boeien hadden aangedaan, slechts met moeite be dwingen en nog niet voorkomen, dat hij zich telkens overeind richtte en bewegingen maakte, als wilde hij zich 't hoofd tegen de bank te pletter slaan. Bijtende en trappende, als een dier, brullende en snuivende van woede, mocht het eerst nadat de terechtzitting minstens tien minuten geëindigd was, den veldwachters gelukken, hem op een aangebrachte krib neder te leggen en daarop te binden, na hem voortdurend met koud water te hebben begoten. Toen was er minstens een kwartier verloopen. De aanwezige medicus schreef de ont wikkeling meer aan woede, en niet aan bepaalde zenuwaanvallen toe, al bracht hij zich ook lang zamerhand in dien overspannen zer.uwtoestand. De aanval van woede duurde niet zoo lang als bij vroegere gelegenheden. Na verloop van drie kwar tier is hij kalmer geworden, in tranen uitgebarsten, en daarmede in zoodanigen toestand gekomen, dat hij op de gewone wijze tegen kwart over twaalven naar de gevangenis is teruggebracht. Toen het rytuig daar aangekomen was en hij binnen werd gebracht, ontstak hij evenwel opnieuw in razernij, en trachtte door een grooten sprong zich het hoofd op de steenen te verpletteren. Men greep hem nog en-men was weder genoodzaakt hem op zijn krib te binden. Een waterschuit uit Amsterdam is Vrijdag in de Haarlemmermeer-ringvaart aange varen door een stoomboot. Een der manschappen van de schuit, bevreesd voor het naderend onge luk, wilde op den wal springen, maar viel in het water en is verdronken. Op den catalogus van eene boekver- kooping, die in 't begin van Juni te Utrecht zal gehouden worden, komt een bijbel voor, in 1721 te Leiden, bij Dan. Van Leeuwen, voor rekening van Czaar Peter I gedrukt. De bijbel was bestemd om den Hollandschen naast den Russischen tekst te bevatten en werd daartoe in twee kolommen gedrukt. De eerste bevat den Hollandschen tekst, geheel in hoofdletters. Op de tweede zou de Rus sische tekst in Rusland worden gedrukt, maar het is er nooit toe gekomen, zoodat die kolom eenvoudig blank gebleven is. Het „waarom" kan slechts gegist worden, maar waarschijnlijk is de dood van den Czaar er oorzaak van geweest. Dezer dagen heeft er te Oosterwolde eene vechtpartij tusschen twee personen plaats gehad, waarbij verwijtingen moeten zijn gedaan, die betrekking hebben op den persoon van J. Oenerna, die in de maand Januari in de nabij heid van Oosterwolde vermoedelijk is beroofd en vermoord. Naar men verneemt, heeft de justitie zich de zaak aangetrokken. Op de reede van Vlissingen is door zoogenaamde ankerdrijvers een anker opgevischt, dat, ontdaan van de daaraan gehechte aangroei- sels, is gebleken afkomstig te zijn van de „Ve nus," een der schepen van de Engelsche vloot, die in 1809 de stad en vesting Vlissingen heeft gebombardeerd. Van deze vondst is mededeeling gedaan aan de Engelsche admiraliteit. De heer B., oud-zeeofficier, wonende te Wageningen, heeft op noodlottige wijze het leven verloren. Van een drankje willende inne men, nam hij bij vergissing eene vloeistof, die, bij kleine hoeveelheden niet gevaarlijk, nu echter door de groote quantileit een spoedigen en smarte- lijken dood ten gevolge heeft gehad. In het „Stads- Prov. en Gr on. Adver tentieblad" van den 3den Mei wordt bij adver tentie aangekondigd, dat op de kermis te Gro ningen te zien zal zijn Jut, diens huisvrouw en kind. Wanneer men met ballen werpt op den be waarder, treedt Jut met een dolk te voorschijn. Doch daar blijft het niet bij. Juts vrouw met haar kind komt te voorschijn, en dit roept papa en mama. Een inzender in „Prov. Gron. Gt." vraagt of er geen mogelijkheid zou bestaan om dit schan daal te verbieden. Behalve den diefstal bij den baron De Vos van Steeriw'yk, zijn in de laatste weken te Arnhem meerdere diefstallen en pogingen daar toe gepleegd, die evenzeer door stoutheid uitmun ten en het vermoeden doen rijzen, dat zich ge routineerde dieven binnen die gemeente ophouden, wier arrestatie hoogst wenschelijk ware. Zoo werd voor een paar weken des nachts in een hoofdstraat de glasruit van een winkel ingeslagen, waaruit vervolgens een ontvreemding plaats had. Ook ge schiedden onlangs pogingen tot inbraak door uit boring van ramen, waarbij de daders, in hunne bedrijven gestoord, het hazenpad kozen. Een rijke, gierige industrieele on dernemer in Midden-Java, in een