LEIDSCÏÏ DAGBLAD. N°. 5080. Vrijdag 1876. 7 Juli. De „Gemeentestem" orer de ge meentelijke gasfabrieken. PRIJS DEZER COURANT: foor Leiden per 3 maandeo.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tan 1—6 regels1.05. Iedere regel meera 0.174- Grootere letters naar plaatsraimU Zooals wij in een vorig nommer meedeelden, was de redactie der „Gemeentestem" voornemens in een volgend nommer van haar weekblad de igronden aan te voeren, waarop zij meende de zienswijze te moeten bestrijden, door den Minis ter van Binnenlandsche Zaken uitgedrukt in de ■circulaire, uitgevaardigd betrekkelijk den prijs van het uit gemeentelijke gasfabrieken te leveren gas, waarin de Minister tot de conclusie komt, dat die prijs niet als plaalselijke belasting kan worden geheven. Het hoofdpunt der quaestie is altijd weder ge legen in de vraag, of de levering van gas uit gemeentelijke fabrieken behoort gerangschikt te worden onder de rechten, loonen en gelden, in art. 238 der gemeentewet genoemd, en die als belasting worden geïnd, dan wel of bij de heffing dier rechten de gasfabriek als een industrieele onderneming moet worden beschouwd en daarmee dus winst mag behaald worden. De Minister nu is, zooals men weel, de laatste, de redactie der „Gemeentestem", en naar onze meening terecht, de eersle zienswijze toegedaan. Belasting, zoo luidt de interpretatie van art. 238 der gemeentewei, omvat al wat van de inwoners der gemeente wordt geheven, wanneer dezen ge bruik of genot hebben van iets, waarvan hun het gebruik of genot om niet zou toekomen, wan neer de plaatselijke verordeningen aan dat gebruik of genot niet het belalen eener som gelds ver bonden. Nu zal het, zoo beweerl de Minister, wel niemand in de gedachten komen, dat het in de roeping van een gemeentebestuur zou vallen de ingezetenen gratis van water en van licht in hun woningen te voorzien. Goed en wel, herneemt de redactie der „Ge meentestem", maar kan dat dan worden beweerd ten opzichte van de gelegenheid, door de gemeen tebesturen aan de ingezetenen verstrekt om hun koopwaren te wegen, te meten of te keuren, waar van de heffing uitdrukkelijk als belasting wordt beschouwd De onderscheiding tusschen gasfabrieken als openbare of niet-openhare gemeente-inrichtingen, komt naar onze meening op hetzelfde neer. Een openbare inrichting, meent de „Gemeentestem" blijft openbaar, ook waar zij niet uitsluitend voor den gemeentedienst bestemd is, gelijk dat b. v. geldt voor de waag. Dienovereenkomstig dit geeft zij den Minister toe moeten dan ook de prijzen voor de andere producten, zooals teer, cokes enz., consequent als belasting worden ge heven, gelijk inderdaad met sommige fabrieken steeds plaats had. Maar dan mag, wanneer dat beginsel streng wordt doorgevoerd, met de gas fabriek volstrekt geen winst worden behaald en zal op het einde van elk jaar, met de alsdan ver kregen uitkomsten tot basis, de prijs van het gas enz. voor het volgende jaar moeten worden vast gesteld. Een niet onbelangrijk voordeel, dat het volgen van die zienswijze zou opleveren, bestaat vooral ook in de meerdere gemakkelijkheid, waarmede men achterstallige gebruikers tot betaling zou kunuen dwingen. Immers de gemeente-ontvanger zou dan, als uitersten maatregel, tot inbeslagne ming kunnen overgaan, zonder dat de gemeente de toevlucht zou behoeven te nemen tot het voe ren van een proces. Vraagt men, welken indruk het geheele betoog op ons heeft gemaakt, wjj antwoorden, dat, naar het ons voorkomt, de gemeentewet met haar fijne onderscheidingen tot verschillende uitleggingen aan leiding kan geven, al naar mate van ieders bijzon dere zienswijze. Dit vooral zijn wij op grond daarvan met de „Gemeenteslem" eens, dat bij den gewoonlijk zoo korten duur van het ministerieel leven bij ons te lande, een opvolgend minister de gemeentewet wel eens anders zou kunnen uiler- preteeren. Dat zouden wij van harte toejuichen, omdal, alle meer of minder spitsvondige welsuitleggingen daargelaten, voor ons nog een andere wet geldt, die van het gezond verstand en der billijkheid, welke ons aldus leert redeneerenEen gemeen tebestuur is geen handelaar, industrieel of fabri kant. Hoe nuttig en waardeerbaar die betrekkingen op zichzelf ook mogen wezen, zy zijn niet in over eenstemming met de waardigheid van een gemeen tebestuur, dat een hoogere roeping heeft. Een gemeente eiploiteere dus alleen die inrichtingen, welke onmisbaar zijn voor den algemeenen dienst; zijn deze van dien aard, dat de ingezetenen er ook voor hun bijzondere behoeften gebruik van kunnen maken, het gemeentebestuur stelle hen daartoe welwillend in slaat tegen een retributie, waardoor alleen de gemaakte kosten worden vergoed. Laat ons het aan de residentie met haar ge meentebadhuis overlaten de rol van herbergier of logementhouder te vervullen en bepale onze ge meentelijke vertegenwoordiging zich louter tot de taak van bestuur en beheer, die meer mei haar waardigheid overeenkomt. Ook ondanks de circu laire des Ministers van Binnenlandsche Zaken zal zij daartoe in slaat zijn, want al verheft die circulaire de gemeentelijke gasfabrieken tot indus trieele