LEIDSCÏÏ
DAGrBLAD.
N°. 5213.
Zaterdag
A0. 1877.
17 Maart.
STAD S-B E RICHTEN.
Onze Zeevaart-kweekschool.
TRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
JPRIJS DER ADVERTENTIE."*:
Van 16 regels1
Iedere regel meer0.17^
Grootere letters naar plaatsruimte.
De Burgemeester der Gemeente Leiden
brengt ter kemm van de ingezetenen dat de landmeter der
2de klasse, belast met den velddienst in bet arrondissement
Leiden, het voornemen heeft in den loop dezer maand deze ge
meente te bezoeken tot het opmeten vau de kadastrale veran
deringen voor het loopeode dienstjaar.
Eu geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leid
sche Conrant.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRAN DELER.
Leiden, 16 Maart 1877.
Joist niet alle wetsbesluiten, die in den laatsten
tijd van de hoogmogende heeren op het Binnenhof
te 's-Gravenhage uitgingen, leverden voor onze
goede stad evenveel stof tot verheuging op. Terwijl
de loffelijke poging, onlangs in onzen gemeenteraad
aangewend, om te voorkomen, dat een belangrijke
inrichting van onderwijs, meer bepaaldelijk bestemd
voor hen, wier toekomstige werkkring in onze
Oost-Indische koloniën is gelegen, voorgoed worde
opgeheven terwijl die poging dan ons herin
nerde aan het met rassche schreden naderend
tijdstip, waarop de nieuwe wet op het hooger
onderwijs met haar voer onze academie nog vrij
problematische gevolgen in werking zal treden
terwijl reeds de bloote opsomming der leerstoelen,
die aan de toekomstige universiteit der hoofdstad
zullen worden opgericht, het bewijs levert, dat
tegenover onze academie een krachtige mededingster
zal opstaan aan de hoorden van den Amstel;
terwijl in de volksvertegenwoordiging het besluit
viel, waarbij onze gemeente van haar voornaamste
rechtscollege werd beroofd terwijl dat alles op
niet altijd even aangename wijze de aandacht trok
van allen, wien de bloei en welvaart van Leiden
ter harte gaan, trof ons weder een verontrustende
mare.
Was 't niet of een geest van vernietiging binnen
onze veste rondwaarde, die tot zelfs in de meest
afgelegen wijken doordrong? Immers ook de Leid-
sche Kweekschool voor de zeevaart werd met
ondergang bedreigd, zoo hoorde men mompelen,
neen zoo werd reeds gelezen in menig nieuwsblad.
Doch neen, zoover kwam het gelukkig nog niet.
Integendeel er zon uitzicht bestaan, dat de zoo
bloeiende populaire inrichting op breeder en vaster
grondslagen zal gevestigd worden ook te midden
der twee groote opleidingsvaartuigcu te Amsterdam
en Botterdam.
Tan harte hopen wij, dat dit laatste bericht
blijken zal waarheid te bevatten, en volledige
waarheid, nl. in zooverre, dat de Kweekschool blijve
bestaan niet alleen, maar in stand worde gehouden
met het gegrond vooruitzicht op steeds toenemen-
den bloei.
Mag dat het geval zijn, dan is die goede uitslag
ongetwijfeld voor geen gering deel toe te schrijven
aan het eenvoudig, maar juist daarom zoo wel
sprekend woord, in eenige weinige bladzijden
onder den titel van: „Een twintigjarige Beddings-
boot" door het lid der Haagsche subcommissie,
den heer J. Herman De Bidder, aan de geliefkoosde
stichting gewijd.
Beeds met een enkel woord maakten wij in
onze kolommen melding van het beknopte boekske,
waarvan de boeiende stijl tot lezen noopt ten
einde toe. Wij komen er dan ook thans niet op
terug oin den inhoud wijdloopig na te gaan, op
gevaar af dat de lezer het dientengevolge over
bodig zou achten zich het werkje aan te schaffen,
wat weinig zou strooken met liet liefdadig doel,
dat met de uitgave wordt beoogd.
't Is hoofdzakelijk ons doel, te wijzen op een
zinsnede (pag. 19), die zoo juist de eigenaardige
strekking der Leidsche inrichting te kennen geeft
en aldus luidt: „Te Leiden kan uit den aard der
zaak èu van een proeftijd sprake zijn, voordat
een knaap, die pas komt kijken, zich voor jaren
tal verbinde; èn meer op individueele ontwikkeling
en karaktervorming gelet worden; èn zachter en
geleidelijker overgang plaats grijpen dan op een
oorlogschip mogelijk is, tot militaire orde en tucht;
èn eindelijk blijft er nog gelegenheid voor de
plaatsing ter koopvaardij".
Ziedaar juist het kenmerkend verschil tusschen
onze stichting en de gelegenheid tot opleiding
van knapen voor den zeedienst, op de Wassenaar
te Amsterdam bestaande, en die welke weldra op
het wachtschip te Botterdam zal worden geopsnd.
Te Leiden bestaat voor de zeevaartkweekelingen
een proeftijd, het burgerlijk element is daar op
den voorgrond geplaatst, de overgang van het
verblijf aan den huiselijken haard of althans, voor
zoover de knapen meer zijn verwaarloosd, van de
vrije beweging in de samenleving tot de meer
aan tucht gebonden levenswijze aan de Kweek
school is niet zoo plotseling, de behandeling aldaar
minder disciplinair dan aan boord der wacht
schepen.
liet cijfer van 21 knapen, die in het laatste
jaar terugtraden, tegenover 110, die bij de Marine
werden opgenomen, heeft dan ook niet zoozeer
een ongunstige, beteekenis, gelijk men geneigd
zou zijn nit de woorden van den schrijver op
bladz. 11 op te maken, maar strekt veeleer tot
bewijs van de meerdere vrijheid, aau onze Kweek
school genoten, ook wat betreft de mogelijkheid
om terug te komen op de eenmaal geves
tigde keus.
