voor den tijd van vefertien dagen en ingaande den löden Februari a. s. wegens het overlijden van den hertog Eugène van Wurtemberg. Voor den dienst bij den aanleg der Bata- viasche havenwerken, waarvoor tijdelijk personeel werd opgeroepen, zijn door den minister van ko loniën ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië gesteld de heerenJ. 't Hoen, O. Grothe, H. F. Fock, J. H. Ten Kate, C. Bizelaar, J. Van Rooy Jr., J. J. Brookman, C. A. Phaff, C. G. Seybel, M. Nederlof, J. Van der Straten, J. H. Duppen, P. B. Vernimmen, N. Elenbaas, G. Jaarsma, W. G. Van Merkestijn, J. H. Van. der Linde, W. Duppen, H. Hoos, T. Hommes, H. Moen, J. Amiabel, K. Bos, W. Voorburgh, D. J. Looman, P. L. J. Van Pinx- teren, R. T. Mees Mzn., A. Gerlach, H. T. Kraft, J. P. T. J. Brondgeest, H. W. H. Waardenburg en H. Krauss. Met den löden Febr. a. s. worden geplaatst aan boord van Zr. Ms. ramtorenschip „Koning der Nederlanden", de luit.-ter-zee 1ste kl. W. J. A. Nolthenius en E. J. Hoos, eerstgen. als 1ste officier, de luit.-ter-zee 2de kl. H. C. Achenbach, L. Dupper, J. H. L. J. baron Sweerts de Landas Wyborgh en jhr. H. M. Speelman, de 2de luit. der mariniers A. P. Timmers, om belast te worden met het bevel over het aan boord van dien bodem in te schepen detach, mariniers, de off.-van-gez. lste kl. M. C. Buyze, de ofl. van administr. 1ste kl. K. J. Adams, de scheepsklerken W. A. H. Door man en J. J. Hupscher en de officier-machinist 2de kl. M. L. A. W. Klomp; aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip „Batavia", de luit.-ter- zee 2de kl. jhr. H. H. Hora Siccama, J. P. Lubbe Bakker en J. G. Snethlage, eerstgen. als oudste officier, de ofi.-van-gez. lste kl. C. J. A. De Groot, en de off. van administr. 3de kl. F. D. Clarkson. Z. M. heeft aan A. C. Hanegraaff, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betr. van betaalmeester te Amsterdam, onder dankbet. voor zijne belangrijke aan den lande bewezen diensten, en behoudens aanspraak op pensioen R. W. Boer, te Warnsveld, benoemd tot inspect, der rijksbeplantingen; F. II. De Koning, thans ontv. der dir. bel. enz. te Zijpe, benoemd tot ontv. derz. middelen te Woudrichem; den apotheker 2de kl. B. F. Voogd, van het personeel van den ge- neesk. dienst der landmacht, op zijne aanvrage, op nonact. gesteld. Gemengd. Nieuws. Op de Middelstegracht is hedennacht door de kracht van deu wind een huis ingestort. Een vrouw geraakte daardoor tusschen de steenen geklemd. Spoedig was de stormwacht ter plaatse, die haar uit haar benarden toestand verlostedaar zij eenige hoewel niet ernstige verwondingen be komen had, werd zij door den chirurgijn bij de politie geneeskundig behandeld. Op het Steen- schuur is op de hoogte vau het Nutsgebouw een boom slechts weinige voeten boven den grond afgeknakt. In Den Haag heeft de storm ver schillende zware boomen in het Bosch doen be zwijken. Het aantal afgeworpen dakpannen en scboorsteenen is er vrij aanzienlijk, terwijl ook eenige lantaarns aan den wind geen weerstand konden bieden. De leden der „zwarte bende" die jl. Vrijdag door het gerechtshof te 's-Gravenhage tot tuchthuisstraf zijn veroordeeld, hebben van die uitspraak cassatie aangeteekend. Nu de kermis door den Haagschen gemeenteraad gehandhaafd is, hebben B. en Ws. bekend gemaakt dat de jaarmarkt op Maandag 14 Mei e. k. aanvangt en op 22 Mei eindigt. Alle zoogenaamde cafés-chantants, straatmuzikan ten en straatkunstenaars zullen worden geweerd en slechts voor een beperkt getal spellen, beignets-, wafel- en poffertjeskramen zal plaats verleend worden, terwijl niet meer dan drie draaimolens in de stad en één te Scheveningen zullen worden "toegelaten. Het lange Voorhout met omgeving zal dit jaar het punt vormen voor de illuminatie in de residentie ter gelegenheid van 's konings j verjaardag. Te Haarlem is een jongeling van 16 jaar gestorven ten gevolge van vergiftiging, uit verregaande onvoorzichtigheid. Hij had 's morgens eene boterham, die op de huistafel stond, opge geten, welke door den vader met vergif besmeerd was, met het doel om daarmede muizen te