met vier bespannen wagens en eenige personen. De bliksem trof den ketling en sloeg langs dezen in het water. De vier veerknechts, die aan den ketting trokken, werden neergeworpen, doch kre gen geen letsel, evenmin als de andere personen en paarden. Het was gelukkig, dat deze door den schrik onbeweeglijk bleven staan, anders ware door de verwarring misschien groot onheil gebeurd. Gisterochtend werden met den eer sten trein uit Harderwijk naar Utrecht getrans porteerd 23 Belgen, die met onvoldoende papieren hadden getracht dienst te nemen voor het O.-I. leger. Zij werden nog denzelfden dag over de grenzen van het rijk geleid. Tegen den ondernemer van het thea- ter van kunstverrichtingen, Coppejans, is terwijl bij te Helder voorstellingen gaf, proces-verbaal op gemaakt, wegens het doen uitvoeren van halsbre kende toeren door een kind beneden de twaalf jaren. Ook van Engelse he zijde is aan Con stant Van Hoydonck en Henri Trousselot (de beide dapperen aan boord van de „Lennie") een blijk van waardeering ten deel gevallen. Het kapittel der „Order of St.-John of Jerusalem" heeft aan Van Hoydonck haar zilveren, aan Trousselot haar bronzen medaille toegekend. Deze medailles zullen bun door bemiddeling van den Belgischen en den bïederlandschen gezant worden ter hand gesteld. Volgens de „Presse" van Weenen, is de heer C. G. Ernest, te Stockton, in Californië, er in geslaagd zwarte rozen te verkrijgen. Hg oculeerde een donkerroode roos op den stam van een eikeboom, en de tanine-inhoudende sappen van dezen boom gaven aan de ontspruitende bloem een inktzwarte kleur. Totnogtoe is het, volgens hetzelfde bericht, den heer Ernest niet gelukt, de verkregen bloemen in tuinaarde over te planten, daar zij zeer spoedig verdorren. Volgens een telegram uit Nieuw-York van Maandag is het stoomschip „St.-Clair" op het Bovenmeer verbrand en zijn daarbij 27 menschen omgekomen. De „Gazette des Tribunaux" doet het volgende verhaal van een onlangs voorgevallen allerzondeilingsten zelfmoord. Een landbouwer, in den omtrek van Lafayette, Indiana, James Moore genaamd, hield zich sedert lang met allerlei uit vindingen bezig. Op een Zaterdag begaf hij zich naar genoemde plaats en huurde er eene kamer, te kennen gevende, dat hij er waarschijnlijk eene week zou blijven, daar hg eene nieuwe uitvinding moest voltooien, waaraan hij geheel alleen wilde arbeiden. Hij deed planken, eene zaag en eene bijl brengen en sloot zich op. Toen hij niet weder te voorschijn kwam, brak men de deur open en vond dat hij zich zeiven door middel van een valbijl had onthoofd. De guillotine was naar het bekende stelsel vervaardigd. De bijl, tusschen twee gleuven neergevallen, was aan de dwarsplank opgehouden geweest door een stevig touw, aan welks einde eene brandende kaars was geplaatst, welker vlam, tot op eene bepaalde hoogte neergebrand, het touw had verteerd. Op de plaats, waar het hoofd moest vallen, had Moore eene geopende doos ge plaatst en op den bodem daarvan eene laag met chloroform gedrenkt katoen. Zelf had hij zich het bovenlijf en de beenen vast weten te snoeren met riemen, welker uiteinden hij in den vloer had geschroefd. Het werktuig had zijn dienst maar al te goed verricht. De ongelukkige uitvinder laat eene weduwe en drie kinderen na. Rechtzaken, Correctionneele uitspraak der rechtbank alhier van 11 Juli: H. K., zonder vaste woonplaats, wegens bede larij, veertien dagen gev.; H. B. te Ter-Aar, wegens het visschen met schakels in besloten visch- lijd, (in hooger beroep) vrijgesproken. KOLONIËN. BATAVIA, 2 Juni. Een logé in een der logementen te Djokjokarta zond Zondag-ochtend zijn bediende naar het tele graafkantoor om een telegram te verzenden. Het scheen dat er haast bij was, want hij gelastte zijn jongen orn van den door hem ontboden huurwagen even gebruik te maken. Vergeefs wachtte echter de vreemdeling op de terugkomst van zijn bediende, tot eindelijk de looper van den huurwagen mijn heer kennis kwam geven van de aanhouding van diens boodschapper en den koetsier met het rijtuig voor den wachthoudenden priai op de aloon-aloon, omdat volgens de adat geen inlander op de aloon- aloon in een rijtuig mocht passeeren. Zij konden evenwel vrij komen met eene boete van f 5. Toen de bedoelde logé zulks hoorde, begaf hij zich onverwijld daarhenen en het kostte hem geene moeite om den priai te betoogen dat hij en zijn jongen vreemdelingen waren, waarop men én koet sier èn bediende van den vreemdeling dadelijk weer in vrijheid stelde. De mail die gisteren hier aankwam was de zwaarste die ooit te Singapore was ontvangen. Zij bevatte de mail, die den 6den April te Londen was gesloten, voorts een suppletoire mail den 12den te Londen gesloten en per „Australia" verzonden, welke de beschadigde „Suratt" te Lissabon ging aflossen, en bovendien het uit Engeland afkomstig gedeelte van de mail van 21 April die eigenlijk per Franscke mail had moeten verzonden worden. Er kwamen te Singapore 50 zware zakken voor die plaats en 32 voor Batavia en Manilla. Vier post- karren waren noodig voor het vervoer. Te Samarang doen de burgergeneesheeren dienst in het hospitaal. De regeering schijnt dit ook elders te willen uitbreiden, ten einde op die wijze in het incompleet aan officieren van gezond heid te voorzien. De inschrijving voor gouvernementswissels, die den 27sten Mei plaats had, heeft tot uitslag gehad dat de aanbiedingen van 983/« tot 991/2 pet. gegund werden, ofschoon slechts 5'/2 pet. te gen dit laatste cijfer, daar in het geheel ruim 1 7i/4 millioen aangeboden werd. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den arch. 2de kl. hij den waterst. en 's lands werken J. H. Buyten. Ontslagen: Eervol, nit 's lands dienst, onder toek. van recht op pens., de res. van Madura A. A. M. N. Keuchenius. Ingetrokken: De benoeming van A. W. Ver kouteren, agent van de Javasche Bauk te Soerabaia tot directeur dier Bank voor den tijd van driejaren. Benoemd: Tot dir. van de Jav. Bank, voor den tijd van drie jaren, de not. te Sa marang B. V. Houthuyzen; tot subst.-off. van just, hij den raad van jast. te Samarang, Mr. H. C. Joosten; tot griff, by den raad van jast. te Padang, Mr. J. Doornik; tot lsten stadsge- neesh. te Soerabaia, J. De Clercq Znbli; tot Üden stadsgeneesh. te Soerabaia, C. Entboventot onderchef bij de afd. statist, ter alg. secret., Mr. H. Kaneman; tot iDgen. 3de kl. bij den waterst. en 's lands burg. openb. werken, C. Van Deinse, B. Kersjes en E. A. F. Von Essen; tot lsten klerk op het ads.-res.-kant. te Malang, Cb. H. E. Burger. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan de 1ste luit.-kwart, bij de mil. admin. A. L. G. Gobee en P. M. E. Soetcrs, en aan den ofi.-van-gez. 2de kl. J. C. P. Kats. Ontslagen: Op verzoek, eervol, nit Zr. Ms. mil. dienst, de 1ste luit. der inf. D. B. Schaap. Beno emd: Tot lsten luit. bij het wapen der cav. de 2de luit. A II. J. G. Betzhold en Jhr. C. J. H. Meier; tot off.-van-gez. lste kl. bij den mil. geneesk. dienst, de off.-van-gez. 2de kl. C. D. Schuc- kink Kool. BUITENLAND. t>ankrij k. In de kamer van afgevaardigden zijn gisteren de beraadslagingen over de gemeentewet voortge zet, welke ten slotte in haar geheel werd aange nomen. In den loop der discussie verklaarde de algevaardigde Laussedat, in naam der uiterste linkerzijde, dat zijne vrienden en hij zich van stemming onthielden, orn niet met de vijanden der republiek te stemmen en het ministerie niet aan eene nederlaag bloot te stellen. De rechtbank heeft den afgevaardigde Rou- vier vrijgesproken, omdat uit de debatten niet vol doende gebleken is, dat hij de persoon was die zich aan de geïncrimineerde feiten schuldig maakte. Jules Favre heeft een uiivoerigeu brief in de „Opinion nationale" geschreven, waarin hij als zijn gevoelen te kennen geeft, dat Frankrijk ten op zichte der Oostersche quaestie rustig moet blijven en de gebeurtenissen afwachten. Naar de meening van den ex-minister van buitenlandsche zaken onder het gouvernement van den heer Thiers kan de Oostersche quaestie, het probleem dat nu reeds vier eeuwen bestaat, niet anders dan door het zwaard opgelost worden. Doch Frankrijk kan en moet toezien. Eerst wanneer alle Europeesche mogendheden in 't gelid slaan, moet het uitzien aan welke zijde het zich heeft te scharen. De heer Favre, schrijft de Parijsche correspon dent van de „Köln. Zeit.", zegt hiermede wat alle Franschen denken: speculeeren is de verstandigste staatkunde. Frankrijk moet zijn zwaard duur ver- koopen. Het moet onzijdig blijven tot de rechte kooper komt. De commissie voor het gemeentewetsont werp had voorgesteld, tot tijd en wijle de gansche gemeentewet zal zijn tot stand gekomen, aan de regeering het recht te laten om de burgemeesters te benoemen in de hoofdplaalsen, arrondissemen ten en kantons. In den tekst van haar in drie artikelen verdeeld voorstel wordt geenerlei bepa ling aangetroffen omtrent de personen, aan welke de regeering zich bij hare keuze zal hebben te houden. In de memorie van toelichting echter zegt de commissie, opmerkende, dat het vraag stuk van de benoeming der burgemeesters door de regeering in zijn geheel blijft, tot de Kamer het volgende: „Gij zult het later in al zijn omvang in overweging nemen; gij zult het vrijelijk be slechten, overeenkomstig uwe beginselen en vol gens het verlangen des lands. Tot dien tijd zult gij den tegenwoordigen staat van zaken laten voort duren, dat is: de regeering zal de burgemeesters (in de bovenbedoelde plaatsen) benoemen uit het midden der gemeenteraden, onder het toezicht van de republikeinscbe meerderheid der Kamer, wel ker vertrouwen zij bezit, en met al de waarbor gen, welke de ministerieele verantwoordelijkheid oplevert." Tui-kij e. De berichten uit Bulgarije luiden, althans vol gens een correspondent der „Polit. Corr." te Rust- schuk, niet zeer gunstig voor de Turken. De op stand harst overal opnieuw uit. Zelfs van Turksche zijde wordt dit toegegeven. De tioepen kunnen het gebergte niet meer binnendringen, daar de opstandelingen de toegangen tot den Balkan ver sperd of sterk verschanst hebben. In de bergpas sen zijn barricades opgeworpen en is zelfs hier en daar geschut in positie gebracht. De opstandelingen hebben de stad Panadjurischte in hunne macht en benoemden de hoofden Nescha PentschofT en Vassilje Kirilolï tot commandanten. Alle hoogten rondom de stad zijn door de opstandelingen bezet. Uit de dorpen in de omgeving van Svistowo en Nikopolje aan den Donau zijn alle bewoners naar het gebergte geweken. De Baschi-Bozuks hebben daarop deze dorpen tot den grond verbrand. Aan de „Polit. Corr." wordt uit Widdin ge meld, dat Osman Pacha de oogenblikkelijke rust gebruikt om zijn corps door 't concentreeren der omliggende strijdkrachten in aantal manschappen en stukken geschut te versterker.. De Serviërs hunnerzijds organiseeren voortdurend vliegende corpsen. Een dezer, 3000 man sterk, is tot het op een afstand van 2 uren van "Widdin gelegen Gan- gowa doorgedrongen. Uil Belgrado wordt aan het zelfde blad gemeld, dat de minister van oorlog aan kolonel Leschjanin 7000 man versterking zond. Leschjanin is vrij ver in het paschalik Widdin voortgerukt; een gevecht is elk oogenblik te ver wachten. Voor Bjelina organiseert Alimpits 6000 Bosnische vrijwilligers; ook Tschernajeff houdt zich bij Akpalanka met de organisatie van vele Bulgaarsche vrijcorpsen bezig. Het leger aan de Drina kreeg 3000 man versterking. Door „Reuters Office" wordt een telegram uit Wreenen bekend gemaakt, waarin gemeld wordt dat men aldaar in diplomatieke kringen ingelicht wil zijn, dat Rusland in de Oostersche quaestie geen enkelen gewichtigen stap zal doen zonder voorafgaand overleg met de groote mogend heden. Bijgevolg zal de Europeesche vrede dooi den tegenwoordigen oorlog tusschen Turkije en Servië niet verstoord worden. Een artikel van de „Prov. Corr.", waarin over de samenkomst der twee keizers te Reich- sladt gesproken wordt, eindigt aldus: de vrede lievende indruk, teweeggebracht door de berich ten uit Reichstadt, versterkt algemeen de ver wachting, dat de machtige eenheid in het belang des vredes, welke het keizersbond tot middelpunt heeft, ook de moeilijkheden van den tegenwoor digen toestand overwinnen zal. Telegrammen. BUCHAREST, 12 Juli. De minister van buiten landsche zaken diende bij de Kamer een wets ontwerp in, houdende machtiging tot liet sluiten van eer. handelstractaat met Rusland, Duitschland, Frankrijk en Griekenland. De minister s.telde ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2