Van Dam, P. J. Van Dijk, A. J. Hesse (te Leiden), J. P. A. Hendrikx, P. Den Hartog en H. F. Oldendoi ff, den klerk lste kl. B. J. Linschoten en de klerken 2de kl. J. A. Van Amerom, A. F. J. Kleyn, J. D. Kelder, L. M. Lugten, R. A. Dekker, J. Zoeter en F. A. Maas. Gemengd Nieuws. Gistermiddag is te Scheveningen een -vierjarig kind door een tramwagen overreden, ■waarbij het aan de voeten werd verwond. De voerman, die gewaar werd, dat het kind van de stoep der ouderlijke woning afliep, vertraagde terstond de vaart van het rijtuig, waardoor wel licht ernstiger ongeluk werd voorkomen. Donderdag heeft er bij Delft een on geluk plaats gehad bij de poging om het dezer dagen aldaar gezonken schip boven water te brengen. Terwijl men met een daartoe bestemde schuit aan het werk was, brak de ketting en geraakte een scheepmakersknecht tusschen de beide vaartuigen beklemd, zoodat hij ernstig inwendig gekwetst werd en naar het gasthuis moest worden vervoerd. Donderdag-avond te 10 uren brak te Boskoop een felle brand uit bij den rietdekker H. v. P. In weinig tijds lag het met riet gedekte huis in de asch. Ofschoon de bewoners en die van een belendend huis reeds te bed waren, zijn er geen menschenlevens te betreuren. Door de werking van drie spuiten is het belendende huis, dat reeds begon te branden, bewaard. Het ver brande huis is geassureerd; de meubelen eener weduwe, die in een gedeelte er van woonde, niet. Gistermorgen is tusschen de lste en 2de verlaat in de gemeente Eist een drenkeling opgehaald. Een bij het lyk gevonden brief deed zien dat hij de 22 jarige zoon van v. B. uit Rot terdam is, dien men sedert 24 Februari 11. ver mist en reeds gesignaleerd had. Donderdag-middag is te Dordrecht de besteller van stoombooten, P. A. genaamd, terwijl hij zich onledig hield met het scheepbren- gen van goederen, in de rivier aan de Merwekade gevallen, doch onmiddellijk door de bemanning der goederen-schroefstoomboot „Stad Leiden" ge red. Na zich van droge kleederen te hebben voorzien, heeft hy zijne gewone werkzaamheden hervat. Bij een zwaar on weder, dat zich Woensdag-namiddag omstreeks vier uren boven de gemeente Soest ontlastte, is de bliksem in den toren der herv. kerk geslagen, waardoor brand is ontstaan, die niet aanstonds ontdekt zijnde en daardoor in omvang toegenomen, een aanmerke lijk gedeelte van de spits heeft vernield, doch met inspanning van alle krachten gelukkig is gestuit, zoodat men te tien uren het gevaar meester was. Tusschen Bleiberg en Kreuth heeft eene verschrikkelijke sneeuwlawine grooie ver woestingen aangericht. Tien menschen werden onder de sneeuw bedolven, waarvan slechts drie met moeite werden gered. De rollende sneeuw massa was zoo hevig, dat alleen door de lucht- drukking, daardoor veroorzaakt, een huisje, dat voor de helft van steen gebouwd was, instortte, daken van huizen werden afgeworpen en boomen werden ontworteld. De orkaan wierp molens, smederijen en een massa boornen omver. De eigenares van den molen te Muhlbach, Josepha Glerer, en drie andere personen wei den uit een 10 voet hooge sneeuwlaag levenloos opgegraven. Onder een ander huis werden zes menschen bedolven, waarvan er drie nog levend te voorschijn kwamen. Een moeder vond men met haar kind aan de borstde moeder werd gered, het kind is echter dood. Blijkens een nader bericht omtrent het geval van trichinenziekte te Lippspringe had den de geneesheer en zijne dienstmeid rauw spek genuttigd en daarvan de ernstige gevolgen onder vonden, terwijl ongeveer vijftig personen, die vleesch van hetzelfde varken, maar gekookt of gebraden, hebben gegeten, gezond zijn gebleven. De „Globe" verwondert zich over het feit, dat 1e Londen niemand er aan deukt, partij te trekken van de weggeworpen eindjes sigaar. Te Parijs bestaat er in dit opdicht eene concur rentie tusschen de straatjongens, die ze opzoeken om ze den sigarenmakers te brengen, die daaruit eene, naar men zegt, zeer edele soort van sigaren vervaardigen, en de agenten van de tuinlieden, die de tabak uitstekend tot wering van bederf en verdelging van insecten weten aan te wenden. K echtzaken. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan tongerecht alhier van 25 Maart: 1 wegens het rijden in verkeerde richting; 1 w. het rijden in draf door de Donkersteeg 2 w. op den openbaren weg, buiten een urinoir, datgene te verrichten, waartoe die inrichtingen bestemd zijn. Woensdag stond te Deventer terecht een boerenknecht uit de gemeente Hollen, oud 26 jaren, beschuldigd van eenige diefstallen gepleegd te hebben, in den loop van 1875 en in het begin van dit jaar. Bij zijn patroon, bij wien hij tegen kost, inwoning en vast loon in dienst was, had hij een pistool ontvreemd, hetwelk hij zeide voor 20 cent verkocht te hebben. Bij een anderen landbouwer had hij een horloge en bij een winkelier eenige halsdoeken uit diens winkel weggenomen. Het pistool, over welks verdwijning zijn patroon hem onderhield, vond deze later in den steltenberg terug. Toen de president hem vroeg hoe het daarin kwam, zeide hij, dit niet te welen; dat waar schijnlijk de kooper het er in had gehangen, ter wijl zijn patroon verklaarde dat hij hem gezegd had het hem niet te kunnen teruggeven, en dat beklaagde „onnoozel" was. Het horloge dat hy ontvreemd had, bracht hij den eigenaar zeiven terug, terwijl hij aan zijn patroon had medegedeeld dat hij bij een winkelier eenige halsdoeken had ontvreemd, die hij, de patroon, aan den eigenaar terugbracht, hem te kennen gevende dat deze door zijn knecht, dien ook de winkelier voor onnoozel hield, uit zijn winkel waren wegge nomen, en hem verzocht hiervan bij de justitie geen aangifte te doen, ten einde den on- noozele niet ongelukkig te maken, waaraan deze ook voldeed. Beklaagde ging echter, na dat hij de feiten gepleegd had, zelf naar een rijksveldwachter, aan wien hij alles mededeelde, doch die, hem niet kunnende begrijpen, met hem naar zrjn patroon ging, die hem alles vertelde wat er gebeurd was. Toen de president hem vroeg waarom hij die diefstallen gepleegd had, zeide hij dat hij dit niet wist, en toen hij hem vervolgens vroeg of hij niet wist dat hij zich eens anders goed niet mocht toeëigenen, antwoordde hij zeer bedaard dat hij daar geen kwaad in zag. Hel O. M. kon niet aannemen dat bekl. zóó onnoozel was, als door getuigen verklaard werd, daar de verschillende diefstallen toch met verzwarende omstandigheden gepleegd waren, en eischte 4 maanden celstraf. Toen de piesident hem den eisch van het O. M. mededeelde en vroeg, wat hij hiervan wel zeide, scheen hij er volstrekt niets van te begrijpen. Uitspraak a. s. Dinsdag. C. J. De B., hofmeester, laatst woonachtig te Antwerpen, stond eergisteren voor het gerechts hof in Den Haag terecht, onder beschuldiging van, in den avond van 14 Januari a. p., uit de kajuit van een vaartuig te Rotterdam een zilveren horloge ontvreemd te hebben. Adv. gen. Gregory eischte een jaar gevangenisstraf, na de qualificatie in zooverre te hebben gewijzigd, dat het feit niet bij nacht was gepleegd. De verdediger, Mr. Asser, zag daardoor voor een groot gedeelte zijne taak verlicht. Hij beval zijn cliënt den hove aan, als zijnde in armoede vervallen na het doorstaan van zeegevaar. Voorts trad in de bank der beschuldigden een meisje van 18 jaren, uit Piotterdam, die thans ten derden male met de justitie in aanraking is. Zij maakte zich in den avond van 23 Dec. in een winkel van brandstoffen van een koperen ketel meester, waarvoor zij weldra weder de ge vangenis bezoeken zal. Het O. M. eischte zes maanden celstraf. Mr. Schmolck droeg de verde diging voor. Heden is de hofmeester tot 45 dagen celstraf, het meisje tot 6 maanden celstraf veroordeeld. De hooge raad (burgerlijke kamer) beëin digde gisteren: 1°. de twee beroepen in cassatie van de firma A. Van Hobuken en Zonen en Dumm- ler err Co. tegen de O. I. maatschappij van administratie en lijfrente in liquidatie, waarbij het betrof eene vordering tot benoeming van scheids- lieden, om