aan het Amsterdamsch athenaeum de rechten
eener universiteit te geven. De minister heeft dit
amendement bestreden. Maandag voortzetting.
Z. M. heeft Mr. W. A. A. J. baron Schim-
melpenninck van der Qye, referendaris bij het
ministerie van binnenl. zaken, op zijn verzoek,
eervol uit die betr. ontslagen, met ingang van
1 Mei, onder dankbet.tot raadadviseur voorde
handels- en consulaire zaken bij het ministerie
van buitenl. zaken, met ingang van 1 Mei be
noemd Mr. W. A. P. Verkerk Pistorius, thans
referend. bij het ministerie van financiën; Mr.
W. A. A. J. baron Schimmelpenninck van Oye,
met ingang van 1 Mei benoemd tot minister-
resident buiten bezwaar van 's rijks schatkist en
als zoodanig gesteld in disponibiliteitbij de algem.
rekenkamer benoemd: tot commies, B. J. Holtz-
apfel, thans adjunct-commies; lot adjunct-com
mies, H. P. Burck, thans eerste klerk.
Gemengd Nieuws.
Te Zaandam is Woensdag het tienja
rig dochtertje van den heer v. O. door eene
hevige windvlaag opgenomen en over de leuning
van de sluis geslingerd, zoodat het kind in het
water terechtkwam. De spoedig verleende hulp en
de tegenwoordigheid van geest van het meisje heb
ben er veel toe bijgedragen, dat het gelukkig ge
red is.
Niettegenstaande de massa regen is de
waterstand in den Haarlemmermeer-polder gunstig.
Veldarbeid kan er evenwel weinig of niet verricht
worden. De storm van Zondag en van Dinsdag
op Woensdag heeft bijna geene schade veroorzaakt.
Twee net gekleede personen, te Har-
denberg per extra rijtuig uit Dedemsvaart aange
komen en voorgevende op reis te zijn voor eene
aanzienlijke handelsfirma, die op het punt stond
te failleeren en daarom 4 tout prix wilde verkoo-
pen, zijn er in geslaagd bij een der ingezetenen
een stuk bukskin of laken aan den man te bren
gen, naar men zegt voor p. m. f 300. De ver
kochte stof bleek na hun vertrek te zijn zooge
naamd Engelsch goed, dat spoedig uit elkander
valt, en dus nagenoeg geen waarde heeft.
Het stoomschip „König Wilhelm" is
gisteren doorgebroken, het achterschip ingeslagen
en alles van dek weggespoeld.
Woensdag-ochtend werd te Noord-
scharwoude tijdens een hevige hagelbui, met
storm en onweder gepaard gaande, de toren van
het kerkgebouw der hervormde gemeente door
den bliksem getroffen. De haan werd er afgewor
pen, het kruis zwaar gebogen, een groot gat in
de spits geslagen, leien er afgeworpen en onder
scheiden ruiten in de vensters der uurwerkkamer
vernield. Onder het wijzerbord, waar ook een gat
geslagen is, schijnt de bliksem een uitweg te
hebben gezocht. De kerk is geheel onbeschadigd
gebleven. Van brand was er geen spoor te ont
dekken. Tusschen Schoorl en Bergen is ook eene
boerenwoning getroffen, die spoedig geheel in vlam
stond.
In den Krimpenerwaard waren gis
teren alle menschen bezig om have en goed te
hergen, of elders heen te brengen. De wegen
waren bedekt met vee, wagens met huisraad en
vluchtende menschen. Een groot aantal vluchtten
naar Gouda, waar het vee in bleekeryen, parti
culiere woningen, tuinhuizen en zelfs in de schouw
burgzaal werd geborgen. Te Wijk-bij-Duurslede
deed de door den storm gezweepte Lek haar schuim
tot boven de daken der huizen spatten en van
de dijken werden met kracht geheele stukken
weggeslagen. De plasregens hadden de toegangen
tot de dijken in modder herschapen, waardoor de
arbeid tot behoud der dijken den werklieden schier
onmogelijk werd. Hier werden rijzen horden aan
gebracht, daar voerde men mest aan en elders
werden wagens geladen voor een ander bedreigd
punt. Niettegenstaande de stoornis door de ele
menten veroorzaakt ging het werk zijn gang en
men mocht de genoegdoening smaken, toen met
den middag de storm bedaarde, de dijken te heb
ben behouden. Gisteren zijn de Alem-, Maren-
en Kesseldijk nagenoeg weggeslagen. Ieder oogen-
blik vreesde men nieuwe doorbraken te Nuland,
Rosmalen, Berlikum en Hintham. De noodvlag werd
pp verschillende punten geheschen; alles wordt
