daartoe de namen der leerlingen voor, die, naar een bepaalden maatstaf, tot een hoogere klasse wer den bevorderd, waarmede 't vorig jaar 't verslag eindigde. Dat vond men toen boos en de kinde ren zetten een zuur gezicht. Vroeger toch was dezen altijd iets bijwijze van prijs in banden gegeven. Ook commissarissen vonden 't treurig, maar 't kon niet anders. De middelen ontbraken. Nu schijnen de omstandigheden ook al te ver anderen men wil de prijsuitdeelingen afschaffen. Hooggeleerde en edelachtbare heeren beweren dat de kinderen boven prijzen moeten verheven zijn. Spreker is met commissarissen niet van dit ge voelen. De hemel beware er voor, dat 't ook hier ingang zou vinden. Hij erkent wel degelijk het nnt er van. Ze oefenen een goeden invloed op de kinderen uit. Zooveel de geldelijke om standigheden het dan ook toelieten en naar den maatstaf van vlijt, vorderingen en goed gedrag zouden prijzen worden toegekend. Daar door was de uitreiking er van nog wel wat be perkt en zagen commissarissen zich genoodzaakt ook aan eenigen eervolle vermeldingen toe te kennen. Overgaande tot de prijsuitdeeling, richtte hij zonder een wanklank te willen doen hooren vooraf nog een woord tot hen die geen prijzen zouden ontvangen, en wees allen op de verplich tingen die zij aan hunne onderwijzers hadden. Met een woord van dank tot dezen voor hunne opofferingen, eindigde spr. zijn toespraak, die voor de jeugd op zeer bevattelijke wijze was ingericht,, menigmaal den lachtlust opwekte en aan het slot luide werd toegejuicht. Van verschillende vereenigingen waren com- missiën tegenwoordig. Bevorderd zijn van de 1ste naar de 2de klasse de leerlingenE. M. J. Krulder, H. Vlaanderen, H. Oudshoorn, M. E. Van Dijk, E. J. Plemp, M. H. Plorijn, J. Proot, G. A. Hessels, Ch. Holswilder, W. J. Van Benten, G. Schretlen, G. Renaud, J. M. Oudshoorn, M. P. Oudshoorn, W. C. Blanken, T. T. Duiverman, K. A. Hoefftcke, A. J. Van Dijk, J. G. Dirkse, J. A. Van den Laar, C. Roodenburg, J. F. L. Hoefftcke, P. J. Burgersdijk, H. W. Blöte, A. Stallinga, P. Stal linga, L. Veldhuyzen, P. Visser, J. K. De Haan. Van de 2de naar de 3de klasse de leerlingen: C. J. Van Ewijk, A. F. De Haas, D. S. Dries- sen, C. Oudshoorn, L. J. Blanken, B. J. M. Stallinga, E. J. Smit, S. Paters, A. S. Smulders, C. Bremmer, E. M. M. Binnendijk, G. T. Van Eldik, H. Van Nifterik, S. M. Hasselbach, M. J. E. Van Eldik, W. Van Dorsten, R. Levedag, P. J. Hasselbach, J. C. A. Binnendijk, M. De Haas, J. Cornelissen, J. T. Quant. De volgende leerlingen werden eervol ver meld, als lste klasse. M. Japikse, II. Vlaanderen, M. J. Rodbard, H. Oudshoorn, C. J. A. Van den Bosch, A. T. C. Simouis, J. E. Westdijk, H. L. J. "Westdijk, J. Quant, J. Proot, C. Bernard, J. Steenhauer, M. P. Oudshoorn, A. T. Oostdijk, W. C. Blanken, W. J. Steygerwalt, K. A. Feïix, W. A. Couvée, T. W. G. Veldhuyzen, J. T. Terburgh, G. Renaud, C. Roodenburg, P. J. Burgersdijk, P. Stallinga, L. Veldhuyzen, J. De Haan, N. Van de Wal. 2de klasse. C. J. Van Ewijk, C. Oudshoorn, A. C. H. Martin, G. H. Van de Wal, J. De Graaf, C. P. Brutel de la Rivière, G. T. Van Eldik, G. Rogge, L. Couvée, H. J. E. Couvée. 3de klasse. M. M. E. Van Hartrop, A. M. Groeneveld, C. J. S. M. Dikshoorn, C. Groen, A. J. Schmier, M. A. Rogge, C. A. Bock, F. G. Oudshoorn, J. H. Meerburg, H. J. Meerburg, B. G. Wassenaar, D. H. Terburgh, H. C. Meerburg. Prijzen werden uitgereikt aan lste klasse. E. M. J. Krulder, M. C. J. Levedag, M. E. Van Dijk, E. J. Plemp, A. C. Plemp, M. H. Florijn, G. A. Hessels, Ch. Hols wilder, W. J. Van Benten, G. Schretlen, J. M. Oudshoorn, T. T. Duiverman, J. M. Felix, A. J. "Van Dijk, J. G. Dirkse, J. A. Van de Laar, A. J. Van de Laar, H. W. Blöte, A. Stallinga, P. Visser, M. De Graaff, J. K. De Haan. 2de klasse. A. T. De Haas, D. S. Driessen, L. J. Blanken, E. J. M. Stalliuga, E. J. Smit, S. Paters, A. S. Smulders, C. Bremmer, E. M. M. Binnendijk, S. C. Van Loghem, M. E. De Ruiter, H. Van Nifterik, S. M .Hasselbach, M. J. E. Van Eldik, M. J. Veldhuyzen, S. S. Ballego, C. Holswilder, M. II. Schloman, D. Smit, M. L. Van Essen, A. M. Pander, L. C. H. Springer, B. Van Dorsten, M. Van Linden, J.P. DeJong, C. J. Kapteyn, J. M. Boekwijt, M. H. Cornelissen, H. Van Dorsten, R. Levedag, P. J. Hasselbach, J. C. A. Binnendijk, M. De Haas, J. Cornelissen, E. C. J. Kindt, E. II. Proot, J. F. Quant, J. A. M. Rijk. 3de klasse. G. E. M. Blankwaart, A. M. M. Welvaars, M. Blanken, J. E. Rodbard, P. C. S. De Balbian, E. H. Felix, E. J. Oudshoorn, M. W. Terburgh, A. Boekwijt, M. C. Van Ewijk, J. J. De Haas, A. Stallinga, M. M. Duivermau, A. E. Bremmer, E. J. Levedag, A. J. Van Loghem, R. A. Driessen, C. B. Renaud. De „Staatsct." behelst een kon. besluit van 12 dezer waarbij, met vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 16 Augustus 1.1., aan Th. van der Velden Jr., hulponderwijzer te Amsterdam, de vergunning wordt verleend tot het gelijktijdig waarnemen der bediening van onderwijzer in den godsdienst bij de Vereenigde Doopsgezinde gemeente aldaar. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Nieuwediep naar Batavia, heeft 18 dezer van Suez de reis voortgezet; de „Hampton", van Rotterdam naar Java, is den 18den te Southamp ton gearriveerd. Zr. Ms. schroefstoomschip „Samarang", on der bevel van den luil.-ter-zee lste kl. D. J. Weis, is den 18den dezer te Vigo aangekomen. Heden zijn in de Tweede Kamer beraadslagin gen gevoerd over het hoofdstuk oorlog. De minister heeft den toestand der verdedigingsmiddelen bloot gelegd en daarbij de schaduw- en lichtzijde doen uitkomen. Hij riep de ondersteuning en mede werking der Kamer in en deed een beroep op de vaderlandsliefde. Daarop werd langdurig beraad slaagd. De beeren Van Houten en BreJius zijn bepaaldelijk tegen om financieele redenenandere leden, waaronder de heer De Roo, voor. Op het slot ontstond een politiek debat tusschen leden van verschillende richtingen. Morgen is de behande ling der artikelen aan de orde. Z. M. heeft, met ingang van 20 dezer, benoemd tot plaatsverv. kantonr. te Zuidbroek, mr. M. G. L. Jorissen, procureur bij de arrond.- rechtbank te Winschoten; benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Horst, M. T. T. H. F. F. Coenders te Maastricht; den vice-admiraal J. M. I. Brutel de la Rivière, met den laatsten Januari a. s„ eervol ontslagen uit de betr. van directeur en commandant der marine te Amsterdam, onder dankbetuiging voor zijne, in die betrekking be wezen diensten, en vervangen door den schout-bij nacht J. Van Gogit; den adjunct-commies bij de directie der marine te Willemsoord L. F. Over de Linden, met ingang van 1 Januari e. k., be vorderd tot commies; overgeplaatst bij het reg. grenadiers en jagers de lste luit. A. E. Mooyaart, van het 7de, W. B. J. Duycker, van het 5de, T. W. J. Buys, van het 7de, de lste luit.-adj. J. Van Maaren, van het 3de, de lste luit. H. A. Calkoen, van het 8ste, G. A. De Bruyn, van het 4de, jhr. J. P. Bloys van Treslong, van het 2de, jhr. D. R. Gevers Deyuoot, van het 4de, P. A. Van der Muelen, van het 7de, J. A. C. Apol, van het 4de, en de 2de luit. J. R- Boissevain, van het 8ste, en E. K. J. V. Van Muiken, van het 7de reg. iuf.bij den staf van de art. benoemd tot magazijnm. lste kl. te Nijmegen, den kapt. R. Ver schoor; aan de voor den dienst in Indië bestemde soldaten J. Laurent en J. F. P. Weill, van het kolon. werfdepot, vergund het dragen, eerstgen. van de zilveren medaille voor milit. verdiensten, hem door wijlen keizer Maximiliaan van Mexico toegekend, en van de Fransche medaille, voor het deelnemen aan de expeditie in Mexico, en laalst- gemelde van de Duitsche medaille ter herinnering aan den veldtocht in 1870/71; den 2den luit. bij het corps mariniers C. M. E. R. C. Von Bose, op zijn verzoek, met uit. Dec. eervol uit die betr. ontslagen, en benoemd tot 2den luit. bij de inf. in Ned.-Iudië; aan W. Suermondt Wzn., koopman te Batavia, vergund het aann. der onderschei- dingst. van ridder der orde van de kroon van Italië; aan den O.-I. hoofdambtenaar R. A. Sijt- hoff, laatstelijk hoofdinspecteur der cultures in Ned.-Indië, thans met verlof hier te lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari e. k., eervol ontslag verleend uit 's lands dienst met toekenning van pensioenaan den vice-admiraal J. M. I. Brutel de la Rivière opgedragen de be trekking van commandant der zeemacht en chef van het departement der marine in Ned.-Indië, ter vervanging van den daarmede belasten vice- admiraal F. L. Geerling. Gemengd Nieuws. Een tamboer te Bergen-op-Zoom heeft een soldaat zoo hevig met het deksel van een eetketel in het gelaat geslagen, dat de man be wusteloos neerviel en per brancard naar het hos pitaal moest vervoerd worden. De wond, die ter hoogte van de slaap van het hoofd is toegebracht, schijnt echter niet zoo gevaarlijk te zijn als men aanvankelijk meende. De tamboer is voorloopig in arrest gesteld. Naar aanleiding van een bericht, over beklemming van twee stoombooten in het kanaal, schrijft de correspondent van het „Handels blad" uit IJmuidenDonderdag den 7 December 11., waren de stoomschepen „Castor" en „Metro politan" in de groote schutkolk alhier geschut en zouden naar Amsterdam opstoomende „Castor" lag min of meer vooraan, omdat dit stoomschip de kolk het eerst was binnengevarende „Metro politan" iets meer naar achteren, bij het openen der sluisdeuren om te vertrekken; nu wilde de laatst genoemde stoomer de „Castor" voorbijvaren; hier door kwamen de schepen op het breedste gedeelte van hunne afmeting naast elkander, en hoewel de groote sluis alhier eene wijdte heeft van 18 meter, voor deze handeling bleek zij te nauw, ten minste de stoomers zaten dra vastgevaren tusschen de muren der sluis als een wig in het houtmen bracht spoedig eenige lading van voren naar ach teren aan boord van de „Metropolitan", hierdoor rees het voorschip en werkte zich los, zoodat de „Castor" en zijn Engelsche lotgenoot des namid dags te een uur heenstoomden, na bijna twee uren te hebben vertraagdde scheepvaart is echter in het geheel niet gestremd, door de kleine sluis werden onafgebroken de naar zee bestemde schepen geschut, waaronder ook de „Rembrandt"terwijl er van uit zee geen enkel schip gedurende den tijd der verstopping is binnengekomen. Een der gelijk voorval had Zondag den lOden dezer plaats; het fregat „Flevo" kwam binnen van Londen; de Engelsche sleepboot „Anglia" had het schip tot binnen de hoofden gebracht, waar de sleepboot „Zuiderzee" de taak overnam; de „Anglia" liet los, de „Flevo" ankerde enz.oogen- blikkelijk was het gerucht uitgestrooid dat de „Flevo" vast zat, gestrand was, leelijk zat enz. en door wie werd dit gerucht verspreid? door lieden wien dit grootsche kanaal een doorn i9 in het oog en die uit naijver het trachten te schaden. Aan de Groninger couranten werd dezer dagen het bericht ontleend, dat voogden van het Groene weeshuis aldaar de vrouwelijke weezen gedwongen hadden haar lang hoofdhaar te laten afsnijden. Een inzender in de „Groninger Ct." geeft thans betreffende deze zaak de volgende inlichtingenIn de laatste jaren was meer en meer bij de dienstboden de tegenzin tegen het oorijzer toegenomen. De groote meerderheid heeft zich reeds van dit provinciaal hoofdtooisel ontdaan, laat de haren groeien en kapt zich als de vrouwen en meisjes uit de niet dienende standen. Die tegen zin nu is ook doorgedrongen tot de weesmeisjes, welke buitenshuis dienen. De eene na de andere liet het haar groeien en verwisselde het oorijzer met eene muts. Maar bij dien anderen hoofdtooi kwam ook gaandeweg meer opschik in de overige kleedij, en dit werd van dien aard, dat bij de voogden voor en na klachten inkwamen over de toenemende weelde in de kleeding der dienende weezen. Om hieraan nu een einde te maken, be paalden de voogden, dat de aan hunne zorg toe vertrouwde weezen ook in diensten buitenshuis het oorijzer moesten blijven dragen. Er waren echter onder de hier bedoelde weezen, die het. gebod in den wind sloegen. Tegenover dien onwil wilden de voogden hun gezag handhaven. Op een. keer dat allen weer in het gesticht bijeen waren, werd de kapper ontboden en werd de weesmeisjes aangezegd, dat wie zich niet goedwillig de lange haren liet knipp>en, niet weer naar haar dienst mocht terugkeeren, maar in het weeshuis zou blijven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2