LEIDSCH DAGBLAD. N°. 5058. Woensdag A0. 1876. 9 Augustus. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIESi Van 16 regels Iedere r^gel meer Grootere letters naar plaatsruimte. 1.05. n 0.17». „In 't verleden ligt het heden", ziedaar het motto, dat wij zouden willen plaatsen aan het hoofd eener belangrijke brochure, ons dezer dagen welwillend toegezonden en behelzende het jaar verslag van het Koninklijk Oudheidkundig Ge- nootschap te Amsterdam onder bescherming van Z. M. den Koning, gelijk dat door den voorzitter werd uitgebracht in de achttiende algemeene ver gadering, op Maandag 15 Mei dezes jaars. Dat motto zouden wij verkiezen, omdat het een zoo juist denkbeeld geeft van de waarde en beteeke- nis van een genootschap als waarvan hier sprake is. Slechts de oppervlakkige beschouwer is tevre den met de wetenschap van het heden, van alwat hem omgeeft, zooals het is; wie wat dieper doordenkt daarentegen tracht te weten te komen hoe dat heden zoo is geworden. Om tot die be langrijke kennis te geraken, dient men zich op de hoogte te stellen van vroegere toestandenzóó eerst kan men leeren begrijpen hoe het een uit het ander voorkwam, hoe kunsten en wetenschap pen zich ontwikkelden, in welke opzichten de levenswijze in vroeger dagen van de huidige ver schilde, enz. Die nuttige studie was het doet, waarmee zich achttien jaar geleden een aanvankelijk klein getal belangstellenden vereenigden en wat vooral hier op prijs moet worden gesteld vereenigd bleven. Aan belangstelling van het publiek in de overblijfselen van de geschiedenis en het maat schappelijk leven van den voorzaat, wier verza meling, rangschikking, onderzoek en beschrijving de oprichters van het Genootschap zich ten doet stelden, ontbrak het in die dagen toch ten eenen- male en zelfs vele jaren later nog. Zonder die belangstelling natuurlijk ook geen steun; deze we tenschappelijke vereeniging met haar museum werd het in de gehuurde zaal van Concordia, waar zij veeleer geborgen dan gehuisvest was, eindelijk al te benauwd, en op den 15den Juli 1872 zag een der leden zich genoopt het bjjna wanhopige voor stel le doen om het museumfonds aan de in schrijvers terug le geven, het museum zelf aan de stad te vermaken enhet Genootschap waarschijnlijk te ontbinden. Doch ook dat voorstel behoort thans gelukkig tot het gebied, waarop oudheidkenners zich zoo bij voorkeur bewegentot het verledene, en uit de verwerping van dat voorstel ontwikkelde zich een heden, waarop de voorzitter in zijn laatste verslag terecht met voldoening mocht terugwijzen. Niet alleen dat de leden thans in een eigen ge bouw mogen vergaderen, waar zjj voor eenige jaren een blijvende woonplaats hopen te vinden, maar de latere opneming in het Rijksmuseum is tevens verzekerd voor het Genootschap, dat inmid dels ook rechtspersoonlijkheid erlangde. In die tij delijke eigen verblijfplaats, den 27sten October, den COOsten verjaardag der hoofdstad, voor het publiek gratis geopend, werd den 15den Novem ber daaraanvolgende het museum tegen een ge ringen enlréeprjjs voorgoed toegankelijk gesteld, en van die gelegenheid werd reeds gedurende het eerste halfjaar gebruik gemaakt door ruim 3300 bezoekers, onder welke zich ongetwijfeld velen bevonden, wien zelfs het bestaan van het Oud heidkundig Genootschap voorheen ten eenenmale onbekend was. Het grootste aantal belangstellen den toch en dit is een heuglijk verschijnsel, ofschoon juist niet vleiend voor lieden uit meer beschaafden kring bestond uit personen van den werkenden stand. In een heknopten, zaakrij ken catalogus, bij de opening van het Museum voor 't eerst verkrijgbaar gesteld, vonden de bezich- tigers een gemakkelijken leiddraad, die later door een meer uitgebreiden, wetenschappeljjken citalogus zal worden vervangen. Op den 15den Mei, toen de voorzitter dat ver blijdend verslag uitbracht, mocht hij tevens met billijke zelfvoldoening wijzen op de juist dien- zelfden dag geopende historische tentoonstelling van Amsterdam als de vrucht van een streven in onze dagen, dat zeker ook door het Oudheidkundig Genootschap in hooge mate werd bevorderd. De aanbieding van het eerelidmaatschap aan den ver dienstelijken landgenoot, die zoo kracht- en talent vol de beweging in die richting in het leven riep en leidde, aan Jhr. Mr. V. De Stuers, was een welverdiende buide. Op de achter het verslag gevoegde naamlijst der leden, die van aanmerkelijken vooruitgang ge tuigt, komen ook de namen van enkele stadge- noolen voor; 't konden er meer zyn; ook van hen, die oudheidkundige voorwerpen, thans in hun bezit, voor het Museum van het Genootschap wilden afstaan in bruikleen of wel in eigendom. Maar ons eigen Stedelijk Museum dan zal men vragen. Welnu, antwoorden wij, zoo gij bij voorkeur daaraan uw steun en medewerking wilt schen ken, des te beter. Maar in alle geval, laat er wer king, laat er actie zijn. In het verteden ligt het heden; maar ook: in het heden ligt de toekomst ook voor ons Stedelijk Museum. Wat wij thans daartoe bijdragen zal strekken om het later