Is T A D S-B ERICHTEN. N\ 5195. A". 1877. Zaterdag 20 Januari. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1A0. Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regelsf 1.06. Iedere regel meerm 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. NATIONALE MILITIE. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 26 der wet van den iOden Augustus 1861, be trekkelijk de Nationale Militie Staatsblad N°. 72); Doen te weten: dat het register vau inschrijving en de alpha- betiiche naamlijst der in 1876 voor de Nationale Militie iuge- schiïvenen van den 20sten tot den 2Ssten Januari e. k. ter Gemeente-Secretarie voor elk ter lering worden nedergelegd; dat bezwaar tegen register en lijst, binnen den tijd der neder- legging, kan worden ingebracht aan den Commissaris des Konings in deze provincie, schriftelijk op ODgezegeld papier, bij den Bur gemeester in te leveren. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsiDg in de Leidsche conrant. Bnrgemeester en Wethouders voornoemd, v. n. BRAN DELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 19 Januari 1877. LEIDEN!, 19 Januari. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van bet stoomschip „Drenthe" van de Rotterdamsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Vlissingen op den 27sten dezer is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van den 26sten en de brieven den volgen den dag, 's morgens per eersten trein te Vlissingen aangekomen te zijn. Door dit stoomschip wordt Padang niet aangedaan. Wij kunuen van de lezing, gisteravond door den heer dr. E. Laurillard van Amsterdam in de Nuts-vergadering met dames gehouden, geen ver slag geven. Toen wij er kwart over zevenen kwa men de lezing zou om halfacht beginnen was de groote zaal reeds zoo stampvol, dat er geen doorkomen in was. Buiten die zaal stonden nog een vijftig a zestig personen, die eveneens in ons lot deelden. We zijn toen nog gebleven tot de spreker optrad, doch er was niets, letterlijk niets te verstaan, zoodat wij ons genoopt zagen onverrichterzake terug te keeren. De Commissie voor de volksvoorlezingen, die, zooals wij vroeger mededeelden, zich voorstelt dezen winter, behalve de gewone bijeenkomsten, vier voorlezingen te doen houden uitsluitend voor de fabriekarbeiders bestemd, zal daarmee a. s. Zondag-avond een aanvang maken. Ds. Van Boekeren, daartoe door de Commissie uitgenoodigd, heeft zich bereid verklaard om in die vier leesavonden zijne bekende novelleIn de Kooi voor te dragen. Achten wij de keuze van het onderwerp gelukkig en ook voor den fabriek- arbeider om inhoud en strekking zeer geschikt, aan den anderen kant is 't nu maar te hopen dat de heeren industrieelen hunne onderhoorigen zul len aansporen er heen te gaan. Voor de eerste maal r toch zal, om het vreemde der zaak, eene aansporing 'allicht niet overbodig zijn. Later als de fabriek arbeider er smaak in krijgt, en dat hopen we dat spoedig zal zijn, zal hij er van zelf wel heengaan. 3 Voor de internationale tuinbouwtentoonstel ling en het congres, in dit jaar te Amsterdam te houden, zijn nog een nieuw programma voor voortbrengselen uit het plantenrijk (katoen, tabak, t kina, meekrap, indigo, caoutchouc, vetten, vluchtige oliën, plantaardige grondstoffen voor papier, granen, 'cachou, vanille, rabarber en sassaparille) en een supplement-programma uitgegeven. Aanmelding van inzending behoort vóór 1 Maart a. s. te geschieden aan den algemeenen secretaris, of, zoo de inzen dingen buitengewoon veel plaats vereischen, vóór 1 Februari a. s. De plechtige opening der ten toonstelling zal plaats hebben op 12 Aprilde ventoonstelling duurt waarschijnlijk tot 13 Juni. „Het zedelijk ideaal en het politieke leven van Nederland" is de titel van n°. 1 van eene serie maandelijksche brochures over staatkundige en maatschappelijke onderwerpen welke, onder leiding van den heer D. C. Nijhoff, zullen ver schijnen bij de firma Blom en Olivierse te Culemborg. In deze eerste brochure heeft de heer Nijhoff ge tracht het politieke leven van Nederland te toetsen aan de eeuwige beginselen van waarachtige zedelijk heid, en daarmee tevens de beginselen uitgesproken die hem op den duur bij zijn arbeid zullen bezielen. Naar zijn inzien heeft de publieke opinie meer dan ooit in onzen tijd behoefte aan ernstige voorlichting. Zal menigeen het niet in alle opzichten met den schrijver eens zijn, deze eersteling is alleszins ver dienstelijk van stijl en lezenswaard van inhoud. Den 13den der volgende maand zal van het koloniaal werfdepot naar het Nieuwediep vertrekken een detachement suppletietroepen, sterk 200 man, benevens 8 onderofficieren, om dienzelfden dag te embarqueeren aan boord van het via Suez naar Java vertrekkende stoomschip „Celebes". Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den majoor der art. van het O.-I. leger W. A. Van Son en tot medegeleide zijn bestemd de kapt. der inf. A. Ilekmeyer, de 1ste luit. der inf. A. Hering, de 1ste luit. der caval. E. J. Gelderman en de 2de luit. der inf. J. C. Bel, allen van het O.