tijden, laatstelijk op 23 Mei jh, toegekend de bron zen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift. Gemengd Nieuws. Gistermiddag omstreeks halfvijf is de 84-jarige vrouw De J., wonende op de Oostdwarsgracht, op eene jammerlijke wijze aan haar einde gekomen. Zij bevond zich alleen thuis, en waarschijnlijk hebben, toen zij uit den doofpot vuur wilde nemen, haar kleederen vlam gevat. Het ongeval werd ontdekt door eenige barer buren, die rook uit hare woning zagen komen en, naar binnen gaande, slechts een lijk vonden. De heer Rigaud heeft aan het bestuur der Leidsche studentensociëteit een statistiek doen toekomen van het zedelijk en verstandelijk ge halte der studenten, die zijn séance over grapho- logie bijwoonden; ten behoeve zijner lezers ont leent het „Vaderland" daaraan eenige cijfers. Onder Rigauds toehoorders dan had 92 pCt. een gezond oordeel. Wat den smaak aangaat, slechts 8 pCt. had „le goftt vulgaire." Op de 100 waren slechts 4 gierigaards en 4 verkwisters. Slechts 4 pCt. had een slecht karakter. Dit vleiend resultaat, voor de Leidsche „spes patriae" langs grapholo- gischen weg verkregen, zal tevens, naar het „Vaderland" vreest, ten gevolge hebben, dat het er met de bescheidenheid der studenten niet beter zal gaan uitzien; het is daarmede volgens den heer Rigaud vrij treurig gesteld. Werkelijk be scheiden en nederig waren slechts 14 op de 100 toehoorders. Als een bewijs hoe teNoordwijk de landerijen steeds in waarde stijgen, kan dienen, dat dezer dagen een perceeltje bloembollenland, niet eens van eerste qualiteit, ter grootte van 87 aren, publiek verkocht is, met inbegrip van kos ten, voor 6000. Ten gevolge van het ongunstige weder en de gladheid der rails was de geregelde gemeen schap op den Hollandschen spoorweg gisteren gedeel telijk verbroken. Ook aan de telegraafdraden washier en daar menige breuk ontstaan, terwijl op sommige plaatsen zelfs de telegraafpalen door sterke wind rukken als anderszins waren omvergeworpen en de linker baan onveilig hadden gemaakt. Het geheele personeel der maatschappij was zoowel overdag als laat in den avond werkzaam om verschillende hinderpalen te verwijderen en de gemeenschap zoo spoedig mogelijk te herstellen. Vele reizigers ondervonden desniettemin een groot ongerief. De trein o. a. die om 5.43 van hier naar Rotter dam moest vertrekken, vertrok eerst te ongeveer negen uren, terwijl een andere trein, te halfnegen uit Amsterdam vertrokken, hier omstreeks te één uur arriveerde. De telegraaflijnen vertoonden op sommige punten een omvang van 4 decimeter in middellijn, waardoor zich een zware ijsklomp samenpakte, onder wiens gewicht verschillende seinpalen bezweken. De trein, welke te 3.19 hier moest zijn, werd eerst te acht uren te Piet- Gijzenbrug gebracht over een verkeerd spoor; op het linkerspoor kon de stationschef hiermede niet verder komen dan even voorbij de War- mondervaart, en moest toen met trein 18 terug- keeren, om zulks over het rechterspoor te beproevenhij vertrok toen omstreeks 6 uren en kwam te acht uren te Piet-Gijzenbrug aan. Met dien trein moest alle voorzichtigheid in acht genomen worden, daar de gemeenschap met de telegraaf was verbroken en trein 23 ook op dat spoor moest aanko men. De dienst is toen door den stationschef verder geregeld en ongelukken hebben dan ook niet plaats gehad. Trein 14 is heden voor het eerst weder over het gewone spoor vertrokken. Een soortgel ij k ongeluk als dezer ■dagen bij Rijsel plaats vond, had Zaterdag-avond ook nabij Winschoten kunnen gebeuren. Toen voor den trein, die om 5.12 daar moet arriveeren, de sluitboom tusschen Heiligerlee en Eexta reeds gesloten was, kwamen voor dien boom vier stroo- wagens. Men had, omdat de trein nog niet van 't station Eexta „los" was, den moed den sluit boom te openen en over de baan te rijden. Toen de laatste wagen nog op den spoorweg stond, kwam de trein aansnellen en alleen aan een han dig stoppen is het te danken, dat geen vreeselijk ongeluk plaats vond. Een landbouwer te Haastrecht, die Zaterdag-ochtend moest gaan melken, had het ongeluk door de gladheid van een plank, die