ondernemingen, waarmee winst kan wor den behaald, zij schrijft niet voor dat er winst moet gemaakt worden, en ons gemeentebestuur kan er zich dus toe bepalen, het gas ook aan particulieren le leveren tegen den kostenden prijs, gecontroleerd door een deugdelijke boekhouding. LEIDEN, 6 Juli. De Nederlandsche juristenvereeniging zal ver gaderen te Middelburg, van 24 tot 26 Aug. a. s. Op die dagen zullen worden besproken: voogdij van regenten, bewijs door tusschenperso- nen en verzekering der nakoming van civiele verbintenissen. Uit goede bron verneemt men dat de onder handelingen betreffende de suikerquaestieden 17den dezer te Parijs zullen worden hervat. Het zoölogisch slation van de Nederlandsche dierkundige vereeniging, dat gedurende dezen zo mer in Den Helder wordt gevestigd, wordt morgen voor de laboranten geopend. De feestelijke inwij ding zal Zaterdag e. k. plaats hebben bij gele genheid van de zomervergadering dier vereeniging, die dit jaar in het station zelf gehouden wordt. Gisteren heeft de kroonprins van Pruisen een bezoek gebracht aan het Loo en werd door Z. M. op zeer hartelijke en vriendschappelijke wijze ontvangen. Bij het verlaten van den trein, die voor het buitenpaieis stilhield, werd de troon opvolger door Z. M. verwelkomd en vervolgens door het gebouw met zjjne uitgebreide tuinen rondgeleid. Na het gebruik van een collation be gaf de prins zich naar de residentie terug. Hij werd door den Koning tot aan den trein uitge leide gedaan. Heden is Z. K. H. tot a. s. Zon dag naar Brussel vertrokken. Dinsdag aanvaardde de heer F. B. Löhnis zijne taak ais directeur der Maatschappij van weldadigheid. De aftredende titularis, de heer C. J. M. Jongkindt Coninck, had den burgemeester van Frederiksoord, de godsdienstleeraars, onder wijzers en ambtenaren van de M. v. W. uitge- noodigd tot eene bijeenkomst in het logement. In hunne tegenwoordigheid had de overdracht en overneming plaats. Het 13de chr. nat. zendingsfeest, dat gis teren op hel landgoed Beekesteyn bg Velzen ge houden werd, liep zegt de „Haarl. Ct." in de uitnemendste orde af, dank zij de goede maat regelen, door de hoofdcommissie genomen. In de cantines was ruimschoots gelegenheid tot verver- sching. Zy, die luisteren wilden naar den zang van den heer Sornet, die de door hem vertaalde liederen van Sankey ten gehoore bracht, hadden daartoe op het terrein waar de ververschingsten- ten stonden de gelegenheid. Ons werd echter me degedeeld, dat zulks volstrekt niet op verzoek der hoofdcommissie geschiedde. Deze had gezorgd, dat in de programma's geschikte liederen waren te vinden, en dat de Haarlemsche schutterij het ge zang op de spreekplaatsen op gepaste wijze bege leidde. Zoo de huiswaarts keerende scharen zeer voldaan waren, dan mochten zij daarvoor der hoofd commissie voor een goed deel dankbaar zyn, die alles had ingericht op eene wyze, het uitstekende terrein waardig, waarover zjj door de welwillend heid van den eigenaar hadden kunnen beschikken. Aan de Vereeniging tot weldadigheid van den allerheiligsten Verlosser, gevestigd le Amster dam, is door wylen den heer E. P. Meyeraan een legaat van f 500 besproken. Bij kon. besluit is aan den heer C. Muys- ken, ingenieur te Haarlem, eervol ontslag ver leend als secretaris en architect der Nederlandsche hoofdcommissie voor de internationale tentoon stelling le Philadelphia in 1876 en hij benoemd lot lid dier hoofdcommissie. Uit het verslag over den staat dezer pro vincie over 1875 blijkt nog o. a. het volgende: Het getal paarden heiiep 39008, ezels en muil ezels 709, runderen 217910, schapen 66981, geiten en bokken 12731, varkens 26854. Pluim vee: hoenders 717. Bijenteelt: 1410 korven. Wat het rundvee betreft, heerschle in bijna de geheele provincie het mond- en klauwzeer, ook hier en daar longziekte, meestal in die gemeenten, welke in de nabijheid van veemarklen zyn gelegen en waarvan de veehouders leveringscontracten van melk naar de meer bevolkte sleden hebben aan gegaan, zoodat voor hen eene voortdurende ver wisseling van zoogenaamd uitgemelkt vee in versch- melkend of pasgekalfd vee noodzakelijk is. Wat de fabrieksnijverheid aangaat, uit eene vergelijkende opgave blijkt in welke groole male sedert 1861 de aanwending van stoomkracht in de onder scheiden takken van industrie is toegenomen. Het getal paardekrachten, in 1875 aangewend in de industrie, is 76313/« meer geweest dan in 1861. De toestand der suikerraffinaderijen was weder weinig bloeiend. De uitvoer uit geheel Nederland was geringer, en beliep in 1875 slechts 77600 ton legen 100250 in 1872. De oorzaak van dien toenemenden achteruitgang ligt in de bescherming, welke de buitenlandsche fabrieken in hare wet geving vinden. De branderijen en distilleerderijen hebben met afwisselenden uitslag gewerkt. Ter wijl de binnenlandsche consumtie niet vermin derde, was de uitvoer over zee minder dan in het jaar te voren. Te Delfshaven is het getal brande rijen met drie vermeerderd. De Delft hadden de distilleerderyen druk vertier; de branderijen wa ren gedrukt door den lagen prijs der brandersgist

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1