voor, die de heer Maju als geheel nieuw op dit gebied noemt. De voorstellingen, door hem reeds vroeger te Amsterdam gegeven, voldeden volgens de aldaar verschijnende bladen uitmuntend en brachten den aanwezigen veel beziens- en wetens waardige bijzonderheden onder de oogen. Vooral trokken de aandacht de buitengewone vergrootingen van den microscoop; een gewone naainaald toch werd zoo vergroot, „dat in het oog er van wel een omnibus met passagiers er op en paarden er voor door heen kon." Evenzoo wordt door het werktuig voor ondoorschijnende voorwerpen een gewoon portretkaartje b. v. in reusachtigen vorm op het doek gebracht. De corpora opaca is een vinding van den heer Maju zeiven en dus alleen in zijn bezithet is, zooals het programma reeds zegt, een zeer bedriegelijke grap en stelt het menschelijk aangezicht op een doek geprojecteerd in natuurlijke kleuren en met mimiek en gebaren voor. Ook mocht hij in het buitenland door zijne dissolving-views om de duidelijkheid en fraaie schildering er van veel bijval ondervinden. In de maand Februari zijn binnen de ge meente Eeiden geboren 134 kinderen, als: 69 zoons en 65 dochters, waaronder zijn begrepen 2 tweelinggeboorten; overleden 89 personen, als: 12 mannen, 15 vrouwen, 37 zoons en 25 dochters; daarenboven als levenloos aangegeven 8gehuwd 19 paren. Meer en meer, zoo meldt men uit Brielle, komt aan het licht wat in het gemeente-archief alhier verscholen lag. Het laatste werk, door de Maatschappij van Ned. Letterkunde te Leiden uitgegeven, bevat eene „Informacie opten staet ende gesteltenisse der stede van den Brielle ende Landen van Voorne, bij Commissarissen van sko- nincs wegen genomen in Augusto 1565", in het licht gegeven naar een in het archief alhier be rustend afschrift; en in de „Nieuwe Bijdragen voor Bcchtsgcleerdheid en Wetgeving" zijn dezer dagen de „Brielsche keuren der 15de eeuw" ver schenen. Zooals uit Van Alkemades beschrijving van Brielle bekend is, schreef Jan Mathijsze om streeks 1400 een merkwaardig boek over de poli tieke regeering, de rechtspleging enz. Ook van dat boek, dat in zijn geheel nog nooit gedrukt is, wordt eene uitgave voorbereid. Uit Groningen meldt men van 6 dezerHier is thans geopend de tentoonstelling van voorwerpen door de loge „L'Union provinciale" bijeengebracht om uit de opbrengst op te richten een fonds tot ondersteuning van hulpbehoevende meisjes, die opgeleid wenscheu te worden aan de Nutskweek- school voor onderwijzeressen te dezer stede. De onderneming is uitstekend geslaagd en de opbrengst zal weinig minder dau ƒ10,000 worden. Zondag jl. heeft zich eene deputatie uil de Vereenigiug „het eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen" van Den Haag naar Bronbeek begeven met het doel om den geueraal-majoor ■Smits, commandant van het militair invaliedeuhuis aldaar, eene naamlijst hunner vereeniging ten ge schenke aan te bicden. Dit herinneringsblijk, aan de eervolle en hartelijke ontvangst tijdens haar bezoek aan bovengenoemde instelling der Vereeni ging ten deel gevallen, werd den heer Smits door den president overhandigd onder zeer vleiende woorden, die getuigden van den eeht militairen geest, welke deze oud-strijders nog bezielt, eene toespraak waarin de groeten der Vereeniging haar eerelid werden gebracht vergezeld van de beste wenschen. Deze ovatie werd door den generaal Smits even hartelijk beantwoord, zoowel door de uiting zijner gevoelens van dankbaarheid voor deze beleefdheid als door het schenken van zijn portret voor het album der Vereeniging, welker deputatie hij aan een gezellig gastmaal vereenigde om haar daarna nog eens in de inrichting rond te leiden. Na deze bezichtiging verliet men Bronbeek. Den kapitein-adjudant Hamers werd bij deze gelegen heid het eerelidmaatschap aangeboden. In een daartoe strekkend wetsontwerp is aan de Tweede Kamer de bekrachtiging gevraagd van den onderhandschen aankoop van het voor malig verdedigingswerk Kostverloren bij Delfzijl, aan de provincie Groningen. Aan de Tweede Kamer is ingediend een wijzigings-ontwerp van de begrooting voor den aanleg van staatsspoorwegen over 1876. Op vier artikelen zijn nog belangrijke uitgaven te doen, üoodat eene verhooging wordt voorgedragen van kosten van de brug over de Nieuwe Maas bij Botterdam met 200,000, aanleg van den spoor weg van Breda tot Botterdam met ƒ610,500, van dien van Nieuwediep naar Amsterdam met 255,000, van dien van Arnhem naar Nijmegen met ƒ490,000. De verhooging der begrooting kan ruimschoots gevonden worden uit de middelen, die bij de wet van 19 Januari 1876 (Staatsblad n°. 