In dat kenmerkend onderscheid vinden wij dan
ook de verklaring van het gelukkig verschijnsel,
dat de auteur op bladz. 15 in de volgende be
woordingen beschrijft: „Zeer bepaald heeft de
stichting krachtig medegewerkt, om bii do lagere
standen den afkeer van het zeeleven tegen te
gaan. De schamele vaders en moeders, die kippe-
vel kregen, indien gij op het schip weest als een
goed heenkomen voor den jongen, die van pek
draad, truffel of schaaf niet weten wilde, zijn door
de Leidsche kanonneerboot wijzer geworden".
Daarom hopen wij van harte, dat de nederige
maar nuttige stichting nog lang moge blijven be
staan niet alleen maar ook bloeien, al kunnen wij
den gevierden schrijver de slotwoorden van zijn
boekske ook volmondig nazeggen„Mocht vroeger
of later de Beddingsboot gesloopt worden, dan
zullen de steenen van het gebouw der Kweek
school nog getuigen van het werk, dat in het
verledene niet ijdel was en ook in het vervolg
niet ijdel zal bevonden worden."
LEIDEN, 16 Maart.
Een zeer talrijk publiek woonde ook hier de
uitvoering hij, die gisteravond door de Neger
zangers en zangeressen in de Stadszaal gegeven
werd, zelfs zoo dat er nauwelijks een plaatsje
onbezet bleef. De voordrachten der eenvoudige,
maar niet minder inderdaad roerende liederen
droegen bij herhaling de goedkeuring der aanwe
zigen weg en maakten op hen blijkbaar een diepen
indruk. Dat de sympathie voor deze zangers
te dezer stede niet minder dan elders groot was,
moge blijken uit de omstandigheid dat de toe
gangskaarten spoedig waren uitverkocht en dat
zelfs voor enkele in de laatste dagen een veel hoogere
prijs dan de gestelde werd geboden. Ook de bui
tengemeenten waren onder de toehoorders goed ver
tegenwoordigdna ailoop der uitvoering deed de
Katwijksche boot b. v. nog een extra reis. Naar
men verneemt bestaat het vooruitzicht dat de
Jubilee-zangers zich hier nogmaals, dan waarschijn
lijk op andere wijze, zullen doen hooren.
Tot adjunct-controleur der directe belastingen,
in- en uitgaande rechten en accijnzen te Botter
dam is benoemd de heer J. Sijpkens, thans in
dezelfde betrekking te Leiden, en te Leiden de
beer 11. Eeitb, thans ontvanger der directe belas
tingen en accijnzen te Belliügwolde.
Gisteren zijn de eerste aardewerken voor den
spoorweg LeidenWoerden begonnen onder de
gemeente Zoeterwoude nabij den Bijn, waar een
kanaal wordt gegraven ter verbinding van de te
maken stationshaven met den Bijn. De gerechte
lijke onteigeningen zullen, naar het „Vaderland"
meldt, vermoedelijk vertraging ondergaan door de
opheffing der Leidsche rechtbank.
Ten einde met de meeste zorg te waken
voor het nauwgezet in acht nemen der maat
regelen strekkende tot wering der gevolgen van
de thans in Pruisen heerschende veeziekte, is
door Z. M. den Koning bepaald dat de voorschriften
betreffende het zenden van detachementen der
verschillende corpsen van het leger als hulpmaré-
chaussée, ter bevordering van de maatregelen ter
wering der verspreiding van de veeziekte genomen
of nog te nemen, de beëediging van de officieren,
onderofficieren en korporaals tot die detachementen
behoorende, en het toekennen van eene verhooging
op de soldij aau de onderofficieren en minderen
der hierbedoelde troepen, weder toepasselijk zal ziju.
De buitengewone kosten, aan dien maatregel ver
bonden, komen ten laste van het ministerie van
justitie.
Tweede Kamer. Bij de voortzetting der
discussie over ontwerp n°. 9 is het amendement
van den heer Lenting tot ontbinding van alle
rechtbanken aangenomen met 33 tegen 30 en tot
ontbinding van alle kantongerechten aangenomen
met 35 tegen 29 stemmen. De verdere beraad
slaging is geschorst _tot Maandag, na de interpel
latie van den heer Haffmans.
Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen
het arrond. 's-Gravenhage, ter standplaats de gem.
's-Gravenhage, J. D. Dietz, candidaat-notarisaldaar;
tot staatsraad in buitengewonen dienst benoemd
mr. A. E. X. Luyben, lid van de Tweede Kamer
herbenoemd tot burgem. van Arnemuiden C. J.
Crucq, van Nieuw- en St.-Joosland C. J. J. A.
Van TeyliDgenter zake der krijgsverrichtingen
in de Noorderdistricten vail Celebes in November
1872, benoemd tot ridder 4de kl. van de milit.
Willemsorde den sedert tot lsteu luit. bevorder
den 2dcn luit. der artillerie van het leger in Ned.-
Indië J. H. Ter Spill.
Gemengd Nieuws.
Gisternacht heeft zich te Amsterdam
een man, woonachtig in de Foeliestraat, zoo te
buiten gegaan aan sterken drank, dat hij in een
jeneverberoerte gestikt is. Men zegt dat hij niet
minder dan acht maatjes jenever had gebruikt.
Woensdag vervoegde zich bij de po
lite ter zelfder stede een persoon, die laatstleden
Zondag in een logement te Botterdam een kist
had opengebroken, waaruit hij een en ander ont
vreemdde. Hij verzocht opgezonden te worden en
aan ziju verzoek werd gevolg gegeven.