ver drijven. De vader had de onvoorzichtigheid begaan, zijn zoon daarvan onkundig te laten. Zaterdag-avond zijn per laatsten trein door de rijkspolitie geboeid te Zwolle uit Amster dam aangebracht drie personen, die vermoed werden in nauwe betrekking te staan tot den gedetineer den Schut. Zij werden te Zwolle terstond naar het huis van verzekering overgebracht. Er hebben daarop langdurige instructies plaats gehad, na afloop waarvan de drie bedoelde personen echter weer op vrije voeten gesteld en Zondag-avond per laatsten trein naar Amsterdam teruggekeerd zijn. Maandag-avond is in de Boomstraat te Amsterdam een twaalfjarig meisje van een trap gevallen, met het ongelukkig gevolg dat haar nekbeen brak en zij onmiddellijk den geest gaf. Een schildersknecht, werkzaam aan de in aanbouw zijnde brug aan het Westerhoofd, is dien avond in het water gevallen en verdronken. Gisleren is aldaar een varensgezel uit de ra van een schip geval len en onder bet vervoer naar het gasthuis overleden. De vorige week werd te Amsterdam eene dienstmaagd betrapt op het medenemen uit den kelder van een maal aardappelen. Haar me vrouw, gestenger dan in den regel huisvrouwen zijn in zulke omstandigheden, mengde de justitie in het geval. De dienstbode werd door een poli tiedienaar naar bet commissariaat der sectie ge roepen. Zij verzette zich en wel zoo hevig, dat 4 agenten noodig waren om haar daarheen te brengen. Den volgenden dag bleek zij van den schrik krankzinnig te zijn geworden. Door de politie te Utrecht zijn Maandag in arrest genomen een man en eene vrouw die zich op behendige wijze hadden meester gemaakt van eene som van 160 aan bank- en muntbiljetten, toebehoorende aan een gepasporteerd O.-I. militair, Elzasser van geboorte, die door dezen diefstal van de middelen verstoken is om naar zijn geboorteplaats terug te keeren. Gistermorgen bemerkten eenige in- gezetenen van Schipluiden in de vaart van het dorp het lijk eener vrouw. Nadat het aan den wal gebracht was, werd aan de tallooze gissingen wie zij zijn mocht ten laatste een einde gemaakt door II. v. S. en zijn kinderen, die in de ongelukkige hun echtgenoot en moeder herkenden. Slechts kort te voren had zij het huis verlaten om eenige be zigheden aan het water te verrichten. Waarschijn lijk heeft de hevige wind haar het evenwicht doen verliezen. Overeenkomstig het programma had gisteren de beproeving plaats van den spoorweg door Rotterdam. Het was eene beproeving zegt de „N. R. Ct." ook voor hen die de waar nemingen hadden op te teekenen, of in verschil lende betrekking verplicht of geroepen waren van den loop der dingen aanteekening te houden, spoorweg-autoriteiten, ingenieurs, aannemers, leve ranciers, leerlingen van de polytechnische school te Delft enz. Hevige wind en zware regens maak ten aan die allen het leven ondraaglijk en wel op zoo verregaande wijze, dat het geen ijdele phrase is, wanneer we de hoop uitspreken dat de individuën niet minder dan de bruggen en via ducten de „beproeving" zonder ernstig nadeel zullen hebben doorstaan. Uit dezen wensch blijkt reeds dat de bruggen en viaducten de proefne ming zegevierend zijn te boven gekomen, een feit, dat zonder twijfel algemeen met vreugde zal wor den vernomen. De beproeving ging toe als volgt Tien locomotieven met hare tenders bewogen zich over de baan, in twee gelederen geschaard en voor de overbrugging van Koningshaven en Maas brug nog versterkt met zes goederenwagens, over de twee rijen locomotieven verdeeld, elk met 10,000 kilo spoorstaven bevracht. Langzaam, nauw merkbaar rolde deze dubbele trein (400,000 a 500,000 kilo zwaar) een kleinen afstand voort, om telkens vijf, tien, of vijftien minuten halt te houden, en ten slotte langs de geheele baan een terugrit te wagen met eene snelheid van tien meter in de seconde. Wij constateeren met ge noegen dat de spoorwegbruggen en viaducten door Rotterdam dermate aan deze geduchte beproeving hebben weerstand geboden, dat de doorbuiging langs de Maasbrug op het zwakste punt nog slechts 22 millimeter bedroeg, zoodat het maximum van doorbuiging, dat bereikt