LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4084.
Vrijdag
A0. 1876.
12 Mei.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden1.10.
Franco per posta 1.40.
Afzonderlijke Nommers0 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEE ADVEBTENTIEN:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meer0.17*.
Grootere letters naar plaatsruimte
STADS-BERICHTEN.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, dat, ter voldoening aan de wet van den llden
April 1827 Staatsblad n°. 17), een aanvang zal worden ge
maakt met de inschrijving voor den Schutterlijken dienst,
van degenen welke daartoe dit jaar in de verplichting
rallen.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke
registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in
1842 tot 1850 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert
de vorige inschrijving, uit andere plaatsen metterwoon
hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili
tairen, die sedert de laatste inschrijving hun paspoort ver
kregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich
in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste in
schrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen wor
den ingeschreven achter in de registers, waartoe zij vol
gens hunnen ouderdom behooren; terwijl de geborenen
in het jaar 1851 zullen worden geplaatst in een nieuw
register, te weten: het eerste van den jare 1876 en het
tiende, of dat der geborenen in 1841, van het vorige jaar,
zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijge
leiden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die
personen, welke reeds hun ontslag uit den Schutterlijken
dienst hebben bekomen.
Dat de registers van inschryving, ingevolge art. 5 van
het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1828 Staats
blad n°. 6), zullen worden geopend op Maandag den 15den
Mei aanstaande, en op den lsten Juni daaraanvolgende
zullen worden gesloten.
Dat derhalve de personen, welke zich voor gemelde
sluiting op den lsten Juni niet hebben doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen wonen
of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemde
lingen, alsmede de militairen, welke hun finaal ontslag
hebben bekomen en niet weder zijn in dienst getreden),
bij ontdekking, alsnog achter de teekening tot sluiting,
door het Hoofd van de Regeering aan het einde van het
register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met bij
voeging van het woordambtshalveen volgens art. 9, door
den Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarboven dadelijk, zonder lotingbij de Schut
terij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de
verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of
uitsluiting te hunnen aanzien bestonden; terwijl in zoo
danig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft
om in de tweede klasse gebracht te worden; alles onver
minderd zoodanige strafbepalingen als, uit krachte der
wet van den 31sten December 1832 Staatsblad n°. 67), op
hen mochten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel hij niet
van een geboortebewijs voorzien is, voor hen welke alhier
geboren zijn, dat bewijs te komen afhalen ter secretarie
dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van heden
af, van des voorraiddags 9 tot 's namiddags 4 uren, terwijl
zij, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs vóór de
inschrijving zullen moeten aanschaften; zullende eenieder
verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij
gemis zijner geboorteakte, door eene verkeerde opgave
van het geboortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd
dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten opgeven
hunne woonplaats, benevens het straa/nommer hunner ivoning,
hun beroep en dat hunner ouders, zoo die nog in leven zijn,
alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of
zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het
eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om
zich van een extract uit het huwelijksregister te voorzien,
om daarop door den heer der gebuurte waarin zij wonen,
het getal hunner kinderen te doen certificeeren, ten einde
daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende
alsmede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden
af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (af
deeling burgerlijke stand), van des voormiddags 0 tot
i's namiddags 4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld aftoope, een
iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt opge
roepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van
het Raadhuis, en wel:
Op Maandag den 15 Mei 1876,
de bewoners van wijk I, II en III;
Op Dinsdag den 16 Mei 1876,
de bewoners van wijk IV en V
Op Woensdag den 17 Mei 1876,
de bewoners van wijk VI,
benevens de bewoners van de buitenwijk;
Op Donderdag den IS Mei 1876,
de bewoners van wijk VII en VIII;
telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags
2 uren
®et uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk
ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich
niet te wijten hebbe de gevolgen, welke oit het achter
blijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip,
dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der
loting, welke volgens de wet, vóór den 1 Juli aanstaande
geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden bekend
gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes-
teits besluit van den 7 September 1828 Staatsblad n°. 55),
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of
als weduwnaar met kind of kinderen, in het afgeloopen
jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de
tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te
worden gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden
van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben
verloren om iu die klasse te verblijven, en dus alsnu in
de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene
Schutters-rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te ge
ven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden, des
voormiddags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van aan
vang der inschrijving, en dus uiterlijk tot den 13 iMei
aanstaande; zullende, wanneer deze kennisgeving door
den belanghebbende mocht zijn verzuimd, en hij dienten
gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Bur
gemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten
worden opgemaakt en aan de Rechtbank ingezonden, ten
einde op den nalatige toe te passen de strafbepaling van
art. 1 der wet van den 6den Maart 1818 {Staatsblad n°. 12),
houdende eene geldboete van ten hoogste 100,en eene
gevangenisstraf van ten langste veertien dagen, hetzij af
zonderlijk of wel beide straffen te zamen genomen.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in
de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den lsten Mei 1876.
LEIDEN, 11 nel.
De minister van binnenl. zaken brengt ter
kennis, dat aan 's rijks veeartsenijschool te Ulrecht
op Vrijdag 14 Juli e. k. en volgende dagen ge
legenheid zal worden gegeven tot het afleggen
van het natuurkundig examen voor aanstaande
veeartsen. Zij, die tot dat examen wenschen te
worden toegelaten, behooren zich vóór 30 Juni
aan te melden hij den directeur van gemelde
school.
De minister van binnenl. zaken brengt ter
kennis, dat het examen om als leerling aan 's rijks
veeartsenijschool te Utrecht te worden opgenomen
zal plaats hebben op 10 Juli e. k. en volgende
dagen, des voormiddags te 8 urendat belang
hebbenden zich in persoon of schriftelijk, rails
portvrij, vóór of op 30 Juni e. k. hij den directeur
der school moeten aanmelden, met overlegging
van de vereischte stukken.