Vernield; er zijn stoombooten vertrokken tot red
ding van menschen en vee. De bruggen buiten
's-Hertogenbosch waren op het punt van weg te
spoelende poorten waren geslotende minister
van oorlog had de beschikbare militaire gebou
wen overgegeven tot berging van menschen en
vee. Het vervoer van reizigers, goederen en brie
ven geschiedde per boot van Hedel naar 's-Her
togenbosch. Het water bleef wassende. Te
midden van den hevigen wind in den voormid
dag van 15 dezer vernam men te Renkum nood
kreten uit eene loods bij den steenoven aan deze
zijde der rivier, waar drie huisgezinnen tot nogtoe
eene toevlucht voor het wassende water hadden
gevonden. Nu echter waren zij ook daar niet meer
veilig, en gelukkig was het, dat drie moedige
schippersVan Dam, Van Dodewaard en Zeil
maker, ondanks het woeden der golven, met booten
hen te hulp kwamen. Met hevige inspanning en
levensgevaar gelukte het allen, 18 in getal, be
nevens het lijkje van een kind, voor eenige dagen
gestorven, behouden aan wal te brengen. In
de rivier de Reest, onder de gem. Staphorst, is
Woensdag-ochtend door den storm in een Hooge-
veensche praam een gat geslagen. Schipper De P.,
met vrouw en 4 kinderen, zijn slechts met groot
levensgevaar gered door de stoomboot, die 't zin
kend vaartuig gewaar werd en nog gelukkig bij
tijds hulp heeft kunnen verleenen. Uit het
Noorden wordt gemeldTen gevolge van den
buitengewonen stand van het binnenwater zijn
hier handel en verkeer grootelijks gestremd. De
spoorwegen vervoeren geen zware vrachten, zoo
dat o. a. de stroo-transporten en de wagens met
turf van Hoogeveen naar Holland hier of daar
blijven staan. Gelukkig dat de wind thans zuid
en niet noordwest is geweest. Anders zouden de
zeedijken het hier kwaad te verantwoorden heb
ben gehad. Overigens heeft men sinds jl. Dinsdag
zien komen wat nu is geschied. Want toen begon
de barometer zóó te dalen, dat die niet meer was
af te lezen. Nooit heeft men hier zulk een lagen
barometerstand leeren kennen.
Zondag-nacht is in het armenhuis te
Norwich, in Connecticut, brand ontstaan. Van de
54 verpleegden zijn 14 in de vlammen omgekomen.
Het onderzoek betreffende de aanva
ring van de „Strathclyde" door de „Franconia",
waarbij de kapitein der laatste boot gehoord is,
is daarmede geëindigd, dat de jury den kapitein
der „Franconia" schuldig heeft verklaard aan
manslag. Zij heeft echter tevens doen uitkomen,
dat het gedrag van den loods, door wiens advies
de kapitein waarschijnlijk misleid is, groote af
keuring verdient.
De jury te Périgueux heeft uitspraak
gedaan in de zaak van Dr. Garrigues en zijne
moeder, beschuldigd van den ouden Garrigues,
vader en man van de beide beklaagden, vergif
tigd te hebben. De jury heeft over den zoon het
niet schuldig, over de vrouw daarentegen het
schuldig uitgesproken. Daarop heeft het hof van
assises de vrouw tot levenslangen dwangarbeid
veroordeeld. De bediende Issier is vrijgesproken.
Veertien man der equipage van het
Ned.-Ind. stoomschip „Patoeah", van Greenock
naar Batavia, te Waterford voor tegenwind bin-
nengeloopen, hebben geweigerd de reis voort te
zetten, onder voorwendsel dat het schip te klein
was en niet geschikt om in dit jaargetijde de
reis te doen. Zij gaven voor, dat toen zij te Rotter
dam gemonsterd werden, de grootte van het schip
als 500 ton werd opgegeven, terwijl het volgens
hun beweren niet grooter is dan 150 ton. De
gezagvoerder heeft hun vrijheid gegeven het schip
te verlaten, hetgeen zij niet wilden doen voordat
hun 5 p. st. werd uitbetaald, hetgeen de gezag
voerder weigerde te doen. Van den magistraat van
Waterford ontvingen zij bevel het schip binnen
twee uren te verlaten.
De „Bessemer", de Kanaal-boot met
haar balanceerend salon, dat de reizigers had
moeten vrijwaren van zeeziekte, blijkt volslagen
fiasco te hebben gemaakt. Verleden Maandag werd
zij door de eigenaars in 't openbaar te koop ge
boden, doch geen enkel bod werd naar 't kolos
sale en kostbare schip gedaan.
