iedereen toch volhouden, dat hjj niet met de misda
digers gelijk gesteld mag worden. Dat men als fat
soenlijk man door het ijzeren hek van het Deten
tiehuis binnengaat, behoort geenszins tot de zeld
zaamheden, maar dat men als fatsoenlijk mensch
weer naar buiten treedt, is bijna een onmogelijk
heid. Door den omgang met de slechten worden
de goeden bedorven. Geen Hoofdbestuur noch
Directeur kan dit verhoeden, geen pastorale zorg,
geen schoolonderwijs vrijwaren tegen dit bederf.
Men hoort de schepelingen te Hellevoetsluis ker
men als zij geslagen worden, te Leiden hoort men
niets; zwijgend en somber ligt dat Buitenhuis
daar tusschen 't geboomte. Maar daarom is het
geen daar in stilte binnen de muren geschiedt
niet minder verschrikkelijk. Iemand te geeselen is
wreed, iemand zedelijk te vermoorden veel erger.
In de couranten lezen wij bijna dagelijks van
vonnissen gewezen door rechtbank of hof. Waarom
lezen wij nooit iets van een vonnis, door den
krijgsraad uitgesproken'? De luide jammerkreten
der gekastjjde mariniers schrikken den jongeling
af, zich voor den zeedienst te laten aanwerven.
Is het, om het vrijwillig dienstnemen hij de
landmacht niet tegen te gaan, dat men geheim
houdt, waarom en tot welke straf soldaten en
cavaleristen veroordeeld worden?
Dat men bouwvallige kazernen eens naziet, is
noodzakelijk, maar er zjjn ook andere dingen,
waarover men wel eens zjjne oogen en vooral ook
zjjne gedachten mag laten gaan, vooral in een tijd,
waarin men Antidienstvervangingsbonden opricht.
Ik kom wat achteraan met mijn opstel, maar
als men achteraf woont, dan is zulks, dunkt mij,
verschoonbaar. F. T.
Buren, 10 Maart 1876.
LEIOEK, 14 Maart.
Naar men verneemt is Dr. W. H. D. Surin-
gar, rector van het gymnasium alhier, die op 13
Februari zjjn vijftigjarig jubilé als docent vierde,
door den keizer van Duitschland benoemd tot
ridder der Kroonorde 3de klasse.
De kon. academie, afd. letterkunde, heeft
in hare gisteren gehouden vergadering de gouden
medaille, legaat-Hoeuflt, toegekend aan het gedicht
„Hollandia", onder het motto„Magnis et voluisse
sat est." Bij het openen van het verzegelde naam
briefje bleek de auteur te zijn F. Pavesi, oud-
hoogleeraar te Milaan.
De minister van binnenl. zaken brengt ter
kennis dat bij zijn departement, na vergelijkend
onderzoek, eenige tweede klerken kunnen aange
steld worden op eene jaarwedde aanvankelijk van
f 400 voor ieder. Dit onderzoek zal aanvangen
op Maandag 3 April. Alle aanvragen tot toelating
moeten bij het departement zijn ingeleverd uiter
lijk op 29 Maart.
De verkiezing van een lid der Tweede
Kamer in het hoofdkiestrict Amersfoort zal plaats
hebben op 4, en zoo eene herstemming noodzake
lijk is, op 18 April.
Uit Cannes wordt gemeld dat H. M. de
Koningin dezer dagen een uilstapje naar Meuton
en Monaco gedaan heeft en den 8sten dezer naar
Cannes is teruggekeerd; het klimaat dier streken
schijnt een alleszins gunstigen invloed op haar
gezondheidstoestand uit te oefenen.
Naar de „Stoompost" verneemt, heeft de
minister van binnenl. zaken betreffende den aanleg
van een pier (zeehoofd voor wandelaars) aan 'het
Scheveningsche strand, aan den concessie-aanvrager
te kennen gegeven, dat, ter wille van de veilig
heid der visschersvloot, de pier niet dichter bij
het dorp dan op een afstand van minstens 2500
M. ten noorden van het Badhuis mag gemaakt
worden, onder nader te bepalen voorwaarden.
Met 1 Mei zal te Ridderkerk een week
blad worden uitgegeven, dat tweemaal 's weeks
verschijnen zal en waarvan de redactie is opge
dragen aan den heer Mr. P. Brooshooft.
