Prijscourant der Effecten.
AD VERTENTIEN
met zijn stelsel van verdachtmaking voort te gaan,
vertrouw ik, ondanks den alleszins verklaarbaren
wensch der Redactie to'. sluiting van het debat,
dat een beleefd verzoek om plaatsing ook van
rnijn laatste wederantwoord niet tevergeefs ge
daan zal zijn.
Immers P. bracht de reeds te veel besproken
zaak, in plaats van voor de bevoegde autoriteit,
ten tweeden male voor de vierschaar der publieke
opinie, die hij ook nu nog op het dwaalspoor tracht
te houden en tegen mij blijft opzetten.
De assimilatie mijner rechtmatige verontwaar
diging met geweldige boosheid daarlatende, wensch
ik te constateeren dat, niet, zooals mij wordt
toegedicht, ik mij verdedigd, veel minder, uitvoe
rig verdedigd heb. Ofschoon zeer weinig woorden
daartoe zouden volstaan hebben, hield ik die, even
als ik thans doe, opzettelijk terug en beriep mij
slechts op de geheel onnoodig mij ten voorbeeld
gestelde handelingen mijner voorgangers, het ver
berieden mij achtende mij, in den eigenlijken zin
des woords, te verdedigen tegenover iemand die
zijn naam niet durft noemen, maar toch kan goed
vinden, van uit het duister, pogingen te doen om,
zonder gevaar van rechterlijke vervolging, mij bij
mijne medeburgers in minachting te brengen. De
qualiflcatie van zulke praktijken laat ik met volle
gerustheid over aan het publiek, dat wel zal in
zien dat het te mijnen opzichte misplaatste: „qui
s'excuse s'accuse" volkomen van toepassing is op
een gedeelte van Ps. tweede schrijven.
Met mijne repliek al ontglipte mij daarbij
een enkel gemoedelijk woord, toch volstrekt geene
verdediging, maar veeleer eene terechtwijzing en
in ieder geval een ondubbelzinnige provocatie tot
het voeren van een eerlijken strijd stelde ik
mij hoofdzakelijk ten doel om te doen uitkomen
dat P. op grond van niet bestaande feiten mij
beschuldigde.
Gesteld echter eens dat de vervolging van P. en
misschien van enkele anderen, wellicht bij uitzon
dering of toeval, eenige dagen later door mijne
voorgangers had plaats gehad, geeft dit alléén P.
dan éénig recht om mij inhumanileit en plagerij
te verwijten en mij verdacht te maken van onge
oorloofde stelselmatige bevoordeeling van deur
waarders? Of is een en ander in zijn wel vergoe
lijkte maar niet geretracteerde eerste geschrijf, ook
voor onparlijdigen niet duidelijk te lezen?
Waar P., na mijn beroep op beslaande offici-
eele stukken, nog twijfelend,,'t is mogelijk" laat
hooren, ducht ik geene tegenspraak, wanneer ik
zeg dat hier aan dwaling te goeder trouw, althans
van de zijde van P., niet meer te denken is en
dus het „errare humanum est" wel achterwege
had mogen blijven.
Wat eindelijk de ook al weer met een niets
afdoend spreekwoord gekruide betuiging van Ps.
onverschilligheid aangaande mijne denkwijze betreft,
het persoonlijk gevoelen van iemand die het er
op toelegt om anderen zonder grond te krenken,
deert mij wederkeerig evenmin doch de door hern
gebezigde middelen van verdachtmaking noodzaken
rnij die aan de kaak te stellen en prijs te geven
aan de verachting van alle weldenkende lezers van
uw blad, van wier geduld, evenzeer als van het
uwe, ik meer dan mij lief was heb moeten vergen.
U dank zeggende voor de opname, heb ik de
eer met achting te zijn
Uw dienstw. dienaar
Soeteman.
Leiden, 24 Januari 1876.
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij eene kleine plaalsruimte voor een
zaak van algemeen belang. Ik zal zoo kort moge
lijk zijn. Voor een paar dagen ontving ik van den
gemeente-secretaris een alles behalve malsche
aanmaning tot betaling van schoolgeld, voor mijne
kinderen, die op eene van onze gemeente-instel
lingen onderwijs genieten, waarbij mij de een
voudige keuze gelaten werd binnen korten termijn
het verschuldigde af te doen of mijne kinderen
van school verwijderd te zien. Het is echter niet
op de barre wijze van aanmanen dat ik de aan
dacht wilde vestigen, maar er is meer. Onmid
dellijk herinnerde ik mij 14 dagen geleden be
taald te hebben en vond tot mijne geruststelling
dan ook spoedig een quitantie van den gemeente
ontvanger wegens vooruitbetaald onderwijs voor
de eerste drie maanden van het jaar 1876. Nu
zullen sommigen misschien zeggen: maar dan is
de zaak immers gezond, je hebt dan toch maar
eenvoudig de quitantie te vertoonen. Dat alles is
zeer waar, maar men moet niet vergeten, dat er
vele menschen zijn, die een bijzonder vertrouwen
hebben op de orde en juistheid waarmede alles
op een ontvangerskantoor geschiedt; die wanneer
een dergelijke quitantie door een of ander toeval
mocht verloren geraakt zijn, zich al heel spoedig
zouden troosten met de gedachte: och, daar zullen
ze wel niet meer om komen, dat wordt alles toch
dadelijk geboekt. Deze laalsten te waarschuwen
is het doel van mijn geschrijf; dat zij in het
vervolg hunne quitantién goed mogen wegbergen
en zich zoo voor schade wachten.
