LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N\ 5018.
Vrijdag
A0. 1876.
23 Juni.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
S TA D S-B ERICHTE N.
SCHUTTERIJ.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leidea per 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers8 0.02.
PEWS DEE ADVEBTEKTIEH:
T«n 1—8 regri« r.r.iiT.....;...-.f 1.01.
Iedere regel meerO.I7J.
Grootere letters naar plaatsruimte
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, dat de alphabetische naamlijst van alle perso
nen, die, overeenkomstig de wet van den 11 April 1827,
aan de loting voor de Schutterij moeten deelnemen, ter
inzage van de belanghebbenden zal liggen ter secretarie
dezer gemeente, van den 20 tot en met den 28 Juni aan
staande (de Zondag uitgezonderd), des voormiddags van 9
tot 12 uren, en dat de loting zal plaats hebben in een
-der lokalen van het Raadhuis, en wel:
op Donderdag den 29sten Juni 1876,
's voormiddags te negen uren.
Wordende zij, welke na de laatstvoorgaande in
schrijving zich binnen deze gemeente metter
woon hebben gevestigd, tot eene naloting opge
roepen, mede
op Donderdag den 299tcn Juni 1876,
's namiddags te één uur.
Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden op
geroepen, om tot de loting ter voorschreven plaatse op
te komen, op den dag en het uur in deze kennisgeving
uitgedrukt, terwijl zij, die verhinderd mochten worden
zelveu tot de loting op te komen, zich door een gemach
tigde kunnen doen vertegenwoordigen, of geen gemach
tigde verschijnende, zal de loting geschieden door een der
leden van de Corajnissie uit het Gemeentebestuur.
Tevens worden de belanghebbenden verwittigd, dat bij de
genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van
de redenen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen ver-
meenen, krachtens het 3de art. der wet, te kunnen aan
voeren; waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot
vrijstelling meenen te hebben, van belang is, door per-
soneele opkomst of. bij volstrekte beletselen, door het
zenden van een met hunne omstandigheden wel beken
den gemachtigde, de loting niet te verzuimen.
En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk ge
maakt dat aan de navolgenden bij de wet recht op vrij
stelling is toegekend, als:
1°. die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen
tot den wapenhandel, voor het tegenwoordig oogen-
blik of wel geheel, ongeschikt maken;
2°. die kleiner zijn dan eene nederlandsche el (meter)
en vijf honderd zeventig strepen (millimeters)
3°. de geestelijken van alle gezindheden, zoo lang zij
niet van stand veranderen
4°. de professoren en lectoren aan de hoogescholen
aan de athenaea en de seminariën;
5°. de studenten in de godgeleerdheid;
6°. die den rang van officier in dienst van den Staat,
te lande of ter zee hebben bekleed, en door eer
vol ontslag den dienst verlaten hebben of gepen
sioneerd zijn, zoo lang zij niet in een gelijken of
hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden
aangesteld;
7°. die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit
de Schutterij zijn ontslagen in den rang van offi
cier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in
een hoogeren rang niet weder kunnen worden
aangesteld
8°. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn,
waardoor alleen worden bedoeld zij, die na de
inschrijving in militairen dienst zijn getreden, als
rustende op militairen, zoolang zij in dienst zijn
en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde ge
meente kunnen gehouden worden, de verplichting
niet om zich te doen inschrijven;
9°. den broeder van hem, die in persoon voor zich zei
ven bij de Schutterij dient, met dien verstande, dat
van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van
een ongelijk getal slechts de kleinste helft, tot den
dienst zal worden opgeroepenstrekkende deze be
palingen zich echter niet uit tot zoodanige broeders,
die, om welke reden ook, niet meer bij hunne
ouders inwonen;
terwijl voorts, in tijd van vrede, van den actieven
dienst tevens worden vrijgesteld (met de bepaling
nochtans, dat zij tot den werkelijken dienst dadelijk
kunnen worden opgeroepen, indien de redenen van
vrijstelling ophouden, waarom zij op de algemeene
en bijzondere rollen tevens geplaatst, doch bij de
reserve zoolang in dienst gesteld worden)
■10°. zij, die tot den dienst der nacht- of brandwachten,
en tot dien der brandspuiten, zijn aangesteld, zoo
lang zij met die werkzaamheden zijn belast
11°. lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden
de personeele belasting wordt betaald, waaronder
echter niet zullen worden verstaan werkboden of
zoodanige bedienden, die ter uitoefening van iemands
beroep of bedrijf zijn benoodigd; en
12°. zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of
in de armen-gestichten opgevoed en onderhouden
worden.
