Z. M. heeft benoemd tot consul der Neder
landen in het vorstendom Monaco, buiten bezwaar
van 's rijks schatkist, Hector Otto aldaar; tot
subst.-ofl. van just, bij de arr.-rechtb. te Almelo
Mr. H. H. G. A. Coenegracht, thans kantonr. te
Sittard; tot subst.-off. van justitie bij de arr.-
rechtb. te Groningen Mr. D. N. Van Hoytema,
thans subst.-ofl'. van just, bij de arr.-rechtb. te
Sneek; tot subst.-ofl'. van just, bij de arr.-rechtb.
te Assen Mr. A. A. Van der Mersch, thans kan
tonr. te Drutenaan den voor den dienst in Indië
bestemden kanonnier 2de kl. C. A. F. W. Stein-
mann, van het kol. werfdepot, vergund het dragen
van de Duitsche medaille ter herinnering aan den
veldlocht in 1870 en 1871.
Gemengd Nieuws.
Gisteravond omstreeks 11 uren is in
Den Haag ter hoogte van den aanleg „Zwemrust"
het lijk opgehaald van eene naar gissing 20 jarige
dienstmaagd, die, naar men zegt, door verdrinking
een einde aan haar leven heeft gemaakt. Zij was
ordentelijk gekleed en naar sommigen verzekeren
had men haar, kort voor haren dood, herhaalde
malen op den weg heen en weder zien wan
delen.
Gistermiddag is nabij Delft een jon
gen, die achter op een rijtuig klom en meereed,
door zijn jas in aanraking gekomen met een der
wielen, dat hem over 't lichaam ging, zoodat hij
een paar ribben brak en ih een rijtuig naar zijne
woning moest vervoerd worden.
Maandag-morgen heeft een wacht-
meester van de huzaren te Haarlem zich van het
leven beroofd. Na zich eerst met een scheermes
in den pols getroffen te hebben, heeft hij zich
daarop eene doodelijke wonde in den hals toege
bracht. De overledene stond als een oppassend
militair bekend.
De proef van Foucault betreffende
het draaien der aarde om hare as, is Maandag
door den heer Van der Willigen in de St.-Bavo-
kerk, te Haarlem, voor een groote menigte belang
stellenden vertoond. De slinger, ter lengte van 30
meter, toonde door het omwerpen van eenige in
de rondte geplaatste kegeltjes, dat het vlak, waarin
hij zich beweegt, zich van het oosten naar het
westen verplaatst. Aanstaanden Vrijdag wordt de
proef herhaald.
Maandag-avond is in de Tuinstraat
te Amsterdam, in den gang bij den eerste dwars
straat, een aan toevallen lijdende vrouw, die twist
had met haar man, met haar hoofd op den rand
van een ijzeren pot gevallen en onmiddellijk over
leden.
Bij een winkelier in manufacturen
te Hillegersberg is door een 13-jarig meisje op
brutale wijze geld uit de lade der toonbank ge
stolen. Zij maakte telkens wanneer zij boodschap
pen deed van de gelegenheid gebruik. Maandag
ontdekte men het en toen bleek dat zij in haar zak
een afzonderlijk zakje had gemaakt waarin een
gedeelte van het gestolene verborgen werd. Zij
erkende in de vorige week f 9 weggenomen te
hebbeneen gedeelte werd teruggevonden, doch
het overige had zjj, naar haar zeggen, met anderen
versnoept of aan hare moeder gegeven. Reeds
sinds eenigen tijd werd door den winkelier geld
uit de lade vei mist, totdat eindelijk het vermoeden
op het bedoelde meisje viel, om de groote inkoo-
pen die zij deed.
Een schippersknecht van Wateringen,
W. Van der Laan genaamd, had Zaterdag-avond
de onvoorzichtigheid, in de roef van zijn vaartuig,
waarmede hij te Delft in het Noordeinde lag, een
pot met gloeiende zoogenaamde doove kolen te
plaatsen, waarop hij zich ter ruste begaf, na al
vorens het luik van de roef te hebben gesloten
en den schoorsteen dichtgestopt. Den volgenden
ochtend, toen men hem wilde wekken, vond men
hem gestikt. De man was slechts 32 jaren oud,
stond algemeen als oppassend bekend en was een
trouw verzorger van zijn vrouw en vier kinderen.
Te Stirling heeft Jane Lynn, eene
dienstbode, William Logan, een mynwerker, voor
de rechtbank aangeklaagd, omdat hij in de kerk
hunne ondertrouw had doen aflezen zonder dat
zij er in had toegestemd. Zij was juist in de kerk
tegenwoordig en viel in onmacht. Zij eischt thans
20 p. st. schadeloosstelling.