mocht worden, door de tien locomotieven met haar tenders en zwaar be laden waggons, niet kon worden geconstateerd. Voor de Rotterdammers was het feit van betee- kenis en tevens eene gebeurtenis, die op zich zelf groote belangstelling moest wekken, om de eerste locomotief midden door de stad te zien rijden. In spijt van weer en wind waren dan ook velen in de Boompjes bijeen, ten einde den eersten trein zij het dan een beproevingstrein boven de rivier te zien zweven. Terloops zij aangestipt dat, voor het ondenkbaar geval dat een ongeluk mocht gebeuren, eenige voorzorgsmaatregelen waren ge nomen. Verscheidene roeibooten hielden zich in de onmiddellijke nabijheid van de Spoorwegbrug in beweging; we meenen aan»den wal ook eene reddingboot te hebben opgemerkt verstandige maar gelukkig noodelooze voorzorgen. Omstreeks I uur een geweldige hagelslag. Daarna bleef de wind nog heerschappij voerenmaar het was droog en nu ook was een goed deel van de be volking als met een tooverslag op straat. Een dichte, opgeruimde, levenslustige volksmenigte be woog zich allerwegen. Vooral in de nabijheid van de Beurs, op het Westnieuwland (waar enkele vlaggen waren uitgestoken), op het Steiger, de Hoogstraat, achter de Groote Kerk en op het Weenaplein zag het zwart van de menschen. Tegen den tijd (3 u. 25 m.), waarop de beproe- vingstreinen in vliegende vaart terugkeerden, merkte men op het boveuperron van het station aan de Beurs ook vele dames op. Het schouw spel, dat de tien voorbijsnellende locomotieven boden, maakte algemeen indruk. Te Maassluis is gisternacht door het openschuiven van een raam en inklimming bij den broodbakker De Hoog een bedrag van p. m. ƒ600 aan comptanten ontvreemd. De dief stal moet hebben plaats gehad uit een chiffon nière, staande in de onmiddellijke nabijheid der bedstede, waarin de bewoners ter ruste lagen. De politie doet ijverig onderzoek. Ten aanzien van het mislukte te watei brengen van het droogdok op het eiland Amsterdam in Ned.-Indië, deelt de „Soerabaya-Courant" van II December het volgende mede: Het dok is niet gekanteld, of met zijn eene zijde in het zand terechtgekomen, maar staat nog altijd stevig en wel vierkant op de helling. Ziehier hoe kt hiermee is gegaan. In verband met deu lagen waterstand was de tijd voor het afloopen van het dok bepaald des nachts. Te middernacht van den 4den op den 5den te midden der enorm» vuren die ter verlichting op het terrein rondom het dok waren ontstoken, en in het bijzijn van de 800 werklieden, werden de klinken weder weg geslagen, de vijzels van achteren aangedraaid, en statig en geleidelijk zette zich het gevaarte in beweging en gleed, fantastisch verlicht door de vlammen en hel afstekend tegen den donkeren hemel, onder opgewonden hoera's vijftig voet naar beneden, waar het tot aller verbazingen teleurstelling zónder schok met een krassend geluid tot staan kwam, met den voorkant nagenoeg reeds het wafer, dat op zijn laagst was, rakende. Niemand kon zich het raadsel verklaren, dat zich bij onderzoek echter weldra oploste. De zaak was deze. Om hel gevaarte op de rails te houden, of liever om de bovenbalk die met het dok medeglijden moest, te beletten van de onderbalk af te glijden, waren de onderbalken aan de binnenzijde van een planken rand voorzien. De voorziening bleek niet sterk genoeg geweest te zijn, om het dok te beletten van den rechten weg af te wijkentegen het einde der vijftig voet begon het af te draaien, doch zoo weinig, dat men het van buiten af niet bespeuren kongenoeg evenwel om te maken, dat de balken, die met het schip medegleden, van de onderbalk afvielen, zoodat het schip zelf in een eenigszins schuine richting op de vaste stelling kwam t* rusten en niet verder gleed. Men zal er nu toe moeten overgaan om het schip opnieuw te stutten op blokken, en dan de stelling er onder te ver plaatsen, zoodat zij weder volmaakt in de lengte-as van het eenigszins schuin op zijn eerste ri»hting staande schip komen. De aannemer is naar wij vernemen voor den richtigen afloop van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2