te oordeelen over de verplichting van de firma Van Hoboken en Zonen te Rotterdam tot volstorting van 25 aandeelen der maatschappij van administratie en lijfrente, waarvan gemelde firma als eigenares hij de maatschappij bekend was. Overeenkomstig de conclusie van het O. M., dat 's hofs beslissing in deze gegeven feitelijk en volkomen juisl achtte, werd de voorziening daar tegen ingesteld verworpen. En 2°. het beroep van den heer J. A. Rueb, tegen de firma Suermondt en Co. te Rotterdam, waarbij de quaestie liep over den verkoop van 15000 pikols suiker, waar van de eischer in gebreke bleef de koopers op te geven en die wegens onrechtmatige daad lot ver goeding van kosten en schade werd veroordeeld Het arrest van het hof in Zuid-Holland var 5 April 1875 en het vonnis der rechtbank te Rotterdam van 22 Juli 1874 werden door der hoogen raad vernietigd. De hoogste rechter achtte juist het door den eischer aangevoerde, dat ter deze geene vordering wegens onrechtmatige daad kon worden ingesteld en verklaarde de firm: Suermonut en Zonen niet-ontvankelijk in kan vordering, met veroordeehng in de kosten. 13U1TKN JL* A- IN JL>. Jb Yankrjj li. De commissie van den senaat, belast met he onderzoek van het door de kamer van afgevaar digden aangenomen ontwerp tot ouverwijlde op belfing van den staat van beleg, heelt met stemmen legen 2 tot goedkeuring van het voor stel geconcludeerd. De commissie der kamer vai afgevaardigden voor het ontwerp tot intrekking van artt. '13 en 14 van de wet op de vrij heit van hooger onderwijs is eenparig voor de aanne ming der voordracht. Van de 75 senatoren, die reeds in 187f zullen aflredeD, behooren er 50 tot de rechterzijde Een lid, de heer Maurice, uit het departemen du Nord, is voor eenige dagen overleden; 1£ zitten op de banken der linkerzijde; de overigei noemen zich conslitutioneelen. JL>uü.tsclila*icl. Op het kerkhof te Wulsdorf is een gedenktee ken opgericht ter nagedachtenis aan de 43 aldaa begraven slachtoffers der ramp te Bremerhaven oj 11 December. Het bestaat uit een marmeren kruis omwonden met een lauwertak en voorzien vai toepasselijke opschriften. Met het voetstuk heef het eene hoogte van ongeveer 3 meter. Volgen; een officieel bericht van het plaatselijk bestuur t< Bremerhaven is eindelijk na nauwkeurig onderzoel geconstateerd, dal de ware naam van den bewer ker der ramp is: Alexander Keith, en dat hi geboren is te Halifax, alwaar zyn vader John Keith met zijn oom Alexander Keith een brouwerij heb ben gehad. By het debat in het Pruisische huis vai afgevaardigden over het rapport ter zake van zwen delarij met spoorwegconcessién heeft de heer Las ker aangetoond, dat den heer Bennigsen en graa Munster, alsook den heer Von Mellenlhin, geer deelneming aan zwendelarij kan worden ten laste gelegd. Het resultaat der discussie was, dat hei voorstel van Lasker en Von Köller, namens d( nationaal-liberale, de vrije en de nieuw conser vatieve, benevens de Fortschrilts-party ingediend werd aangenomen. Het centrum, de Polen en d( oud-conservatieven stemden er tegen. Het kom' in hoofdzaak hierop neder: '1°. de regeering t< verzoeken, teri strengste van alle haar in de wet toegekende middelen gebruik te maken om onge oorloofde handelingen ten opzichte van spoorweg concessién tegen te gaan2°. voor zoover de concession betreft vooralsnog geen nader besluit te nemen; 3°. de regeering te veizoeken om de noodige medewerking, ten einde in de weisbe palingen op de actiën zoodanige wijziging te ver krijgen, dat het algemeen belang meer gewaar borgd is dan onder de tegenwoordige bepalingen. Denemarken. Volgens bericht uit Kopenhagen is de Folketing (Tweede Kamer) bij koninklijk besluit ontbonden, op grond dat de koning niet kan toelaten dat de noodige maatregelen ter verdediging des lands langer worden uitgesteld en de Folketing niet slechts de hiertoe voorgestelde dringendst noodige middelen heeft verworpen, maar bovendien te dier

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2