LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4072.
Vrijdag
A0. 1876.
28 April.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES'
Van 16 regels......f 1.05.
Iedere regel meerm 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte
STADS-BEBICHTEN.
Vergadering van den Gemeenteraad op Maandag
1 Mei 1876, des namiddags te drie uren.
LEIDES, 27 April.
Ingevolge het hun verstrekt mandaat is door de
heeren Van den Brandeler, J. E. Goudsmit en C.
Cock het volgende concept-adres aan de Tweede
Kamer der Stalen-Generaal, in zake de voorge
stelde opheffing van de Leidsche rechtbank, den
gemeenteraad aangeboden
De gemeenteraad van Leiden heeft met belang
stelling kennis genomen van de aan uwe vergade
ring ter overweging aangeboden ontwerpen van
wet betredende de inrichtingen en het rechtsge
bied der arrondissements-rechtbanken, doch met
verbazing en leedwezen ontwaard, dat daarbij ook
de opheffing van de Leidsche rechtbank wordt
voorgesteld. Immers, hoezeer oppervlakkig voor
eene algemeene reorganisatie schijnt te pleiten
het voordeel verbonden aan eene uitbreiding van
de thans aan de rechtbanken opgedragen werk
zaamheden en eene verbetering van de bezoldiging
van de leden dier collegiën, is evenwel de ge
meenteraad van oordeel, dat tegen eene opheffing
van de Leidsche rechtbank in het bijzonder, zoo
danige bezwaren bestaan, dat hij zou meenen zijn
plicht te verzaken door niet elke wettige poging
aan te wenden om dit ons dreigend onheil af te
wenden.
Wij stellen voorophet geldt hier niet gelde
lijke, financieele belangen, die groot gewicht in
de schaal leggenLeiden is gelukkig niet zóó arm
in bevolking, noch zoo onvermogend in haar mid
delen, dat het gemis van eenige weinige, al zij
het geachte, burgers haar gevoelig zou aandoen.
Doch juist de omstandigheid dat Leiden zich in
een meer en meer bloeienden toestand mag ver
heugen, maakt het behoud van de rechtbank, naar
de overtuiging van den gemeenteraad en wij
vertrouwen dat die overtuiging ook door uwe
vergadering zal worden gedeeld noodzakelijk,
ja onmisbaar.
Wij wijzen vooreerst op de aanzienlijke bevol
king van ongeveer 41000 zielen, met inbegrip
van het groot aantal ingezetenen der drie omlig
gende dorpen, die hunne woonplaats hebben in
de onmiddellijke nabijheid der stad, uitmakende
bijna de helft van de gezamenlijke bevolking der
overige tien gemeenten alwaar de opheffing van
de rechtbank wordt voorgedragen en ongeveer het
dubbel van de bevolking van Nijmegen, de grootste
der gemeenten bovenbedoeld, op het toenemend
handelsverkeer en het zich steeds meer en meer
uitbreidend fabriekwezen, blijkbaar uit het gebrek
aan een voldoend aantal fabriekarbeiders; op de
omstandigheid, dat Leiden is de hoofdzetel van
het voornaamste waterschap van Nederland, en
eindelijk op de naderende spoorwegverbinding met
de welvarende Rijnstreek en het middelpunt des
lands, waarvan de voorbereiding ongetwijfeld tot
velerlei procedures aanleiding zal geven, wier be
rechting elders, zoowel als de behandeling door
vreemde praktizijns, groote moeielijkheden en be
zwaren moet teweegbrengen.
