Duitsche bladen, tegen wie door Steek een vervol ging was ingesteld wegens laster. Intusschen had de minister "Van Goltstein de zwakheid, om, hetgeen in den ministerraad was voorgevallen, mede te deelen aan den heer Heriny en een beroep op diens vaderlandsliefde te doen. Deze verklaarde dadelijk, dat, hoewel hij zich niet bewust was, iets verkeerds gedaan te hebben, hij bereid was, zijn ontslag aan te vragen indien de regeering zulks in 's lands belang wenschelijk achtte, en zond zijn gemotiveerd verzoek om ontslag aan den koning in. Zonder dat de regeering eenig officieel stuk had, waaruit de schuld van den heer Henny bleek, zonder dat van de zijde van Duitschland iets was gedaan, werd een verdienstelijk ambtenaar ont slagen, alleen uit vrees, dat Duitschland zich wel licht te recht of ten onrechte zou beklagen. Op die zwakheid der regeering volgde een onhandig heid; de heer Henny kreeg zjjn eervol ontslag onder dankbetuiging voor de als secretaris-gene raal den lande bewezen diensten. Mocht de Duit- sche regeering zich nu over de zaak-Steek in het vervolg soms beklagen, dan kan de Nederlandsche regeering zich niet achter het ontslag van den heer Henny verschuilen, om zich zelve schoon te wasschen. De woorden van het ontslag zjjn van dien aard, dat de regeering geacht kan worden de handelwijze van den heer Henny in de zaak- Steek te hebben goedgekeurd. Had men hem niet ontslagen en gewacht tot er van de zijde van Duitschland over de zaak geklaagd werd, dan had men, als de schuld van de heer Henny eerst bewezen werd, hem zijn ontslag kunnen geven, en dan was de minister van koloniën daardoor zelf vrij van schuld geworden. Ik heb verschei den ambtenaren van het departement van kolo niën gesproken, die allen den afgetreden secre taris-generaal roemden over de wijze, waarop hij zijn betrekking waarnam." De „Staatsct." behelst het verslag betreffende de belangrijke voorvallen in het afgeloopen jaar, den toestand der kunstwerken, de aanwinsten in het dienstpersoneel, van het Rijks-museum van schilderijen te Amsterdam gedurende 1875, opge maakt ingevolge „Voorloopige voorschriften van den directeur." De luit.-ter-zee 1ste kl. J. H. Haakman, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oosl- Indië en van daar den 28sten Januari in Neder land teruggekeerd en de officier van admin. 3de kl. A. Vermeulen, van daar den llden dezer in Nederland teruggekeerd, zijn op nonact. gesteld. Gisteren is in Den Haag in het „hotel de l'Europe" door de vijf in Nederland gevestigde exploiteerende spoorwegmaatschappijen aan den heer Jhr. G. J. G. Klerck een diner aangeboden, als bewgs van hulde en erkentelijkheid voor de wijze waarop hij steeds in zijn moeielijke betrek king als adviseur voor de spoorwegen tegenover haar was opgetreden. De heer Jhr. F. De Casembroot heeft zijn ontslag genomen als lid van den Haagschen ge meenteraad. Naar men verneemt staat dit ontslag in verhand met een dezer dagen door dat raads lid bij het gemeentebestuur ingeleverde klacht omtrent de onbillijke uitvoering van de wet op de hondsdolheid, waarover hij eene missive aan den gemeenteraad heeft ingediend. Z. M. heeft benoemd tot subst.-officier van just, bij de arrond.-rechtbank te Amersfoort Mr. B. Hulsholf Gz., thans griffier bij het kantonge recht te Tiel; aan E. Van Beusekom, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgem. der gem. Zwartsluis; met ingang van 1 Maart Mr. A. G. A. baron Sloet tot Oldhuis, op zijn verzoek, eervol ontslagen als schoolopz. in het 7de school district van Overijsel en benoemd tot schoolopz. in het eerste schooldistrict dier prov.met ingaDg van 1 April Mr. C. H. B. Boot en Mr. H. H. G. A. Coenegracht, op hun verzoek, eervol ont slagen, eerstgen. als schoolopz. in het 5de school district van Overijsel, en laatstgen. als schoolopz. in het 4de schooldistrict van Limburg, en tot schoolopz. in het 5de schooldistrict van Overijsel benoemd F. P. De Poorter, te Oldenzaal; de gra veur bij de hydrographie bij het depart, van marine A. Tuyn, met ingang van 1 April benoemd tot hoofdcommies bij dat departement. Gemengd N'ieuws. In den nacht van