de planten leveren ook de geneesmiddelen; zij verschaffen ons kleederen en hout om huizen en schepen te bouwen, handel en nijverheid waren zonder haar onmogelijk, zij zijn de pols slag van ons leven. Dit zijn zij ook in het hij zonder, doordat zij de voor het dierlijk leven onmisbare zuurstof aan de lucht afstaan, terwijl zij zich belasten met het opnemen van de ver bruikte lucht, het koolzuur. En z66 werkzaam zijn zij hierin, dat op een vierkanten millimeter van een berkeblad 237 huidmondjes geteld zijn die zich met die taak belasten. Geldt dit nu groo- tendeels alleen het stoffelijk leven, ook op het gemoedsleven oefenen de planten grooten invloed anders is men gestemd in het dichte bosch dan op het vlakke weiland, terwijl de planten het ge moed verteederen en het tot mildheid stemmen. Zij worden bemind door rijken en armen, door kinderen en grijsaardsen is het waar dat de mensch door de planten leeft, zij zijn het waard dat men er voor leeft. Ofschoon een en ander hier, waar het aankweeken van boomen en planten op groote schaal plaats heeft, geacht moet wor den niet onbekend te zijn, werd toch de spreker met onverdeelde aandacht gevolgd en ten slotte door de aanwezigen, waaronder ock eenige dames, levendig toegejuicht. Te Groningen zal van 19 Mei tot 30 Juni e. k. vanwege het genootschap „Pictura" eene tentoonstelling gehouden worden van schilderijen van levende meesters uit Nederland en van Neder landers van geboorte buiten het rijk woonachtig. Met de tentoonstelling zal eene verloting ge paard gaan. Door de provinciale staten van Noord-Holland is besloten tot het verlengen van den provincialen zeedijk, beoosten Naarden, waarvoor eene onteige ningswet zal aangevraagd worden. Het stoomschip „Prinses Amalia", van Ba tavia naar Nieuwediep, heeft van Port-Said den 6den de reis voortgezet; de „Celebes", van Nieu wediep naar Batavia, is dien dag van Southampton vertrokken. De heer Maurice Van Gelder, solo-violon cellist van Z. M. den koning, is door Z. M. be vorderd tot officier in de orde van deEikekroon. De minister van financiën heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een staat tot toe lichting van de financieele gevolgen der voorge stelde veranderingen in het tarief van in- en uit voerrechten. De meerdere opbrengst door de voorgestelde vertraging van den accijns op het gedistilleerd wordt berekend op 1.552.000, waarvan noodig is tot dekking van de af te schaf fen leges 300.000, zoodat blijft ƒ1.252.000. De opbrengst zal verminderen door de afschaffing van het recht op de in de wetsvoordracht genoemde artikelen met 1,007,364, waarvan afgetrokken de vermeerdering door de wijziging van het recht op sommige artikelen 3,466, zoodat er eene vermindering blijft van 1,003,898. Z. M. heeft aan L. De Vrij, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als consul der Nederlanden te Montevideo, en als zoodanig benoemd B. A. Barrère aldaar. „Door oefening steeds hooger!" Deze woorden mogen alleszins op het orkest der Maatschappij voor Toonkunst worden toegepast. Niet alleen toch dat het op elk concert schooner composities ten gehoore brengt, maar ook de uitvoeringen er van nemen steeds meer en meer in waarde toe. Zoo ook gisteravond in de vierde symphonie van Niels Gade en de ouverture der Berggeist van Spohr. Niet het minst in de zoo schoone en gevoelvolle maar tevens aan schakeeringen zoo rijke toon- schepping van Gade werden de partijen uitmun tend vervuld. De eerste violen hadden o. a. in het tweede gedeelte er van een wel is waar niet gemakkelijke, maar toch zeer dankbare taak, waar van zij zich op loffelijke wijze kweten. Opnieuw werd het bewijs geleverd dat het bezit hier ter stede van een eigen orkest niet genoeg naar waarde kan worden geschat. Als solist trad in het instrumentale gedeelte van het programma op de heer Landsman, onderwijzer aan de Muziekschool der Maatschappij. Kon men reeds vroeger op de goede eigenschappen wijzen die hij als pianist bezit, niet minder zou dit nu het geval kunnen zijn. Hij zij er echter aan jp- 'dachtig dat een te groote bedrijvigheid voor het auditorium