LEIDSOH DAGBLAD. [V. 5145. Zaterdag A°. 1876 18 November. aar Met 1 December begint een nieuw kwartaal Tan het LEID9CH DAGBLAD. Zij die zich alsdan op deze Courant wen- schen te abonnecren, ontvangen de nog tot dien datum verschijnende nummers gratis. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke INommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PKIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regcla1.05. Iedere regel meera 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. N TA J> S-Ii E RICHT E M. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 8, 1ste alinea, der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad nö. 95) tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen vergunning is verleend aan AaRON TAV GELDEREN en zijne rechtverkrijgenden, lot het oprichten van eene Slachterij in het huis aan de Haarlemmerstraat Np. ^15, en aan de firma YERVOORT en Van CRANENRURGH en hare rechtverkrijgenden tot het oprichten van eene wolspinnerij met sloomvermogen in het perceel aan de Kaiser- straat Wijk 1 N°. 10« ter uitbreiding van de fabriek aan het Rapenburg N°. 107. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving doorplaat sing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Weihouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 17 November 1876. „ZIJN BH ZOOP" EEN NIEUWE UITGAVE. 't Was een gelukkige gedachte van den uit gever den heer P. Gouda Quint, firma Is. An. Nijhofl' en Zoon te Aruhem, een nieuwe editie te bezorgen van een werk, zoo populair onder ons geworden, dat alleen reeds de titel er van een spreekwoordelijke beteekenis heeft verkregen. „Zijn er zoo?" niet waar onwillekeurig komt een glim lach uw gelaat verhelderen bij liet hooreu van die woorden alleen. Ge denkt terstond aan iets typisch, iets kernachtigs. Uitverkocht zijn en reik halzend naar een nieuwe uitgave doen uitzien is voor zulke populaire werken vrij wel hetzelfde. Zij worden gekocht om gelezen, om bekeken te worden, en niet alleen de tijdgenoot, maar elk volgend geslacht verlangt er het eigendom van in dat opzicht mag men ze gerust „classiek" noemen. Jammer dat, waar het plaatwerken geldt gelijk de „Schetsen uit de portefeuille van Alexander V. Id.", de prijs in den regel te hoog is om ze onder veler bereik te brengen. Doch ook hierin is de nienwe uitgave een verbetering te noemen dooreengerekend toch, komt elke plaat slechts op 30 cents te staan. Bovendien zijn sommige schetsen gezuiverd van die enkele smetjes en vlekjes, die er in de eerste editie ontegenzeglijk op waren aan te wijzen. Ziehier wat Alexander V. H. zelf daaromtrent zegt aan het hoofd van het tweede deel„Maar meOch, val mijn eenvoudige schetsen niet te hard want wees er van overtuigd, dat zij in mijzelven al een heel strengen onbarmliartigen criticus vinden. De beenen van dat liggend heer op Te veel b. v. zijn te kort, die krankzinnige houdt haar linker arm op een onmogelijke wijze, en nu wees maar stil, ik heb ze overgeteekend." En zoo zijn we onwillekeurig tot de platen zelf gekomen; en waarlijk, bij het doorbladeren van „Zijn er zoo?" wordt, het letterlijk onmugelijk nu en dan een uitroep van verrassing of bewon dering terug te houden, een lach van gulle vroolijk- heid te bedwingen of wel weerstand te bieden aan dat dieper gevoel, dat u overmeestert bij de beschouwing van zoo menige prent, die 't bewijs levert, dat de kunst in waarheid 't gemoed veredelt. Naar binnen dan, burgers en buitenluiKomt, ziet en oordeeltWant aan de hand van den populairen teekenaar kunnen wij u ook een kijkje laten nemen op het Nederlandsclie volksfeest bij uitnemendheid, op de kermis. Lang nadat alle kermissen zulleu zijn afgeschaft, zullen „Poffertjes" en „Poffers" van Alexander V. H. den nazaat nog herinneren aan de genietingen van een eer zaam ouderpaar, door hun viertallig kroost naar het geurig paleis eener welgedane pofl'ertjesbakster voortgetrokken, of aan de keerzijde der medaille, duidelijk merkbaar aan den voorsten jongen, die met een verdachte beweging den vinger in den mond steekt en wiens krampachtig tegen het lichaam gedrukte linkerhand bewijst, dat het in zyn binnenste vrij oproerig gesteld is. Moeders dichtgenepen neus getuigt niet meer van veel vatbaarheid voor het straks nog zoo welriekend gebak, en even verklaarbaar is de hardnekkigheid waarmee de knoopeu van vaders vest de daarvoor bestemde openingen blijven schuwen, 't Is geen toeval, maar een blijk van de fijne opmerkings gave van den teekenaar, dat terwijl op de eerste plaat het meisje aan vaders, het jongske aan moeders hand voorthuppelde, op de tweede schets in de „ure der benauwdheid" het meisje de toe vlucht heeft genomen tot moeder, terwijl de weer barstige knaap aan vaders hand nauwelijks is voort te krijgen. Maar we stappen van de kermis af, na in het voorbijgaan nog een blik te hebben geslagen op de „hossende" dienstmaagden, die een aanspre ker „in de maling" nemen, en zonder dien ouden heer onopgemerkt voorbij te gaan, die „waarach tig geen