Zaterdag op Zondag j jl. hebben de inbrekers te Amsterdam opnieuw hun geluk beproefd en ongelukkig weder met goed gevolg. Zij zijn het kantoor van het Stroohoeden- veem op de Prinsengracht binnengedrongen, heb ben alles waarin zij dachten geldswaarde te vinden opengebroken, en ten slotte, naar men zegt, eene som van ruim 1000 aan bankpapier en con tanten uit de brandkast medegenomen. De Engelschman uit Amsterdam, die onlangs te Leerdam in hechtenis genomen is onder verdenking van poging om de hardglasfabriek bin nen te sluipen enz., is weer op vrije voelen gesteld. Za t erd ag - av on d is van den trein van den Centraalspoorweg, die om 5.40 uit UtreGht vertrokken was, voorbij Nunspeet een gedeelte blijven staan, ten gevolge van het breken van een ketting. Te Elburg-Epe gekomen, bemerkte men wat er gaande was en men had gelukkig nog den tijd om vóór de komst van den extra- trein de achtergebleven wagens op te halen. Te Rozendaal vierde Dingena Hel- lemons, wed. P. Jongenelen, Maandag haar lOlsten verjaardag. Zij geniet voortdurend eene goede ge zondheid en het onverhinderd gebruik van al hare zintuigen. Zondag-avond had de kapitein Ponze, varende op een der schroefbootjes van de reederij „De Schie", op de hoogte van de Zwet het ongeluk bij het afstijgen van het trapje overboord te vallen en te verdrinken. Niettegenstaande er terstond pogingen tot redding werden aangewend, mocht het echter niet gelukken hem te vinden, daar het bootje in vollen gang was. Hij laat eene vrouw met twee nog jeugdige kinderen na. Voor zoover men heeft kunnen na gaan, zijn bij 't verongelukken van de „Strathclyde" slechts de kleinste helft van de opvarenden gered. Er waren 23 passagiers en 47 koppen beman ning aan boord; van die 70 menschen schijnen er bjj de 40 te zijn omgekomen. Van de zestien dames aan boord werden er slechts drie gered. Hoe de ramp heeft plaats gegrepen, bljjft nog raadselachtig. De „Strathclyde en de „Franconia" stoomden achter elkander, bij helderen dag en stil weer, vlak langs de Engelsche kust 't Nauw van Calais door. Opeens schijnt de „Franconia", die achter was, hare vaart versneld te hebben, en met haar scherpen boeg in den achtersteven van de „Strathclyde" te zijn geloopen. Binnen weinige minuten was 't schoone vaartuig met zijne kostbare lading gezonken. De geredden klagen, dat de bemanning van 't Duitsche schip weinig haast maakte met 't uitzetten van booten en pogingen tot redden. Inderdaad schijnen (volgens den berichtgever van de „Daily News") de Duit- schers in 't eerste oogenblik als verlamd te zijn geweest van schrik. En toen zij later ter hulp wilden snellen, waren hunne sloepen niet neer te krijgen, wijl de touwen zóó vast in de blokken zaten gekneld, dat er geen verwrikken aan was. Twee sloepen van de „Strathclyde" werden door de zuiging bij het zinken van 't schip mee naar de diepte gesleept. Wie gered werden, danken hun leven aan de spoedige hulp, door een vis- scherssmak bewezen. Kapitein Eaton, van de „Strathclyde", behoort tot de geredden; hij was bijna verdronken doordien, terwijl hij in 't water lag, een jong varken hem op de schouders klom. Donderdag is in de West-End-Schaak club te Londen de eerste partij gespeeld van den wedstrijd tusschen de heeren Steinilz en Blackburne, die beiden bij het laatste groote schaaktournooi te Weenen alle andere deelnemers geslagen en daarna om den eersten prijs gestreden hebben. In deze eerste partij had de heer Steinilz den voorzet hg koos de opening van Ruy Lopez. Na 34 zetten gaf de heer Blackburne de partjj op, die vier uren geduurd had. Gedurende het afgeloopen jaar zgn in het bosch van Fontainebleau 1867 adders ge dood, waarvan 1033 door particulieren. Omtrent het ongeluk te Calais ver neemt men nader het volgendeOm te zien in hoeveel stukken eene bom zich na de uitbarsting verdeelt, hangt men er eene aan een ketting in het midden van een daartoe vervaardigden put en laat men ze door een electrische vonk sprin gen. Toen men nu jl. Donderdag hiermede bezig was, weigerde eene bom. De kapitein Lestourbillon en 4 minderen begaven zich naar den put om de oorzaak hiervan te