echter vervoegden zij zich om eenig voedsel bij
den veldwachter J. Van Honscholen aan de Ren
baan, en deze nam hen in arrest, waarna zij door
eerstgenoemde veldwachters naar Haarlem zijn
gebracht en aldaar aan de bevoegde autoriteit
overgeleverd. Naar het voorgeven der aangehoude
nen, die Duitschers bleken te zijn, waren zij uit
Berlijn naar Holland gekomen, om voor Indië
dienst te nemen. Ze hadden de reis tot Harderwijk
te voet afgelegdaldaar afgewezen, waren ze naar
Amsterdam gewandeld, van daar naar Rotterdam,
toen weer terug tot 's-Gravenhage, en voorts door
de duinen over Katwijk tot in de omstreken van
Zandvoort.
Uit Wurzburg wordt gemeld, dat ge
neraal Von Treuberg wegens misbruik van gezag
zal terechtstaan. Bij de oefeningen met het Wer-
der-geweer weigerde het geweer van een soldaat.
De generaal gaf bem een slag in 't aangezicht.
Intusschen schenen er veel onhandige soldaten te
zijn, althans onderscheiden geweren weigerdenhet
bleek dat dit met de constructie in verband stond.
De generaal gaf daarop den soldaat een thaler,
maar de slag was daarmede niet ongedaan, doch
had de algemeene verontwaardiging opgewekt,
■waarmede de millitaire autoriteiten meenden reke
ning te moeten houden.
Na eene reeks van waarnemingen
omtrent den krater van den Solfatara, tusschen
Napels en Pozzuoli, gedaan, heeft het college van
geneesheeren aan het Napolitaansch hospitaal voor
ongeneeslijke zieken besloten, aldaar een zieken
huis voor teringlijders op te richten en bij wijze
van proefneming eenige personen, die zich in het
eerste en tweede tijdperk der kwaal bevinden,
derwaarts te zenden. De damp, welke uit den
krater opstijgt, is namelijk niet alleen met zwavel-,
maar ook met arsenicumdeelen bezwangerd. Het
besluit is genomen, nadat verscheidene gevallen
van volkomen genezing bij teringlijders waren
■waargenomen, die voor een lijd, in den regel niet
meer dan eenige weken, zich in de nabijheid des
kraters hadden opgehouden. Deze behoort aan
den Staat, doch bevindt zich tijdelijk in het bezit
van den hoogleeraar De Luca, die er chemische
papieren bereidt.
Een paar jaren geleden heetten de
38-tons-kanonnen („Woolwich Infants") monster
kanonnen. Zy werden onlangs in de schaduw gesteld
door het 81-tons-kanon, waarmede de proefnemin
gen te Woolwich nog worden voortgezet. Thans
(zoo wordt aan de „Daily News" verzekerd) denkt
Britsche oorlogsdepartement ernstig aan het
doen vervaardigen van een 160-tons-kanon. De
groote rooeiiykheid zal zyn, voor dergelijk stuk
een affuit te verkrijgen, waarop 't èn sterk ge
noeg bevestigd èn gemakkelijk genoeg te hanteeren
zal zijn. Zelfs voor het 81-tons-kanon is men deze
rooeiiykheid nog geenszins te boven gekomen.
De prefect van het departement der
Seine heeft, naar het „Journal offlciel" mededeelt,
last gegeven om het door Buffon in het laatst der
vorige eeuw ter bepaling van den juisten middag
van den meridiaan van Parijs uitgedachte zonne-
uurwerk wederom in werking te brengen. De ver
nuftige toestel, die het paviljoen in het doolhof
van den plantentuin aldaar bekroont, heeft in het
midden een aardbol, welke, bij wyze van hamer,
op een gegoten koperen bekken twaalf ver hoor
bare slagen geeft, wanneer te twaalf uren de haren
koord, waardoor het wordt opgehouden, door mid
del van een brandglas is doorgebrand.
Uit Bern wordt aan het „Journal de
Genève" geschreven, dat den lOden dezer de
Ebne-Fluh, een 3964 meter hooge top der Berner
Alpen, voor de eerste maal beklommen is en wel
door Ch. Durneim, uit Bern, met den gids Alois
Seiler, van Brieg, en den besteller Alexander
Anderegg.
In het Schlach ten meer bij Berlyn zijn
dezer dagen de lijken gevonden van twee meisjes
van 16 en 18 jaar. Zij waren de dochters van
oen handschoenenmaker uit Berlijn en op eene
fabriek werkzaam. Daar zij bij 't afgeven van haar
■wekelyksche verdienste niet de waarheid gezegd
haddeD, waren zy door haar vader bestraft, die
gedreigd had by den patroon onderzoek te zullen
doen. Zonder verder iets te zeggen, hebben zij
zich daarop van 't leven beroofd.