In de commissie, die voor dit jaar in Noord-
Holland belast zal zijn met het afnemen der eind
examens van de hoogere burgerscholen met 5jarigen
cursus, zijn door den commissaris des konings
benoemd: tot voorzitter, Dr. E. Van der Ven,
directeur der hoogere burgerschool te Haarlem;
tot ledende heeren Dr. J. E. Rombouts en Dr.
G. B. Van Kampen, leeraren aan diezelfde hoogere
burgerschool; Mr. J. Domela Nieuwenhuis, J. Snij
der en G. Knapper Rzn., leeraren aan de hoogere
burgerschool te Amsterdam; Dr. D. De Loos,
directeur, en Dr. A. \V. Kroon en Dr. W. P.
Wolters, leeraren aan de hoogere burgerschool te
Leiden; A. Groenier en W. Van Ravenhorst,
leeraren aan de hoogere burgerschool te Alkmaar,
en A. Pelt, directeur der hoogere burgerschool te
Zaandam. Tevens is bepaald, dat de eindexamens
te Haarlem zullen worden gehouden.
Met zekerheid kan thans de heropening der
stoomvaart van Vlissingen op Queensboro op 15
dezer gemeld worden. De stoomschepen „Stad
Vlissingen" en „Stad Middelburg" zijn Dinsdag
van een proeftocht naar Engeland teruggekeerd,
terwijl de „Stad Breda", na in het droge dok te
Vlissingen te zijn schoongemaakt, deze week eene
dergelijke reis zal ondernemen. De havenwerken
te Queensboro worden zeer geroemd en zijn na
genoeg gereed.
Eigenaardig is de wijze, waarop de directie der
maatschappij „Zeeland" bekendheid aan de nieuwe
lijn geeft. Zij heeft nl. een biljet doen vervaar-
gen en verspreid, dat in den vorm van eene globe
de spoorwegverbindingen van Vlissingen met Europa
aangeeft en de kortste verbinding met Engeland
duidelijk doet uitkomen. Dit stuk, in zestien dagen
bij den heer A. Van Oosterzee te Amsterdam
gedrukt, die alle eer van de nette uitvoering
heeft, bestaat uit 16 chemische gravures (panico-
graphieën). Iets dergelijks is op die afmetingen
misschien nooit in Europa verschenen en weinig
zou men vermoeden dat het geheel op de gewone
boekdruksnelpers is gedrukt.
Gisteren zijn in Den Haag voor de Fransche
taal geëxamineerd 8 candidaten; toegelaten mej.
E. D. M. Looyaard, G. G. Neurdenberg, M. J.
Teubner, J. C. Theunisse, uit Rotterdam; A. Schou
ten, uit Gouda; M. P. Wannée, uit Delfshaven.
Voor de hoofdonderwijzers-akte waren zes can
didaten; toegelaten mej.: J. M. Boers, uit Rotter
dam; A. J. Ghivat, uit Den Haag; J. Gh. Lan-
gerveldt, uit Dellt; A. J. Moreau, uit Delfshaven;
J. F. Tielens, uit Gouda.
Onder de gisteren by de Tweede Kamer
ingekomen adressen bevond zich een van het hoofd
bestuur van het anti-dienstvervangiDgsbond tegen
het aan de orde gesteld wetsontwerp tot wijziging van
eenige bepalingen der militiewet. Met verwijzing
naar zijn bekende adres aan den Koning, verzoekt
het hoofdbestuur, „uit naam der afdeelingen, uit
naam der duizenden van het bond, uit naam van
zoovele anderen in den lande, die als wy plichts
afkoop verderfelijk achten, uit naam van de tal-
looze menigte onzer medeburgers, voor wie het
privilege niet bestaat, en die het toch versmaden
hun zoons voor anderen te laten dienen, aan geene
wetgeving, gegrond op de vernederende dienstver-
vanging, die de natie, meer nog dan het leger
onteert, Uwe goedkeuring te schenken, maar bij
de Regeering aan te dringen op de invoering van
het moderne beginsel, dat der onvervreembaarheid
van weerplicht."
De zeemilitiens der lichting van dit jaar
zijn allen aan boord van het wachtschip te Helle-
voetsluis gehuisvest. Na indienststelllng der moni
tors worden ze aan boord van die bodems ge
plaatst, zoomede op kanonneerboot n°. 35, te
Vlissingen.
Een telegraphisch bericht uit Amerika meldt
dat de Nederlandsche tentoonstelling zoowel in het
hoofdgebouw als in de gebouwen voor land
bouw en kunst gereed is, en dat reeds heden vyf
der acht medegenomen werklieden, namelijk de
heeren Ligthart, Lotz, Garrié, Mattijs en Blank-
waart, naar Nederland terugkeeren.
In de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad te Amsterdam is door den burge
meester mededeeling gedaan van de ontvangst vaa
een schrijven van Mr. M. Corver Hooft, waarbij
hij zijn ontslag neemt als lid van den gemeente
raad. Aan Dr. H. C. Dibbets en J. A. Bientjes
is op hun verzoek eervol ontslag verleend als
leeraren aan de middelbare scholen, terwyl ook.
Dr. J. H. Nieuwveen als conrector van het gym
nasium zijnj eervol ontslag heeft verkregen. Een
verzoek van eenige oud-strijders van 1830 en
1831, leden van de 1ste sectie van het Melalen
Kruis, om den naam van den Buitenkant te ver
anderen in dien van Michiel Adriaansz. de Ruy-
terkade is afgewezen, omdat er geen termen waren