tot een meer en meer volledig geheel te doen worden, groolelijks ter bevordering van kennis, ontwikkeling en beschaving. LEIDEN, 8 Augustus. De minister van financiën, in ervaring ge komen zijnde, dat sedert eenigen tijd door een deel der ingezetenen zeer terecht geweigerd wordt Belgische 2-centimesstukken in betaling aan te nemen, en zijnerzijds die geneigdheid van het publiek om eindelijk mede te werken tot wering dier vreemde muntstukken uit den omloop, zoo veel mogelijk wenschende te steunen; geeft aan de ingezetenen in de „Staatscourant" te kennen dat vermits niemand gehouden is vreemde munt stukken in betaling aan te nemen, 's lands reken- plichtigen opnieuw ten slrengste zijn aangeschreven om de gemelde stukken niet in ontvang te nemen; noodigt de ingezetenen bij herhaling ten drin gendste uil, om hunnerzijds, door die stukken niet in betaling te nemen, lot wering van den verde ren omloop daarvan mede le werken, vooral ook om zich voor schade te hoeden, daar wellicht, overeenkomstig hel daartoe strekkend reeds aan hangig wetsvoorstel, binnen niet langen tyd de Nederlandsche koperen munt door bronzen zal worden vervangen en dan wél de Nederlandsche centen maar niet de Belgische twee-centimes stukken zullen worden ingewisseld; maakt tevens bekend: 1°. dat, zoo de verwijdering der Belgische koperen munt uit den omloop behoefte aan meer Nederlandsche centen mocht doen ont staan, in die behoefte door krachtige aanmunting, die weldra reeds aanvangt, voldoende zal worden voorzien; 2". dat een wetsvoorstel van de regee ring aanhangig is om bet in betaling geven en aannemen van vreemde koperen en bronzen munt te beginnen met 1 Januari a. s. strafbaar te stellen. Voor den dienst in Ned.-Indië zijn benoo- digdtien onderwijzers der 3de klasse, bij voor keur ODgehuwd, in het bezit eener acte van be kwaamheid als hoofd- of als hulponderwijzer, en één hulponderwijzeres in het bezit eener acte van bekwaamheid als hoofd- of als hulponderwijzeres. Hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen, be neden den leeftijd van dertig, en hulponderwijzers en hulponderwijzeressen beneden dien van vier en twintig jaren kunnen zich aanmelden bij request aan den minister van koloniëo, in te zenden aan Dr. M. P. Lindo, inspecteur van het lager onder wijs in Zuid-Holland. De minisler van financiën brengt ter kennis, dat op Maandag den 2den October e. k. en vol gende dagen te 's-Gravenhage een vergelijkend examen van candidaten voor de betrekking van adspirant-landmeler hij het kadaster zal plaats hebben. Het aantal le vervullen plaatsen zal nader worden bekend gemaakt. De heer N. Osti, pred. te Warmond, heeft voor het beroep naar Oegslgeest bedankt. Met 1 October e. k. is aan den pred. D. K. Van Meerten, door het prov. kerkbestuur van Zuid-Holland, op zijn verzoek, eervol emeritaat verleend. Den 17den dezer hoopt de heer Rioche, deken en pas'oor der H. Jacobuskerk in Den Haag, zijne 25-jarige priesterwijding te herdenken. Den 27sten dezer zal Ds. Zaalberg in Den Haag zijne afscheidspredikatie houden vóór zyn vertrek naar Parimaribo. Ds. van Dissel, korte lings van daar in Nederland teruggekeerd, zal den nieuwbenoemde bevestigen. Ten gevolge van den uitslag van het on langs gehouden vergelijkend examen tusschen de adspiranten naar eer.e plaatsing als cadet op de Kon. Mil. Academie, zullen met September a. s. aan die inrichting als cadet worden geplaatst: Voor de infanterie hier te landeM. F. Stevens, P. M. Van der Mandere, Jhr. J. T. Van Speng- ler; voor de artillerie h. 1. 1.: A. C. Van Altena, H. B. Moll, J. A. Bachofner, H. Kemper, E. J. De Bock, J. W. Verff, W. C. Wolterbeek; voor de genie h. t. 1.J. M. Van Hoogstraten, B. W. Bolomey, G. C. Makkink; voor de infanterie in Oost-IndiëM. G. E. L. baron Von Schauroth, T. H. Van Haeften, P. A. H. Van der Haas; voor de genie in Oost-Indië: F. W. Van Bloemen Waanders, H. A. Berkhout. Naar men verneemt is men te Delft in 's Rijks werkplaatsen ijverig bezig met het wijzi gen der cavalerie-karabijnen, die worden ingericht voor het gebruik van dezelfde patronen als de infanterie bezigt. Behalve dat hierdoor eenheid wordt verkregen in de munitie der draagbare vuurwapenen van het veldleger, wordt ook de uitwerking der karabijnen van veel waarde naarmate de ruiter meer zal geroepen worden te voet te vechten daardoor verhoogd. Ingevolge ministerieele resolutie zullen eer lang de vijf boerderijen, behoorende bij het 1ste gesticht te Veenhuizen, publiek worden verpacht, terwijl de hoeve van den onderdirecteur by den landbouw aan dat geslicht uitsluitend zal blijven bestaan, om als melkstal voor de verpleegden aan het 1ste gesticht dienst te doen. Voorts bestaat bij de regeering het voornemen om, ten behoeve van de verpleegden in het 2de en 3de gesticht, eene centraal-keuken te plaatsen bij gesticht n°. 2. Z. M. de Koning heeft aan de stafmuziek van het regiment grenadiers en jagers den titel van Koninklijke Militaire Kapel verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1