-I. leger. De majoor Van Son en de kapt. Hekmeyer keeren van verlof naar Java terug. Den 16den dezer heeft te Brussel de onder- teekening plaats gehad eener nieuwe overeenkomst tusscken Nederland en België tot wederkeerige uitlevering van misdadigers. Blijkens een officieel bericht, bij de regee ring uit Londen ontvangen, heeft zich de veepest geopenbaard onder eene lading runderen, uit Ham burg in de haven van Deptford aangebracht. Door de Pruisische regeering is den 17den dezer be kend gemaakt dat de uitbarsting der veepest on der den veestapel eener suikerfabriek te Brieg in Silezië officieel geconstateerd is. De ziekte was aangebracht door een tranport ossen, aangekocht op de veemarkt te Breslau. Aan de hoogeschool te Groningen is tot doctor in de rechten bevorderd de heer S. C. H. Piccardt CHz., geboren te Adorp. De luit.-ter-zee 1ste kl. W. J. A. Nolthe- nius, gedetacheerd bij den marine-torpedodienst, wordt met den 20sten dezer op nonact. gesteld en vervangen door den luit.-ter-zee 1ste kl. C. H. De Goeje, en het bevel over het marine-torpedo vaartuig opgedragen aan den luit.-ter-zee 1ste kl. M. E. Reeringh, terwijl de luit.-ter-zee C. H. De Goeje met 1 Februari wordt vervangen door den luit.-ter-zee 1ste kl. W. C. A. Zicgenhirt von Rosenthal; de luit.-ter-zee 2de kl. H. R. J. J. Thorbecke wordt met 1 Febr. geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. Eerste Kamer. Na discussie over de afdeeling waterstaat is hoofdstuk V aangenomen zoomede de hoofdstukken VI en V1I6 met nage noeg eenparige stemmen, alsook de begrootiugen van Suriname en Curasao. Morgen zijn de hoofdstukken oorlog en koloniën aan de orde. Z. M. heeft benoemd tot controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen te Purmerende, C. T. Knotterbelt, thans ontvanger der in- en uitgaande rechten teVlissin- gen; te Bedum (residentie Onderdendam) D.Van Nievelt, thans adjunct-controleur der gemelde mid delen te Rotterdam. Z. M. heeft aan H. P. J. Smit, dienaar van politie 3de kl. te Amsterdam, als blijk vau goedk. en tevredenheid wegens de redding van een drenkeling aldaar op 22 November jl„ toe gekend de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift; tot leeraar aan de rijkskweekschool voor onderwijzers te Middelburg benoemd: met ingang van 1 Maart, Ph. Ranck Lz., te Amster dam met ingang van 1 Febr. W. M. Morren, te 's-Hertogenboschaan den lsten luit. D. L. J. De Bruyn, van het 8ste reg. inf., op zijn ver zoek, een eervol ontslag verleend uit den milit. dienst; ter zake van de 1ste expeditie tegen Atjeh alsnog benoemd tot ridder 4de kl. van de milit. Willemsorde, den luit.-ter-zee 1ste kl. H. A. Schippers, en dat wel bijzonder wegens zijn ge drag bij het gevecht nabij den grooten missigit op 12 April 1873. Gemengd Nieuws. Men bericht aan het „Vaderland" uit Katwijk-aan-Zee van 17 dezerToen hedenmorgen de ouders hun kinderen naar de bewaarschool zouden brengen, was en bleef de inrichting ge sloten, zoo ook de daaraan verbonden woning vau de onderwijzeres. De politie werd hierop attent gemaakt, die spoedig tegenwoordig was, doch op het schellen of kloppen aan de deur kwam geen antwoord. Bij het binnentreden der woning vond men een verwarden boel en was de onderwijzeres met haar echtgenoot vertrokken. Op de tafel lag een stuk papier waarop stond: „men zoeke onze lijken in het 'Oegstgeestsche kanaal." Allerlei vreemde geruchten zijn in omloop. Men meldt uit Emmen van 17 dezer: Aan de grenzen, nog even op Nederlandsch grond gebied, moet tusschen rijksambtenaren en eenige smokkelaars een ernstig gevecht hebben plaats gehad. Men zegt dat een bekend sluiker, wonende in de provincie Groningen, doodelijk gekwetst is. Bij een te Wateringen gehouden vei- ling eener huizinge, werd onder de verkoops-con- ditiën de bepaling opgenomen, dat in het te veilen pand ten eeuwigen dage geen tapperij, herberg, kroeg of sterkedrank-nering zal mogen gehouden worden. Een treurig ongeluk viel Woensdag voor in de werkplaats van een steenhouwer te Arnhem. De meesterknecht en magazijnmeester, J. W. Kriebo, bevond zich daar om de verplaat sing te besturen van eenige zerken. Door de verplaatsing van een zerk vielen eenige andere, die tegen elkaar stonden, omver en op Kriebo, die zoo zwaar gekneusd werd, dat hij weinige uren na van onder den steenhoop te zijn bevrijd, bezweek. Omtrent de zandverplaatsing in het Noordzee-kanaal meldt men nog dat door het openzetten van de groote sluisdeuren, terwijl er een harde oostenwind blies, het water zoo sterk viel, dat de grond aan den zuidelijken oever van het kanaal over eene lengte van ruim 1500 meter werd weggenomen, ten gevolge waarvan het kanaal, dat reeds op een diepte was van 7.50 A.P., werd teruggebracht tot p. m. 6.50. M. Buiten de schade aan den zuidelijken oever zijn geeue aan zienlijke verliezen aan het materieel toegebracht, hetgeen als eene bijzonderheid aangemerkt wordt, in aanmerking nemende, dat de stroom zoo hevig was, dat een schip, voor de Velserbrug liggende, van zijne trossen werd losgerukt en met zulk eene kracht tegen de brug aandrong, dat mei bet niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1