KOLONIËN.
I
duizenden jaren gereinigd was, liet men het op
schrift en de wandteekeningen copieeren en zond
ze naar den bekenden onderzoeker, dr. Birch, die
tot het resultaat kwam dat hier eenmaal de biblio
theek van den grooten tempel van Ramses II be
waard werd.
Het is een groot ongerief voor hen
die met de riemen roeibooten in beweging bren
gen, dat zij den rug moeten toekeeren aan de voor
zijde der boot. Om dit te verhelpen, heeft een
Amerikaan een merkwaardige uitvinding gedaan,
in den geest' van het ei van Columbus. Op de
tentoonstelling te Philadelphia vond de heer L.
C. Dudok de Wit een prospectus met teekening,
waaruit de practische toepassing der uitvinding
-duidelijk werd. Hij nam die teekening mede naar
Amsterdam en liet een model makennaar dat
model wordt de toepassing op grooter schaal ge
reedgemaakt en eerstdaags zal men op den Amstel
de uitvinding in practijk zien brengen. Een roeier
zal dan in een gewone boot, waarvan de kop in
de richting van den Omval ligt, plaats nemen
met zijn gelaat naar den Omval gekeerd; hij zal
de handvatsels der riemen in beweging brengen
in de richting van de Hoogesluis, en toch naar
den Omval varen. Dit wordt bereikt door een
hefboom aan den roeiriem met een handvat in
beweging te brengen.
Te Portsmouth zijn in den laatsten
tijd herhaaldelijk proeven genomen met een uit
vinding van zekeren Marchant, waardoor minder
kolenverbruik met grooter krachtsontwikkeling
bij stoommachines verkregen is. Nadat de stoom
zijn werk in den cilinder verricht heeft, wordt deze
weder in den ketel gepompt, om opnieuw gebruikt
te worden. Die proeven schijnen bevredigende
resultaten gehad te hebben. Een machine, die
zonder den tcestel in 6 uren 1176 pond kolen
verbruikte en met 84,747 paardekracht werkte,
verbruikte met den toestel slechts 1158 pond,
terwijl de paardekrachten 164,129 werden. Boven
dien vermindert de toestel het gevaar van springen.
De heeren dr. Nohl en G. Van Hees
te Boxmeer geven het volgende beproefde middel
op om het verrotten der aardappelen tegen te gaan.
De uit den grond komende aardappelen, zieke en
gezonde, worden gedurende een half uur in op
geloste chloorkalk en water gelegd, in verhouding
van 1 tot 100, en vervolgens in soda en water.
Men spoelt ze daarna met water af en laat ze in
de lucht drogen. Na dit gedaan te hebben, kan
men de aardappelen zonder gevaar voor rotten op
zolder of in den kelder bergen. Een half kilo
chloorkalk en een half kilo soda zijn voldoende
voor 250 kilo aardappelen.
De gebouwen, waarin de tentoonstel
ling te Philadelphia is gehouden, zijn verkocht.
Het hoofdgebouw, dat 1,600,000 dollars heeft
gekost, bracht 250,000 dollars op; de annexen
voor de mineraliën 1000 dollars (kostprijs 19,000)
enz. enz. In 't geheel werd twee en een half
millioen dollars waarde voor nog geen 300,000
dollars verkocht.
U c c h I a li e ii.
Voor de rechtbank te Deventer stonden Dinsdag
vijf jongelingen terecht ter zake van het zooge
naamde „nieuwjaar-schieten". Het O. M. eischte
schuldigverklaring aan het dragen van bij de wet
verboden vuurwapenen, met veroordeeling tot een
geldboete van f 8 voor ieder en met verbeurd
verklaring der in beslag genomen zakpistolen.
De gepensioneerde militair Jan Kort te
Zwolle, die sedert jaren in groote oneenigheid
met zijne vrouw en stiefdochter leefde, waardoor
meermalen vechtpartijen, verwondingen en nachte
lijke burengeruchten ontstonden, is door de arrond.-
rechtbank te Zwolle wegens poging tot moord
naar den procureur-generaal bij het gerechtshof te
Arnhem verwezen, omdat hij op den 6den December
jl. getracht heeft zijne stiefdochter, Klazina Ter
Horst, met een mes dood te steken.
Dinsdag stond voor het gerechtshof te Am
sterdam terecht Louiza Rozina Colet, weduwe van
M. A. Eriebels, beschuldigd van in den avond
van den 25sten September 11. den inspecteur van
politie H. C. Th. Van Riemsdijk met voorbe
dachten rade en geleiderlage zoodanig te hebben
verwoud, dat. hij daardoor een beletsel om te wer-
Jten heeft bekomen gedurende meer dan 20 dagen.