zuig heeft" om zijn sigaar aan te steken, of wel Maar waar zouden we eindigen? Doch ja, we spraken ook van het veredelende der kunst ook in deze schetsen. Een enkel voorbt „.Als knaap", „Als jongeling", „Daarna" 't is onmogelijk ze te beschouwen zonder te deelen in het lot van den gebrekkigen knaap, die, tegen dien ouden muur geleund, van verre de spelen zijner makkers gadeslaat, waaraan hij, de kreupele, geen deel kan nemen. Vedel en trom doen zich hooren en noo- den de landjeugd ten dans; 't zijn z'n school makkers van weleer, die koozende paartjesmaar ze hebben geen tijd om naar hem om te zien; ook hij groeide op, maar met hem ontwikkelde zich ook zijn wanstaltige vorm en nog iets de melancholie van den verlatene, al wijkt die trouwe hond, op wiens kop zijn hand rust, ook niet van zijn zijde. „Daarna" de lijkkist in dat sombere en eenzame vertrek, spaarzaam door de stralen der maan verlicht. Ook daar door allen verlatenzelfs de hond is er niet meer en alleen de kruk daar in dien hoek herinnert aan het lijden, dat hij doorstond. Wederom, 't is niet toeval lig, dat ge op elk der drie platen dien kerktoren ziethij rijgt als ware 't de drie levenstijdperken aaneen, aan zijn voet doorgebracht. Zulke werken wekken op tot al wat schoon is, en goed en waar. Mogen ze daarom in menig gezin worden gevonden. De nieuwe uilgave heeft ze binnen veler bereik gebracht. LEIDEN, 17 November. De tweede nntsvergadering met dames was gisteravond niet minder druk bezocht dan de eerste in dit seizoen. De heer Koopmans van Boekeren trad als spreker op met eene zeer onderhoudende lezing over de „Ruime-Consciëntiestraat", en leverde daarbij eerst eene beschouwing over het Leidsche steegje van dien naam en daarna over „die andere, denkbeeldige straat, die als een gordel over de gansche aarde loopt en waarin we meest allen min of meer thuis behooren of waarin we althans een optrekje of een gestoffeerde kamer hebben ge huurd". Met den welmeenenden raad aan zijne hoorders om zoo spoedig mogelijk de huur van die appartementen op te zeggen, besloot de spreker deze lezing, die met inenigen kwinkslag was gekruid. Na de pauze sprak de heer Van Boekeren over „Nutslezingen met dames" en gaf daarbij uit de herinnering van ds. Essing, die „nogal eens zoo hier en daar in het land gelezen had", eenige zeer vermakelijke beschrijvingen van dergelijke bijeenkomsten. Nopens de aanvrage van het genootschap „Mathesis scientiarium genitrix" alhier, om sub sidie uit de prov. fondsen, heeft de commissie uit de prov. staten zich eenparig vereenigd met het voorstel van gedep. staten om aan dat genootschap uit de prov. fondsen eene jaarlijksche subsidie van f 1000 toe te kennen. Betrekkelijk het adres van de heeren Van Hall en Montijn, om verhoogd subsidie uit de prov. fondsen ten behoeve der droogmaking van plassen onder de gemeente Reen- wijk, adviseert de commissie conform liet voorstel van gedep. staten te besluiten, namelijk dat eene tegemoetkoming uit de prov. fondsen worde verleend tot een bedrag van f 100,000, mits door het rijk een subsidie tot minstens gelijk bedrag worde toe gestaan enz. De gemeenteraad van Ouderkerk aan den IJsel heeft benoemd tot hoofdonderwijzer aan de 2de openbare school voor gewoon lager onderwijs dier gemeente den heer M. Van Tol, hulponder wijzer te Katwijk aan Zee. Voor het middelbaar onderwijs zijn gisteren in Den Haag toegelaten de heerenII. Nathans, van Assen, en N. N. van R., voor boekhouden. Afgewezen is één voor Eransche taal- en letterkonde, niet opgekomen één voor Duitsche taal- en let terkunde. Het stoomschip „Holland", van Nieuwediep naar Batavia, is 15 dezer van Southampton ver trokken. Naar men verneemt zal door den minister van oorlog eene poging worden aangewend om de gehuwde militairen van betere woning te voorzien en tevens den Staat de uitgave van belangrijke sommen te besparen. Er zullen namelijk onder handelingen met gemeentebesturen of particulieren worden aangeknoopt tot het bouwen van woningen voor gehuwde militairen, welke woningen door den staat voor een tiental jaren in huur genomen zouden worden. De commissie voor het Asyl ten behoeve van oude en gebrekkige zeelieden te Brielle heeft in eene Woensdag aldaar gehouden bijeen komst het reglement der fundatie vastgesteld, waarvan een der artikelen inhoudt, dat het Asyl voortaan door een commissie van 7 leden zal worden beheerd. Van die 7 leden moeten er 3 te Brielle wonen, kunnen er 4 buiten Brielle ge vestigd zijn. Nog enkele zaken moeten door de thans bestaande commissie worden geregeld, en alsdan gaat de stichting in beheer aan de nienwe commissie over. Tot leden dier commissie zijn gekozen de heeren J. W. Hein, G. T. Lette, H. De Jager en mr. H. Th. De Kanter te Brielle, en de heeren E. H. Kol, mr. H. Waller en mr. C. R. Merkus te Utrecht. De „Staatscourant" bevat het verslag omtrent de aanwinsten van het koninklijk kabinet van penningen en gegraveerde steenen, gedurende het jaar 1875.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1