En zullen dientengevolge degenen, welke op vrijstel
ling, uithoofde van eene der bovengemelde redenen,
aanspraak mochten vermeenen te kunnen maken, zoowel
als zij, die zich in den dienst willen doen vervangen, de
bewijzen, daartoe vereischt, moeten overleggen en, in het
laatste geval, de personen, met welke zij van nommer
willen verwisselen, kenbaar maken aan de Commissie, op
Maandag den 3den Juli aanstaande, des voormiddags tus-
schen 9 en 42 uren, op het Raadhuis, ten einde daarvan
de noodige aanteekening te doen, voor zooveel zulks bij
de loting niet mocht zijn geschied; zullende op de
reclames, zoowel als over de goed- of afkeuring der
personen, door welke men verlangt zich te doen vervan
gen, nader door de Commissie van onderzoek uitspraak
worden gedaan.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de
Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 17 Juni 1876.
LEIDEN, 22 Juni
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de rechten de heer F. N. Maclaine
Ponf, geb. te Hoorn, met Stelliugen.
Door de commissie voor het geneeskundig
staatsexamen alhier is heden tot arts bevorderd
de heer Th. Arnlzenius, med. doctorandus.
De afdeeling voor wis- en natuurk. weten
schappen der kon. acad. v. w. zal eene gewone
ergadering houden op Zaterdag 24 dezer.
Aan den op 5 Aug. te Rotterdam door de
kon. Ned. Yachtclub te houden wedstrijd zal o.
a. worden deelgenomen met zesriems-gi'eken, ge
roeid door jongens van de Amst. kweekschool voor
de zeevaart, het matrozeninstituut te Amsterdam
en de kweekschool voor zeevaart te Leiden.
Blijkens het rapport der commissie uit de
Tweede Kamer over het verslag van het beheer
en den staat der West-Indische koloniën van 1875
heeft ook ditmaal dit stuk een ongunstigen in
druk gemaakt op de commissie. Zij had in dit
verslag meer in bijzonderheden uitgewerkt wen*
schen te zien hoedanig de werking is van den
zoogenaamden kleinen en grooten landbouw en
zij meent er met nadruk op te moeten aandrin
gen dat in een volgend verslag hierop meer in
het bijzonder gelet worde. Gemis aan werklust
schijnt nog steeds het kenmerk te zijn van een aan
zienlijk deel der bevolking en de commissie is van
oordeel, dat in oordeelkundige landontginning hier
tegen een correctief moet gevonden worden. Ter
bevordering der immigratie en kolonisatie (het
groote vraagstuk dat blijkens het verslag nog
geene schrede nader schijnt gebracht te zijn tot
eene voldoende oplossing) vestigt de commissie
de aandacht op de uitgifte van kleine perceelen
gronds op zoodanige wijze, dat hij, die zijne ver
plichting, wat de teelt betreft, niet nakwam, ontzet
werd van zijn bezit.
Blijkens het afdeelingsverslag van de Tweede
Kamer over het ontwerp tot aanvulling van de
middelen, begrepen in de begrooting voor 1876
tot goedmaking der uitgaven, kwam men van ver
schillende zijden er met nadruk tegen op, dat de
Indische baten bestemd werden tot uitgaven, voort
vloeiende uit de vestingwet. De commissie van
rapporteurs geeft, in den tegenwoordigen politie-
ken toestand, aan de regeering in overweging de
som van 5 millioen terug te brengen tot f2,700,000,
die voor de voltooiing van het vestingstelsel door
de Kamer gevoteerd zijn, en om wijders de quaes-
tie nopens 't administratief kapitaal nu evenmin
te behandelen, als in beide opzichten iets zou wor
den gepraejudicieerd.
