LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4091. Zaterdag A0. 1876. 20 Mei. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke NommersB 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEK ADVERTENTIES Van 16 regels1.06. Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte STAD S-BERICHTE S. INSCHBUmo SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIOEN noo- digen hen, die verzuimd mochten hebben zich op de door het Gemeentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving Toor den Schutterlijken dienst aan te melden, uit zich daartoe alsnog te vervoegen ten Raadhuize, op Maandag den 22sten Mei e. k. 's voormiddags tusschen 9 en 12 uren. Zij herinneren wijders den belanghebbenden, dat de registers van inschrijving op den lsten Juni aanst. wor den gesloten, en dat zij, die zich met vóór dat tijdstip hebben doen inschrijven, bij ontdekking, ambtshalve inge schreven en door den Schuttersraad tot eene geldboete verwezen zullen worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELLR, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 18 Mei 1876. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Maandag 23 Mei, des namiddags te twee oreo. Onderwerpen 1°. Suppletoire staat van begrootiDg, dienst 1876. (Petsioens- b$ iragen van gemeente-ambtenaren.) (42 en 85) 2°. Voordracht tot uitbreiding van het hulppersoneel aan de school n°. 1 voor onvermogenden. (86 en 99) 3°. Verzoek van P. J. H. Kuyper van Harpen, omcenschni- tenhuis te plaatsen in de SiDgelgracht bij de voormalige Heerenpoort. (87) 4°. Idem van J. T. Borgman, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n°. 1 voor minvermogenden. (92) 6°. Suppletoire begrootiDg van het Nederlandsch ïsraêlietisch Armbestuur, dienst 1S75. (93) 6°. Suppletoire begrootiog eo staat van af- en overschrijving, dienst 1875, van het R.-K. Wees- cn OudelieJeuhuis. (90) "7°. Idem als voren van bet R.-K. Armbestuur. (91) S*. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1875, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oade-Mannen- en Vrouwenhuis. (100) 9°. Voordracht tot aankoop van Inschrijving op het Grootboek met 8uppïetoiren staat der gemeente-begrootiog, dienst 1876. (96 en 101) 10°. RekeuiDg van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oude- liedenhuis over 1875. (80) 11°. Idem van de Stads Baük van LeeDing. (81) 12°. Idem van de Stedelijke Gasfabriek. (74) 13®. Voordracht van Commissarissen der Gasfabriek, tot aan vulling van het bedrijf kapitaal. (Bi, 57, 60 en 97) 14°. Verzoek van D. A. Schretlen en Co, ter bekomiDg van gemeentegrond aan den Vestwal. (8, 16 on 98). LEIDEN, 19 Mei. In de departements-vergadering van 't Nut, gisteravond gehouden, zijn de discussiën over de naar aanleiding van het bekende wetsvoorstel Moens door den referent voorgestelde motie niet ten einde gebracht. Het vergevorderde uur deed de vergadering besluiten die tot Zaterdag-avond 8 uren te verdagen. 't Is te hopen dal die vergadering niet minder druk bezocht zal zijn als die van gisteren. De zaak toch is belangrijk genoeg om zoowel van hare licht- als schaduwzijde bezien te worden. Het debat van gisteravond toonde dit ruimschoots; Zoowel van 7t een als ander hopen wij, na afloop der ver gadering, een meer uitvoerig resumé te geven. De lyst van het postkantoor voor den zomerdienst is thans verschenen. Zij bevat de aanwijzing van den tijd voor de lichting der brievenbus aan het kantoor naar de verschillende plaatsen van beslemming zoo voor de binnen- landsche als buitenlandsche correspondentie en den landmaildienst, voorts verschillende inlichtingen en den dienst van het kantoor. Als