Ter terechtzitting werden gehoord 8 getuigen
b. charge en 1 getuige h décharge De beschuldigde
verklaarde, dat zij in nauwe betrekking tot dien
inspecteur had gestaan, totdat die door hem werd
verbroken, zoodra hij met een andere weduwe
een dergelijke relatie had aangeknoopt. Zij erkende
dat zij uit minnenijd op bovengemeiden avond den
inspecteur met een fleschje vitriool in 't gezicht heeft
geworpen, waardoor hij aan hals en aangezicht eenige
kwetsuren heeft ontvangen. Zij ontkende echter
dat opzettelijk te hebben gedaan, hebbende zij het
fleschje toevallig in haar zak, omdat zij dat ge
bruikte tot het wegbranden van een wrat. Het bestaan
van die wrat werd door een getuige geconstateerd.
Volgens verklaring van den inspecteur had zij
hem opgewacht toen hij van het bureau der 2de
sectie aan de Oudebrug zich op bedoelden avond
begaf naar de Keizersgracht bij de Brouwersgracht,
waar de weduwe woonde bij wie hij thans aan huis
verkeerde. Zij had hem van daar gevolgd tot bij
de Brouwersgracht, hem toen gevraagd om de
afgifte van een paar brieven en daarop den ge
deeltelijken inhoud van het vitrioolfleschje in het
aangezicht geworpen. Üp een vraag van den ver
dediger, mr. Ph. A. Haas, erkende de inspecteur
zijn vroegere intieme betrekking tot besch.dat
hij haar had leeren kennen, toen hij haar, bij
het uitgaan der Salon des Variétés van den heer
Judels, had achtervolgddat hij eenigen tijd in
het bezit was geweest van den huissleutel van besch.,
dag en nacht tot hare woning den toegang had
en een paar honderd gulden tot betaling van
schulden van haar had geleend, die hij haar
intusschen bij het afbreken der relatie had terug
gegeven. De verdediger legde het hof een brief
over, waaruit van die betrekking nader het een en
ander kon blijken.
De advocaat-generaal mr. Op ten Noort achtte
de ten laste gelegde feiten volkomen bewezen, ook
met het oog op de door haar vroeger voor den
commissaris van politie afgelegde verklaringen
omtrent haar wraakgevoel jegens den inspecteur.
Spreker vond in de houding en gedragingen van
dien ambtenaar tegenover haar, alsmede in haar
vroeger gunstig gedrag, aanleiding om in ruime
mate op de toepassing van verzachtende omstandig
heden aan te dringen en requireerde tegen haar
eene veroordeeling tot eene cellulaire gevangenisstraf
van zes maanden.
De advocaat mr. Haas begon met te wijzen op
de veelbewogen levensgeschiedenis van zijne reeds
tamelijk bejaarde cliënte. Daaruit bleek o. a. dat
haar man te Parijs was doodgeschoten, toen tijdens
het bestuur van president Thiers, in 1871, de
regeeringstroepen de Commune tenonderbrachten
en Parijs binnendrongen. Hij had zijn geheele,
vrij aanzienlijk vermogen bij zich en werd, toen
hij met zijn vrouw in een winkel in de Rue
Rivoli was ingeloopen, op het zeggen van een
winkeljuffrouw, ten onrechte voor een „Prussien"
en zijn vrouw voor eene „pétroleuse" aangezien,
gearresteerd, van zijne effecten beroofd en binnen
een uur gefusilleerd. De vrouw kwam bij nader
onderzoek vrij. Het Eransche gouvernement heeft
haar later 20,000 franken, bij wijze van schikking,
teruggegeven. Die ongelukkige vrouw nu had
weder eenigen levenslust opgevat, sinds zij den
inspecteur had liefgekregen. De vreeselijke teleur
stelling over zijn latere houding jegens haar was
oorzaak, dat zij in drift het haar ten laste gelegde
feit heeft bedreven, doch zonder eenige premeditatie.
Pleiter gaf eenige verklaring van hetgeen aan het
feit was voorafgegaan. Haar jaloezie was opgewekt
door een gesprek, tusschen twee dienstboden barer
mededingster den bewusten avond gehouden, terwijl
zij zich met het fleschje vitriool in den zak ter
zake van haar wrat naar den dokter begaf. Pleiter
betwistte de blijkbaar subjectieve opvatting van
den commissaris van politie in deze en trachtte
voorts aan te toonen dat ook niet was bewezen
het beletsel om te werken gedurende meer dan
20 dagen. Het hof bepaalde de uitspraak op Dinsdag
30 dezer.
BATAVIA, 23 December.
