LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4924. Woensdag A0. 1876. I Maart. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PKIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.t?£. Grootere letters naar plaatsruimte IN DE KAZERNE. Te Ooslerhuizen, zoo deelden de dagbladen dezer dagen mede, werd een bejaarde vrouw, die geheel alleen woonde, onder haar huisje bedolven. De ongelukkige schoot er het leven bij in. Dat geval staat niet op zich zelf. Meermalen gebeurt het, dat een bouwvallige woning zoolang in gebruik blijft, totdat zij eindelijk in puin slort, terwijl men van geluk mag spreken indien zij, die er hun verblijf hielden, er het leven afbrengen. Zoo herinneren wij ons, dat kort geleden te Am sterdam een drietal kinderen onder de overblijfse len van een instortend huisje werden begraven en het alleen aan de onvermoeide pogingen van de mannen der uitstekend ingerichte brandweer aldaar te danken was, dat twee der kleinen nog levend van onder de ruine werden le voorschijn gebracht het jongste kind kwam op ellendige wijze om. Of dergelijke onheilen, vooral in groote steden, pleiten voor de nauwgezetheid, waarmede de com- missiën ad hoe haar taak vervullen, valt te be twijfelen, en men kan daaruit zien, dat naast een enquête naar onzeewaardige schepen een ern stig onderzoek naar „onlandwaardige" huizen lang niet tot de overbodigheden zou behooren, en dat nog wel niet uitsluitend ten opzichte van particu liere woningen. Daardoor zou althans worden voorkomen, wat nu maar al te zeer tot de mogelijkheden behoort. Want al zou het in den lande een algemeenen kreet van veronwaardiging doen opgaan, onver klaarbaar zou het zeker niet zijn, indien men op een goeden dag in een of andere courant het volgende bericht kon lezenX den. 1876. In den afgeloopen nacht had alhier een ontzettend voor val plaats. Dekazerne is onder een oor- verdoovend gekraak ingestort, nagenoeg het geheele regiment onder hare puinen bedelvende. Reeds zijn er lijken te voorschijn gebracht; het aan tal dooden en gewonden is echter nog niet met zekerheid op te geven, daar er slechts zeer weinig manschappen ongedeerd zijn afgekomen.enz." Of wij overdrijven? Maar wij zijn in staat al thans het voorspel te geven van het vreeselijke drama, waarvan licht deze of gene garnizoensplaats het schouwspel zou kunnen opleveren, indien men evenveel zorgeloosheid als thans ten minste op sommige plaatsen het geval schijnt te zijn, blijft aan den dag leggen ten opzichte van het onder houd der kazernen. Het ontbreekt niet alleen aan een gezellig, aangenaam, rein, gezond verblijf voor den soldaat; neen, zijn logies verschaft hem soms zelfs niet 4e noodige veiligheid. Hoe anders zou kunnen plaats hebben wat dezer dagen uit Maas tricht werd gemeld? Daar slortte op zekeren avond een gedeelte van het dak der kazerne aan de Pieterstraat in, gelukkig zonder dat daarbij het leven van een of ander arm soldaat te betreuren was. Eenige jaren geleden zoo vervolgt de bericht gever kwam een geheele vloer naar beneden, nadat eenige oogenblikken te voren op diezelfde plaats aan een compagnie het traktement was uitbetaald, en dat alles ondanks de enorme som men, die de militaire genie aan dat allerbouw- valligst middeleeuwsch klooster verspild heeft. Wij drukten ons dus minder juist uit; er is wèl onderhouden, al te veel zelfs, onderhouden op een tijd toen bevoegde deskundigen het ge> bouw reeds lang voor onbewoonbaar hadden moeten verklaren. Zal dat thans geschieden, of zal alles ouder gewoonte weer worden opgelapt, totdat op zekeren dag tot een vreeselijke waarheid worde wat wij boven nog slechts als een mogelijkheid voorstelden Wij bevinden ons thans weder in de dagen, waarin de dienstplichtige zonen des volks aller wegen opkwamen om door het lot te zien uitge maakt, wie hunner bij het leger zullen worden ingedeeld, althans voor zooverre zij niet tot de meer door de fortuin begunstigden behooren, die zich door een ander kunnen doen vervangen. Reeds die bevoorrechting is voor de minder gelukkigen verre van aangenaam; maar hoe moeten zij zich te moede gevoelen hij de gedachle dat ook zij gevaar loopen te land te komen in een kazerne, die hun zelfs geen veilig verblijf meer aanbiedt? Men tracht op allerlei wijzen de vrijwillige dienst neming te bevorderen, evenals de persoonlijke dienstvervulling. Een daartoe strekkend besluit, dat reeds van het jaar 1874 dagteekent, werd met dat doel onlangs opnieuw afgekondigd door den pas opgetreden minister van oorlog, en daar omtrent herinneren wij ons ergens te hebben ge lezen, dat het wellicht gunstiger resultaten zou opleveren, indien alle locale bladen het telken jare een paar maal in extenso wilden opnemen, ten einde er meer bekendheid aan te geven. Goed en wel, maar welk antwoord zal de redac tie van zulk een blad geven aan hem, die haar vraagt, op welken grond zij tot persoonlijke dienst vervulling aanspoort, terwijl zij weel dat er op zoo onverantwoordelijk zorgelooze wijze met het leven van den soldaat wordt omgesprongen? Waarlijk, het cijfer van ruim 25 als vertegenwoordigende het aantal onvervulde plaatsen van officier-van