Van goeder hand wordt tegengespro
ken, dat de Russische koopman Brodsky uit Odessa
naar Siberië gezonden zou zijn, zoowel als de gis
teren daarbij vermelde redenen. Hem is Kaluga,
eene plaats niet ver van Moskou, ten verblijf
aangewezen. Zijn misdrijf schijnt hierin Ie bestaan,
dat hij in den gemeenteraad van Odessa eene al
te vrijmoedige rede gehouden had over de wille
keur van 's rijks senaat bij de beslissing over ge
meenteraadsbesluiten.
De nationale bank te Northampton,
in Massachusetts, is dezer dagen door eene bende
van zeven dieven bestolen geworden, die zich van
niet minder dan 720,000 dollars, waarvan 111,250
aan de bank zelve en het overige aan particulieren
behoorde, hebben meester gemaakt. De bende wist
in het huis van den kassier binnen te dringen,
wiens geheele gezin, uit zeven personen beslaande,
gekneveld en buiten de mogelijkheid gesteld werd
om geluid te geven. Tweemaal gaf de kassier de
woorden voor de sloten der brandkas en kelders
verkeerd op, doch hij werd met behulp van een
pistool tot waarheid spreken gebracht. Toen het
gezin er na drie uren zwoegens in geslaagd was
zich te bevrijden, waren de roovers reeds lang
uit de voeten. Intusschen beslaat hun buil meest
uit onverhandelbare waarden. De bank heeft 25,000
dollars voor het terugbrengen en voor de opsporing
der dieven uitgeloofd.
In een der tunnels van den Londen-
schen spoorweg werden Zaterdagavond twee wag
gons van een passagierstrein door aanrijding ver
brijzeld. Vijf en twintig personen bekwamen letsel,
doch vijf slechts ernstig. Men verwacht dat ook
de kwetsuren van deze vijf niet doodelijk zullen zijn.
Met veel verontwaardiging zijn door
het Engelsche publiek een paar bijzonderheden
vernomen, die zich bij het spoorwegongeluk te
Abbots Riplon hebben voorgedaan. Een passagier
van den sneltrein, die onderscheidene menschen
verpletterde, was zelf ongedeerd gebleven en bezig
rnet een goeden slok brandewijn uit een flesch te
nemen, die hij bij zich droeg, toen ten behoeve
van eenige gekwetsten zijn brandewijn gevraagd
werd. Er was dringende behoefte aan. De man
weigerde botweg, verklarende, zich om niets te
bekommeren zoolang hem zeiven geen ongeluk
overkwam. De tweede beminnelijke trek is het
antwoord, dat een jongen meebracht, dien een der
op de plek aanwezigen geneesbeeren uitgezonden
had om een flesch brandewijn te halen. De bode
bad maar vijf shillings bij zich; de prijs was iets
hooger. De winkelier of tapper weigerde daarom
hem den brandewijn mede te geven vóór hij het
ontbrekende geld had gebracht. Daartegenover
wordt aangehaald het kloek gedrag van een vis-
schersmeisje te Creswell, dat onlangs vijf mijlen
ver liep in een zeer kouden Januari-nacht om een
vuurpijlen-toestel ten behoeve van eenige in gevaar
verkeerende schipbreukelingen te ontbieden. Ter
wijl eenige mannen van Creswell het geheele
dorp telt er maar vijftien bezig waren met
te beproeven wat zij met de reddingboot konden
uitrichten, ijlde de flinke achttienjarige, den storm
wind niet achtende, kreeken en inhammen door
wadende, langs het strand naar een naburig dorp,
waar zulk een toestel te vinden was. Een aanval
van hevige kramp was het gevolg van dien bui
tengewonen tochtmaar zij had de voldoening
van de schipbreukelingen gered te hebben.
Rechtzaken.
De rechtbank in Den Haag heeft gisteren uit
spraak gedaan in de zaak van den restaurateur
"Wackwitz te Amsterdam, tegen de heeren F. baron
Van Hogendorp en W. Kolff in Den Haag. De
rechtbank heeft als vaststaande aangenomen dat
de eischer op 15 Mei 1874 tijdens bet concours
van scherpschutters in de hoofdstad, aldaar een
scherpschuttersmaallijd heeft geleverd tot een be
drag van f 2354. Of de gedaagden dat diner echter
hebben besteld en het dus moeten betalen, dit
achtte de rechter nog niet volledig bewezen. Het
eenige bewijs toch dat voorhanden is, is een vol
gens des eischers opgaaf door den eersten ge
daagde met potlood beschreven (niet onderteekend)
sluk papier, waarop met vermelding van den datum
en de plaats van het diner, een maaltijd voor 200
gasten a 10.75 per couvert werd besteld. Hoewel
dit geschrift als een onderhandsch geschrift is te be
schouwen en het feit waarschijnlijk maakt dal
gedaagden het diner besteld hebben, ontbrak 1
volledig bewijs. Daarom passeerde de rechtba
het door den eischer aangeboden getuigenbe»
en ontzegde hem zijne vordering ten aanzien v
den tweeden gedaagde. Zij gelastte den eiscb
dat hij in hare zitting van 7 Maart zal aflegt
den suppletoiren eed, dat de eerste gedaagde h:
het scherpschuttersdiner heeft besteld en dat 1
onwaar is dat hem daarvoor betaling is verstre
Voor het geval dat hij dien eed aflegt, wordt
eerste gedaagde veroordeeld tot betaling eener s
van f 2354 met renten en kosten, doch int
hij in gebreke mocht blijven den eed af te leg»
zal hem zijne vordering worden ontzegd.
De schuttersraad te Zaandam heeft Vriji
uitspraak gedaan in de bekende schuttersquaei
en een veroordeelend vonnis geveld. Het begini
op grond waarvan de zeven schutters geweigi
hebben op een Zondag ter inspectie op te kom
is door den schuttersraad niet als geldig erke
Voor eenige dagen is medegedeeld, dat
arrond.-rechtbank te Maastricht de invrijheids
ling van V. uit Stein, verdacht van moord op i
jachtopziener Op de Beeke, had bevolen en
het O. M. daarvan in verzet was gekomen
het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit hof hi
die beschikking der rechtbank tenielgedaan
bevolen, dat er rechtsingang met verdere instrui
zou plaats hebben.
Adv.-gen. Mr. Rösner heeft in de giste
gehouden zitting van den hoogen raad concli
genomen in de zaak van den proc.-gen. bij
voormalig prov. gerechtshof in Utrecht tegen i
arrest, waarbij Mr. L. E. Bosch is vrijgesprol
van de aanklacht van laster betrekkelijk een a
kei omtrent het voorgevallene met de dochter i
den bakker d. L. op de Vischmarkt te Utrei
De beantwoording der vraag, of de voorziening
cassatie tegen eene vrijspraak ontvankelijk is, \i
naar het oordeel van adv.-gen. niet gemakkeli
omdat de overwegingen van het arrest bevatl
rechtskundige beschouwingen omtrent het fi
daarbij bewezen verklaard. Hij gelooft dat gegev
is eene vrijspraak volgens art. 387 van het w
boek van strafvordering. Tegen verklaringen i
in deze zijn gegeven, staat geen gewone vooni
ning in cassatie open. Zooals het dictum bij h
arrest is gegeven, was alleen eene voorziening i
het belang der wet denkbaar. De voorgesteli
cassatie-middelen nagaande, gelooft het O. M. d
de verwijdering eener minderjarige uit de oude
lijke woning en plaatsing in een gesticht maa
regelen zijn die kunnen worden goedgekeurd, mai
ook de diepste afkeuring konden verdienen. D
echter de overbrenging naar een gesticht eene das
was van den vader, die hem aan haat en veracl.
ting moest blootstellen, daaromtrent heeft het h<
eene ontkennende beslissing gegeven. Dat versch
van opvatting van hetzelfde feit maakt eene besli"
sing omtrent de als geschonden aangevoerde wet
artikelen uiterst moeilijk. De beteekenis van h
woord dweepzucht in het midden latende, geloofc
adv.-gen. niet dat door het bezigen van dat wooi
d. L. kon blootstaan aan de haat en verachtit
zijner medeburgers. Hij kon zich overigens mi
het betoog van den proc.-gen. van het hof nii
vereenigen en achtte de overwegingen van hl
arrest niet strijdig met het burgerlijk recht betrel
kelijk de vaderlijke macht. Ook de decisie van ht
hof, dat dweepzucht en onchristelijkheid geen aar-
geduide ondeugd, vice determine, zou uitdrukket
was z. i. juris en die woorden konden dus nie
vallen onder de bepalingen van art. 375 van be
wetboek van strafrecht. Op deze en andere gron
den concludeerde Mr. Romer tot niet-ontvanke
lijkverklaring der voorziening in cassatie. De uit
spraak is bepaald op 28 dezer.
Hierna behandelde de hooge raad o. a. het be
roep van J. E. G., die met nog een ander persoo:
voor het hof van Groningen heeft terechlgestaai
en door dat college veroordeeld is tot 45 dager
celstraf wegens het bedriegen van den kooper it
den aard eener koopwaar. Het betrof den verkooj
van was van prima qualiteit en er werd geleven
eene partij die slechts 70 percent was inhieli
en voor 30 percent met harst was vermengd
Voor dezen requirant lichtte Mr. J. Van Gigci
drie cassatiemiddelen toe, welke den vorm var
het bestreden arrest maar ook de quaestie au fond
betroflen. Zijne conclusie strekte tot vernietiging