LEILSCH DAGBLAD. N°. 5102. Vrijdag A0. 1876. 29 September. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTE JiTIEJf Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. LEIDEN, 38 September. De geneeskundige staatscommissie te Amster dam heeft gisteren het getuigschrift voor het eerste gedeelte uitgereikt aan den heer J. J. Haver- droeze Jr., med. doctorandus. De afdeeling voor wis- en natuurkundige wetenschappen der kon. academie v. w. zal eene gewone vergadering houden op a. s. Zaterdag. Uit de staatsbegrooting voor 1877 blijkt dat de buitengewone hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde alhier Dr. Van Geer en de buitengewone hoogleeraar in de geneeskunde Dr. Dover met het begin van het volgend jaar tot gewoon hoogleeraar zullen worden bevorderd. De buitengewone hoogleeraar Dr. E. Mulder te Utrecht zal ook onder de gewone hoogleeraren worden gebracht. Inde faculteit der geneeskunde aldaar zal een nieuwe leerstoel voor de pathologie en pathologische anatomie worden opgericht. Voors hands zal een inspecteur voor het hooger onder wijs worden aangesteld op een traktement van f 3500. De vier professoren aan de rijksinstelling voor Indische taal-, land- en volkenkunde alhier zullen naar de Leidsche hoogeschool worden over geplaatst bij het in werking treden der nieuwe wet. Met. zekerheid wordt thans gemeld, dat de opzichter over de academische gebouwen het bestek tot wegneming van de schutting om de Ruïne heeft in orde gebracht. Eerstdaags zal dus de publieke verkoop of aanbesteding voor af- _braak dier schutting plaats hebben. Het plan om op de Ruïne een academiegebouw te plaatsen, zal dus weder eenigen tijd uitgesteld worden. Zelfs spreekt men er van, als zou hij de tegenwoordige curatoren weer het plan bestaan om de nieuwe academie te bouwen op de plaats der oude, met bijtrekking van twee daarnaast gelegen gebouwen. Tot leden van de subcommissie alhier voor de in 1877 te Amsterdam te houden ten toonstelling van kunst toegepast op nijverheid en den daaraan verhonden internationalen wedstrijd, zijn gekozen de heereuB. E. Kranlz. P. L. C. Driessen, dr. D. De Loos, mr. S. Le Poole, G. H. Bertrand, K. De Boer Hz. en J. Van den Berg. Den l'lden der volgende maand zal te Moskou de behandeling van het proces tegen dr. Strousberg c. s. een aanvang nemen. Dr. Strous- berg heeft zich, gedurende zijne voorloopige ge vangenschap, met het schrijven van een groot geschiedkundig werk bezig gehouden, waarin hij zijn wedervaren op industrieel en financieel ge bied blootlegt. Het zal, onder den titel van „Dr. Strousberg und sein Wirken, von ihm selbst geschildert", bij den boekhandelaar J. Guttentag (D. Collin) te Berlijn in het licht verschijnen, en naar men verneemt zal eene vertaling er van in liet Nederlandsch bij den heer Sijthoff alhier het licht zien. Naar voorloopige berichten over den inhoud van genoemd werk moet het vele be langrijke bijzonderheden over den gang van zaken hij groote industrieele, vooral spoorwegonderne mingen bevatten. De rede ter godsdienstige opening van het academiejaar der Ütrechtsche hoogeschool door prof. J. J. Van Oosterzee den 2Isten dezer in de Domkerk uitgesproken, tot tekst hebbende Joh. 6 45a, is door het. evangelisch verbond ver krijgbaar gesteld. De strekking er van kan men uit de volgende woorden van de inleiding opmaken „De sleutel tot het laatste woord van ieder weten schappelijk onderzoek ligt ten slotte nergens anders dan tussehen de bladen van dien ouden Bijbel verscholen, waarop thans zoo menig half- en kwart- geleerde met minachting nederziet." Het hooger onderwijs der opperste Wijsheid aan hare bevoor rechte kweekelingen, is het onderwerp der rede, die ongetwijfeld door velen met belangstelling zal gelezen worden, maar waarvoor het hier niet de plaats is om in eene beoordeeling te treden. Op het gisteren te Amsterdam gehouden vierde congres van bestuurders en voorstanders der vereenigingen voor volksvoordrachten en volks vermaken is bepaald, dat een voorstel om het centraal bureel uit te breiden tot eene vereeniging met vertakkingen over het gansche land zal be handeld worden in een volgend congres. Men ver klaarde zich voor het bevorderen van de uitgave en den verkoop van stellen platen en photographieén, betoonde zich ingenomen met het houden van wandeltentoonstellingenhet bezoeken van musea en kabinetten van kunst of tentoonstellingen enz. (waarmee men te Beiden eene proef wil nemen), en achtte het niet wenschelijk dat het bijwonen van lezingen aanlokkelijk gemaakt werd door het verstrekken van ververschingen of de uitreiking van kleine geschenken. In de gisteren gehouden zitting van den Amsterdamschen gemeenteraad is door den lieer Luden den burgemeester dank betuigd voor de flinke maatregelen, door hem genomen, ter be teugeling van de ongeregeldheden, in de voorlaatste week in Amsterdam voorgevallen. Hoewel het met den burgemeester betreurende, dat sommige uit voerders zijner bevelen door al te grooten dienst ijver of drift zich hebben laten vervoeren tot daden waartoe zij niet bevoegd waren, komt toch, maar spr. oordeel, aan alle autoriteiten, militaire en burgerlijke, een woord van lof toe voor hunne houding in die