voldoen aan het project van B. en Ws. Ook aan
brandkranen is gedacht. Dat alles zou men ver
krijgen voor 600000, waarop waarschijnlijk nog
wel iets zou kunnen worden bezuinigd, zooals
ƒ20000 op den aankoop van gronden, terwijl
bovendien, wat niet in de brochure vermeld staat,
de ijzerprijs sedert het opmaken der daarin voor
komende begrooting vr.n '10 op 7 cents ongeveer
per KG. is gedaald, hetgeen natuurlijk een belangrijk
verschil kan opleveren.
Volgens een raming der exploitatie-kosten wordt
gerekend, dat in het vijfde jaar reeds een winst
van ƒ4000 zal worden verkregen en zoo, opklim
mende, in het vijftiende jaar eene van ƒ32000.
Komt die opklimming van geregeld 3000
meerdere opbrengst per jaar, vooral in de laatste
jaren, ons wel wat sterk voor, dit is zeker, dat
bij uitbreiding van het buizennet de zaak winst
zal en moet afwerpen, wat volgens het project
van B. en Ws. niet het geval zal zijn.
De levering van het water zal met of zonder
gebruik van watermeter geschieden, in het laatste
geval naar de grondvlakte der verschillende ver
diepingen. Voorts zijn in 28 artikelen de weder-
zijdsche verplichtingen van exploitant en gebruiker,
in '16 artikelen de voorschriften betrekkelijk het
aanleggen binnenshuis ten duidelijkste omschreven.
De gemeente zal volgens art. 2 der voorwaarden
van aanleg 4/a pCt. 'sjaars van het kapitaal ad
600000 garandeeren en het bedrag der jaarlijk-
sche kosten, verminderd met de opbrengst van
den waterverkoop. De heeren Van der Vliet en
Bosch Reitz daarentegen vragen 5 pCt. garantie.
Vooral verdient vermelding, dat de prijs van het
water nimmer hooger zal mogen worden gesteld
dan 10 cents per hectoliter, dus 1 cent per emmer
van '10 liter. Dit is en blijft ectiter altijd een maxi
mum, dat natuurlijk veel lager kan worden.
Verder onze belangstellende lezers naar boven
genoemde brochure verwijzende, resumeeren wij:
Wordt in het plan van B. en Ws. op onduide
lijke wijze en onvaste grondslagen een duinwater
leiding aanbevolen, die in de toekomst niet kan
voldoen, in de concessie-aanvrage van den heer
Sijthoff maken wij kennis met een duidelijk ont
wikkeld plan, dat op algemeen gebruik ook in
later jaren is berekend, nauwkeurig becijferd is
en tevens van een degelijken aanleg getuigt.
Wie ons om wellicht ver gezochte redeneu van
parti pris in deze mocht verdenken, hem antwoor
den wijWe schreven slechts neder wat wij in
het wezenlijk belang der gemeente achtten te zijn.
Wie ons de duinwaterleiding verschaft, 't is ons
onverschillig, maar het zij er dan ten minste eene,
welke op afdoende wijze in de behoefte aan zui
ver drinkwater kan voorzien, ook voor de toe
komst. Zoo niet, de rentegarantie zou voor de
gemeente een altijddurende, nuttelooze lastpost
worden.
Ten slotte een welgemeende raad. Wij be
weerden hierboven reeds dat het maken van een
waterleiding of van een huis twee hemelsbreed
verschillende zaken zijn en dat zal ieder ons moe
ten toestemmen. Met alle respect voor de com
missie van fabricage en voor onzen gemeente-
architect mcenen wij den Gemeenteraad in
gemoede te mogen aanraden geen over
haast besluit te nemen en liever de voor
lichting van deskundigen te vragen. De gel
delijke lasten zijn niet aanzienlijk bij de aanne
ming van een goed plan dat kans op winst geeft,
maar daarentegen ondraaglijk, wanneer een plan
wordt aangenomen dat niet op afdoende wijze in
de behoefte voorziet. Daarenboven heeft het ge
meentebestuur de zaak reeds zoo lang getraineerd
en wordt er nu zooveel haast gemaakt, dat wij
daarin een reden te meer vinden om het oordeel
van deskundigen in te roepen. Wil men die bin
nenslands zoeken, dan vrage men b. v. de direc
teuren der waterleidingen te 's-Hage en te Rot
terdam, buitenslands de heeren Henry Gill te
Berlijn, Thomas Hawksley te Londen en honderd
anderen. In weinige uren zullen zij een advies
geven, dat met het onze overeenkomt.
1LE1DE2N, 11 Juli.
Door de Staatscommissie voor het geneeskun
dig examen alhier is heden tot arts bevorderd de
heer G. H. Van der Mey, med. doctor, en het getuig
schrift voor het 1ste gedeelte van het artsexamen
uitgereikt aan den heer J. Van der Hoeven, med.
doctorandus.
In den loop der vorige week is op last der
regeering door den opzichter van den waterstaat,
den heer De Mann, onderzocht of er mogelijkheid
bestaat om op de zoo gevreesde en gevaarlijke
zeebank bij Tessel, Onrust genaamd, eene vlucht-
hut op te richten ten behoeve van schipbreuke
lingen. De uitslag van dat onderzoek moet gun
stig zijn.
Bij de Tsveede Kamer is ingekomen een
wetsontwerp tot verhooging van de militaire pen
sioenen bij de landmacht en verhooging van deze
pensioenen wegens verblijf in Indischen militairen
dienst. Voor opper- en hoofdofficieren geldt de
verhooging tot op de helft van het activiteits
traktement; voor de kapiteins bedraagt zij ƒ200;
voor de 1ste luitenants '100 en voor de 2de lui
tenants 50. Voorts worden ook verhoogingen
voorgesteld voor de mindere rangen. Voor den
Indiscben dienst wordt aan alle otlicieren 75,
en aan de onderolficieren 15 per jaar toege
kend, overeenkomstig met hetgeen voor de zee
macht is vastgesteld. Nog onderscheidene andere
bepalingen in gelijken geest van verhooging zijn
voor de mindere rangen gemaakt. Het globale
meerder pensioen zal bedragen over allen ƒ185,000
boven het tegenwoordige bedrag, maar verdeeld
over een tiental jaren.
In een ingezonden stuk in het „Utr. Dagblad"
constateert de heer B. P. Korteweg, dat de open
baarmaking van den brief, door generaal Van
Willes aan hem gericht, niet van hem is uitge
gaan. De heer K. had zich bepaald tot het rond
zenden van gedrukte brieven aan vrienden en aan
hen, op wier meening hy prijs stelde; een hunner
schijnt vrijheid gevonden te hebben die in het
„Utr. Dagblad" te plaatsen. Hij verklaart voorts
dat generaal Van Willes zich tegenover hem steeds
heeft gedragen als een eerlijk en rechtschapen
man. De eenige, over wien hg zich te beklagen
heeft en dien hij misschien eenmaal voor de recht
bank der publieke opinie zal aanklagen, is de mi
nister van oorlog.
In de zitting der provinciale staten van
Zuid-Holland is heden tot lid van gedeputeerde
staten bij eerste stemming gekozen de heer P. F.
L. Blussé met 53 van de 69 stemmen; de heer
Van der Kemp verkreeg er 14. De heer Blussé
heeft in warme bewoordingen de keuze aanvaard.
Tot buitengewoon lid van hetzelfde college is
herkozen de heer Maas Gesteranus, aftredend lid.
Daarna zijn etn groot aantal commissoriale onder
werpen afgedaan, waaronder de gewone en bui
tengewone subsidiën ten behoeve van het lager
onderwijs, meerendeels overeenkomstig, soms ook
afwijkende van de adviezen van gedep. statenvoorts
alle wijzigingen in eenige polderreglementen aan
genomen en overeenkomstig hel advies van ged. sta
ten afwijzend beschikt op het adres der herv. gemeente
Giessen-Nieuwkerk orn de prov. subsidie in de
kosten van den bouw eener nieuwe kerk, met 52
tegen 18 stemmen. Aan de tuinbouwtentoonstel
ling te Amsterdam is een subsidie van ƒ1000
toegekend. De minister heeft geantwoord op eene
vroegere interpellatie van den heer Blussé en deze
daarop eene motie voorgesteld, die door de ver
gadering is aangenomen: dat de belangen van
het gewest in hooge male betrokken zyn bij de
verbetering van het vaarwater tusschen de Zuid-
hollandsche rivieren en het IJ, onder dankzegging
aan gedeputeerden voor de gegeven inlichtingen
en prijs stellende op wat in deze door hen reeds
is verricht.
<jrenxeiigcl Nieuws.
Een der luchtreizigers met den in
Den Haag opgelaten en hier gepasseerden reuzen
ballon „de Nederlanden", de heer J. A. De Bergh,
geeft van zijne reis in „het Vaderland" een be-
5 schrijving, waaraan wij het volgende ontleenen
Nadat ik op komrnando van den heer De Pauw
tegelijk met het „alles los!" een zak met ballast
wegwierp om des te spoediger de schoorsteenen der
gasfabriek te ontwijken, en de heer De Pauw uit
de reep weder bij ons in de mand gekomen was,
stelde hij mij ir» de gelegenheid kennis te maken
met myn medereiziger, den heer Von Bihl. Die
voorstelling had plaats met Nederlandsche cere
moniën
Hier kon een goed glas champagne op staan
en ik maakte me reeds gereed met het losmaken
van de kuik, toen „notre brave capitaine" ons
dood bedaard vroeg: „Sais-lu nager toi'? „Eh
bien, regarde en bas! de waind is Oost zulle,
we gaon nar zee zulleen naar beneden ziende,,
zagen we de badkoetsen van Scheveningen vlak
voor ons; de wind, die boven Oost was, voerde
ons naar zee. Ik wil het wel erkennen, dat we
het op die hoogte nu precies niet zoo warm had
den, om te verlangen naar een zeebad! Het gas
werd uitgelaten en we daalden toen van 1300 Meter
(4.25 uur) tot op 900 Meter, waardoor we weer in
den noordwestelyken windstroom kwamen, die ons
over Den Haag terugdreef. Wat deed het me
goed Den Haag nog eens terug te zien, doch wat
was alles daar klein en nietigHet schoone, sta
tige bosch kwam mij voor ter grootte van een
inktvlak. Dit stemde me eenigermate zwartgallig;
doch ziet, de kurk der champagneflesch ont
vluchtte haar knellende banden, en ofschoon in
tinnen bekertjes, parelde spoedig vlak boven
het Huis ten Bosch van H. M. de Koningin
het zoete vochtIk stelde met den heer Von Bihl
den eersten dronk in op de veilige terugkomst
van den heer De Pauw bij zijn geliefde dochter.
De volgende bekertjes werden geledigd op „Al
de inwoners van Den Haag", en zoo was spoedig
ons fieschje geschikt om naar beneden geworpen
te worden, zonder gevaar om de Lilliputters onder
ons nat te maken.
Het spreekt vanzelf, dat we onder al dat toosten
slaan al verder en verder dreven, met een onge
kende snelheid en al dalende door het gasverlies
spoedig de stad Leiden naderden. We daalden
toen te sterk, doch 't heeft zeker zoo moeten zijn,
omdat de Leidenaars ons waarlijk feestelijk ont
vingen. Het klokkenspel van den toren begroette
onzen overtocht; duidelijk stegen de luide hoera's
tot ons op, en dankbaar voor dien groet ontplooi
den wy de Noord- en Zuidnederlandsche driekleu
ren triumphantelijk door de lucht. Boven Leiden
wees de barometer 400 meter.
Dit was verontrustend laag. „Nog een zakske
ballast weg zulle, anders komme we neer tout
prés du Bourgmestre! nog een zakske, ...nog
een zakske," herhaalde De Pauw, steeds den baro
meter raadplegende, en ten laatste bleef er nog
één „zakske" over. Dit moest bewaard worden als
goud, 't had meer waarde dan goud, want
wat was voor ons dat aardsche slijk, zoover daarboven
verheven, waard? De hoogte was nog niet
voldoende om over de vele waterplassen te komen
en ook onze mand met wijn en cognac kwam aan
de beurl.
Ze werd „gewogen doch te zwaar bevonden""
en niet ver van Veenenburg werd de eene flesch
na de andere weggeworpen. En wij versmachtten
van den dorst! doch er moest geene verplaatsing
van ballast in, rnaar buiten den ballon plaats
hebben.
We stegen spoedig tot 1200 meter en de wol
ken dreven statig links, rechts, dwars onder en
om ons heen.
Te 5 uren 20 minuten werden we in een dik
ken nevel gehuld, die ons niet alleen belette zelfs
elkaar te zien, maar ook zulk een invloed op ons
trommelvlies uitoefende, dat we doof werden. We
hadden toen een hoogte van 1540 meter bereikt.
Tien minuten later (5.30) verlichtte de zon de
wolken ver onder ons. Dit was een aanblik, zó6
schoon, zóó indrukwekkend, dat ik niet bij machte
ben dien te schetsen. Al wie die onmacht een
uitvlucht mocht vinden, moet zelf maar eens op
stijgen en trachten het in woorden of op muziek
te brengen. Ik kan het niet. Wij drukten den
heer De Pauw dankbaar de hand.
We zagen land terug en 't kompas bewees, dat
we niet ver van Amsterdam of Aalsmeer moesten
zijn. Van verre zagen we de Zuiderzee. Met een
ongekende vaart snelden we voort, en door van