In het mail-overzicht van het „Bat. Handels
blad" leest men het volgende: „De jongste be
richten uit Atjeh luiden niet zeer gunstig. Van
regeeringswege ontvangen wij welwillend het vol
gend telegram, den 16den dezer door den civj,
en militairen bevelhebber van Atjeh afgezoaj
„Radja Simpang Olim gevlucht en vervallen
klaard, premie gesteld op uitlevering,
Moeda Angkassa door huurlingen van radja
pang Olim vermoord. Ketoea's Simpang Olim,
bevolking, schijnen welgezind. Berichten no
kust bevredigend." Derhalve is de onderwet
van den radja niet verkregen en onze bondge
in den strijd tegen Simpang Olim om het 1(
gebracht. Een onzer correspondenten in A
deelde mede, dat de inlandsche hulpbenden a
onderwerping der hoofdplaats aan 't rooven n.
gegaanwellicht maakt dit feit den moord u
verklaarbaar.
Het „Algemeen Dagblad" deelt mede, dai
adsistent-resident Kaathoven den troonopvo'.
die als krijgsgevangene was achtergebleven,
vrijheid stelde, verwachtende dat hij met zijn vi
zou terugkomen, maar beiden bleven weg.
adsistent-resident K. heeft blijken gegeven
lichtgeloovigheid en gemis aan menschenkei
Het is toch zoo zeldzaam, dat een gevangene
gegeven woord nakomt om in gevangenschap ti
te keeren, dat wij steeds roemen op onzen Be
en onzen Hambroek. Aan ageeren valt voorlo
in Groot-Atjeh niet te denken. De aanhoud
regens hebben het land onder water gezet er
is weinig bevorderlijk voor de gezondheid,
getal zieken aan koorts en buikziekte zou
1500 bedragen."
In het mailoverzicht van het „Algem. 1
blad" leest men het volgende: In het hoofdk
tier van den bevelhebber der Zuidooster-!
den kolonel Van der Heyden, was aanwezi
Atjehnees Njahim, die als gids en tevens als s
dienst deed. Te Lambaroe maakte Njahim
aan een belangrijken diefstal schuldig; hij
gevat en onderzocht, en daar verschillende gesl
voorwerpen in zijn bezit gevonden werden,
kolonel Van der Heyden last hem gevange
zetten, eene commissie benoemende om de
te onderzoeken. In arrest zijnde, verzocht Nj:
den volgenden dag, 23 September jl., tegi
uren 's avonds, buiten de benting te mogen
laten worden; dit werd hem door den comi
dant van de wacht toegestaan, onder een gewa
geleide van een korporaal en twee soldaten,
gens rapport van den korporaal, zou Njahim
getracht hebben te ontvluchten en werd hij i
volge het bestaand consigne doodgeschoten,
dit voorval maakte de benting-commandant,
joor Mekern, melding aan den kolonel, die
generaal Wiggers van Kerchem te Kotta-R
hiervan schriftelijk kennis gaf. Ziedaar nu
feit, gelijk het werkelijk heeft plaats gehad,
ziehier wat daarop is gevolgdZekere van
vijand overgeloopen Arabier Saïd-Ali, die oo!
spion dienst deed, maar tijdens het gebeurde
Njahim niet te Lambaroe was, diende een kl
in tegen kolonel Van der Heyden, inhoudende
Njahim op last van den kolonel, zonder vorm
proces, voor een geladen stuk geschut was geboi
en door dezen hoofdofficier eigenhandig werd d<
geschotenOp deze ongehoorde aanklacht
welke de adsistent-resident Kroesen als eene
van gewicht behandelde en den generaal Wig
van Kerchem ter hand stelde, werd kolonel
der Heyden, van geen onheil of kwaad beu
een paar dagen later naar Kotta-Radja opgeroi
en vernam daar uit den inond van zijn chei
een ernstige zaak de monsterachtige beschuldii
welke door den spion Said-Ali tegen hem
ingebracht. De verontwaardiging van den was
gen kolonel laat zich maar al te goed begrijpen. I
werd door den chef aangezegd, dat hij voorloi
te Kotta-Radja zou blijven, dus als arrestant,
dat de zaak ten ernstigste zou worden onderzo
Hiertoe werden in commissie benoemd de In
nant-kolonel chef van den staf Mever en
adsistent-resident Kroesen
Welk een eer werd den kolonel Van dsr Hey
als tweede persoon te velde aangedaanGenoei
commissie begaf zich naar Lambaroe, hoofdki
tier van den kolonel, die zich thans als gedu
gen gast bij den opperbevelhebber bevond,
kapitein Van Baer, die wegens ongesteldheid
den majoor Mekern waarnemend benting-comir
dant was, had de fermiteit de commissie niel
erkennen, te minder daar een burger als on<
zoekend lid tegen zijn afwezigen kolonel opt: