd. Doesou en Dnyaklanden H. G. Maks; tot contr. 1ste kl. bij het binnenl. bestuur op Java en Madoera C. F. Deibert; tot voorz. van de landr. te Demak en Poerwodadi rar. J. M. Brooshooft; tot grifT. bij den landr. te Modjokerto C. C. ff. Leyfeldt; bij den landr. te Kraksaiin G. Kervel; tot subst.-griff. bij den raad van justitie te Padang mr. P. Ingt; tot pred. bij de prot. gemeente te Djokjokarta G. C. Klerk dé Keus; tot id. te Makassar J. J. Crebas; tot hoofdonderwijzer aan de o. 2de 1. s. te Samarang H. Schoemaker; tot hoofdond. aan de o. 1. s. te Banjoemas C. G. Wemmerslagcr; tot hoofdond. aan de o. 1. s. te Poerbolinggo J. J. Cuyle. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den gew. adsp.-controleur G. A. F. J. Oosthont; aan den hulponderwijzer te Blitar D. J. C. Van Batenburg; aan den veearts bij den burgerl. dienst in Ned.-Indic R. G. Koberton en aan den hoofdonderwijzer te Samarang G. Van der Kaaden. Ingetrokken: Op verzoek, het aan J. F. Lammerding, laatstelijk opz. 2de kl. bij den waterst. enz., verleend tweej. verlof naar Nederl. Ontslagen: Eervol, w. ziekte, de resid. der zuider- en oostcrafd. van Borneo G. J. Gersen; de res. van Krawang F. A. Loudon, I. K. D. met behoud van recht op pensioen; de ads.-res. van Joana H. J. v. Swieten; de 2de commies ter algem. seer. mr. J. W. T. Cohen Stnart. Vergunning verleend: Aan den controleur 2de kl. A. L. Van Hasselt, om deel te nemen aan de door het aardrijksk. genootschap te Amsterdam uitgeruste wetensohappel. exped. naar Centraal Sumatra. Ontheven: Eervol, w. vertrek, van de verdere vervulling der betr. van onderw. aan de normaal school te Batavia II. Meyl, onder dankbetuiging. Benoemd: Tot onderw. in de paedagogiek en de schrijfkunst, aan de nor maalschool te Batavia, M. A. Terwen. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned.: wegens 15 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Ind., aan de kapt. der inf. F. A. M. J. baron Van Voorst tot Voorst en A. J. E. Van Dugteren; wegens 12 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Ind. aan de kapt. der inf. J. H. Kievits en L. C. Van Vleuten; wegens 12 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Ind., aan den lsten luit. der inf. J. Speenhoff. Bevorderd: Bij de inf. tot luit.-kol., H. Demmeni; tot majoor, M. T. H. Perelaer, G. L. Van Doornum en G. P. Eyken; tot kapt., T. J. Meis en W. P. Stutterheim. Ontslagen: Eervol, uit Zr. Ms. milit. dienst, w. volbr. diensttijd, met behoud van recht op pens., de luit.-kol. der inf. C. B. II. Van Deutekom. Ingedeeld: Bij den staf der genie te Atjch, de in commissie in de Straits Settle ments verblijvende lste luit. J. G. Kerlcn. Geplaatst: Bij den geueesk. dienst ter Sumatra's Westkust en onderh., de off.- yan-gez. 2de kl. J. H. P. Walraven en C. C. M. Nuntingjbij het hospitaal te Soerabaia de off.-van-gez. 2de kl. J. H.Jacobs; en bij dat te Samarang, de apotheker 3de kl. N. N. Bender. Bij de infanterie: 15de bat., de kapt. W. J. J. Kijnders. Bij de milit. administr.bij het bureau van onder-intend. lste kl. in de 3de milit. afd. op Java, de luit.-kwartierm. W. O. Van der Slnys Veer; bij de intend, te Atjeh, de 2de luit.-kwartierm. J. E. Van Schaik; als kwartierm. van het garn. te Banjoe Biroe, de 2de luit.-kwartierm. R. M. T. A. Kempers, en ab beheerder van het garnizoens-klecdingtn. te Willem I, de 2de luit.-kwar tierm. B. Koster. Bij den geueesk. dienst bij het garniz. te Samarang, de off.-van-gez. lste kl. H. C. J. T. Van Harden- bergh; bij dien te Deli, de off.-van-gez. lste kl. M. J. Van Geelkerken; bij het hospitaal te Batavia, de off.