Thans eerst is de werkelijke naam
van den misdadiger, die de „Mosel" in de lucht
wilde doen springen, officieel bekend. Hij heette
Alexander Keith. Zijn vader is een bierbrouwer
in Hallifax, Nova-Scotia, waar Alexander geboren
is. Ook is nu gebleken, dat de stoomboot „Rbine"
van de Duitsche Lloyd, op een harer reizen een
helsche machine aan boord heeft gehad. Ten ge
volge van het inpakken was het werk beschadigd,
zoodat geen ontploffing volgde. De kist, waarin de
machine geborgen was, bleek voor 9000 p. st.
verzekerd te zijn.
Bechtzakeu,
Valschheid in onderhandsch geschrift, diefstal
bij nacht op de aanhoorigheid van een bewoond
huis en bedriegelijke oplichting waren de beschul-
digingen waarvoor zekere J. B., 20-jarig koopman
te Oostkapelle, gisteren voor het gerechtshof in
Den Haag terechtstond. De besch. bekende reeds
vroeger wegens diefstal gevangenisstraf te hebben
ondergaan en thans het drietal feiten te hebben
bedreven, waarvoor hij nu verantwoording moesl
geven. In de maand October jl. trachtte hij door
bet schrijven van brieven, die hij met den naam
van zijn oom onderteekende, een koopman te
Middelburg te bewegen voor hem den neef vat
den quasi-onderteekenaar, eene som van /1000
tegen 6 pCt. op te nemen om voor gezamenlijke
rekening handel te drijven. Toen dit niet gelukte
bemachtigde hij van de aanhoorigheid van een
bewoond huis te Gapingen, ten nadeele van een
vroegeren meester, een tiental schapenkaasjes, die
hij voor 25 cent verkocht, en eindelijk gaf hij
in November te Middelburg een van papier ver
vaardigd gouden tientje uit ter betaling eener som
van 9 centen en stak het daardoor bekomen geld,
f 9.86, in den zak waarvoor hij zich van het
noodige voorzag. Adv.-gen. Mr. Gregory requi-
reerde eene veroordeeling van 3 jaren gevange
nisstraf en drie boeten van ƒ50. De verdediger
Mr. J. Schouten had eenig bezwaar tegen de
qualificatie van het tweede feit, den diefstal der
kaasjes, waaromtrent z. i. niet gebleken was dat
de diefstal bij nacht was gepleegd en overigens
beval hij zijn cliënt in eene vrij uitvoerige toe
spraak den hove aan. Hij werd heden veroordeeld
tot drie jaren gevangenisstraf.
De arrond.-rechtbank in Den Haag heeft
bij vonnis van gisteren drie maanden celstraf
opgelegd aan de jonge dochter, die zich aan be
driegelijke oplichting heeft schuldig gemaakt, ter
wijl zij tot eene maand celstraf veroordeelde den
besteller M. D. T., die ledige biervaten, welke hij
bij bierverkoopers had opgehaald, ten eigen bate
aan een kuiper verkocht en zich zoo misbruik van
vertrouwen zag ten laste gelegd.
KOLONIËN.
BATAVIA, 12 Februari.
Aan een brief uit Kotta-Radja, van 26 Januari,
in de „Indiër", is het volgende ontleend: In den
nacht van den 22sten op den 23sten hebben wij
een herhaling gehad van hetgeen niet lang geleden
te Longbattah-Missigit is voorgevallen. Te Lemboe-
Noordoost is de verslerking, gecommandeerd door
kapitein Kal, niettegenstaande de strenge waak
zaamheid der posten, door een vrij sterke vijan
delijke macht omgetrokken en gedeeltelyk over
rompeld. 't Was ongeveer halftwee en stikdonker.
De vijand, misschien wel 150 man sterk, was
door de duisternis begunstigd onze sterkte tot op
p. m. 30 passen genaderd, doch hier werd hij
door een der schildwachten onidekt en met een
schot begroet, waarop ook de andere posten vuur
gaven. De Atjehneezen lieten zich niet tegenhouden
met een vastberaden en goed uitgevoerden aan
loop drong een gedeelte hunner macht over de
pallisadeering de sterkte binnen, wierp de hoofd
poort open en verspreidde zich met bliksemsnel
heid in alle richtingen, voornamelijk in de kazerne.
Door 't schieten der posten gewekt, grepen de
onzen met den meesten spoed naar de wapens.
De aanval was echter zoo kort en vlug in zijn
werk gegaan, dat een woedend gevecht van man
tegen man in en om de kazerne ontstond, waarin
de onzen zich tegen de klewanghouwen van bijna
onzichtbare en zich buitengemeen vlug bewegende
aanvallers te verdedigen hadden. Van weerskanten
werd met moed, met heldenmoed gestreden en
van kwartier geven of nemen kon geen sprake
zijn. Men hoorde bijna geen schot, maar daaren
tegen belette het geraas der blanke wapenen, het
krijgsgeschreeuw van den aanvaller en het ge-