Op het gebied van scheepsbouw is
yaeer een nieuwe ontdekking gedaan men gebruikt
namelijk thans staal voor den romp van de sche
pen daardoor worden snelheid en geringer ge
wicht verkregen. De Engelsche regeering heeft
reeds een overeenkomst gesloten met de firma
Elder en C°. te Glasgow, namelijk voor den bouw
van 6 korvetten van 2300 ton en van 14 ka
nonnen. De stalen romp wordt met bladen teak
hout belegd en van buiten gekoperd. Machines en
ketel worden door een sterk gepantserd dek be
schut men verwacht dat die schepen 20 Engel
sche mijlen in het uur zullen afleggen.
Volgens een in de dagbladen voorko
mende, min of meer verbazingwekkende mede-
deeling is onlangs te Nieuw-York een reusachtig
aquarium voltooid, met verscheidene langwerpige
ruime bassins, waarin zelfs walvisschen zullen wor
den opgenomen. Ook hoopt men zekeren ongemeen
grooten zeehond machtig te wprden, die onder
den naam van „Ben Butler" sedert jaren in den
omtrek van San-Domingo gezien wordt en waar
voor de directeur der inrichting 5000 dollars heeft
uitgeloofd. In glazen waterbakken zal men allerlei
zoetwatervisschen kunnen bewonderen en het hoofd
gebouw behelst eene boekerij met de beste wer
ken over natuurlijke historie, plaatwerken, een
laboratorium, microscopen, leekentafels, eene zaal
voor ontleedkundige studiën, pholographietoestellen
enz. Eindelijk kan men zich in een restaurant
tegoeddoen aan visch en schelpdieren, voor de
oogen der gasten gevangen en gereedgemaakt.
K echtzaken.
Aan de akte van beschuldiging tegen Hinderi-
kus Snijders van Nieuw Dordrecht, gemeente Em-
men, die binnenkort voor het hof te Leeuwarden
zal terechtstaan, is het volgende ontleend
Den 28sten April 11. trok het des morgens de
aandacht van eenige buren, dat de blinden der
woning van de wed. Beuker niet werden geo
pend. Men klopte aan hel raam, riep de vrouw
bij haar naam, maar kreeg geen antwoord. Daar
entegen hoorde men van binnen wel een steunend
geluid, waarom men wilde onderzoeken, wat er
aan scheelde. De gewone buitendeur was geslo
ten, maar, tegen de gewoonte der weduwe in,
was de deur van het schapenhok niet op den
haak en zoo konden zij hier inkomen en van
daar over den deel naar de woonkamer. Daar
zagen zij de weduwe op de rechterzijde op den
grond liggen, gekleed in een zwarten rok, hals
en beenen ontbloot en het hoofd ongedekt. Zij
lag bij de tafel tusschen de beide ramen en trok
krampachtig aan een der pooten van de tafel,
welke zij met de hand omklemd hield. Op den
grond lagen verspreid eene bonte muts, waarin
eene witte muts, twee doeken welke naar jenever
roken en een paar kousen. Een iïesch met nog
een weinig jenever er in stond op den grond en
twee glaasjes op de tafel. Alles stond in wan
orde, de eene tafel stond scheef en het scheen
wel, te oordeelen naar de indruksels in het zand
op den vloer, dat de weduwe langs den grond
gesleurd was. Het bed lag opgeslagen, zoodat dit
vermoeden deed, dat de wed. eerst te bed gele
gen had en later opgestaan was. Men legde haar
te bed en eerst toen zag men, dat haar ééne oog
blauw en gezwollen was, dat beide wangen er
ook blauw uitzagen en onder de kin en aan de
lippen zich bloed bevond. Spoedig kwamen hare
zuster, twee zoons, twee schoondochters, enz. Zij
herkende allen, beurde zich wat op en reikte
haar eenen zoon nog de hand, maar kon niet
spreken. Later op den dag kwam de spraak lang
zamerhand terug en zeide zij„Riekes Snijders,
smoo smooren", daarbij hare hand aan de keel
brengende. Op een nadere vraag, of zij had kun
nen zien dat het Snijders was, gaf de wed. nog
te kennen, dat zij hem aan de stem herkend
had. Door hare betrekkingen was inmiddels het
kabinet nagezocht, maar nergens werd eenig geld
gevonden; het geldzakje, dat zij gewoonlijk ge
bruikte en waaruit zij nog den 27sten April aan
iemand f 12.50 had betaald, was verdwenen,
slechts 6 of 7 centen lagen in de tapkast. Uit
hare verdere mededeelingen in den loop van den
dag aan hare betrekkingen en aan den burge
meester, die des avonds circa 7 uren bij haar
kwam, bleek, dat besch. 's avonds nog bij haar
geweest was en verteld had dat een zijner kin
deren ziek was Hij was daarop 's nachts circa
12 uren teruggekomen en had aan het raam ge
klopt, roepende: „Geesjemeui, Geesjemeui, ik wou
graag dat je opslondi", op welk geroep de weduwe
zich in haar bed had opgericht. Spoedig daarna
kwam besch. aan de binnendeur en zei dat zijn
kind slimmer werd, waarom bij gaarne wat je
never wilde hebben. Zij stond toen op en deed
hern de deur open, waarop hij haar by den hals
gegrepen, op den grond geworpen en geschopt
had, waarna zij bewusteloos was geworden en
niet wist hoe het verder gegaan was. Tegen een
ander heeft zij nog gezegd, dat Snijders op haar
liggende haar had geworgd. Het bezoek van den
burgemeester en het spreken met dezen schijnt
haar zeer vermoeid te hebben, want toen daarna,
circa 8 uur des avonds, de dokter kwam, vond
deze haar in bewusteloozen toestand, met een
kleinen zwakken pols. Later is ze weer bijgeko
men en heeft nog het een en ander gesproken,
maar een paar uren voor haar overlyden werd
zij vreeselijk benauwd. Daarna is zij langzamer
hand en zachtkens weggestorven.
Uit de uitwendige en inwendige schouwing door
de geneesheeren blijkt, dat zij onderscheidene meer
of min ernstige kneuzingen en verwondingen had,
welke laatste echter niet veroorzaakt zijn door
een scherp of snijdend werktuig. Ook waren de
inwendige gewrichtsdeelen van de rechterheup in
minder of meerder mate gebroken, terwijl het
nekgewricht tusschen den eersten en tweeden
nekwervel zoodanig ontwricht en uit zijne ver
binding losgerukt was, dat de inwendige gemeen
schap verbroken was. Hunne conclusie was, dat
de oorzaak van den dood was: uitwendig ge
weld, vermoedelijk hierin beslaan hebbende, dat
de dader de verslagene een slag tegen het hoofd
heeft gegeven, vervolgens op haar is gaan liggen,
haar met duim en vinger den hals toegedraaid
en daarbij het hoofd achterover gebogen of ge
draaid heeft. De indruksels der nagels van duim
en vinger zijn op het lijk aanwezig gevondèn.
Hinderikus Snijders werd den 28sten April da
delijk aangehouden en naar Assen overgebracht,
waar hij op bevel van den rechter commissaris
gevangen gezet werd. Aanvankelijk ontkende hij
alles; maar toen hem later de geheele toedracht
der zaak, gelyk die uit de opgaven der wed.
Beuker bekend was geworden, voorgehouden en
het zakje met geld, dat door den rechter-com-
missaris was ontdekt in een hoop kaf in een hoek
van den zolder boven het woonvertrek van besch.,
vertoond was, toen kwam hij tot bekentenis. Hij
was bijna een half uur met de weduwe aan het
worstelen geweest, en toen hij meende, dat zij
niet weer bij zou komen, had hij de larnp op
gestoken en den diefstal gepleegd. Hij was reeds
een veertien dagen te voren op diefstal bedacht
geweest, omdat hij eenig geld noodig had tot be
taling van schulden, waarom hij gemaand werd,
en meende f 60 bij de weduwe te zullen vinden.
De Parijsche rechtbank heeft dezer dagen een
persoon tot drie maanden gevangenisstraf veroor
deeld, omdat hij op de openbare straat „le Rhin
allemand" (die Wacht am Rhein) gezongen had.
Ziehier de toedracht der zaak: August Carrière,
secretaris van de „Ecole des langues orienlales"
en kapitein bij het 21ste regiment van het terri
toriale leger, was de aanklager. Hij verklaarde voor
de rechtbank het volgende: Den lOden dezer
's avonds in de Rue Vivienne komende, zag ik
in de nabijheid van de Bibliotheek iemand, die
den „Rhin allemand" neuriede. In den beginne
sloeg ik er geen bijzondere acht op en ging ik
mijn weg. Maar ik meende weldra te bespeuren
dat de man mij opzettelijk met zijn lied vervolgde,
en daar ik Duitsch versta, werd ik ongeduldig.
Intusschen was het mogelijk, dat de rnan niet het
voornemen had mij te beleedigen. Ik keerde inij
dus om, bracht mijn hand aan mijn képi en zeide
hem zeer beleefd: „Mijnheer, gij behoordet te
weten, dat het niet passend is den „Rhin alle
mand" voor een Fransch officier te zingen."
In plaats van mij even beleefd te antwoorden,
verhief hij zyne stem, zeggende dat het hem vrij
stond te zingen wat hem goeddacht en dat hetr
mij niet raakte. Hoe kort deze woordenwisseling
ook had geduurd, hadden toch verscheidene per
sonen zich rondom ons vereenigd, en ik gelastte
den man met mij naar den commissaris van pol:&
tie te gaan. Ik bracht hem tot aan het Palais
Royal, waar wij een stadssoldaat ontmoetten, die
ons naar den commissaris van politie vergezelde.