Met het oog op een en ander zou het verlies
van de rechtbank in deze gemeente bij uitstek
zwaar worden gevoeld; een allernadeeligste ver
traging in de afdoening van zaken zal daarvan
het gevolg wezen en het maatschappelijk verkeer
in het algemeen, bijna dagelijks de tusschenkomst
van de rechterlijke autoriteiten op de eene of
andere wijze behoevende, zal daardoor in alle op
zichten worden belemmerd, tot groot ongerief zoo
wel van de ingezetenen als ten aanzien van het
gemeentebestuur in verband met de bemoeiingen
van bedoelde autoriteiten met het werk van den
Burgerlijken Stand, de opneming van krankzinni
gen in de daarvoor bestemde gestichten, het lega-
liseeren van handteekeningen en een tal van andere
onderwerpen.
Moet alzoo het aanzien en de beteekenis van
deze gemeente, wat de bevolking betreft de vijfde
in Nederland, op zich zelve reeds als een vol
doende grond voor het behoud van de rechtbank
worden aangemerkt, niet minder zal bij de over
weging van de aanhangige wetsontwerpen belmo
ren gelet te worden op de belangen der Hooge
school, de oudste en voornaamste van ons vaderland
en waarvan ook gij M. H. voor het grootste gedeelte
de voedslerlingen zijt, eene Hoogeschool, waarvan
het aantal leerlingen in de laatste jaren, vooral
wat aangaat de toekomstige rechtsgeleerden, zoo
aanzienlijk is toegenomen en zelfs nagenoeg is
verdubbeld.
De opheffing van de rechtbank toch zou ten
gevolge hebben eene nog scherpere afscheiding
vari theorie en pract'yk dan men nu reeds dage
lijks van alle zijden hoort betreuren, en het zal
wel geen betoog behoeven dat daardoor een hoogst
nadeelige invloed moet worden uitgeoefend niet
alleen op de sludie der rechtswetenschap zelve,
maar tevens op den voortdurmden bloei der Hoo
geschool in het algemeen. Immers, wie zal ont
kennen het groot belang voor het onderwijs in
het recht en bepaaldelijk in de rechts- en straf
vordering, wanneer de studeerende jongelingschap
van tijd lot tijd kan worden verwezen naar eene
civiele of strafzitting, waarvan de bijwoning, al
geschiedt zij slechts enkele keeren, zoo heilzaam
moet werken op de juridische vorming tot niet
gering voordeet voor de toekomstige rechtspraak
en al moge het aantal belangrijke zaken door de
rechtbank alhier tot dusver behandeld, niet bij
uitstek aanzienlijk worden genoemd, het is in elk
geval nuttig dat men zich langs dien weg tot de
praktjjk kunne voorbereiden. Dit een en ander
klemt te meer, nu door de wetgevende mach!
wellicht aan Amsterdam het voorrecht zal worden
toegekend om academische graden te verleenen
en haar alzoo dezelfde rechten zullen worden toe
gekend als aan onze Hoogeschool zijn verleend.
Terwijl toch de volkrijkste stad van ons vaderland
alle gelegenheid aanbiedt, om de studenten in de
rechtsgeleerdheid een oog in de praktijk te doen
slaan, zal men de eerste Universiteit van het
vaderland berooven van het eenig middel, dat
haar ten dienste staat om theorie en practijk te
verbinden, een voorrecht dat aan de beide andere
kleinere Universiteiten blijft gewaarborgd.
Voegt hierbij, dat het niet van weinig belang
is, dat hoogleeraren en leden van de rechterlijke
macht, advocaten en pleitbezorgers elkaar bijna
dagelijks plegen te ontmoeten en in onderling we
tenschappelijk en praclisch verkeer zijn, zoodat
reeds lang een onderlinge band is gevestigd, die
zoowel voor de theorie als voor de toepassing
van het recht heilzaam werkt, en dien band nu
zoude men zonder dringende redenen willekeurig
losscheurenImmers op welken grond wordt deze
zoo heillooze opheffing van de rechtbank aan uwe
vergadering voorgesteld Op dien eenigen, dat
het aantal te behandelen zaken zoo uiterst gering
zou zijn. Maar ook dien schijnbaren grond we-
derlegt de statistiek, waaruit blijkt, dat het ge
middeld aantal voor deze rechtbank behandelde
burgerlijke en strafzaken, in vergelijking met an
dere collegiën, zelfs met enkele waarvan de op
heffing niet wordt voorgesteld, betrekkelijk groot
is en dat het verschil met rechtbanken in groo
tere gemeenten inderdaad minder beduidend is
dan algemeen schjjnt te worden ondersteld.