18) tot dekking van de uitgaven werden aan gewezen, vermits het saldo van den dienst van 1S75 gebleken is ruim ƒ1,450,000 meer te be dragen dan de som van 3,000,000 die daarvoor voor het dienstjaar 1876 was aangenomen. De Nederlandsche Bank had op 5 Maart bij een munt- en muntmateriaal van 149,474,167.46 voor eene som van 158,041,682.43 minder aan bankbiljetten in omloop dan waartoe zij gerech tigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt 63,216,672.97 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Van 2S Januari tot 24 Februari zijn, blij kens ingekomen ambtsberichten, door longziekte aangetast: in Zuid-Holland 89, Noord-Holland 10, Utrecht 4, Friesland 18, totaal 121 runderen. In het vorige tijdperk van vier weken waren er 108 aangetast. De luit.-ter-zee 1ste kl. G. II. Van Steyn, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den laatsten dezer op nonact. gesteld en vervangen door den luit.-ter-zee Z. J. Cambier. Z. M. heeft A. J. Cost Budde, commissaris van politie te Amersfoort, tevens benoemd tot commissaris van rijkspolitie; tot notaris binnen het arrond. Amsterdam, standpl. de gem. Ouder- Amstel, J. W. J. Pape, notaris te Paramaribo, thans met verlof, verblijf houdende te 's-Graven- hage.herbenoemdtot burgem. van Horssen jhr. mr. P. F. Z. Bouweus van Horssen, van Grons- veld J. M. II. Quaedvlieg, van Winkel li. Koo- men, van Gasselte J. Boelken Bakker, van Neder- weert P. J. II. Vullers; bij den geneesk. dienst der landmacht tot off.-van-gez. 1ste kl. den off.- van-gez. der 2de kl. C. W. W. Van Walsem, van dat personeelden lsten luit. J. C. Van Goens, van 6de reg. inf., op nonact. gesteld. Gemengd INieuttvs. Gister namiddag omstreeks half- zes had het 4'/jjarig zoontje van II. Kooreman liet ongeluk in den Ouden Bijn 'bij de Middelste gracht in het water te vallen. Niettegenstaande vele pogingen werden aangewend door de omstan ders met ladders, haken enz., zonk het kind naar de diepte. Niemand dorst zich te water begeven, tot eindelijk een man kwam aansnellen dien men uit het pakhuis riep waarin hij werkte. Deze sprong zonder aarzelen te water en had het geluk het kind van den bodem te halen en aan wal te brengen. Het is de 33ste drenkeling, die hem zijne redding te danken heeft. De naam van dezen menschenredder is Gijsbertus Van der Sluys, werk zaam bij de wed. Koekoek op de Haarlemmer straat bij de Bakkersteeg. Gisteravond omstreeks halfacht is te Botterdam uit de Slaakkade opgehaald het lijk van een in een keet te Feienoord inwonendeu heibaas, die kort te voren aldaar, onder den in vloed van sterken drank verkeerende, gezien was. Het lijk is naar de loods voor drenkelingen over gebracht. Zekere v. D. te Naaldwijk, die zich meermalen aan sterken drank te buiten gaat, kwam Maandag-avond weder beschonken thuis. Toen hij zich naar den zolder begaf, viel hij van boven neder en stierf reeds gisteren aan de gevolgen. Gisternacht is teBoskoopeeneloods, dienende tot het inpakken van boomen en planten, van de firma O. H., totaal afgebrand. Ofschoon het gebouw geassureerd is, zal de schade aan planten enz. nogal aanzienlijk zijn. Uit Kampen wordt gemeld, dat men er in geslaagd is de stoomboot van Mecter van de plaats, waar zij den 26sten der vorige maand gezonken is, te verwijderen. De boot ligt thans aan den kaaimuur. Te Maastricht zijn gevankelijk bin- nengebracht een sergeant en twee manschappen van het 2de reg. infanterie, verdacht van den frauduleusen invoer van vee uit Pruisen te hebben toegelaten. Aan de Parijsche beurs werd gister ochtend uit de „chambre