Gemengd Nieuws. Gistermorgen te 11 uren is een jon gen, v. M. genaamd, die op den Vliet achter eèn aldaar staand hek liep, in het water geraakt, doch spoedig door drie vrouwen op het droge gebracht, 's Avonds werd een beschonkene uit een sloot buiten de voormalige Wittepoort gered. Zaterdag-middag viel te Delft een driejarig kind van een steenkolenvaartuig, dat in de Haagvaart, op de hoogte van „Pasgeld", door een paard werd voortgetrokken, over boord. Een hond, die zich mede aan boord bevond, sprong het kind onmiddellijk na, greep het met den bek en zwom er mee naar den wal. De schipper maakte het bootje achter zijn vaartuig los en haalde de beide drenkelingen weder behouden aan boord. Zaterdag-avond is te Rotterdam op het geroep van „houd den dief' door eene jeug dige dienstbode op den Goudschen weg door twee burgers aangehouden en aan de politie overgeleverd zekere J. A. W., van beroep uitdrager aldaar, die zich in de Jonkerfransstraat had schuldig gemaakt aan diefstal van parapluies uit een gang. Bij een ingesteld onderzoek is te zijnent nog een groote rol baai gevonden, welke een paar dagen te voren bij insluiping uit een manufactuurwinkel is ont vreemd. De aangehoudene, die naar het huis van arrest is overgebracht, heeft reeds bij herhaling met de justitie kennis gemaakt. De „Maas- en Roerbode" maakt mel ding van vechtpartijen te Roermond, waarbij bloed stroomde. Bij een dier vechtpartijen bekwamen twee der vechtenden verscheidene messteken. De vermoedelijke daders werden naar het huis van arrest overgebracht. Bij een andere vechtpartij werd een der personen gewond en hem door een der aanvallers een stuk uit de onderlip gebeten. TeVenlo is een wachtmeester, die over de Maasbrug wilde rijden, door het plotse ling ter zijde uitwijken van zijn paard in de Maas gestort en verdronken. Het paard kwam weldra behouden op den oever terecht. In den laatsten stórm, die den be- woners van Erieslands zuidwesthoek lang zal heu gen, raakte in de buitenhaven te Workum het schip van den Wieringer koopman Wigbold van anker en touw los en driftig. Een boekdrukkers gezel, een Duitsche jongen van 16 jaren, liet zich door de omstanders niet weerhouden, maar sprong moedig in de golven en haalde den tros uit de diepte. Er is tusschen Leidsche enUtrecht- sche studenten een hechte vriendschapsband ge sloten door het vestigen van een gezelschap, dat beurtelings te Leiden en te Utrecht zal verga deren, onder de zinspreuk„Het gebroken glas", zijn naam ontleenende aan de laatste Utrechtsche feesten, toen een kostbare bokaal, tijdens een diner, gebroken werd. De Leidsche jongelui zijn Yrijdag van den Rijnspoor met vierspannen, waarvan de koetsiers in galakostuum, door de Utrechtsche afgehaald, en na een rit door de stad vereenig- den zij zich aan een luisterrijk diner bij den senaatskok Klokke. Vrijdag is te Naaldwijk de arbeider De Moor, bezig zijnde met snoeien, uit een boom gevallen en brak vijf ribben, waarvan een dwars door de long kwam. Voor 't behoud van zijn leven bestaat weinig hoop. De ongelukkige, een oppassend werkman, heeft eene vrouw en twee jeugdige kinderen. Men meldt uit Barneveld van 16 dezer: Hedenmorgen zijn de officier van justitie, de rechter commissaris en de griffier bij de rechtbank te Arnhem alhier aangekomen, om de zaak van den manufacturier Overmars, verdacht van brandstich ting, te onderzoeken. Het winkelhuis, waarin de voorwerpen door de zorg der politie in deuzelfden toestand zich bevonden als in den laten avond van 14 dezer, werd eerst onderzocht, en daarna werden eenige personen gehoord. Het verhoor van O. duurde bijna een uur en eindigde hiermede, dat hij de voorgenomen misdaad bekende. Hij is in arrest gebleven en zal gevankelijk naar Arnhem worden overgebracht. Betreffende deze zaak deelt men nog de volgende bijzonderheden mede. De brand ontstond des avonds omstreeks halfelf in de winkelkast van Overmars, waar manufacturen liggen. O. heeft zelf daarop zijn buurman A. Van de Eliert gewaarschuwd. Deze gunde zich