wel eens onaangenaam kan worden. Zij die er zich gelijk zoo velen nog niet mede kunnen vereenigen de piano als concert instru ment te zien toegepast, hebben er nu in bet Bondo brillant van Mendelssohn, in samenwerking met het orkest, ongetwijfeld wel eenigszins vrede mee kunnen krijgen. De tweede afdeeliug was geheel aan den zang met begeleiding van piano gewijd, waartoe de zangveree- niging van de hier gevestigde afdeeling der Maatsch. tot bev. der toonkunst hare medewerking verleende. De uitvoering der verschillende nummers kan niet anders dan een zeer gunstigen indruk hebben gemaakt en verdient allen lof. In den 118den Psalm reeds, waarmede men hier voor het eerst in de gelegenheid werd gesteld met Sweelinck's eigenaardige en tevens zoo schoone muziek kennis te maken, werden sprekende bewijzen van ernstige studie en goede krachten der vereeniging gegeven. Eveneens was dit het geval in de balladen van Verhulst: Van een ruiter en een koningsdochter, Trouw en Van twee koningskinderen, wat compo sitie betreft niet minder eigenaardig maar van elkaar zoozeer verscheiden en waarin de partijen tevens zoo danig zijn geschreven en in elkaar gewerkt, dat één enkele misvatting voldoende is de uitvoering er van te doen mislukken. De bassen waren in even redigheid der andere partijen nu en dan wel wat al te duidelijk hoorbaar. In Brahms „Liebeslieder" handhaafde de heer De Goey in het wel kleine maar lieve „Nicht wandle, mein Licht", zijn goeden naam en mocht daarbij het bewijs ontvangen hoe gaarne men hem hier ziet optreden. Een niet geringe taak had Mej. Gripekoven, onderwijzeres in den solozang aan de Muziekschool, in deze afdeeling te vervullen. De keuze der stuk ken was o. i. wel goed, maar toch niet variant ge noeg. Zij droeg de vier Schottische Lieder van Beet hoven zeer verdienstelijk voor. Met genoegen werd opgemerkt dat het ietwat gedwongene, dat haar in den beginne eigen was, langzamerhand voor een gepaste vrijheid begint plaats te maken. Hare voordrachten hebben er veel bij gewonnen. Den heer Wetrens zij hier een woord van er kentelijkheid gebracht voor de uitmuntende leiding; eveneens den heer De Lange, ofschoon 't Leidsche publiek de groote beweeglijkheid van dien di recteur niet opprijsstelde. Beiden hebben ook nu weder getoond hoe goed zij voor hunne taak bere kend zijn. Het concert werd door een zeer talrijk publiek bijgewoond. Gemengd Nieuws. Onlangs werd melding gemaakt van het koninklijk besluit, waarbij o. m. bepaald werd, dat de manschappen der infanterie voortaan min stens 50 cent per 5 dagen als zakgeld zouden ontvangen. Als een treffend voorbeeld der duide lijkheid van sommige ministerieele aanschrijvingen en toelichtende militaire orders kan dienen, dat na ontvangst dezer aanschrijving in verschillende garnizoenen twijfel ontstond, of thans evenals vroe ger een minimum van 25, of wel van 50 cent moest worden uitbetaald. Een drukke correspon dentie, tusschen verschillende militaire autoriteiten, ook langs telegraphischen weg, volgde hierop tegen den dag der uitbetaling, en wel met zoo weinig resultaat, dat op 5 dezer bij sommige compag nieën het zakgeld van voorheen, bij anderen dat van 50 cent, werd uitbetaald. Niemand kan thans nog met zekerheid zeggen wat de bedoeling dezer aanschrijving is. Het „Becueil militaire" bevat zoo ontelbaar veel niet vervallen aanschrijvingen, besluiten en gewijzigde besluiten omtrent dit punt, dat men het onlangs door den minister geprovo ceerde kon. besluit naar goedvinden kan toepassen. Naar men verneemt heeft zich het gerucht dat het veerschip van Sneek op Idsken- huizen met vier man vergaan zou zijn, gelukkig niet bewaarheid. Wel is een kalkschipper van Sneek met zijn schip op de Zuiderzee vergaan en zijn de twee opvarenden omgekomen. In den gemeenteraad van Kampen had Dinsdag 1.1., toen het reeds tamelijk begon te stormen, een curieus voorval plaats. Er werd gedebatteerd over de plek, waar eene nieuwe broeikas voor de bloemen van het plantsoen men besteedt daaraan te Kampen nogal veel geld zou gezet worden. Het voorstel van den burge meester was: aan den