onderzoeken. De soldaat-tele grafist begon met den electriseertoeslel te spelen, en denkende dat de draad niet meer aan de bom bevestigd was, liet hij eenige vonken daarop over springen. Juist had de kapitein met behulp der overigen de bom in orde gebracht en ook den draad weder er aan verbonden, toen op eens de ontploffing plaals greep en den kapitein en drie minderen doodde. De vijfde kwam geheel onge deerd uit den put, hoewel natuurlijk zeer ver schrikt. Zaterdag-morgen te elf uren had de ter aardebestelling dezer vier ongelukkige slachtoffers plaats. Ze geschiedde met bijzondere plechtigheid, en de bevolking legde veel deelneming aan den dag. De heer P.fabrikant van brandkas- ten te Breslau, ontving de vorige week een kistje uit Ohlau. Hij nam het mede naar zijne huiskamer, waar zijne vrouw en kinderen bgeen waren, en wilde het aldaar openbreken. Daar dit niet ge makkelijk ging, kwam zijne vrouw hem te hulp om door middel van een stemvork het deksel te doen openspringen. Alvorens dit gelukte bemerkte hij, dat de stemvork aan het uiteinde zwart was geworden. Niet wetende wat dit zijn kon, besloot hij met de uiterste voorzichtigheid en langzaam te werk te gaan. Toen hij het kistje eindelijk, had geopend, bleek het gevuld te zijn met ander half pond buskruit, bezet met 13 percussions, in verband met een kleinen toestel, alles zoodanig ingericht, dat wanneer het kistje met een ruk werd geopend, het kruit vuur moest vatten en er eene sterke ontploffing moest volgen. Door zijne voorzichtigheid was die toeleg verijdeld. Bij onderzoek is gebleken, dat het kistje te Ohlau ter verzending was afgegeven door den sloten maker Karl Kapuscynsky, onder den valschen naam „Julius Römer." Op het eerste gerucht dat er een onderzoek plaats had, i3 hij op de vlucht gegaan. Te Par ij s zijn onlangs proeven geno men met een slraatlocomotief, die bestemd is om geschut en munitiewagens te vervoeren. Daar namelijk het aantal kanonnen, voor een veldtocht vereischt, voortdurend grooter wordt, zoo wordt het steeds moeilijker ze bij mobilisatie op één punt te vereenigen. Zelden zal de artillerie-te juisten tijde paarden genoeg hebben, om de stuk ken uit de depóts op de daarvoor aangewezen verzamelplaats te brengen. Bij voormelde proeven nu spande men een straatlocomotief van 6 paar- dekrachten voor een trein van 12 kanonnen met voorwagens en 6 leege caissons. De trein was 126 meter lang en woog 28,902 kilo. Hij was ge makkelijk te besturen en kronkelde zich als een slang met een snelheid van 6 tot 8 kilometer in het uur. Minstens zouden daarvoor 2 paarden per stuk en caisson, dus in 't geheel 36 paarden, noodig geweest zijn. De machine heeft den vorm van een gewone locomobilede tender kan voor één dag kolen bevatten. Door middel van een soort van stuurrad wordt van richting veranderd. Op zeer eenvoudige wijze is de straatlocomotief in een locomobile te veranderen en kan dan ge bruikt worden voor den aanmaak van patronen, enz. Het gebruik der machine tot vervoer van geschut is minder aan te bevelen voor den eigen lijken dienst te velde, dan wel in het voorberei dingstijdperk, b.v. als er aankoop van paarden plaats heeft. Rechtzaken. De geneesheer Th. Persant Snoep, te Kapelle, is door de rechtbank te Goes schuldig verklaard aan manslag door achteloosheid en veroordeeld tot eene geldboete van f 300. Zooals men zich herinneren zal, betrof het hier den dood van een meisje, ten gevolge van een bij vergissing toege diend verkeerd geneesmiddel. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft R. K., schoenmaker te Smilde, schuldig verklaard aan opzettelijke brandstichting, waarbij niet Ie voorzien was, dat eenig menschenleven kon worden in gevaar gebracht, en hem te dier zake veroordeeld tot tuchthuisstraf voor den tijd van 8 jaren. Het hoogste rechtscollege heeft gisteren het beroep van den heer Th. P., dentiste méchanicien in Den Haag, wien door het hof van Zuid-Holland eene boete van 15is opgelegd wegens onbe voegde uiloefening der tandheelkunde, verworpen op grond dat onder geneeskunde niet alleen het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2