alle jaren beveelt zy zich ook nu wederom door hare geriefelijk heid aan. De 1ste luitenant E. J. Aenmey, van het 2de bataljon 11de regiment infanterie alhier, is daarbij tot adjudant benoemd. In Den Haag werden gisteren 9 candidalen geëxamineerd voor het Fransch examen6 wer den toegelaten, mej.J. C. Hartevelt, M. C. Slot houwer, M. G. Steygerwalt, uit Leiden; M. C. Taat, M. J. Taat, uit Kalwyk; L. W. F. Weitzel, uit Den Haag6 candidaten voor het Hoogduitsch, van welke 5 toegelaten, mej.M. Bulkley, E. H. Bulk- ley, J. M. Egeling, E. L. Egeling, M. H. Marda, uit Den Haag. Te Amsterdam wapperde gisteren reeds vroeg in den morgen van alle openbare en vele particuliere gebouwen de nationale driekleur, als blijk van instemming met de plechtigheid, welke eenige uren later zou plaats vindende onthulling van het standbeeld, opgericht voor Mr. J. R. Thor- becke. Geruimen lijd voor de onthulling bevond zich op het Reguliersplein een ontzaglijke men- schenmassa om, al was hel dan ook buiten het afgeschutte gedeelte waarin het standbeeld geplaatst is, getuige te zijn van de plechtigheid. Binnen het afgezette terrein bevonden zich de genoodig- den door de feestcommissie; onder hen ook de oudste dochter en de zoon van wijlen Mr. J. R. Thorbecke; de tweede dochter was door on gesteldheid verhinderd. Het terrein aldaar was fraai versierd. Rechts van het beeld bevond zich eene tribune voor de hoofdcommissie van het Thorbecke-standbeeld en den spreker, die de onthulling door een paar woorden zou laten voorafgaan. Daarboven las men den datum van geboorte en overlijden van den staatsman, en aan de linkerzijde de woorden: „Neerland aan zijn grooten staatsman." De wapens der verschillende provinciën prijkten vóór en achter het beeld. De nationale driekleur was overal aangebracht. Tegen 1 uur verschenen in eenige equipages Thorbeckes kinderen, de burgemeester der hoofdstad en leden der hoofdcommissie. Hun komst werd begroet met fanfares van het muziekcorps van het 7de regiment infanterie. Weldra nam de heer Mr. W. H. Dullert, voorzitter van de Tweede Kamer, voorzitter der hoofdcommissie voor het standbeeld, het woord. Hij bracht in herinnering de wijze waarop de oprichting van het beeld was tot stand gekomen en wees er op, dat het hier niet geldt de hulde van een staalkundige partij aan een barer leiders, maar van het gansche Nederland- sche volk aan een groot staatsman. Het bewijs daar van is geleverd door de bijdragen van personen van iedere overtuiging. Aan Amsterdam bracht de spre ker hulde voor zijn besluit om aan het standbeeld eene plaats te verleenen. Nadat hij voorts de opschriften, op het voetstuk geplaatst, had voorgelezen, gaf hij het teeken tot onthulling. Het doek viel, en voor ieders oog vertoonde zich het beeld, dal uitstekend gelijkend is. Onmiddellijk toen 't zichtbaar werd, werd aan het voetstuk door de leerlingen van de hoogere burger- en van de handelsschool een krans neergelegd. De burgemeester aanvaardde, namens de gemeente, het beeld met een korte toespraak. Hij besloot zijne rede met de verkla ring, dat het Reguliersplein thans herdoopt is in Thorbeckeplein. Werkelijk werden op dat oogen- blik aan de hoeken van het plein reeds de bordjes met den naam „Thorbeckeplein" zichtbaar. Het standbeeld is van geelbrons; het stelt Thor becke voor, staande met een wetsrol in de hand. Het gelaat is naar de zijde van de Heerengracht gekeerd. Op het fraaie voetstuk staan de volgende opschriften in vergulde letteren op zwart Esco- zijnschen steen: Aan de voorzijde: Thorbecke; aan de achterzijdeHoogleeraar. Lid der Sta- ten-Generaal. Minister van Binnenlandsche Zaken. Geboren te