over een der slooten lag, in het water te vallen. Kor ten tijd daarna heeft men hem levenloos opgehaald. Volgens de „Indépendance" zijn de gedeserteerde Belgische soldaten, die eenigen tijd het bosch van Soignies onveilig maakten en met alle pogingen om hen te vatten spotten, vrijwillig uit hun land geweken om dienst te nemen voor Nederlandsch-Indië en bij de Turken. Zij hebben, zegt dat blad, zeiven zorg gedragen dat deze afloop hunner heldendaden de noodige bekendheid in den omtrek verkreeg. Het schip „Alexandra", dat thans te Chatham wordt uitgerust, en dat, naar men be weert, het schoonste gepantserde schip is dat men kent, zal aan zijn fokkemast eene electrische lamp hebben. Dit toestel zal, met inbegrip van het lichtvoortbrengend werktuig, ƒ12,000 kosten. Deze som, hoewel op zich zelf nogal aanzienlijk, is niet van beteekenis in verhouding tot de waarde van 't schip, dat er meerder veiligheid door verkrijgt. De „Alexandra" nl. heeft zes millioen gulden ge kost. Dit electrisch licht zal tot twee doeleinden dienenin vredestijd om de gevaarlijke kusten, de zandbanken en de zeerotsen op te merken, in oorlogstijd om den aanval der torpedo-sloepen te ontkomen. Daar het gedurig naar alle zijden de zee zal verlichten, moet dit signaallicht onfeilbaar deze gevaarlijke booten in 't gezicht doen krijgen. U e c h t z a U e u, Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan tongerecht alhier van 4 November 1 wegens overtreding op het gebruik van maten en gewichten4 w. het afsteken van vuur werk 2 w. het zitten op een door honden getrokken kar1 w. zonder vergunning in eens anders vischwater te hebben gevischt; 1 w. het maken van nachtelijk burengerucht; 1 w. het rijden in een verkeerde richting1 w. het mishandelen van dieren op den openbaren weg. De arrondissements-rechtbank te Arnhem deed Zaterdag jl. uitspraak in de zaak van den 13-jari- gen schaapherder te Nunspeet, aangeklaagd van in drift zijn 15-jarigen makker P. met zijn zakmes een steek in den buik te hebben toegebracht, ten gevolge waarvan de verwonde negen uur later overleed. De rechtbank vereenigde zich niet met het stelsel van den verdediger dat hier zonder oordeel des onderscheids of in elk geval ten gevolge van wettelijke provocatie was gehandeld, maar ver klaarde den dader schuldig aan moedwilligen dood slag gepleegd door iemand beneden den leeftijd van 16 jaar, met oordeel des onderscheids, even wel onder verzachtende omstandigheden, en veroor deelde den beklaagde tot eene gevangenisstraf van vier jaren, in een verbeterhuis te ondergaan. De beklaagde heeft van dat vonnis reeds hooger beroep aangeteekend. Bij Dijkhuis te Ulrum woonden sedert Mei 1875 o. a. J. D., 23 jaar oud, als knecht, en J. B., 15 jaar oud, als meid. Deze beiden knoopten liefdesbetrekkingen met elkander aan, doch de ouders van het meisje waren er tegen, omdat ze nog zoo jong was. Toch lieten zij hunne dochter in dien dienst, en het meisje bleef tegen den zin harer ouders den jonkman beminnen. Op zekeren avond, in April jl., was J. D. ten huize van de ouders en kreeg twist met den vader, waarbij hij dezen aangreep, sloeg, stompte en op den grond wierp. Het meisje is daarop met J. D. naar het huis van Dijkhuis gegaan, waar zij beiden hunne goederen pakten, om vervolgens te zamen weder te vertrekken, met het doel naar Pruisen te gaan. Te Groningen vernamen zij evenwel, dat zij dan papieren moesten hebben, en omdat zij deze niet hadden en naar den hun gegeven raad luisterden, zijn ze naar Leens teruggekeerd, het meisje naar de ouders. Besch. ontkende de mishandeling, den vader aangedaan, doch bekende met het meisje te zijn heengegaan, er evenwel bijvoegende dat zij hem was nageloopen en hij haar eerst nog had aangeraden niet mee te gaanzij wilde hem echter niet verlaten. De adv.