-van-gez. lste kl. W. Van Geer; bij den geneesk. dienst te Atjeh, de off.-van- gez. 2de kl. L. Moskovicz. Bij de infanterie: bij het 2de bat., de lste luit.-adj. R. L. Kcllermann; bij het 3de, de kapt. G. H. L. J. Von Lubtow en de lste luit.-adj. N. II. J. Richclle; bij het 6de, de lste luit. H. F. Meyer en de 2de luit. F. W. Everts; bij het rechter 8ste, de lste luit. J. II. Van Epen, W. E. Van Ingen en W. J. Van Stokkum en de 2de luit. W. F. Lnytjes en J. C. A. Christen; bij het 10de bat., de kapt. A. Backeren de 2de luit. F. P. L. Van Driel; bij het linker 12de (Eli), de lste luit. G. J. Van Hoogenhnyzen; bij het linker 13de, de lste luit. C. II. F. Riesz; bij het 14de, de 2de luit. J. C. Telders; bij het 15de, de lste luit. G. H. Slot; bij het garn.-bat. van Celebes en onderh., de lste luit. J. G. Meyes; bij het garn.-bat. van Groot-Atjeh, de 2de luit. W. J. Wijmans, N. C. G. Masman en F. Tonnet. Departement der Marine. Benoemd: Tot 2den stuurman, D. Buchel, J. Bier en C. Engels; tot machinist-leerling lste kl. P. H. Willemse en W. J. Kuchlin tot machinist-leerling 2de kl. J. W. C. Smit, F. A. F. De Bruen en J. Grondhout. Ver leend: Een tweej. verlof naar Ncd., w. ziekte, aan den gezag hebber 2de kl. bij de gouvernements-marine A. C. Rijcken. Vergunning verleend: Om naar Ned. terug te keeren, w. langd. verblijf in Oost-Indië, aan den luit.-ter-zee lste kl. W. A. Arriëns; w. ziekte, aan den kapt.-ter-zc-e W. B. F. Escher, aan den luit.-ter-zee 2de kl. D. J. Boom, aan den off. van adm. 2de kl. W. F. Margadant en aan den adelborst lste kl. K. F. Steinmetz. BUITENLAND. Rusland. Een lid der redactie van de Weener „Presse" heeft generaal Ignatieff „geïnterviewd" en meldt van zijn onderhoud het volgende: IgnatiefI' verklaarde dat hij in last had aan de Kabinetten de vraag voor te leggen, of de Oostersche quaestie eene Europeesche of eene uitsluitend Russische aangelegenheid zou zijn. Te Londen vond hij niet die opvatting der quaestie, waardoor het behoud des vredes bevorderd werd; Rusland volgde geenszins eene veroveringspolitiek, maar moest aan zijn eisch tot het verkrijgen van doel treffende waarborgen vasthouden. Aangenomen zelfs dat Rusland inderdaad een veroveringsoorlog wilde voeren, dan nog was zeker eene politiek van ont houding niet het middel om mogelijke verove ringen van Rusland te voorkomen. Ook ten aan zien van het driekeizersverbond had hij in last aan Rusland klaarheid in den politieken toestand te verschaffen; tot dusverre zocht dit verbond slechts in negatieven vorm zijn doel te bereiken, en toch heeft 't nu reeds aanspraak op de ver dienste, dat het in alle voorkomende gevallen den Europeeschen oorlog verhinderde. Rusland kon op den duur de lasten der mobilisatie niet dragen, en ook de jongste gebeurtenissen in Turkije maak ten eene beslissing dringend noodzakelijk. Midhat Pacha, zeide Ignatieff, was een blagueur; sedert zijn val meenden de Mahomedanen dat zij konden doen wat zij wilden. Ook de belangen der Oosten- rijksch-IIongaarsche monarchie eischten eene spoe dige oplossing der quaestie. Ten aanzien van Engeland liet Ignatieff zich tegenover den redacteur der „Presse" ongeveer aldus uit: Ik richtte, ten einde volkomen helderheid inl den toestand te verkrijgen, ook tot het Engelse! Kabinet de vraag, of de Oostersche quaestie in het vervolg eene Europeesche of eene uitsluitend Russische quaestie moest zijn, doch vond bij de leden der regeering niet het juiste, den vrede bevorderend inzicht in die quaestie. Opnieuw over tuigde ik er mij van, dat Engelands politiek iets zou wenschen te verkrijgen, wat zij eigenlijk in den grond