syndicale" 700,000 fran ken aan eflecten gestolen; de schuldige is nog niet bekend. Omtrent de poging tot moord, die Zaterdag te 's-IIeerenhoek plaats had, meldt de „Middelb. Ct." het volgendeZekere P. S. boe renknecht, oud 24 jaar, was sedert November jl. als kostganger in de woning van J. W., vracht rijder te 's-Heerenhoek. Daar zijn geld was op geteerd, was hij Zaterdag niet in staat zijn kostgeld te betalen, waarom hem door J. W. en diens vrouw gezegd werd dat zij hem niet konden hou den en hij naar een dienst moest omzien, met de bijvoeging dat het op een dag of tien niet aankwam. Zaterdag-ochtend te 11 uren was J. W. in zijn schuur op den dorschvloer bezig een varkeusbak te maken, waartoe hij, met ander ge reedschap, ook een dissel gebruikte. Zijn kostgan ger stond daarbij en nam telkens den dissel iu handen, niettegenstaande J. W. hem dien afnam, zeggende„laat hem liggen, ik moet hem ieder oogenblik gebruiken". Op een oogenblik dat J. "W. in bukkende houding met hamer en beitel bezig was, werd hem door P. S. met den dissel een slag op het achterhoofd toegebracht, waardoor het scherpe van den dissel tot op de hersenen door drong en een wonde in de hersenpan veroorzaakt werd ter breedte van den dissel. J. W. gaf een harden schreeuw en zakte ineen, waarop zijne vrouw kwam aanloopen en den moordenaar met den dissel in de hand uit de schuur zag vluchten. Met be hulp der buren werd J. W. in huis gedragen. Zijn toestand wordt gevaarlijk geacht, zoodat de laatste sacramenten der stervenden hem reeds door den pastoor zijn toegediend. De moordenaar is door den brigadier-majoor-titulair der rijksveldwacht te Heinkenszand en den veldwachter te 's-Heerenhoek opgespoord en naar de gevangenis te Goes over gebracht. Hij verklaarde de daad te hebben ver richt omdat hij zonder geld was en J. W. hem gezegd had dat hij uit zijn huis moest. Berouw werd door hem niet getoond; zijne houding en voorkomen doen aan geen groote mate van verstandsontwik keling, maar veeleer aan eene soort van waanzin denken. IIet „Neue Pester Journal" deelt het volgende mede„Een opera-zanger uil Pest, F. Bafael, was in Augustus 1876 aan de Duitsche opera te Arnhem werkzaam. Hij maakte daar toen kennis met een Hollandsch scheepskapitein, die hem voorspiegelde dat hij te Batavia fortuin zou kunnen maken als zanger, en hem op zijn schip vrijen overtocht aanbood. De jonge man liet zich bepraten, en ging in allerijl, zonder van zijne familie afscheid genomen te kunnen hebben, met den kapitein scheep. Op de reis, die verscheiden maanden duurde, werd hij vrij goed behandeld. Doch toen hij te Batavia voet aan wal had gezet, bespeurde hij dat hij bedrogen was. In stede van in staat gesteld te worden als zanger te schitteren, werd hij naar des kapiteins woning gevoerd, in eene soort livrei gestoken, en gedwongen als slaaf de kleederen en schoenen van zijn meester te reinigen, en, „naar 's lands gebruik met gebogen knie", onder de talrijke gasten koffie en andere dranken rond te dienen. Daar hij zeer barsch bejegend werd en onder opzicht van andere be dienden stond, schikte hij zich rustig in zijn lot, totdat 't hem gelukte te ontsnappen, na 24 dagen dit slavenleven te hebben geleid. Bafael ijlde 's nachts naar de haven, waar hij op een naar Holland vertrekkend schip werd opgenomen. Hij kwam, nu een paar weken geleden, terug te Bot terdam, waar hij dadelijk aan de Duitsche opera als korist geëngageerd werd." Tot zoover 't verhaal, waaraan kan worden toegevoegd, dat inderdaad sedert 24 September 1876 (in Augustus van hetzelfde jaar heette 't vertrek naar Batavia te hebben plaats gehad) een F. Bafael in 't koor der Duitsche opera meezingt. Er zou natuurlijk op de bovenvermelde zotternij even weinig acht moeten worden geslagen als op 't geklap eens dronkemaus, indien niet deze zoogenaamde „Odyssee" de ronde deed in Duitsche bladen, om wellicht ook door Engelsche en Fransche te worden overgenomen, als eene bijdrage tot de kennis der zeden van ons Nederlanders in 't Oosten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2