geen tijd om zijne bovenkleederen aan te trekken en sloeg dadelijk de handen aan 't werk tot blusschen, hetgeen hem spoedig mocht gelukken. De zaak kwam echter v. d. E. meer dan verdacht voor, daar al wat hij aangreep den reuk had van petroleum. Hij begaf zich daarom naar den nachtwacht en den veld wachter, die spoedig op de plaats aanwezig waren. Ook de burgemeester was weldra tegenwoordig. Het onderzoek in den winkel duurde tot midder nacht en had ten gevolge, dat de burgemeester O. in verzekerde bewaring deed brengen. Huis, winkelwaren en verdere inboedel waren voor eenige duizenden gulden verzekerd. Het winkelhuis van v. d. E. bevindt zich met dat van O. onder het zelfde dak. De volgende zonderlingedood-a-dver- tentie, geteekend Ackerman, mr. slotenmaker, komt voor in een dagblad uit den staat Jowa (Noord- Araerika)„Heden rood, morgen dood. Alzoo ge schiedde het met mijne vrouw, die nog heden vóór acht dagen over stoelen en banken sprong en gis teren reeds begraven werd; althans wat vergan kelijk aan haar was. Gedurende ons huwelijk was zij eene vroolijke vrouw, die zich geen knollen voor citroenen liet verkoopen. Daaruit kan ieder mijne smart beseffenzoo jong, zoo aardig en nu reeds begraven. Wat is 's menschen leven? zeide ik in deze dagen voortdurend bij mij zeivenzelfs gis teren nog, toen ik den doodgraver betaalde, die haar graf in orde houden wil. Zulk eene vroolijke vrouw vindt men ongetwijfeld niet licht weder. Daarom is mijne smart gerechtvaardigd. De hemel moge elkeen voor zulk een treurig lot bewarenIntus- scheu dank ik voor de attentie, alsmede den voor zanger voor zijn graflied, dat mij door merg en been ging en inderdaad voortreffelijk voorgedra gen werd. Dezer dagen zijn drie verificateurs der belastingen iu Limburg gedegradeerd. Omtrent deze zaak wordt aan „N. R. Ct." uit Maastricht het volgende geschrevenDoor den heer S., han delaar in R.-K. kerkelijke artikelen te Roermond, waren ten vorigen jare kanten en andere voor werpen, op eene waarde van f 90 aangegeven, ingevoerd en door drie verificateurs der belastin gen, op grond van te, lage aangifte, benaderd. Dat die ambtenaren hierbij een juisten blik hadden, kan blijken uit den eisch tot een schadevergoeding van f 750, door den heer S. aan de Spoorweg maatschappij „Grand Central Beige", door wier zorg de aangifte was geschied, gedaan. Ook de provinciale inspecteurschijnt die benadering billijk gevonden te hebben dn verleende de noodige toe wijzing. Wat nu verder is geschied, kunnen wij niet met zekerheid zeggen, noch verklarenmaar vermoedelijk werd de Duitsche regeering door den Duitschen afzender tot interventie aangezocht. Het gevolg hiervan was, dat ruim een maand na de toewijzing aan de verificateurs werd gevraagd of of zij nog in 't bezit dier goederen waren. Hierop is doar hen een ontkennend antwoord gegeven. Eenigen tijd later wist de minister echter dat die goederen nog bij hen aanwezig waren en wer den zij verzocht, die aan den heer S.zonder verhooging, te willen afstaan, waaraan door hen onverwijld werd voldaan. Veertien dagen latei- werden die ambtenaren gedegradeerd, „als hebbende hunne superieuren misleid". Een ongehoord feit heeft te Cardiff in Engeland plaats gehad. Eene vrouw werd door haar man mishandeld, die haar onder anderen eenige steken met een mes toebracht. Zij ging naar een heelmeester, die haar verbond, omdat zij zeide hem te zullen betalen. Toen zij daarop verklaarde geen geld bij zich te hebben, opende hij weder de voornaamste wond. De Engelsche justitie heeft totnogtoe geen termen gevonden om tegen den heelmeester eene vervolging in te stel len. Sommige rechtsgeleerden zijn van oordeel, dat deze hernieuwing van bloedverlies enz. moet gelijkgesteld worden met verwonding; anderen meenen, dat de heelmeester in zijn recht was, evenals, volgens hen, een geneesheer in zijn recht zou zijn, die een geneesmiddel gaf en, bij wanbetaling, een ander, dat de werking van het eerste neutraliseerde. Van den brand, waarbij Donderdag nacht