Het algemeen belang wordt dus door het be
houd van de rechtbank in geen opzicht gekrenkt,
en het is alzoo te meer geoorloofd te wijzen op
het bijzonder belang van deze gemeente, die zich
gedurende eeuwen in het bezit van een eigen
rechtspraak heeft mogen verheugen en die zich
met eenige fierheid op hare verdiensten jegens
het vaderland, wel mag beroepen.
Wij herhalen met de meesle klemNiet het
financieel belang (het wordt slechts weinig ver
kort), maar een hooger, een zedelijk belang is
het dat ons noopt tot u de bede te richtenHand
haaft den bloei van deze gemeente, den luister
van onze dierbare Hoogeschool, door aan de op
heffing van onze rechtbank uw steun niet te ver
leenen.
De brieven, per stoomschip „Friesland" naar
Ned.-Indië te verzenden, behooren den 28sten dezer
te 2 u. 45 m., drukwerken en monsters te 1 uur
's middags ten postkantore alhier bezorgd te zyn.
De afdeeling voor wis- en natuurkundige
wetenschappen der kon. acad. v. w. zal morgen
eene gewone vergadering houden.
De vergadering van moderne theologen werd
Dinsdag-avor.d geopend door Dr. J. W. Bok, in
het lokaal Frascati te Amsterdam. Tot leden van
het hoofdbestuur werden benoemd, in de plaats
van de heeren Dr. J. W. Bok, W. Hoevers en
W. C. Van Manen, de heeren J. A. Böhringer,
L. H. Slotemaker en I. J. Ie C. de Bussy. Bjj ac
clamatie werd bepaald, dat een volgend jaar we
derom vergadering zal gehouden worden.
De kon. letterlievende vereeniging „Hooger
zij ons doel", te Amsterdam, heeft het plan
opgevat een internationalen tooneelwedstrijd te
doen houden in den winter van 1876/77. Reeds
heeft Z. M. de Koning zijne goedkeuring aan het
plan geschonken en aanvaardde de burgemeester,
Jhr. Den Tex, het eerevoorzitterschap der rege
lingscommissie. Een aantal aanzienlijke ingezetenen
hebben zich bereid verklaard het bestuur der ver
eeniging als commissie van bijstand ter zijde te
staan, en eenige letterkundigen de taak der be
oordeeling op zich genomen.
Z. M. heeft gisteren Mr. M. J. Van Lennep
met het ridderkruis der orde van den Nederl. Leeuw
begiftigd.
Het algemeen beurscomité voor publieke
fondsen te Amsterdam heeft op zijn telegram aan
Zr. Ms. minister resident te Madrid van dezen
ten antwoord ontvangen: „dat de (Spaansche)
minister van financiën aan eene commissie de
verzekering heeft gegeven, dat het voorstel be
treffende de schuldregeling niet tot wet zal ver
heven worden, zonder dat de crediteuren er over
gehoord zijn."
In het hoofdkiesdistrict Franeker is tot lid
der prov. staten verkozen de heer Y. Oosterloo,
burgem. van 't Bildt, met 472 van de 671 stemmen.
Naar men verneemt heeft de Fransche
regeering aan hare consulaten in 't buitenland,
ten dienste van het publiek, een album met afbeel
dingen van alle in Frankrijk erkende fabriekmer
ken toegezonden.
Aan P. Smit Jr., te Slikkerveer, gem. Rid
derkerk, is tot wederopzegging vergunning verleend
voor een sloomsleepdienst op de groote rivieren en
stroomen in Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Hol
land en Zeeland.