DAGBLAD.
A0. 1876.
Woensdag
12 Juli.
Onze toekomstige Duinwaterleiding.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke NommersB 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES i
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$
Grootere letters naar plaatsruimte
heid missenimmers in het tegenovergestelde ge
val zou men niet reeds vooraf weten, dat zij ver
anderingen zullen moeten ondergaan. Wel beroept
het rapport zich op het feit, dat het voor de heeren
Van der Vliet en Bosch Reitz, de bedoelde con
cessionarissen, hier geen nieuwe zaak geldt, wat
wij overigens in het minst niet willen betwijfelen;
wel wijst het rapport als ter bevrediging van hen,
die liever een duidelijk, een vastgesteld plan
voor zich zien dan zulk een gemakkelijk uit te
reiken brevet van bekwaamheid, voor het tech
nisch gedeelte op een nola van den gemeente
architect, ofschoon ieder ons zal toestemmen, dat
het aanleggen eener duinwaterleiding en het bou
wen van een huis juist niet precies hetzelfde is,
maar wij vragen: Wat baten ons de fraaiste ver
wijzingen, waar wij de zekerheid hebben dat de
aanleg volgens het plan van den gemeente-archi
tect ons wij toonden het boven aan een
waterleiding zal verschaffen, die tot hetzelfde min
der benijdenswaardige resultaat zal leiden als tot
voor korten tijd te Amsterdam werd verkregen
dat men nl. met eigen oogen hebben wij
er ons van overtuigd uit de buizen in
sommige woningen het water slechts druppels
gewijze zag te voorschijn komen, een gewenschte
gelegenheid voor menige eerzame ger.eepjeskapte
dienstmaagd om inmiddels een interessante keuken
conversatie aan te knoopen, minder aanlokkelijk
echter voor een duinwatermaatschappij, die zich
zoodoende ten laatste genoopt ziet een nieuw bui-
zenstel, in ons geval ook een nieuw reservoir enz.,
aan te leggen.
In het rapport der commissie van fabricage,
zoo wordt verder gezegd, wordt omtrent onder
scheiden punten telkens medegedeeld, wat daar
omtrent in elke aanvrage voorkomt.
Ook hier weder is het voor ons een rondtasten
in het duister. Ternauwernood kennen wij zelfs
het aantal der aanvragen, vier naar wij meenen,
en wij zouden geen enkel punt van vergelijking
bezitten, indien niet de heer A. W. Sijthoff zijn
concessie-aanvrage in druk had verkrijgbaar ge
steld. Is het onze schuld, dat wij ons tot deze
moeien bepalen, of ligt de fout daarvan in de
geheimzinnigheid, waarmee het gemeentebestuur
he^ft gemeend de geheele zaak te moeten behan
delen
Doch ter zake. Bovengenoemde concessie-aan
vrage is de moeite eener inzage waardig. Voor
eerst blijkt ons uit de begrooting der kosten
en de toelichting daarvan, dat wij hier te doen
hebben met een aanleg, berekend op algemeen
gebruik. De concessie-aanvrager toch wil een
reservoir van ongeveer 1000 M3 inhoud, met of
zonder watertoren naar gelang van het terrein en
ter hoogte van ongeveer 35 M. Er zullen zijn twee
stoommachines, een noodzakelijk vereischte, wil
men geen gevaar loopen bij onklaarheid van een
enkele de stad opeens van water ontbloot te zien
die stoomwerktuigen aanvankelijk op 35 paarde-
kracht elk gesteld, zullen later tot het dubbele
kunnen worden gebracht. Bij de wijdte der hoofd
buizen is wederom gerekend op later algemeen
gebruik voor een bevolkiDg van ongeveer 50000
zielen; die wijdte zal nl. bedragen 16 Eng. duim.
De hoofdaanvoerbuis zal bij de Morschpoort bin
nen de stad komen, door de Galgstraat langs de
Blauwpoortsbrug tot op de Turfmarkt worden
geleid en van daar zich in vier vertakkingen ver-
deelen, tot verdere aansluiting van spruiten voor
zien. De uitbreiding toch van het buizennet is
voor den heer S. een uitgemaakte zaak en alleen
niet in zijn aanvrage opgenomeo, dew'yl men moest
S TA D S-B E III CUT E N.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 13 Jnli, des uamiddags te halftwec.