Uw dienstw. dienaar,
C. S.
[Wij verwijzen naar het ingezonden stuk, voor
komende in het Leidsch Dagblad van 4 October
jl., waarin eveneens op een dergelijk feit de aan
dacht gevestigd werd. Red.]
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding eener advertentie en ingezonden
stuk' der schilders-patroons alhier, in uw geacht
blad d.d. 21 dezer, waarin aan hunne gezellen
wordt aangeboden, onderricht te ontvangen in
datgene wat tot meerdere kennis van hun vak
dienstig is, wensch ik gaarne het volgende onder
de aandacht van belangstellenden te brengen.
Zouden heeren fabrikanten en kooplieden hier
ter stede zich niet willen vereenigen, om ook
hunne bedienden, rn. a. w. kantoor- en magazijn
bedienden, vooruit te doen gaan in de maatschappij
door middel van onderwijs.
Ik geloof dat zeer velen met mij gaarne van
de gelegenheid zouden gebruik maken, om door
aanleering der moderne talen, dubbel boekhouden
enz. hunne vrije uren te besteden, hunne kennis
te vermeerderen en daardoor ook indirect hunne
superieuren tot voordeel te zijn. 't Zij verre dat
dit onderwijs geheel kosteloos behoefde te zijn
een billijke tegemoetkoming zoude er aan gegeven
moeten worden, en hiervoor zoude geen bezwaar
bestaan, daar dit door velen gaarne er voor ge
stort zou worden, voor wie het privaatonderwijs
te duur is om daarvan met vrucht te kunnen
profiteeren. Uw dw. dr.
Een belanghebbende.
[De inzender schijnt niet te bedenken, dat de
gelegenheid om onderwijs te ontvangen tegen
woordig gunstig genoeg is, zoodat kantoor- en
magazijnbedienden niet zonder voldoende kennis van
moderne talen en dubbel boekhouden in betrekking
behoeven te komen. Red.]
BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN.
Eerste Huwelijksafkondiging van 23 Januari.
J. J. Wolff wedr. 57 j. en L. Kretjd. 44 j.
H. Pander wedr. 26 j. en J. W. Molet jd. 29 j.
A. J. Van der Ven wedr. 43 j. en M. T. Van
Beek jd. 28 j. G. E. A. R. Kernpers jm. 24
j. en C. A. M. F. W. Stutterheim jd. 20 j.
P. Van Vliet jm. 25 j. en K. Mulder jd. 27 j.
W. D. Regeer jm. 23 j. en A. Dreef jd. 22 j.
N. Van Houten wedr. 65 j. en M. De Mey Ale-
wijn wed. 62 j. J. Jongbloed jm. 25 j. en A.
C. Van der Maas jd. 25 j. T. Bos jm. 20 j.
en M. Teljeur jd. 26 j. J. Smit wedr. 29 j.
en C. E. Van Dissel wed. 29 j. J. Baardman
jm. 39 j. en J. C. Van Olflen wed. 40 j.
VERBETERING. In het programma van de
a. s. uitvoering der Maatschappij tot bevordering
van Toonkunst is Zaterdag onder N". 2 opgege
ven: „Friihlingsschsvank"; dit moet zijn:.,Faschings-
schwank aus Wien."
Correspondentie. Het antwoord op het
ingezonden stuk van G. zullen wij morgen plaatsen.
Marktberichten.
Amsterdam, 24 Januari. Tarwe per 2400 kg.
Maart 274; Mei 281. Rogge per 2400 kg.
Jar. Galats ƒ202; Petersburg 182, 184; Mari-
anopel 190; Taganrog 182; op levering in de
maand Maart 178; Mei ƒ181; Raapolie op zes
w. p. 100 kg. 39vliegend 37'/,; Mei 37'/a;
Sept, Oct., Nov., Dec. 38'ƒ38. Lijnolie op 6
w. p. 100 kg. 28'/«vliegend 27; Maart,
April, Mei 27'/), 271 /2Sept., Oct., Nov., Dec.