Zwolle 14 Januari 1798. Overleden te 's-Gravenhage, 4 Juni 1872. Aan de rechterzijdeOptimo Civi Cives. Aan de linker zijde Hervormer der Staatsregeling. Oprecht volksvriend. Trouwe dienaar der Kroon. Na het wegvallen van het doek, werd met geestdrift gejuicht en met de hoeden gewuifd. De muziek blies fanfares, en toen alles afgeloopen was, hief zij het Volkslied aan. Tegen halfdne trokken vele feestgenooten met hunne dames naar het Park, waar de uitvoering van de cantate, woorden van Schimmel, muziek van Nicolaï, zou plaats hebben en Mr. G. M. Van der Linden de feestrede zou houden. In de zaal waren een geschilderd portret van Thorbecke en de verschillende wapens der provinciën aangebracht. De cantate werd uitgevoerd, hoofdzakelijk door de leden van Amstels-Mannen koor, met begeleiding van het Park-orkest en ge dirigeerd door den componist, den heer Nicolaï. De heer Deckers, uit Den Bosch, verleende zyne medewerking; hij droeg de soli uitnemend voor. Over het geheel maakten Schimmel's woorden, on dersteund door Nicolaï's muziek, een diepen indruk. Alvorens de geheele cantate was uitgevoerd, nam de heer Van der Linden het woord. Hij zeide, dal er voor hem moed toe behoorde om le spreken van een oud leermeester, dien hy lief had, van een oud vriend, van een man, door zoo- velen miskend of kwalijk verstaan en door zoo weinigen erkend. En toch, Thorbecke was een onvermoeid dienaar van het algemeen belang. Spr. gaf verder een kort overzicht van de jeugd en den verderen levensloop van Thorbecke, en de door hem reeds op jeugdigen leeftijd behaalde onder scheidingen aan de academie te Leiden en te Utrecht. Door groote geleerden werd hem toen reeds lof toegezwaaid. Zyne vrouw was voor hem al les; zij begreep haar man, en dat zegt veel. Spr. zou gaarne den omgang van Thorbecke met zijne studenten schetsen, indien niet de heer Olivier het reeds zoo uitstekend in de door hem geschre ven brochure over Thorbecke gedaan had. Thor becke was meester van zich zelf, en wie dat is, is geschikt orn meester over anderen te zijn. Overal gevoelde men dat, waar hij verscheen, men met geen gewoon mensch te doen had. Hij bezat over tuiging, en dat vooral heeft de jonge harten zy- ner studenten zoo tot hem gelrokken. In de Ka mer vooral is van Thorbecke menig doorslaand bewijs van zijn uitmuntenden geest aan den dag gekomen. Hy had een diep gevoel van plichtbe sef; al was die plicht ook de gevaarlijkste, nooit zou hij zijn post verlaten hebben. Te midden van den drang zyner tegenstanders bleef hij kalm. Thorbecke is een hervormer geweest. Wanneer van een hervorming sprake is, dan moet men vragen naar 't uilgangspunt, den loop en de uit werkselen deze ging spreker in 't breede na, voor zoover de hervormingen van Thorbecke betreft. Na de rede van den heer van der Linden, door de hoorders zeer toegejuicht, werd het slot van de cantate uitgevoerd, waarmede de plechtigheid in het Park was afgeloopen. De feeslmaaliijd ving te halfzes in het paleis voor volksvlijt aan. Een gedeelte van de groote zaal was daarvoor afge schoten en prachtig versierd. Van 6 tot 8 uren was er volksconcert in het Vondelspark. Te 10 uren werd een vuurwerk op den Amsiel afge stoken. Z. M. heeft de heeren Frans Coenen, violist, en Eduard De Hartog, violoncellist, benoemd tot ridder van den Gouden Leeuw van Nassau. Het stoomschip „Friesland" is 17 Mei naar Java vertrokken. Tot predikant by de Ned. herv. gemeente in Den Haag is gisteravond beroepen de heer Nonhebei, predikant te Middelburg. De Duitsche post, die tot dusverre te 2.35 's av. uit Den Haag, te 2.40 's av. uit Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1