Gisteren, toen het 278 jaar geleden was,
dat de gebr. Houtman met de schepen „Leeuw"
en „Leeuwin", voor Atjeh hun anker wierpen,
waar de oudstfr zijn leven liet, dë jongste gevangen
werd genomen, was door eenigfr burgers te Gouda
de nationale driekleur uitgestoken.
Z. K. H. Prins Alexander zal zich- morgen
ochtend te halfelf per Rijnspoor naar het Loo
begeven ten einde aldaar eenigen tijd te verblijven.
In de gisteren te Amsterdam gehouden al
gemeene vergadering van aandeelhouders der N.-I.
Handelsbank werd door den directeur, den heer
G. J. De Clercq, verslag uitgebracht over het
afgeloopen dienstjaar. Daarin wordt vermeld, dat
de balans in weerwil van het algemeen heer-
schende malaise, nooit een zoo gunstig resultaat
heeft aangetoond. De aanvulling van het maat
schappelijk kapitaal, door de uitgifte eener tweede
en laatste serie van 6 millioen gulden, heeft in
het begin van het loopende jaar plaats gehad.
Het ter verdeeling aan deelhebbers overblijvende
winstsaldo bedraagt f 900,461, tegen f 729,045
in 1874. Dientengevolge kan het dividend over
het boekjaar 1875 worden vastgesteld op 12 pCt.
of f 30 per aandeel. Zulks is geschied, het ver
slag en de balans zijn goedgekeurd, en tot com
missarissen zijn herkozen de heeren A. Van Geuns
te Amsterdam en Mr. H. Klein te Batavia.
Aan de Utrechtsche hoogeschool is gisteren
bevorderd tot doctor in de rechten de heer J. L.
W. G. Von "Weiier tot Poelwyk, geb. te Zeve
naar; aan die te Groningen, de heer A. Hilbringh
ten Oever, geb. te Assen.
Door de Eerste Kamer zijn al de heden
aan de orde gestelde ontwerpen, waaronder dat
tot verlenging der termijnen van oplevering der
werken door de Amst. Kanaalmaatschappij, aan
genomen. Zaterdag zijn aan de orde de ontwer
pen betreffende de kerkfabrieken, het cassatiepro
ces en de oorlogs- en vestingbegrooting.
De Tweede kamer heeft tegen morgen een twee
tal ontwerpen aan de orde gesteld en daarna de
huishoudelijke raming, zoodat het reces spoedig
zal intreden.
De „Staatsct." behelst het verslag aangaande
de verrichtingen der kon. academie van wetenschap
pen, gedurende het jaar 1875.
De luit.-ter-zee 1ste kl. W. C. A. Ziegenhirt
von Rosenthal, dienende aan boord van Zr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den laat-
sten dezer op nonact. gesteld, en de luit.-ter-zee
2de kl. W. J. P. Van Waning en Z. J. Cambier
respect, geplaatst aan boord van voornoemden
bodem en monitor „Heiligerlee", laatstgen. als lste
officier.
Z. M. heeft de benoeming van J. Bosch
Bruist, burgem. van Nieuwleusen, tot secr. dier
gem., goedgekeurdG. M. A. Passtoors, thans sur-
num. bij de admin. der dir. bel.,, in- en uitg.
rechten en acc., werkzaam in de inspectie Mid
delburg, benoemd tot ontv. derz. middelen te
Kerkrade.
Gemengd Nieuws.
Een briefkaart, 19 dezer van Gouda
verzonden, is eerst heden te Leiden gearriveerd.
Welk een spoed en dat nogal in de eeuw van
sloom
Een liefhebber van postduiven te
Groningen heeft bij het leggen van den eersten
steen voor de duikersluis in de Eemspolder, het
bericht daarvan te halfvyf per postduif naar Gro
ningen gezonden en te 5 uren was het daar reeds
op de pers van de „Prov. Gr. Courant". De dui
ven, afkomstig van een lid der postduiven-socie-