publiek gezelschap aangezocht, om toch ook iets bij te dragen tot leniging van het lot der nagelaten betrekkingen van de te Atjeh door ziekten als anderszins om gekomen en gesneuvelde militairen, gaf de intee- keninglijst weer terug met de verklaring: „dat hij zich nimmer met de politiek bemoeide." Vrij dag-namiddag zijn in brand ge- raakt twee schelven stroo, slaande op de losplaats van den Haarlemmermeerpolder aan den Vijfhui- zerweg. Er zijn ongeveer 40,000 pond stroo ver brand. Door de yverige werking der brandspuit en windstilte zijn grooter onheilen voorkomen. Een ontzettende crimineele zaak is te Londen tot een eind gebracht. Den 24sten October 1875 vertrok uil Antwerpen een Engelsch schip, de „Lennie", met bestemming naar Nieuw- Orleans. De kapitein en de twee stuurlieden waren Engelschen; doch de verdere bemanning, die te Antwerpen had moeten bijeengeraapt worden, be stond uit Turken, Grieken, Italianen, Oostenrij kers, Denen enz. Reeds dadelijk in zee bleek, dat dit vreemde volk een onbruikbare hoop schavui ten was, die van 't zeemansberoep niets afwisten. Vandaar, verklaarbaar genoeg, menig ruw woord van kapitein en stuurlieden; mishandeling of te kortdoening echter, schijnt daarmede hunnerzijds niet gepaard te zijn gegaan. Desniettemin was de „Lennie" nauwelijks eene week onder weg, of de kapitein en de beide stuurlieden werden, de een na den ander, met messteken wreedaardig ver moord. Aan boord waren een Belgische hofmees ter, Van Heydonck, en een Hollandsche scheeps jongen, Hendrik Trousselot. 't Plan van de muiters schijnt geweest te zijn om ook dezen uit den weg te ruimen; doch daar zij wisten dat Van Heydonck eenigszins in de zeevaartkunde bedreven was, en zij zelf ten eenenmale onbekwaam waren om het schip le regeeren, zoo spaarden zij den hofmees ter en, op diens voorspraak, ook den scheeps jongen. Van Heydonck werd nu gedwongen den steven te wenden, en koers te zetten naar Gibraltar; 't plan der piraten was verder, de Grieksche kust te bereiken, dóér 't schip op den wal te zetten, en zich ten slotte met al den draag baren buit uit de voelen te maken. De hofmeester, wiens overleg en tegenwoordigheid van geest niet genoeg te prijzen zijn, deed alsof hij zich gezeg gen liet maar, bouwende op de onwetend heid der muiters, zette hij niet naar Gibraltar, doch naar Bristol koers. De muiters roken echter lonten hij besloot toen een weinig zui delijker aan te houden, op Brest. Toen men de Fransche kust in 't gezicht kreeg, verzekerde Van Heydonck dat dit de kust van Spanje was. Inmid dels wierp hij, door Trousselot geholpen, flesschen over boord, met briefjes er in tot inroeping van hulp. Ook heesch hij noodseinen niet zonder dat de muiters 't bemerkten. Herhaaldelijk liep zijn leven gevaar. Eindelijk kwamen Fransche loodsen van lie de Rhé op 't schip af. De mui ters, ziende dat zij bedrogen waren, poogden in eene boot te ontvluchten. Zij werden achterhaald, gegrepen, en aan de Engelsche overheid uitgele verd. Dezer dagen stonden zij terecht, en bleek uit de getuigenis van Van Heydonck, Trousselot en twee der minst schuldigen onder hen de ge- heele loop van 't bloedig drama en van den daarop volgenden zwalklocht. Vier hunner, twee Turken en twee Grieken, zijn ter dood veroordeeldande ren tot langdurige gevangenisstraf. De wakkere Van Heydonck en de trouwe scheepsjongen wer den door den rechter geprezen om hun beleid, en zullen (in 't land waar men kloekheid even gul pleegt te beloonen, als misdaden streng te straffen) ook wel eene stofïelyke belooning mee naar huis nemen. Voor 't overige zal deze ge schiedenis van de „Lennie" nieuwen klem bijzet ten aan de klachten over de toenemende schaarschte van Engelsche zeelieden. Zy zal tevens eene waar schuwing zijn voor gezagvoerders, die in de treu rige noodzakelijkheid geraken om met samenge raapt volk te varen. De vijftig schaatsenrijdersbanen (van asphalt), welke Londen ten gevolge van de aller- j wege heerschende manie om op rolschaatsen te rijüe/i reeds bezit', zijn vermeerderd-géworden met een echte ysbaan te Chelsea, kunstmatig voort gebracht door den heer Gamgee. De baan is ver kregen door onder persing gebracht zwavelzuur, dat in een bak met onbevriesbare vloeistofgly cerine en water wordt geleid. Deze vloeistof, kouder dan ijs, stroomt door pijpen die op den vloer der baan