Onderwerpen
1°. BcDoeraiDg van eene onderwijzeres in de handwerken aan
de scholen n°. 2 voor on- en minvermogenden. (142)
2°. Idem van een tijdelijk lid der Commissie van Fioancién.
3°. Idem van een Commissaris der Bank van Lecning. (147)
4°. Snppletoirc staat van begrooting en staat van af- en over
schrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinder
huis. (140)
5A Verzoek van B. Kret, om een stoep te leggen aan de Zijd
gracht. (137)
6°. Idem van D. Straathof, om een aarden dam te leggen in
de Singelsloot. (139)
7°. Idem van J. D. Do Kriek, om ontslag als hulponderwij
zer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (141)
8°. Voordracht betrekkelijk de plaatsing van een znurkast in
de school op de Boommarkt. (146 en 14S)
9°. Idem betrekkelijk den aanleg van eene duinwaterlei
ding. (145)
10°. Vourdiacht tot nadere regeling van de jaarwedden van den
Directear en den Boekhouder der Stedelijke Gasfabriek,
concept-verordening, houdende reglement op het beheer en
bestuur dier inrichting; voorstel van den heer J. Scheltema
betrekkelijk de boekhouding. (7, 17, 8S, 117, 134 en 143)
Verbazing maakte zich van ons en zeker ook
van vele onzer medeingezetenen meester, toen
wij na zoo langdurig stilzwijgen, zoo ontmoedigende
onzekerheid en ook zoo geheimzinnig gefluister
eindelijk vernamen, dal er alle hoop bestond dat
onze goede stad Leiden zich eerlang in het bezit
eener duinwaterleiding zou mogen verheugen, en
dat wel tegen een betrekkelijk zeer lagen prijs,
daar zij voor den post „duinwater", thans op de
begrooting uitgetrokken, een verhooging van slechts
ƒ19000 zou eischen.
Goed en goedkoop, dachten we, 't gaat zelden
samen, doch schorsten ons oordeel op, totdat wij
in de gelegenheid zouden zijn iels naders omtrent
de zaak te vernemen. En we bekennen 't gul
weg nu er eenmaal actie in ons gemeente
bestuur schijnt gekomen te zijn, heeft het met
loffelijken ijver den ingezetenen spoedig die gele
genheid aangeboden.
Geen wonder dus dat we ons haastten inzage te
nemen van het thans uitgekomen officieel rapport
van B. en "YVs. in deze zaak. In hoeverre het aan
onze verwachting heeft voldaan, zullen onze lezers
uit de volgende regelen kunnen opmaken.
„Het gevoelen der commissie (van fabricage)",
zoo spreken B. en Ws. in hun rappoit, „maken
wij geheel lot het onze. Dat er inderdaad in het
belang van den gezondheidstoestand op een afdoende
wijze in de behoefte aan goed drinkwater moet
worden voorzien, kan niet wel aan twijfel onder
hevig zijn."
Op afdoende wijze dus. Het plan nu, volgens
hetwelk door de commissie van fabricage wordt
voorgesteld concessie voor een duinwaterleiding te
verleenen, komt ons alles behalve afdoende
voor, althans wat de toekomst betreft. Voegen wij
cr bij, dat wij dit oordeel uitspreken, voor zoover
wij eenig licht konden putten uit het vrij duistere
rapport van B. en Ws. Dat licht konden wij ons
slechis in betrekkelijke mate verschaffen bij be
voegde deskundigen, tot wie wij ons hebben ge
wend. Ook zij verklaarden uit het rapport van B.
en Ws. niet juist te kunnen opmaken wat men
wilde, maar althans met vrij groote zekerheid te
kunnen constateeren, dat de waterleiding, thans
voorgesteld, slechts een tijdelijk palliatief zal zijn
en dus per slot van rekening der gemeente duur,
zeer duur zal te staan komen.
Vooreerst wordt in het rapport gezegd, dat
concessionarissen de werken zullen maken volgens
de plannen, door den gemeente-architect aan de
gemeente ingediend. Nu leert ons het advies van
deskundigen, dat volgens dat plan het waterreser
voir veel te klein zal zijn om in de toekomst te
voldoen. Volgens den maatstaf van het waterver
bruik in andere sleden mag men aannemen, dat
na verloop van weinige jaren, wanneer het ge
bruik vrij algemeen zal zijn, ongeveer 5000 M3 per
dag noodig zal zijn. Overeenkomstig een matige
berekening moet het reservoir, om in die behoefte
te voorzien, een inhoud hebben van 1000 M3;
volgens het plan van deo gemeente-architect nu
zal het reservoir een inhoud van slechts 400 MJ
bedragenovereenkomstig dien maatstaf dus zul
len wij een waterleiding bekomen, die bij eenigs-
zins toenemend gebruik niet voldoende zal blijken
te zijn. Ook de hoogte van het reservoir, die, om
het water 15 M. op te voeren, minstens 35 M.
zal moeten bedragen, is veel te gering voorge
steld. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de
doorsnede der pijpen, die b. v. te 's-Hage 18"
(Eng. duimen) bedraagt, voor Leiden, inzonder
heid met het oog op den grooteren afstand der
prise d'eau, minstens 14" zal moeten zijn, dewijl
de wrijving in de buizen anders te groot wordt,
zoodat het water niet kan voortvloeien, dan komt
men wederom tot de conclusie, dat in de toekomst
de voorgestelde waterleiding ons in den steek zal
laten.
Doch wat spreken wij van waterleiding? Be
grijpen wij het duistere rapport goed, dan zal deze
zich aanvankelijk bepalen tot de vier bekende
hoofdbuizen, te verbinden aan de reservoirs, ter
wijl ook water zal worden geleverd aan de zoo
genaamde standpijpen, te bedienen door pachters
Het hoofdverschil met den thans bestaanden toe
stand zal dus dit zijn, dat het water, thans doo
schuiten aangevoerd, door buizen zal worden ge
leid. De bewoners der begunstigde straten en
grachten, door welke die hoofdbuizen zullen loo
pen, zullen nu wel het water in hunne huizen
kunnen brengen, maar al de overige ingezetenen
kunnen dat slechts erlangen, wanneer zij 10 pCt.
der kosten van aanleg voor de hoofdbuizen waar
borgen. Slechts eenige onwilligen of onverschilligen
dus, en de fraaie waterleiding zal eene doode let
ter zijn b. v. voor de bewoners der niet begun
stigde zijden van het Rapenburg en van meest alle
grachten. Mag dat nu heeten op afdoende wijze
voorzien in de behoefte aan goed drinkwater?
Maar volgens het plan van den gemeente-archi
tect heeft men wellicht gelijk zoo te handelen,
want bij zooveel mogelijk algemeene deelneming
zou wij toonden het boven aan de water
leiding spoedig blijken niet te voldoen, gelijk dat
b. v. in Den Helder plaats heeft, waar men om
die reden liever geen nieuwe abonnementen sluit.
Thans willen wij in de eerste plaats wijzen op
de vage en onduidelijke bewoordingen, waarin het
rapport van B. en Ws. is ingekleed.
Onder 2 der concept-voorwaarden voor het ver
leenen van de concessie komt de bepaling voor,
dat binnen drie maanden na de aanvaarding der
concessie de plannen door de concessionarissen aan
het gemeentebestuur ter goedkeuring moeten wor
den aangeboden; trouwens sub 1 wordt gesproken
van werken, die gemaakt zullen worden volgens
de plannen door den gemeente-architect aan de
gemeente ingediend met zoodanige wijzigingen als
door hen voorgesteld en door het gemeentebestuur
goedgekeurd worden. Dus: er zal concessie worden
verleend volgens plannen, waarvan men alleen dit
met zekerheid weet, dat zij de noodige degelijk-