Omtrent den lsten luitenant der infanterie
G. C. C. Simmermacher, die ten gevolge van een
schot door het strottenhoofd te Atjeh is overleden,
leest men in de Indische bladenHet leger ver
liest in hem een zeer goed officier. Bij het gar
nizoensbataljon in de wester-afdeeling van Borneo
dienende, werd hij, ten einde bjj het wapen der
genie te worden gedetacheerd, opgeroepen naar
Batavia. Aldaar aangekomen, vernam hij dat het
9de bataljon infanterie, waarbij hij Lijdelijk was
ingedeeld, naar Atjeh zou vertrekken. Onmiddellijk
verzocht hij, niet voor de hem toegedachte onder
scheiding in aanmerking te komen, doch met dit
bataljon te velde te mogen trekken. Aan dit ver
zoek werd gereedelijk voldaan. Een of twee dagen
echter voor het vertrek van het stoomschip werd
hij zwaar ziek. Na zijn herstel gaf hij den wensch
te kennen om zijn bataljon te rejoigneeren. Ook
aan dit verzoek werd gevolg gegeven en hij ver
trok naar Atjeh. Weldra vond hij ook daar ge
legenheid om zich te onderscheiden; onder de
affaires door hem bijgewoond, noemen we slechts
de krachtige verdediging van Longbattah-missigit.
Terwijl toch die sterkte des nachts onverwachts
door den vijand werd aangevallen en natuurlijk
in de eerste oogenblikken onder de bezetting
ontsteltenis en verwarring heerschten, was het
voornamelijk de luitenant Simmermacher, die het
doordringen van den vijand belette en geheel
alleen, gedurende enkele minuten, negen Atjeh-
neezen tegenhield. Klewanghouwen over jederen
voorarm waren de eenige wonden, die hij bij
deze gelegenheid bekwam. Niettegenstaande zijne
beide wonden, maakte Simmermacher geen gebruik
van de bepaling, dat zij, die negen maanden te Atjeh
hebben doorgebracht, kunnen worden overgeplaatst.
Hij verzocht mitsdien, na zijne herstelling, aldaar
te mogen blijven. Wat in het garnizoen de ziekte
niet vermocht, werd te Atjeh door het vijandeljjk
lood gedaan.
De minister van oorlog heeft bepaald dat
van de miliciens van de lichting 1875, thans
onder de wapenen, er per reg. inf. niet meer dan
330 tot aanvulling van ontbrekende vrijwilligers
onder de wapenen mogen worden gehouden. Hier
door zullen de boven dit getal onder de wapenen
zijnde miliciens in het begin van Mei e. k. met
groot verlof huiswaarts keeren, kunnende aan de
miliciens het onderling ruilen van nummers als
nog worden toegestaan, voor zooveel dit met de
belangen van den dienst is overeen te brengen.
-Van het regiment grenadiers en jagers heb
ben aan het examen tot toelating op den hoofd
cursus voldaan de serg. Kuypers, Ising en Iwes.
De lsle luit. G. K. C. baron Van 'Lynden
van het regiment veld-art. te Utrecht is op zijn
verzoek op nonact. gesteld.
Aan den korporaal H. J. Laborius, te Assen
in garnizoen, is de gouden medaille toegekend
wegens 36 jaren trouwen militairen dienst en de
daaraan verbonden gratificatie van 50.
Naar men met zekerheid verneemt is be
noemd tot vice-president van den raad van state
Jhr. Mr. G. C. J. Van Reenen.
Tweede Kamer. Na breedvoerige beraad
slagingen over art. 6 van het ontwerp hooger
onderwijs en de daarop voorgestelde amendemen-
demenlen zijn die alle verworpen met overgroote
of beduidende meerderheid. Het regeeringsartikel
werd aangenomen met 38 tegen 32 stemmen.
Het behelstVerplichting tot oprichting van ge
meentelijke gymnasia in gemeenten boven 20000
zielen, vrijheid tot oprichting van gymnasia in
andere gemeenten bij mogelijkheid tot dispen
satie van verplichte oprichting. Vóór het
debat had de regeering in art. 7 nog eene be
paling opgenomen, dat aan gemeenten, tot op
richting van een gymnasium verplicht, kan worden
toegestaan daarvoor in plaats een progymnasium
op te richten. De beraadslagingen over art. 7 zijn
aangevangenmorgen voortzetting.
Z. M. heeft, met ingang van 1 April, be
noemd lot presid. der arrond.-rechtbank te Am
sterdam Jhr. Mr. C. H. Backer, adv.-gen. bij het
gerechtshof aldaar; tot notaris binnen hel arrond.
Utrecht, standpl. de gem. Harmeien, D. Robbe-
mond, cand. notaris te Soest; de gewijzigde arti
kelen en tarieven van het reglement der levens-
verzekeringmaatsch. voor de leden van het Ned.
onderwijzersgen. te Amsterdam, goedgekeurd; aan
H. J. D. Moele Bergveld, te Eist, als blijk van
goedk. en tevr. wegens de redding van een dren
keling bij de sluis tusschen den Rijn en den
polder Malburgen onder die gemeerde op 21 Febr.
toegekend de bronzen medaille, alsmede een lof
felijk getuigschrift; aan J. Van Mens, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend als kapt. bij het
corps kon. scherpschutters te Rotterdamtot rector
magnificus aan de hoogeschool te Utrecht, voor
het academiejaar 1876/77, benoemd den hoog
leeraar Dr. H. Van Herwerden; J. Bolhuis, ontv.
der dir. bel. enz. te Tubbergen, benoemd tot ontv.
derz. middelen te Leek.