liggen, onder twee of drie duim water. De buitengewone koude, die daardoor aan hel water medegedeeld wordt, veroorzaakt eene ijsbaan, waarop zich reeds vele schaatsenrijders verlustigen. De heer Gamgee beweert even goed een dergelijke baan te Bombay te kunnen leg gen. Die te Chelsea heeft reeds navolging te Man chester gevonden. KOLONIËN. BATAVIA, 30 Maart. Betrouwbare berichten verzekeren ons zegt de „Sumatra Courant" dat de vijand, wiens hoofd macht in de XXII Moekims geconcentreerd is, niet de minste genegenheid aan den dag legt om den tegenstand op le geven en zich le onderwerpen. Integendeel't is of de dood van Pel hem weder stoutmoediger heelt gemaakt. Pel had er den schrik ingebracht. Als de Aljehneezen hem met de troe pen in aantocht zagen, dan ontstond er twijfel en vrees in hun benden. Wel deden zij dan nóg een poging om zich staande te houden, maar 't duurde gewoonlijk niet lang of zij weken uit vrees voor den onvermoeibaren, alles omtrekkenden kapala- prang-betoea in allerijl terug. Toen overste Engel eebige dagen na Pels overlijden vóór Pagger-ajer (Pagger-ajer-missigit) een vijandelijke versterking liet bestormen, hield de bezetting heldhaftig stand, en liet zich tol den laatsten man in de pan hak ken, ofschoon vluchten zeer wel mogelijk was. Er moet daar hevig gevochten zijn en, blijkens voor ons liggende brieven van ooggetuigen, hebben er aan weerszijden wonderen van standvastige dap perheid plaats gehad. Als een staaltje van de wijze hoe 't er toegegaan is, meldt men ons dat de kapitein J. R. Engelhard met eigen hand niet minder dan 17 der verdedigers afgemaakt heeft, terwijl den lsten luit. Van Ende door een Atjeh- nees een stuk vleesch uit den arm gebeten werd, hetgeen deze echter met zijn leven heeft moeten betalen. Te Meester Cornelis op Goedang-Teh is by den heer S. een belangrijke diefstal gepleegd. De dief of dieven hebben het slot van het venster weten te openen, zijn daardoor naar binnen ge komen, hebben de sleutels van een kast uit den zak van een kleedingstuk genomen, de kast ge opend en er een trommel uitgenomen, die aan geld en byouterieën voor een waarde van onge veer f 8000 inhield. Door den g onvernenr-gencraal van Ned.-Indië zijn de volgeDde- beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tweejarig verlof naar Europa, w. ziekte, aan het lid in den raad van just, te Sama- raDg Mr. L. J. Godefroy; een tweej. verlof naar Europa, w. meer dan 15 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië, aan den comm. 1ste kl. bij den post- en telegraafd. A. N. Kolmus; een tweej. verlof naar Ned., w. idem, aan den 8den comm. op het res.-kant. te Pontianak A. D. Schot. Benoemd: Tot 3den comm. op het res.-kant. te Pontiauak F. R. Roos; totads.-opz. bij do sluis-, kunst- en waterw. te LeDgkong (Soerabaia) J. Stecndam; bij het binnenl. be3t. op Java en Madnra: tot contr. lste kl. Mr. C. W. Kist en P. C. Arends, tot contr. 2de kl, J. W. C. Van Steeden, J. R. Couperus en G. A. Van Lookeren Campagne, tot odsp.-contr. A. De Casparis, A. De Volder van Noorden en J. Ch. Van Es; bij de ia- en uitvoerr. en acc. tot verif. 5de kl. H. C. A. Werner, tot comm. ter controle A. K. F. Scbieke; tot holponderw. aan de o. 2de 1. s. te Bata via mej. L. E. Meyer Cluwcn. Aangesteld: Bij den spoor weg-aanleg Soerabaia PasoeroeanMalang: als teekenaar K. Van Harrevelt; als opz. 3de kl. J. Jellema en W. F. Abels als betaalm. J. W. J. Rapmund en A. Koster. Ontslagen: Eervol, de opz. lste kl. bij het boschw. op Java en Madnra J. C. Brouwer; bij de staatsspoorwegen op Java, op verzoek,, eervol, de teek. B. A. Hildebrand. Geplaatst: Bij den spoor- weg-aaDleg SoerabaiaPasoeroeanMalang, do ben. opz. lste kl. F. C. Coleubrander. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den kapt. der genie A. M. Pfeiffer. Ont slagen: Eervol, de burg. schrijver 5Je kl. bij de mil. admin. G. A. L. Hessels. Geplaatst: Bij het 4de bat. inf., als adj., de 2de luit. J. J. B09, van dat corps. Departement der Marine. Benoemd: Tot lsten etnnrman bij de gouv.-mar. de 2de stuurman D. Schippers. BUITEL LAND. Frankrijk. De in het „Journal olficiel" opgenomen circulaire van Ricard aan de pielecten gericht zegt, dat zij niet meer hun persoonlijk gevot-lèn op den voor grond kiinfieri stellen irtuar oprecht moeten ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2