dagen. De raad heeft door opstaan zijne instemming met die woorden betuigd. Een adres van een der ingezetenen, waarhij deze zich beklaagd heeft over eene ondervonden behandeling van de zijde der huzaren, gaf tot breedvoerige discussiën aanleiding, vooral omdat daaraan werd vastgeknoopt eene vraag van den heer Van Nierop of burgemeester en wethouders een onderzoek zullen instellen naar aanleiding van de klachten over wederrechtelijke handelingenten slotte werd besloten den adressant te verwijzen naar de rechterlijke macht, als alleen bevoegd om bij wetsovertreding te straffen. Aan het einde der zitting zijn burg. en weth. geïnterpelleerd over de oorzaken van het ongeval in de Ferdinand-Bolstraat. Lit het antwoord is gebleken, dat het ongeval aan groote zorgeloosheid is te wijten en niet aan overtreding der verordening; daarna is besloten het rapport over deze zaak, door den bouwopzichter uitgebracht, te stellen in handen van den directeur der publieke werken om advies. De viee-admiraal, directeur en commandant der marine te Amsterdam, heeft gisteren in per soon aan de daartoe verzamelde werklieden van 's rijks werf, als gevolg van het door hem uitge bracht rapport, een dagorder van den minister van marine voorgelezen, waarbij deze groote tevre denheid over hun gedrag tijdens de ongeregeld heden betuigt en de verzekering geeft, dat hunne houding ook door de regeering op prijs wordt gesteld. Als een bewijs daarvan was de vice- admiraal gemachtigd, een halven dag vrijaf te geven met behoud van daggeld. Deze mededeeling werd met een krachtig driewerf hoerah en een „leve de admiraal" begroet. Naar men verneemt zal in 't volgend jaar een groot kampement onder ElburgEpe plaats j hebben. De uren ver zich uitstrekkende heide- velden op en om den Woudberg leveren een uitmuntend terrein voor eene kampplaats op. Ge durig hebben er opnemingen van het terrein plaats- Tot het uitvoeren van evoluties, vooral voor cava lerie en artillerie, leveren de natuurlijke verschan singen van den uren langen bergrug eene uitmun tende gelegenheid op. Den 14den der volgende maand zal van het koloniaal werfdepot per spoortrein over Utrecht en 's-Gravenhage naar het Nieuwediep vertrekken een detachement suppletietroepen, sterk 125 man, benevens 5 onderofficieren, om dienzelfden dag te embarqueeren aan boord van het via Suez naar Java bestemde stoomschip „Koning der Nederlan den". Het bevel over het detachement is opge dragen aan den luitenant-kolonel der infanterie van het O.-I. leger J. W. Anffmorth; tot mede- geleide zijn bestemd de kapt. der inf. C. H. Visscher, de 2de luit. der inf. II. E. Hoorrees en H. J. Berghuis van Woortman en de 2de luit. der cav. H. W. A. Van Jeveren, alleen van het O.-I. leger. De luitenant-kolonel Auil'morth en. kapitein Visscher keeren van verlof naar Java terug. De regeering heeft de instelling voorgenomen van een college van landbouw, in samenstelling overeenkomende met dat voor de zeevisscherijen. Men verneemt dat de leiding der werk zaamheden in het Haagsche Bosch en de rijks- duinen zal worden opgedragen aan een beambte, die geheel op de hoogte is van de houtteelt, en dien men ook met het oppertoezicht over de beplanting der rijkswegen zou willon belasten. Ter kennis van de leden der Tweede Ivamer is gebracht eene nota van de ministers van bin- nenlandsche zaken en van financiën in zake het aanhangige wetsontwerp tot bekrachtiging eener overeeukomst met de Holl. spoorwegmaatschappij. Uit den uitslag van het nader overleg met den raad van administratie blijkt dat door het bestuurder Maatschappij aan den eersten eisch van de com missie van rapporteurs tot toepasselijkverklaring op den Holl. spoorweg der artt. 25, 45, 48 en. 49 der wet van 9 April 1875 is voldaan; dat het minimum verplichte treinen op den Noord- hollandsclien spoorweg van vier cp drie wordt teruggebracht; dat de exploitatie der l'ricsche lijn evenzeer ten laste der exploitatie-maatschappij blijft, als wanneer het nu behandelde wetsontwerp aangenomen wordt, maar van de lijn Zaanstreek Hoorn Enkhuizen de exploitatie in het geheel niet. verzekerd is, aangezien de Holl. IJzeren- Spoorweg die uitdrukkelijk geweigerd heeft en dat in het belang van den handel, vooral dien van Amsterdam, de lijn AmersfoortNijmegen door den Holl. Spoorweg, die in het bezit van den Oosterspoorweg is, behoort te worden geëxploi teerd. De regeering blijft volharden bij hare vaste overtuiging, dat het financiecle belang van den Staat en liet belang van den handel en het verkeer zeer zullen worden gebaat door de goed keuring van de overeenkomst met de Holl. Spoor wegmaatschappij en dat eene afstemming van het voorstel eene aanzienlijke schade kan teweeg brengen. Naar men yerneemt zijn de rapporten, dia' uitgebracht zijn over de voeding met tarwe- in plaats van munitiebrood zoo gunstig, dat hoogst waarschijnlijk het tarwebrood bij het leger zal ingevoerd worden. De offieier-van-gezondheid 1ste kl. II. L. Reeder en de officier van administratie 3de kl. H. C. D. Van der Ven, laatst behoord hebbende tot de zeemacht in de wateren van Curasao en van daar den 21sten dezer in Nederland teruggc-'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1