te Brussel twee vrouwen zijn omgekomen, worden nog de volgende bijzonderheden gemeld. De brand is uitgebroken op de tweede verdieping, die door den heer Jabonnaut, wijnhandelaar, met vrouw en zoon bewoond wordt. Den voorgaanden avond had men bij hem een feest gevierd dat laat begonnen was, omdat er kunstenaars die in de „Aïda" zongen bij tegenwoordig waren, en ook eerst tegen 3 uren geëindigd was. Ook de heer Bochart, diens vrouw een der slachtoffers) en hun dochter, mevrouw Libotton, woonden het feest bij. Tegen 4 uren werd de heer Jabonnaut, door een ongewoon geluid gewekt, den brand ge waar, hij waarschuwde Bochart, die boven woonde, en wist bijtijds te ontvluchten. Bochart die wegens eene ongesteldheid op een stoel in de kamer naast die zijner vrouw sliep, waarschuwde deze en ook de bonne die op de vierde verdieping sliep en heeft ook zich zelf kunnen redden. Mevrouw Libotton werd door de onverschrokkenheid van een pompier gered, doch mevrouw Bochart en de bonne zijn ellendig omgekomen. Deze laatste schijnt onder 't vluchten door de vlammen achterhaald te zijn; ware zij gebleven waar zij was, zij zou waarschijnlijk behouden zijn, want dat vertrek is ongedeerd gebleven. Er is verschil over 't al of niet spoedig aanrukken van de brandweer. Eenige personen uit de buurt verklaren in de dagbladen dat de brand reeds te 3.45 woedde en dat de brandweer eerst te 4.22 aanwezig was. Daar evenwel slechts twee verdiepingen zijn uit gebrand, moet men bij die voorstelling aan over drijving denken. De burgemeester van Brussel meldt dan ook in een brief aan den „Echo du Parlement" dat de brand te 4.5 ontdekt is door den agent Delait, die onmiddellijk gerucht maakte, de buren wekte en te 4.12 uitgeput van't loopen aan den post van de brandweer in de „Rue des Comédiens" kwamdeze divisie vertrok direct in looppas, was te 4.14 of 4.15 op 't terrein van den brand en binnen 5 minuten speelden vier waterstralen in 't vuur. De heer Bochart bevestigt bovendien zelf in een brief dat de politie en brand weer zich bewonderenswaardig gedragen hebben. BUITENLAND. Duitsclilaxid. De „Tribune" verhaalt het volgende, waarvoor zij verklaart in te staan. Een aantal Duitsche industrieelen waren dezer dagen te Berlijn bijeen gekomen, om te beraadslagen over middelen ter verbetering van den economischen toestand. Er werd besloten, eene deputatie naar Bismarck af te vaardigen, om hem te verzoeken, den heer Camphausen, minister van financiën, zijn ontslag te geven, op grond dat deze de voornaamste oor zaak van dien toestand is en er geen vooruitzicht op verbetering bestaat zoolang hij minister blijft. Bismarck ontving de deputatie en vroeg wien men dan in plaats van den heer Camphausen wenschte benoemd te zien. Daar geen van de leden der deputatie hierop antwoord wist te geven, haalde Bismarck de schouders op enhier mede was de audiëntie afgeloopon. JE2.usla.xid. De „Ruski Mir" keurt de aanvallen van de Duitsche pers op Erankrijk af. Een nieuwe bot sing tusschen Erankrijk en Duitschland zou een onmetelijke ramp voor Europa zijn. Zij zou de voornaamste belangen van Rusland in ernstig ge vaar brengen. De mogelijkheid dat iets dergelijks zal plaats kunnen hebben zal de politiek der mogendheden die bij de Oostersche quaestie belang hebben moeten wijzigen. Yereenigde Staten. Reuters office meldt uit Washington, dat in eene Zaterdag gehouden bijeenkomst van demo cratische senatoren en afgevaardigden een voorstel verworpen werd, om de commissie voor de verifi catie der presidents-keuze los te laten en de handelingen dier commissie nietig te verklaren. Aangenomen werd eene resolutie, dat de telling der stemmen zonder oppositie zou worden voort gezet en dat de beslissingen der commissie zou den worden erkend en uitgevoerd. Evenwel hebben de democraten plechtig geprotesteerd tegen de grove en onbeschaamde inbreuken op de wet en op het recht der meerderheid, die uit de be slissing omtrent Florida en Louisiana blijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2