Singel, buiten de stads wallen. Een der raadsleden vond een plaats binnen de wallen verkieslijker, om 't gevaar van over strooming. De burgemeester zeide, dat sedert de nieuwe Dronther dijk voltooid was, er geen vrees voor overstrooming kon bestaan. Het raadslid nam de vrijheid daaraan te twijfelen en gewaagde van geruchten omtrent mindere deugdelijkheid van dien dijk. De burgemeester verklaarde, dat hij daaromtrent volkomen gerust was en zich daar achter gerust te slapen wilde leggen. Er werd conform het voorstel besloten. Twaalf uren daarna liet de burgemeester de bevolking wekken, omdat het water zoo hoog stond, en nog een paar uur later was de kostelijke en kostbare dijk over 3/, zijner lengte bezweken. Uit Wateringen wordt van 6 dezer gemeldHet dak der achter de uitspanning „de Boskam" van J. Van der Meer alhier staande kolfbaan zou hedenochtend met eenige kelder winden opgewonden worden. Men had echter een en ander niet van behoorlijke dwarsschooren voor zien, 't geen ten gevolge had, dat toen de opwin ding niet op alle punten juist gelijkmatig geschiedde, het dak, zoodra het zijne steunpunten verloren had, begon te draaien en eindelijk met een ge weldigen slag in elkander stortte, daaronder een vijftal personen, waarbij ook de eigenaar, bedel vende. De vier eersten kwamen allen met den schrik er af, doch de laatste heeft zich zwaar bezeerd. Dinsdag-avond omstreeks zes uren zijn te Dordrecht drie dames, behoorende bij hei tooneelgezelschap dat eene voorstelling in het lo kaal „Kunstmin" zoude geven, in eene sloot aan den St.-Jorisweg geraakt, door onbekendheid met den weg en de duisternis de sloot voor een voet pad aanziende. Allen zijn gelukkig op het droge gebracht door den heer die haar geleidde en eenige onbekende burgers, zoodat zij met den schrik en een nat pak vrijgekomen zijn. Naar men uit Boermond meldt heb-1 ben veertien ingezetenen van die stad, waaronder ook de suisse uit de kathedraal, te Maasbracl een patent genomen als schipper, om zoodoend hun aanslag te Boermond tot ƒ14 te brengen e. op de kiezerslijsten gebracht te kunnen worden In de laatste dagen was door de po litie te Groningen een vreemdeling opgemerkt, die niet werkte, niet rijk scheen te zijn en een ongunstig voorkomen had. Hij verhuisde van de eene slaapstede naar de andere en zeide van plan te zijn naar Duitschland terug te keeren, zoodat hij zich dan ook Dinsdag-avond naar het statics begaf. Geld had hij niet meer, dus kon hij moeit- lijk een kaartje nemen. Maar dit was niet het doel waarmede hij naar het station ging; hij dacht daar wel een „goeden slag te kunnen slaan." Hij zag daar het is er 's avonds niet erg licht een koffer staan in de gang, die naar de wacht kamers leidt, nam het zware voorwerp flinkweg op zijn rug en droeg het naar zijn logement. Twee agenten van politie vernamen deze tehuis komst van den slaapsteehouder, wekten den Duit- scher uit zijn slaap en vonden den koffer openge slagen, bereids een groot deel van den inhoud verkocht en een dief is royaal een groot deel ook present gegeven. Voor den commissaris van politie geleid, bekende hij zijne misdaad, waarna hij ter beschikking der justitie werd ge steld. De eigenaar van den ontvreemden kollet moet nog niet zijn uitgevonden, doch zal zeker wel spoedig iets van zich laten hooren. Dinsdag-namiddag is op 'srijks werf te Amsterdam een scheepmaker van de berghout stelling aan het in aanbouw zijnde sehroefstoom- schip „Tromp" (ter hoogte van 12 M.) tot be neden in de helling gevallen. Hij bleef geruimen tijd bewusteloos en uit de wonden aan het hoofd blijkt, dat hij in zijn val scherpe kanten heeft geraakt. Men vreest voor het verlies van zijn le ven. De man is ter verpleging naar het gasthui; vervoerd. Te Velp is Dinsdag-avond jhr.B.om- streeks halfelf naar zijne woning gaande, door de duisternis in het water geloopen en verdronken. Het „Journal f r Buchdrucker- kunst" meldt, dat de heer Gladstone met zijne geschriften over de gruwelen in Bulgarije niet minder dan 12,000 p. st. (ƒ144,000) verdiend heeft-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2