gezondheid alleen bij het leger hier te lande is alleszins geschikt om de bevoegde macht aan te sporen dubbel zorg te dragen voor het lichamelijk welzijn van den soldaat. Het meest afdoende middel in dien geest ver wachten wij echter nog altijd van de bereiking van het doel, dat het Anti-dienstvervangingbond zich heeft voorgesteld. LEIDEN, 29 Februari. Tot depothouder voor den verkoop van postze gels is nog aangesteld de heer H. J. Smits, tabaks fabrikant op de Haarlemmerstraat hoek Bakkerssleeg. De afdeeüng natuurkunde der kon. acade mie heeft Zaterdag haar oordeel te kennen gege ven over de hygiënische belangen, in verband staande met de drooglegging der Zuiderzee. De nieuwe conclusiën van het zeer uitgebreide, door vele statistische gegevens gemotiveerde rapport der heeren Van Geuns, Zeeman en Place werden aan genomen. De strekking is om den minister van binnenl. zaken mede te deelen, dat voor malaria bij de indijking van een deel der Zuiderzee ge gronde vrees bestaat, en dat spoedige droogleg ging en het onmiddellijk in cultuur brengen veel kunnen bijdragen om de voor de gezondheid schadelijke gevolgen af te weren. Tevens wordt het instellen eener gezondheids-commissie, uitslui tend voor deze zaak, als wellicht wenschelijk, den minister in overweging gegeven. Tegen deze laatste bepaling verklaarden zich 13 van de 30 aanwe zigen, op grond dat het geneeskundig staatstoe zicht daartoe reeds uit den aard der zaak aan gewezen is, en dus eene afzonderlijke commissie niet noodig is. De meerderheid meende echter, dat de werking van dat lichaam van eenigszins anderen aard is, en dat de wijze van samenstel ling der commissie door bovenstaande formuleering geheel aan den minister bleef overgelaten, die dus ook het staatstoezicht daarmede zou kunnen be lasten. In Den Haag ontvangen berichten melden dat generaal Pel, commandant van het Atjeh- leger, aan de cholera is overleden. Meermalen heeft het geval zich voorgedaan dat milicien-verlofgangers door het hoog militair gerechtshof zijn vrijgesproken van de tegen hen ingebrachte beschuldiging van desertie op grond dat de openbare kennisgeving, waarbij zij tot op komst onder de wapenen waren opgeroepen en welke eenig en alleen als bewijs kan gelden dat behoorlijke oproeping is geschied, niet had plaats gehad op de naar rechtsgebruik vereischte wijze, namelijk hij aanplakking in de betrokken gemeente. Naar aanleiding daarvan heeft de commissaris der kouings in deze provincie, op verlangen van den minister van binnenlandsche zaken, de gemeente besturen dringend aanbevolen de openbare kennis gevingen ter uitvoering van de militiewet en de daartoe betrekkelijke voorschriflen, voorlaan in elk geval te doen plaats hebben bij aanplakking ter plaatse daarvoor bij gemeentelijke verordening aan gewezen of gebruikelijk. Bestuurders der nationale hypotheekbank te Amsterdam en van de Rotterdamsche hypotheek bank voor Nederland hebben bij de Tweede Kamer, voor hel geval de hypotheekbewaarders met 1 April 1876 werkelijk ontlast worden van de bewaring en bijhouding der kadastrale stukken, aangedrongen op de onmiddellijke totstandkoming eener wetsbepaling, die bepaalde uitdrukking geeft aan eene verantwoordelijkheid van den Staat, welke naar de meening der adressanten toch reeds rech tens zal bestaan, maar die thans buiten alle aan spraken behoort te worden gesteld. In eene gisteravond gehouden vergadering van „Burgerplicht" te Amsterdam is met alge- meene stemmen aangenomen de volgende con clusie van het bestuur: „De vergadering verklaart het in 't belang van de wetenschap, van den staat en Amsterdam wenschelijk, dat liet athenaeum te Amsterdam, onder de noodige waarborgen, het recht van examineeren en van doctorale graden toe te kennen, worde verleend." De bijvoeging van het staatsbelang, werd, op voorstel van den heer Mr. E. N. Rahusen, vooraf ingelascht. Tot be stuurders zijn gekozen Mr. F. S. Van Nierop, C. Ten Brummelen en A. L. Van Tienen. Het stoomschip Friesland, van Batavia naar Rotterdam, is 27 dezer van Malta vertrok ken de Conrad, van Nieuwediep naar Batavia, is dien dag Kaap Sint-Vincent en Gibraltar ge passeerd. Heden heeft in Den Haag ten overslaan van de notarissen Van de Watering en Feith de verloting plaats gehad van kunstwerken, aange kocht voor den 17den jaargang der tweede serie van de Kunstkronijk. Op N°. 722 is gelrokken een compleet salon-ameublement, bestaande uit„canapé met twaalf stoelen en twee voltaires, met salon- en canapétafel en étagère-kast van noteboomen- hout, met zwart en zijde gestoffeerd," uit de fabriek van J. C. Van Gemund en Zn., te Haarlem; op N°. 360 een „gouden Dames-Garnituur"; op N". 193 een schilderij van W. Verschuur Jr. „Paar den" op N°. 658 een schilderij van J. M. Schmidt Crans, „Genrestukje"; op N°. 203 een schilderij van Jhr. J. N. Tjarda van Starkenborgh, „Gezicht op het meer, met rotsen": op N°. 502 een schilderij van P. Tétar van Elven, „In het klooster"; op N°. 744 een schilderij van W. A. Nieuwenhuizen, „Kerkgezicht"op N°. 369 een schilderij van H. J. Van der Voort in de Be to uw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1