A". 1877.
N°. 5196.
Maandag
22 Januari.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BE RICHTEN.
„Onze Leidsche Vereeniging voor militairen,
.voor zoover ons bekend is, de oudste in
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.06.
Iedere regel meer0.17^.
Groolere letters naar plaatsruimte.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet van den
lijden Augustus 1861 (Staatsblad n°. 27) allen, die volgens
art. 15 dier Wet voor de nationale militie behooren te
worden ingeschreven (zij die op den 1sten Januari hun
I9de jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in
1858), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en
Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den
Bisten Jannari; dat bij ongesteldheid, afwezigheid of
ontstentenis van den militieplichtige, zijn vader, of is deze
overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn
voogd lot het doen van die aangifte verplicht is; en dat
overtreding van het aangehaalde art. 18, krachtens art.
183 der meergemelde wet, wordt gestraft met boete van
f 25 tot 100.
Voor hen, die verzuimden zich op de door het Gemeen
tebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden,
wordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter
gemeente-secretarie, van 's voormiddags 10 tot 's namid-
lags 3 uren, op iederen werkdag, tot en met den 31sten
Januari aanstaande, op welken' dag het register van in
schrijving, des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt ge
sloten.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
sifgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 13 Januari 1877.
LEIDEN, 20 Januari.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de rechten de heer D. A. Van
Manster van Heuven, geb. te Nijmegen, na ver
dediging van Stellingen.
Donderdag 15 Febr. e. k. zal door het bestuur
der spoorwegmaatschappij LeidenWoerden wor
den aanbesteed1°. het maken en stellen van den
metalen bovenbouw voor de bruggen van den
spoorweg LeidenWoerden; 2°. het maken van
de aardebaan, onderbouw der kunstwerken enz.
van dien spoorweg (aanwijzing op het terrein wordt
gedaan 6 en 7 Febr. te Leiden 's voormiddags te
10 uren buiten de Wittepoort,)3°. het leveren
sran 43,500 eikenhouten dwarsliggers en 1936
stuks eikenhout voor wissels.
Z. M. heeft benoemd in het 3de militie-
district van Zuid-Holland tot voorzitter van den
militieraad voor de lichting der nationale militie
tran 1877 K. N. Hengeveld, lid der prov. staten
tot zijn plaatsvervanger Mr. A. A. Van Bergen
[Jzendoorn, lid der prov. staten; tot lid Mr. R.
r. Bijleveld, lid van den gemeenteraad van Leiden;
x>t militair lid den majoor Weier en tot zijn
plaatsvervanger kapt. Van der Plas, beiden van het
4de reg. infanterie.
De majoor J. Brakel, voormalig consul te
Venezuela, is bij het leger hier te lande ingedeeld
m A la suite geplaatst bij het 4de reg. inf.de
2de luit. H. A. Potter, van het depot 4de reg.
,nf. te Gouda, is bij het 4de bat. van dat reg.
ie Haarlem en de 2de luit.-kwartiermeester J. A.
Sieuwiller, van het 6de reg. inf., bij het depot
ran het 4de reg. te Gouda overgeplaatst.
Uit de door het departement van koloniën
nedegedeelde opgaaf van officieren enz., overleden
ia evacuatie uit Atjeh, blijkt o. a. het overlijden
ran den te Leiden geboren fuselier G. W. Van
Putten, van het 8ste bat. inf., den 26sten October
e Paya Combo.
Door den heer Mr. S. Le Poole worden,
Mar aanleiding van een onderhoud met den eersten
Luitenant van het vijfde Westfaalsche Ulanen-
regiment aangaande het „Te Huis voor militairen"
ier,| eenige mededeelingen gedaan, waaraan wii
het volgende ontleeneu
ons vaderland genoemd mag worden, voldeed in
den beginne niet aan al de vereischten, zoo
dat daarom in het najaar van 1874 tot reor
ganisatie besloten werd, en zich eene com
missie vormde, die een circulaire verspreidde:
„aan alle belangstellenden in het welzijn van den
militair". Zij deelde daarin mede, dat zij iets
begeerde te doen voor de jongelingen, die voor
korter of langer tijd als militair in garnizoen
liggen. „De jongelingen" zeide zij „be
hoeven eene plaats, waar zij, na volbrachten dienst
op alle uren van deu dag welkom ziju, als in
hunne ouderlijke woning; want hoevele plaatsen
staan er voor den militair niet open, waar hij
willens of onwillens afleiding zoekt in zijn ledige
uren, maar waar alles er op aangelegd is om in
hem de zaden eener Christelijke opvoeding te ver
stikken, en hem tot een dronkaard en speler of
erger nog te maken."
Om hem voor die plaatsen te bewaren, hem
er zooveel mogelijk aan te onttrekken, wenschte
zij den militair een „Te Huis" te bezorgen, waarin
een zit- en leeskamer, een plaats voor gymnastische
oefeningen, spelen, couranten en boeken te vinden
zijn. "Voor de oprichting daarvan werd een som
van duizend gulden noodig geacht, doch aan de
verwachting der Commissie door de inkomende
giften en contributiën van het eerste jaar niet
voldaan, zoodat zij hare wenschen moest opgeven
maar toch, dankbaar voor de betoonde ondersteu
ning, besloot, met eenige wijziging in hare plan
nen, voort te gaan. Dit deelde zij later in een
tweede circulaire mede, waarin zij tevens kennis
gaf, dat het haar gelukt was de lokalen van het
wijkgebouw op het Levendaal ter barer beschik
king te krijgen, evenwel slechts voor drie avonden
in de week, en dus als eene voortzetting van de reeds
bestaande bijeenkomsten der Vereeniging voor
militairen op het Schachtenhof. Het is in dit
wijkgebouw, dat wij sedert de oprichting, op 24
Januari 1875, met ouze weinige militairen samen
komen. Zij vereenigen zich daar op Woensdag-,
Zaterdag- en Zondag-avond in twee geschikte
lokalen, waarvan het eene als lees-, speel- en
conversatie-zaal, het andere als groot auditorium
voor de voordrachten kan aangemerkt worden.