ƒ281/,, yrogs,,.
AMSTERDAM, 24 Januari.
Vor. dag.
Laagste.
Hoogs*
Staatsfondsen.
Nïderl., Cert.Nat.W. 5.2$ pCt.
é3?16
633/8
dito dito 3
75^6
?Ï6
dito dito 4
100
100
Spanje, Oblig. Buitenland
1867/723 ff
IS*
18
dito Binnenl3
ICftc
1®H|
7IG
Portugal, Oblig. Buiten!.
1/163/18693
53
53
Va
Rusland, Obl. Hope G°.
102
102*
Obligatièn 1864 10UU. .6
101%
101
dito 1866 1000. .6
101{4
100
■Vt
dito 1872 gecons..5
97%
dito 1860 2e Leen.. 4^
91*
92
Ublig. Leening 1867/69.4
82
82
Oostenrijk, ObL Papier
Mei/Norember5
ö97i6
59 J{6
-
dito Obl. Pap.Febr./Aug.6
68l5ic
59%
dito in Zilv. Jan.cd Juli.5
64
63%
64
dito dito April en Oct.. 6
63%
63%
Turkije, Obl. Alg. Schuld
20U6
Egypte, ObLLeen.1868.7
67*
69%
Noord-AmerikaOblig.
Ver. Staten 1871.6
1C0
101
dito dito 1885.6
100
100
Brazilië,Ob.Lond.lS66.5
94
94*
Peru, Oblig. 18706
38*
33
26V£s
25*
Columbia, dito4}
39*
39*
Industrieel e en Finantl-
eele ondernemingen.
Ned., Aand. Ned. H.-Maat. Res-
contre nieuwe5 pCt.
108%
109
Aand. Ned.-Ind. Handelsbank...
116*
Oostenr., Aand. Nat. B.3 pCt.
929
9:8
130%
Spoorwegleeniugen.
Nkd., Aand. Holl. IJz.-Spoorw.
114
114*
Aand. Ned. Rijn-Sp. Volgef...
317
Aand. M. tot Expl. SG-Spw
87*
87*
Aand. Ned. Centr.-Spoorw
25%
25%
Obl. Boxtel-Wezel4$ pCt.
22
22*
Rusl., Aand. Gr. Sp.-M. .5
246%
249
250
Oblig. Jelex-Griasi5
23S«
238%
lito Poti-Tiflis/1000...6
too%
99*
100
dito Jelei-Orel/10Ü0..6
100%
dito Kurik-Ctark./lOOO. 6
89Ih'c
99*
üto Mosk.-Sm./1000.5
100%
1OO*
Obl. Br.-Grajewo6
Obl. K.-Ch.-Axow5
92%
92*
Aand. Kiew-Brest5
131
131
dito Balt. spoor6
138%
138
Polen, Aand. W.-Bromb.4
64%
dito dito W.-Weenen 5
129
Hongarije, Theis8.-Sp..6
209%
208
209%
Obl. Theiss.-Spoorweg.6
71%
71%
OosTENR.Ob.Fr.-OostSp.S
154%
Italië, Obl. Zoid-It Sp3
100%
101%
102%
88
N.-Amerika, Cert-Amst. Illinois.
87%
87*
Certv. A. North-Western. 7 pCt.
53%
537f6
lHc
133%
13
Oblig. Centr.-Pacific6 pCt.
91%
91%
dito Califurnié-Oregon6 0
79%
79*
dito St.-Joaquin Valley.6 r
79%
79*
dito Union Pac. Hoofdl.6
90%
90
dito St.-PaalèPac. 2e S.7
213%
21%
dito dito 1869.7
11%
11*
dito St.-Vinc. Brain7
7 He
7
dito Denver Pacific7
65
64
dito Atlant.Miss. Ohio7
30
29*
dito Miss. Kans.Texas. 7
36
40%
Premieleeitingen.
Nedkrl., Stad Amsterd. 3pCt.
96
95*
96%
dito Si ad Rotterd.3 m
97%
97*
Oosten r.,Stl.yf 250,1854.4 pUt.
dito 500, 1860.5
589
dito 100, 1864
139
Hongarije, Leen. 1870.,
80%
80
Bevallen van een Zoon L. HALDERIET
Pallme.
Leiden, 23 Januari 1876.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Heden overleed te llaarlem) in den ouderdom
van 63 jaren, onze geliefde Moeder en Behuwd-
moeder Mevrouw H. C. F1GEE, geb. Vermeeb.
Leiden, C. VOET.
23 Januari 1876. E. YOET Fjgbe.
Eenige kennisgeving.
Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven.