■volgen: „Weled. Heer! Hedenavond omstreeks
halfzeven ging een jongen naar het Postkantoor
en werd zoodanig van een hond geheten in het j
heen als dat het been zoo stijf werd dat hij bijna i
niet meer kon gaan. Het was een hond van een i
student, de jongen kreeg een rijksdaalder, en de 1
student is met hem naar een geneesheer geweest. I
Of de wond nu gevaarlijk is dat weet ik niet,
maar mijns inziens zou ik het beter achten zoo
een hond af te maken als hem maar zoo te laten j
loopen, wellicht tot erger schade voor het inensch-
dom." De taalfouten zijn er uitgehaald.
In de Marnixstraat te Amsterdam is
een gedeelte van een steiger gebroken, die voor
een in aanbouw zijnd huis was geplaatst. Twee
werklieden vielen op straat; een hunner brak een
been en werd naar het gasthuis vervoerd.
Omtrent den brand te Gij beland ver
neemt men nader, dat de beide in de asch ge
legde hofsteden werden bewoond door de land
bouwers De Graaf en Van Houwelingen. Niet 30
maar 22 stuks vee, 1 varken, 1 giet, hooi enz.,
werden eene prooi der vlammen. Vier huisgezinnen
zijn zonder dok. Hoewel de oorzaak tot dusverre
nog onbekend is, schijnt er aan kwaadwilligheid
gedacht te moeten worden.
Woensdag-avond, tijdensde bewoners
zich kerkwaarts hadden begeven, is te Zwijndrecht
inbraak gepleegd bij De Klerk in de Molensteeg.
De dief of dieven hebben ongeveer 150 aan
geld medegenomen, doch de gouden en zilveren
lijfsieraden onaangeroerd gelaten. Kennelijk waren
zij met de lokaliteit goed bekend, daar zij anders,
zoo men zegt, het laatje, waarin het geld geborgen
was, niet zoo gemakkelijk zouden hebben ontdekt.
Dat bij sommige mensclien ge ene vuur-
wapens zijn vertrouwd, is dezer dagen weder te
Ruischerbrug gebleken op eene wijze, die zeer
treurig had kunnen afloopen. Een jongeling van
Kropswolde bevond zich 's avonds ten huize van
eene oude vrouw en vertoonde een revolver, dien
hij, naar men zegt, te Groningen moet gekocht
hebben. Voor de aardigheid loste hij een schot,
waardoor een hond, die zich op een stoel vlak
naast de oude vrouw had neergevleid, zoodanig
werd getroffen, dat het beest het uit jankte van
pijn. Op het hooren van het schot snelde de
brigadier der rijksveldwacht B. Garrels, die zich
juist ter plaatse op surveillance bevond, de woning
binnen en sommeerde den knaap hem het vuur
wapen af te geven. Deze weigerde en hierdoor
ontstond er eene worsteling tusschen beiden, die
natuurlijk eindigde met de overgave. Toch ging
onder de worsteling nog een tweede schot af,
waardoor gelukkig niemand werd getroffen. Van
dit feit. is aangifte gedaan bij den officier van
justitie te Groningen. De brigadier heeft in-
tusschen zijne rechterhand vrij ernstig bezeerd.
Uit Parijs wordt het volgende voor
val door een ooggetuige medegedeeld. De dochter
van den koopman B., een even schoon als bemin
nelijk meisje van 19 jaren, ging eenige dagen
geleden door de rue de Rivoli, toen zij eensklaps
zonder eenig geluid te geven in elkander zonk.
Alle pogingen om haar tot het leven terug te
roepen mislukten; schijnbaar dood moest zij
naar het huis hater ouders worden gebracht.
Een spoedig te hulp geroepen geneesheer deed alles
om de levensgeesten weder op te wekken. Eens
klaps trok de bijzonder slanke leest van het
meisje zijn aandacht en toen men de kleederen
losmaakte, kwam een fijn bewerkt lederen korset
te voorschijn, dat het lichaam zoodanig omklemde
•dat dit in zijne functies gestoord was geworden.
De kunst van den geneesheer vermocht niets meer
en het meisje is in de schoonste jaren van haar
leven als een slachtoffer der mode gestorven.
Een dagblad van Parijsmeldtdateen
kapper aldaar plotseling zinneloos geworden is,
terwijl hij bezig was met een klant te scheren,
en zich zeiven een zware wonde aan den linker
pols heeft toegebracht. De klant mag zich inder
daad wel gelukwenschen, dat hij er zoo heelshuids
is afgekomen!
Ree h t z a k e u,
Bij het brengen van de verschillende gemeente
instellingen van weldadigheid te Amsterdam onder
één algemeen bestuur, genaamd burgerlijk arm
bestuur, deed zich de vraag voor, of het Burger
weeshuis te Amsterdam een zelfstandige of een
gemeentelijke instelling was. Heeren regenten der
genoemde, inrichting beweerden het eerste, het ge
meentebestuur het laatste, hetwelk op dien grond
bij gelegenheid van bovengenoemde organisatie in
1870 de regeling van het Burgerweeshuis opge
dragen had aan het algemeen burgerlijk armbestuur.
Hiertegen kwamen heeren regenten op, die bij de
rechtbank te Amsterdam vroegen, dat het Burger
weeshuis zou geacht worden te belmoren onder
instellingen, door bijzondere personen of door bijzon
dere niet-kerkelijke vereenigingen geregeld en be
stuurd. Die eisch was op 23 en 25 September
1873, namens heeren regenten, door mr. Molster
toegelicht. Nadat deze eerst de twee gronden van
niet-ontvankelijkheid, door het gemeente-bestuur
opgeworpen, besproken had, nl. 1°. de berusting
van heeren regenten in 1856, bij de invoering van
het reglement, welke niets afdoet, omdat men ver
keert op het gebied van staatsrecht, waarop geen
berusting van partijen bestaat, daar overeenkom
sten en berustingen van particulieren het staats
recht niet kunnen wijzigen, en 2°. de bewering:
„gij regenten, aangesteld door het gemeentebestuur,
kunt niet procedeeren tot verandering van een
toestand, waaraan gij juist uwe rechten ontleent",
verdedigde hij de gegrondheid der vordering.
Mr. A. Brugmans bestreed deze meening en toonde
aau, dat het Burgerweeshuis, in 1520 opgericht,
van den oorsprong af een stedelijke inrichting
geweest was, die aan de gemeente aanzienlijke
sommen gekost had. Den 23sten December 1873
wees de rechtbank vonnis en ontzeide, overeen
komstig de uitvoerige conclusie van het O. M.,
mr. T. Verloren van Themaat, den eisch. De
gronden van niet-ontvankelijkheid door gedaagde
opgeworpen, verwierp de rechtbank, maar met
het gemeentebestuur was zij hel eens, dat de
burgerlijke overheid het weeshuis steeds had
bestuurd en nog bestuurde en het een gemeente
lijke instelling was. Heeren regenten kwamen van
dit vonnis in hooger beroep, en het was hierop
dat het Amst. hof gisteren recht deed. Overeen
komstig de conclusie van den advocaat-generaal
mr. Kist, besliste het hof, dat de appellanten
hunnen eisch niet bewezen hadden, dat het Bur
gerweeshuis steeds geweest was een gemeentelijke
instelling, door de gemeente bestuurd waartegen
het feit, dat in 1854 de gemeentelijke, subsidie
had opgehouden, niets afdoet. Het vonnis
der rechtbank werd alzoo bekrachtigd, met ver
oordeeling van de appellanten in hunne hoeda
nigheid in de kosten.
Nadat Woensdag de pleidooien in zake het
proces tegen den rentenier Hallo te Arnhem waren
afgeloopen, werd nogmaals de huisknecht onder
vraagd. Hij bleeft bij zijne verklaringen volharden,
in weerwil hij met den meesten ernst op het onhoud
bare er van gewezen was. De rechtbank ging
daarop nogmaals in raadkamer en beval dat hij
in hechtenis zou worden genomen en een instruc
tie wegens valsch getuigenis tegen hem zou
worden gevoerd. Hij werd terstond gearresteerd.
Bij de verdediging van den heer H. zelf, betoogde
Mr. J. Van Gigch dat er geen zweem van bewijs
voor diens schuld bestond en concludeerde, bij
gebrek van alle bewijs, tot vrijspraak. De uit
spraak is bepaald op 27 dezer. Ook deze zitting
werd door een groot aantal dames bijgewoond.
Voor het gerechtshof in Den Haag stonden
gisteren terecht een 39-jarige schoenmaker en
zijn 22-jarige vakgenoot, beschuldigd van het
vervaardigen en uitgeven van valsche geldstukken.
Voor beiden werd een veroordeeling tot tucht
huisstraf van 5 jaren en twee boeten van f 50
geëischt. Donderdag a. s. zal uitspraak gedaan
worden.
De criminecle kamer van het gerechtshof
te Amsterdam requireerde gisteren, nadat de advo
caat-generaal mr. W. G. Op ten Oort, in den
breede getracht had aan te toonen dat de wegvoering
van het 16-jarige meisje, naar het roomseh-katho-
liek gesticht „De goede Herder" was geschied met
bedrog en misdadig opzet, bij monde van dezen
tot schuldig verklaring van A. M. Adolfs en veroor
deeling tot een cellulaire gevangenisstraf van 3
maa iden. De verdediger, mr. Van Ogtrop, vestigde
de aandacht op de omstandigheid dat de recht
bank de beschuldigde buiten vervolging had ge
steld en dus een andere meening geopenbaard dan
het hof in raadkamer. Hij wees verder op bet
lofwaardig motief en trachtte aan te toonen dat
hier niet was eenig bedrog of misdadig opzet,
terwijl ook zijns inziens juridisch niet vaststond
dat het meisje was ontvoerd aan den persoon,
die volgens het Burgerlijk Wetboek de ouderlijke
macht over haar kon uitoefenen. Na re- en du
pliek bepaalde het hof de uitspraak op Woensdag
20 December e. k.
BUITENLAND.
i-Vss nbci-ijlx-
De president-minister Jules Simon heeft giste
ren in de Kamer en den Senaat tene verklaring
afgelegd, waarin hij, na betuiging van het leed
wezen van den ministerraad over het uittreden
van de heeren Dufaure en Marcère, de verzeke
ring heeft gegeven, dat het Kabinet zich verant
woordelijk stelt voor en eensgezind is in het doen
eerbiedigen van den republikeinschen regeerings-
vorm door alle ambtenaren, en de toepassing van
de beginselen der vrijheid van geweten. „Ik bied
u geen programma aan," zeide hij in de Kamer.
„Dat behoeft gij niet, noch wat mij betreft, die
sedert lang deel neem aan het staatkundig leven,
noch wat mijn vriend Martel, noch wat de aan
gebleven ministers betreft. Ik ben volbloed repu
blikein (toejuichingen van de linkerzijde en het
centrum) en ik ben volbloed conservatief (toe
juichingen op dezelfde banken en die der rechter
zijde); gehecht aan de beginselen van gewetens
vrijheid en bezield met eerbied voor den godsdienst.
Het kabinet zal een parlementair kabinet zijn.
Wij hebben daartoe slechts te volgen het voorbeeld
van den eersten magistraat der republiek. Wij zijn
eensgezind onder elkander en eenstemmig met de
meerderheid van het parlement. Wij willen de
handhaving en definitieve vestiging der republi-
keinsche constitutie. Wij zullen aan de verschillende
takken van dienst zulk een eenheid geven, dat zij
elkander onderling zullen steunen in het gemeen
schappelijk werk. Het is niet genoeg, dat de
ambtenaren stipt de bevelen uitvoeren, zij moeten
ook door hun gedrag het voorbeeld geven van
eerbied voor de regeering. Wij zijn voornemens
daaraan de hand te houden. Erankrijk wil geen
beroering, het wil arbeiden in kalmte en vrede.
Daartoe vragen wij uwe medewerking." (Toe
juichingen).
België.
Volgens particuliere berichten moet er te Brussel
ten gevolge van het voorgevallene met de „Union du
Credit" eene buitengewone agitatie heerschen. Het
publiek is woedend. De heer Malou heeft beloofd,
maatregelen te nemen. Er is een consortium be
noemd om de regeling der betalingen gemakkelijk
te maken. Een der leden van de directie zou zich
van kant gemaakt hebben.
De directeuren der aldaar gevestigde groote finan-
cieele inrichtingen zijn gistermiddag tegen 3 uren bij
den miuister van financiën ontboden, om te dienen
van raad in den door de zaken der Crediet-Vereeni-
ging teweeggebrachten toestand.
Groot- Hritanniö.
Het gerucht betreffende eene ineensmelting van
de met elkander wedijverende oude en nieuwe
Amerikaansche onderzeesche telegraafkabels, dat
reeds herhaalde malen is verspreid, blijkt zich
thans te zullen bevestigen. Het gevolg daarvan
zal zijn, dat het publiek, zoowel aan deze als
aan gene zijde van het Kanaal, voorlaan zijne
depêches duurder zal moeten betalen.
Oostenr.- Hong. Monarchie.
Kossuth heeft een brief aan den afgevaardigde
Simonyi geschreven, waarin hij als zijne meening
te kennen geeft, dat elke vergrooting van Ruslands
macht nadeelig is voor de belangen der Oosten-
rijkscli-Hongaarschc monarchie. Deze. brief van den
voormaligen dictator van Hongarije wordt vooral
daarom gunstig opgenomen door de pers, omdat
Kossuth thans blijk geeft belang te stellen in de
welvaart van het vereenigd rijk, terwijl hij vroeger
slechts bij uitsluiting van Hongarije sprak.
Zwitserland.
De Bondsvergadering heeft tot Bondspresident
voor 1877 gekozen den tegenwoordigeu vice-pre
sident Heer en tot vice-president den heer Schenk,
lid van den Bondsraad.