-generaal mr. B. W. N. Servatius achtte de mishandeling, door besch. den vader van het meisje aangedaan, wettig en overtuigend be wezen en evenzoo de schaking van het meisje. Hij requireerde schuldigverklaring aan wegvoering van een meisje beneden de volle 16 jaren en moedwillige mishandeling, en veroordeeling tot eene correctioneele gevangenisstraf van niet langer dan 2 jaren en niet korter dan 3 maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan. Den verdediger, mr. S. v. Haersma Buma, bevreemdde deze ver volging, omdat er geen aanklacht washij bestreed de qualificatie. omdat niet gebleken was dat de wegvoering heimelijk geschied washij achtte ook de mishandeling niet bewezen en concludeerde tot vrijspraak, subsidiair tot de zachtst mogelijke straf. Uitspraak 16 dezer. BUITENLAND. FYankrijk. Bij de beraadslaging der Kamer over de be grooting van buitenlandsche zaken beweerde Proust, dat Prankrijks diplomatieke vertegenwoordiging niet overeenstemt met hetgeen de toestand eischt, en vijandig gezind is tegen Frankrijks instellingen. Decazes wees op de circulaire, die hij aan de kiezers richtte, verklaarde opnieuw dat hij gehecht is aan de instellingen des lands en verdedigde de diplo matie tegen het verwijt, dat zij tegen die instel lingen vijandig gezind is. Ook wees hij aan, welken slechten indruk het in den vreemde zou hebben gemaakt, als er verandering was gebracht in de diplomatie na de verkiezingen van Februari. Twee hoofdstukken van het budget van bui tenlandsche zaken zijn aangenomen. Bij hoofdstuk III heeft de heer Madier Montjau voorgesteld het traktement voor den gezant bij den Paus op te helfen. Hij deed dit voorstel in naam der niet- katholieken en vrijdenkers. Het amendement werd verworpen met 377 tegen 93 stemmen. De overige hoofdstukken zijn vervolgens aangenomen. Heden is de begrooting van Algerië aan de orde. Turkije. Volgens particuliere berichten uit de Turksch- gezinde kringen te Weenen, heeft de Porte eene geheele reeks bezwaren tegen het programma der conferentie en droeg zij haren gezant te Londen op die bezwaren te doen gelden. In de diploma tieke kringen te Weenen begrijpt men niet hoe lord Beaconsfield kon verklaren, dat alle mogend heden het voorstel der conferentie aangenomen hebben, daar in ieder geval het Weener kabinet nog geen besluit heeft genomen. Andrassy heeft zich voorbehouden betreflende Engelands voorstel zich te verklaren, wanneer hij van de begrafenis zijner moeder zal zijn teruggekeerd. Eene dépêche van lord Derby geeft een overzicht van de uiterste pogingen die aangewend zijn om verlenging van den wapenstilstand te ver krijgen. Den 5den October gelastte lord Derby sir Henry Elliot te verklaren dat hij Konstantinopel zou moeten verlaten als de Porte een wapenstil stand mocht weigeren. De Porte stelde daarop een wapenstilstand van zes maanden voor. Schouwaloft stelde de aanneming daarvan door Rusland in twijfel. Derby zegt, dat in weerwil van de gru welen, door de Turken bedreven, de publieke opinie in Engeland zou omslaan, zoodra de natie zou ge- looven dat Konstantinopel bedreigd werd. Rusland. De Russische Staatscourant deelt de rede mede, welke keizer Alexander Zaterdag te Moskou heeft gericht tot de vertegenwoordigers van den adel en de stadsgemeente, en die aldus luidtIk dank u voor de gevoelens, welke gij jegens mij wildet uitdrukken, naar aanleiding van de tegenwoordige politieke omstandigheden, die thans meer opge helderd zijn, en ik ben met genoegen bereid uwe adressen aan te nemen. Het is u reeds bekend, dat Turkije heeft toegegeven aan mijn eisch om oogenblikkelijk een wapenstilstand te sluiten, om een einde te maken aan nutteloos bloedvergieten in Servië en Montenegro. De Montenegrijnen heb ben in dezen ongelijken kamp weder als altijd zich ware helden betoond. Van de Serviërs kan men helaas niet hetzelfde zeggen, trots de tegen woordigheid van onze vrijwilligers in de Servische gelederen, van wie velen voor de Slavonische zaak hun bloed vergoten. Ik weet, dat met mij geheel Rusland de levendigste belangstelling koestert in het lijden van onze geloofs- en stambroederen. Voor mij echter zijn de ware belangen van Rus land het dierbaarst en ik zou tot het uiterste gaame Russisch bloed sparen. Dat is de reden waarom ik heb gepoogd en zal pogen op vreedzame wijze feitelijk verbetering te verkrijgen in den toe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2