niet wil, namelijk het behoud van den vrede in Europa. De meeste Engelsche staatslieden leven van de hand in den tand, van den eenen dag op den anderen, en slechts weinigen zijn zich de historische belangrijkheid der Oostersche quaestie bewust. Men kent in Engeland niet genoeg de waarde en de macht van een groot denkbeeld, maar alleen de kracht van materieele belangen en toestanden. Te Londen wordt op 't oogenblik niet de politiek van het Engelsche volk of van het land gevolgd, maar men maakt alles van problematieke, parlementaire debatten en van eene twijfelachtige meerderheid van eenige stemmen afhankelijk. Indien 't tot een oorlog komt, dan zou Engeland 't meest schuld hebben aan de ge volgen van dien oorlog. Zuid-A frika. Berichten uit de Transvaal melden, dat onder de boeren aldaar eene beweging gaande is om hun plaatsen te hypothekeeren en geld aan de regee ring te leenen. Reeds is voor 10 a 15,000 p. st. in geschreven. President Burgers herwon zijne po pulariteit; zijne houding en taal wekten den vaderlandschen geest op, die zich krachtig voor het behoud der zelfstandigheid verklaarde. Het cijfer der handteekeningen op de bij den volks raad ingekomen adressen tegen confederatie bedroeg 2326, dat in tegenovergestelden zin slechts 235. Telegrammen. LONDEN, 28 Maart. Een particuliere dépêche uit Berlijn meldt, dat de voorstellen van Rusland in antwoord op de laatste opmerkingen van lord Derby nog altijd niet aan de verwachting omtrent Ruslands concessies beantwoorden. Rusland laat nog steeds de ontwapening afhangen van de voorafgaande voldoening aan zekere voorwaarden en van de tot zekere hoogte volbrachte ontwape ning van Turkije. Rusland staat er op dat deze moest voorafgaan aan zijne demoblisatie, evenzeer als de vrede met Montenegro; bovendien be houdt 't zich voor, de mobilisatie te staken voor 't geval er in Turkije nieuwe troepenbewegingen plaats hebben. De onderkoning van Indië heeft in eene rede te Calcutta verklaard, dat er aan geene agressieve politiek tegen de naburige Staten wordt gedacht en het gouvernement geen enkele reden vindt om van zijne vredelievende politiek af te wijken. BERLIJN, 28 Maart. Ignatieff is te halfdrie alhier aangekomen en heeft onmiddellijk op het bureau van buitenlandsche zaken eene bijeenkomst met den rijkskanselier gehad. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat het bericht in een Weener blad over een „interview" van een journalist met Ignatieff' op de meeste punten onjuist is. LONDEN, 28 Maart. Het stoomschip „Istrian", dat op 31 dezer van Boston naar Liverpool ver trekt, zal 278 koeienimedenemen, als eerste proeve voor grootere bezendingen van dien aard. Het verbod tot invoer van vee is uitgestrekt tot Ne derland en België. WEENEN, 28 Maart. In een telegram uit Ragusa worden de namen opgegeven van vier dorpen in Bosnië, waar vreeselijke gruwelen door Turk- sche soldaten op vrouwen en kinderen zijn gepleegd, niet minder afschuwelijk dan die in Bulgarije verleden jaar. LONDEN, 29 Maart. De „Morning Post" ver neemt, dat het Britsche kabinet gisteren de nieuwe voorstellen van Rusland heeft onderzocht en het besluit heeft genomen om de onderhandelingen voort te zetten. PARIJS. De toiletten van de firma DUBOYS, 31 Rue d'Anjou St.-Honoré, staan bewon- deringswaardig, zonder te passenbovenal zijn dezelven van een buitengewoon billijken prijs; goedkooper dan in de andere magazijnen. Men verzendt de stalen franco en op de toezending van een corsage worden deze prachtige toiletten in faille, of in brocatelle gemaakt. Brnn- DE SPARE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2