Gemengd Nieuws.
Te Vollenhoven heeft Zaterdag een
knaapje van 3 jaar, terwijl de moeder afwezig
was, uit een pas met heete koffie gevulden ketel
gedronken welke op de tafel stond, waarbij het
kind was gezeten, zoodat het van binnen hevige
brandwonden bekwam en weinige uren later over
leed.
De inwoners van Wijk zijn in den
nacht van 11 dezer aan een groot gevaar ont
snapt. Er was namelijk brand ontstaan in den
schoorsteen der openbare school, welke met de
kerk der herv. gemeente en den hoogen toren
één gebouw uitmaakt, in het midden van de be
bouwde kom der gemeente gelegen. Toen des
ochtends een der scholieren in de school kwam,
ontwaarde hij brandlucht en zich naar boven be
gevende, bevond hij, dat reeds drie balken en een
gedeelte der zoldering in brand stonden. Spoedig
werden middelen tot blusschen aangewend, die
met den besten uitslag zijn bekroond.
Bij nader onderzoek is omtrent het
te Harderwijk gebeurde in den avond van 10
dezer, nog gebleken, dat twee der daders nog
denzelfden avond door de politie zijn gearresteerd.
Een derde is bij die gelegenheid dermate verwond,
dat zijne opneming in de garnizoens-infirmerie
noodzakelijk was. Bovendien zijn in de kazerne
twee soldaten gewond bevonden, en op grond
daarvan worden zij als medeplichtigen verdacht,
en voorts zijn door de bewoners van het huis,
waar de gewelddadigheden zijn gepleegd, nog vier
soldaten aangewezen als bij het feit tegenwoordig
geweest.
Drie werklieden van eene steenfa-
briek te Lathum, die aan hun te Rheden wonen
den patroon een bericht waren komen brengen,
werden op hun terugtocht per schuit door den
stormwind overvallen. De schuit liep vol water
en zonk onder hunne voeten weg. Bij het drei
gend doodsgevaar, trachtten zjj een wilgenboom,
op eenigen afstand slaande, te bereiken, hetgeen
hun gelukte, en in dien boom hebben zij, met hun
drieën, Zondag den ganschen stormachtigen nacht
doorgebracht, totdat in den ochtend redding kwam
opdagen.
Dezer dagen is door een tweetal vee
artsen te Arnhem een paard geopend, dat bleek
een lever te bezitten, die 38 kilo, en eene milt
die 10 kilo woog. Beide voorwerpen zijn naar
de rijksveeartsenijschool te Utrecht opgezonden.
Terwijl een arbeider te Rijswijk Zon
dag-ochtend bezig was hout te hakken, waarnaar
zijn twaalfjarig dochtertje zat te kijken, vloog de
bijl van den steel en drong door in de knie van
het meisje. Men moest ten spoedigste tot een
amputatie van het been overgaan.
Te Hardinxveld is het water Zondag
avond gestegen tot 3.66 M. boven A. P. Een
huis is ingestort en verscheidene huisgezinnen
hebben de vlucht moeten nemen naar den zolder
of bij de buren. Als een bewijs welke kracht de
wind had, dient, dat de spoorwegbrug op Feienoord
over de Koningshaven, die even voordat de wind
kwam opzetten nog openstond, binnen tien minu
ten was dichtgewaaid. Daarbij dient in aanmerking
te worden genomen, dat, indien de brug moet
gesloten worden, zes man gedurende een halfuur
er mede bezig zijn. Zaterdag-avond laat ontwaarde
men, dat de zelfregistreerende peilschaal, een
kolossaal gebouw te Remmerten, nabij Rhenen,
voor weinige jaren met opoffering van vele dui
zenden guldens door het rijk opgericht, totaal was
verdwenen. Men meent dat het water 't gebouw
heeft ondermijnd. Naar het „Utr. D." meldt, was
de barometerstand Zondag lager dan hij sedert
December 1848 is geweest, namelijk des avonds
omstreeks 6 umr 721,9 mM. Na dien tjjd is hij
snel gerezen. Door het omslaan van een aantal
telegraafpalen werd gisteren te 's-Hertogenbosch
de dienst met «itzondering van Oss en Grave ge
heel gesloten. De gemeenschap per spoor van
Vught en naar Hedel was verbroken. De reizi-