Die voordrachten duren doorgaans een uur en zijn
meestal van stichtelijken aardeen eenvoudig woord
uit deu Bijbel, naar de behoeften van den militair
wordt er gesproken, waarbij op twee avonden in
de week twee of drie leden der commissie voorgaan,
in welke totnutoe een officier zitting hadis
één dier leden niet aanwezig, dan een sergeant
majoor, tevens president van de Vereeniging voor
militairen. Maatschappelijke voordrachten worden
er, hoewel zelden, ook gehouden, wanneer ons een
ontwikkeld sergeant bezoekt; dit stellen wij op
hoogen prijs, want, evenals bij het leger, is bij
onze Vereeniging een goed kader van het hoogste
belang. De opkomsten zijn zeer verschillend, en
hangen af van wachtdienst, ziekte of verlof, en in
den zomer van den oefeningstijd der miliciens,
vooral van die der infanterie. Vóór de voordrachten
wordt in de conversatie-zaal gerookt, een of ander
spel gespeeld of een courant gelezen, terwijl na
of gedurende de voordrachten, die in de groote
zaal gehouden worden, koffie gepresenteerd wordt.
De contributie voor deze kleine versnapering was
vroeger 5 cents per week, maar zij werd afgeschaft,
omdat zij in sommige gevallen de opkomst der
militairen in den weg stond, vooral wanneer zij
achterstallige schuld hadden; nu is bepaald, dat
er op iedere vergadering een busje aanwezig zal
zijn, waarvan de bijdragen, niet zot als vroeger
voor een liefdadig doel, maar voor de Vereeniging
zelve zullen strekken. En deze laatste mededeeling
brengt ons geleidelijk tot liet bespreken van den
geldelijkeu toestand der Vereeniging. Wij komen
wel nauwelijks toe, want aan zaalhuur moesten
wij in het eerste jaar 300, in het tweede jaar
ƒ250 betalen; maar toch heeft ons nog niets
ontbroken, en hebben wij alle onkosten bij de
oprichting, als: meubelen en [spelen, circulaires,
advertentiën en strooibiljetten, en, bij de wekelijk-
sche bijeenkomsten, als: koffie, suiker en melk,
tabak, pijpen eu conciergeloon, totnutoe geregeld
kunnen betalen. Wij doen echter weder een beroep
op de milddadigheid van alle belangstellenden in
het welzijn van den militair; want wij hebben groote
verliezen geleden door het afsterven en het vertrek
van eenige onzer voorname begunstigers, waardoor
onze kas niet ruim voorzien is (nadeelig saldo
31 Dec. 1876 ƒ13.27).
Eu welke zijn nu de vruchten van deze nuttige
geldbelegging onzer begunstigers? Wij kunnen ze
niet berekenenwij kunnen ze niet met juistheid
opgeveu; want wie is bij machte den verborgen
zegen aan te wijzen, dien sommige militairen door
het bezoeken onzer Vereeniging mogen ontvangen
hebben. Wel kannen wij van uitwendige, gunstige
verschijnselen spreken. Wij kunnen vermelden, dat
sommige jongelingen, nu. uit den dienst ontslagen,
ons voortdurend brieven vol belangstelling en
dankbaarheid schrij vendat anderen in hunne
woonplaats en omstreken zelfs geld gecollecteerd
en ons ten behoeve der Vereeniging overgemaakt
hebben; dat bij het opkomen der lichtingen van
vorige jaren velen ons „Te Huis" weder opzoeken
dat verscheidene van hen, die onze Vereeuigiug
bezoeken, als oppassers bij hh. officieren gekozen
worden, en dat eindelijk de bewijzen van dank
baarheid van sommige ouders van militairen, die
van onze inrichting gebruik gemaakt hebben, ons
niet hebben ontbroken.
Wij hopen dan ook op deu ingeslagen weg te
blijven voortgaan, in het geloof dat wij daardoor
vele jongelingen uit den militairen stand tot zegen'
kunnen zijn, en heu daardoor tevens niet minder tot
goede soldaten maken."
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 86101 volwas
sen personen en van 3744 kinderen.
De vereeniging van burgemeesters in de
kantons Alphen eu Woubrugge heeft besloten, om
op de eerstvolgende bijeenkomst der provinciale
vereeniging te Rotterdam een bespreking uit te
lokken over het overladen met werkzaamheden van
burgemeesters ten behoeve van het Rijk, zonder
vergoeding van kosten. Aan de burgemeesters van
Alphen, Koudekerk en Zoeterwoude is opgedragen,
dit punt op de agenda der provinciale vergadering
te doen omschrijven, en casu quo de bespreking
daarover in te leiden.
De pogingen van de vrijmetselaarsloge te
Groningen, om een fonds bijeen te brengen, uit
welks renten een of meer beurzen zullen verleend
worden aan onbemiddelde meisjes, die wenschen en
verdienen opgeleid te worden aan de aldaar onlangs
door het departement van 't Nut opgerichte
kweekschool voor onderwijzeressen, slagen boven
verwachting. Nu reed3 zijn meer dan 9000 loten
(a ƒ1) geplaatst, en de aanvraag houdt nog niet
op, terwijl ook de toezending van fraaie prijzen
voortgaat.
Gisteren is op de werf der Nederlandsche
stoombootmaatschappij te Feienoord de kiel ge
legd voor Zr. Ms. monitor „Matador", welk schip
voorzien zal worden van 2 kanonnen a 28 cM,r