dienstbode bij den heer P., op den Stillen Rijn te water en werd door een voorbijganger gered. Hedenmiddag overkwam hetzelfde ongeval den T9-jarigen G. v. d. L., doordien hij op de Bloem- markt te dicht langs den waterkant liep en zijn evenwicht verloor. De huisschilder C. bracht den drenkeling spoedig op den wal door hem een stok toe te steken. Gisteravond zijn onder geleide van de politie uit Den Haag binnengebracht twee personen, die zich alhier aan diefstal hadden schuldig gemaakt. Naar de „Standaard" meldt, kwam de diaconie der Ned. herv. gemeente te Utrecht dezer dagen in het bezit van een aanzienlijk legaat. Eerst bepaald op f '25,000, is het door rente sinds opgeloopen tot f 120,000. De erflaat ster had dat bedrag bestemd tot een reserve fonds, zoo een der familie-leden dit mocht behoe- •venmet de administratie was belast het oudste mannelijk lid, zonder dat deze tot rekenschap van beheer verplicht was. Zij, die huwden, verloren alle aanspraak. De laatste rechthebbende nu stond hare rechten af aan genoemde diaconie. Volgens testament is genoemde som bestemd voor kleeding en ligging, terwgl bet college van heeren diakenen gehouden is jaarlijks de overledene te gedenken, waartoe hun moet worden verstrekt f 150, en waarbij gebruik moet worden gemaakt van een gouden beker, een familiestuk, eveneens aan de diaconie afgestaan. Een belangrijke uitvinding werd eeni- gen tijd geleden gedaan door een ingezeten van Geertruidenberg. Hoewel zelf geheel en al het gebruik zijner oogen missende, is 't hem mogen gelukken een toestel te vervaardigen, die de meeste bezwaren, aan het schrijven door een blinde ver bonden, doet verdwjjnen. Het valt den blinde, van dezen toestel gebruik makende, gemakkelijk, op papier van elke afmeting, met potlood of pen zijne gedachten uit te drukken, zonder dat de vorm van letters of regels verraadt, dat het schrift afkomstig is van iemand, die het gebruik zijner oogen mist. De toestel zal eene plaats erlangen onder de inzendingen uit Nederland op de we reldtentoonstelling -te Philadelphia. Te Sneek maakt een schandelijke zaak veel gerucht. Zeker heer uit den hoogeren bur gerstand, en vooral diens vierde vrouw, zouden een voorkind, dat nagenoeg 40,000 bezit, waar van de vader na den dood eenige erfgenaam is, zonder ophouden zoo mishandelen, dat de buren er zich mede bemoeid en de zaak ter kennis van de justitie gebracht hebben, welker hoofd zich nu de zaak heeft aangetrokken. Het kind, een teer meisje, is naar den toezienden voogd overgebracht. Te Venlo zijn door de politie gear- resteerd twee Duitschers, afkomstig uit Wezel, die eenigen tijd geleden enkele dagen hun intrek hadden geoomen in een niet al te gunstig bekend staand logement aldaar. Zij werden in het bezit gevonden van de noodige gereedschappen tot in braak, t. w. touw, ladders, breekijzers, vijlen, enz. en waren bij de politie als gevaarlijk gesignaleerd. Men vermoedt, dat men hier te doen heeft met dezelfde personen, die eenigen tijd geléden de kerken aldaar en te Siltard hebben bestolen en thans opnieuw hun fortuin kwamen beproeven. Vermoedelijk staan zij in connectie met een zich in den omtrek ophoudende dievenbende, die stad en omgeving onveilig en tot het onderwerp der dagelijksche gesprekken maakt. Betreffende de oorzaak der ontspo ring te Grouw wordt gemeld: Door het dooien was de grond en de grint van den spoorweg bij de spoorbrug nabij het station Grouw zoodanig uitgezet, dat een der moeren, waarmede de rails aan elkander geklonken zijn, gesprongen is, zoo dat de eene spoorstaaf afweek. Daardoor geraakte de locomotief uit het spoor en kwam dwars voor de brug te staan. Uit Groningen wordt gemeld, dat aldaar in het Ziekenhuis wordt verpleegd een drie- a vierjarig ouderloos kind uit Steenwijk of Steenwijkerwold, dat tijdens de jongste koude zoodanig is verwaarloosd, dat de beide voeljes zijn bevroren, ten gevolge waarvan het eene reeds is afgevallen en het andere waarschijnlijk zal volgen. Te Berlijn is de steendrukkersknecht Blühme wegens moord gearresteerd. Blührne, zoo wordt gemeldeen jongeling van ruim 18 jaar, altoos even lui en onwillig in zijn werk, had het denkbeeld opgevat, kluizenaar te worden, mits hij dan anderen kon overlaten, in zijn levensonder houd te voorzien. Laatstleden Maandag sprak hij hierover met zijn kameraad Diehl, die hem schert sende ten antwoord gaf: „Welnu, doe maar veel kwaad, dan zal de justitie u wel een plaatsje geven, waar gij onbezorgd het kluizenaarsleven kunt intreden." Den volgenden morgen greep Blührne in de drukkerij een zwaren steen, sloeg zijn kameraad Diehl de hersens in en gaf zich gewillig aan de polilie over. Voor den commis saris gebracht, verklaarde hij, te gereeder aan den raad van zijn vriend gevolg te hebben gege ven, omdat dit geheel en al was naar de leer van den philosoof Eduard Von Hartman, „dat het leven niets waard is", en dat hij zjjn kameraad zelfs een dienst had bewezen, met hem uit het aardsche jammerdal te verlossen. Eerst had hij zijn vriend willen doorsteken, maar uit vrees dat de toeleg dan kon mislukken, had hij het raad zamer geacht, hem het hoofd te verpletteren. Op de vraag, of hij naar zijne leer ook niet zijne moeder zou kunnen vermoorden, antwoordde hij na eenige aarzeling: „Neen, althans nu nog niet, want in mijn binnenste gevoel ik iets wat mij daarvan terughoudt en dat ik nog niet geheel en al meester kan worden." Onder het geheele ver hoor was hij uiterst bedaard. Rechtzaken. De zaak tegen Van Wijk werd Zaterdag voor de arrond.-rechtbank te Rotterdam voortgezet. Het gold een geheel gelijksoortige oplichting als waarvan dezer dagen is melding gemaakt. De beklaagde herriep reeds in den aanvang der zitting zijne vroegere leugens. De intendant, de secretaris Wij- nings en de voetval, alles keerde weer in het niet. Brieven en telegrammen had hij eenvoudig zelf geschreven en verzonden, waartoe zijne tochtjes naar Den Haag dienden. De officier van justitie, Mr. Van de Werk, eischte een gevangenisstraf van vijf jaren en eene geldboete van f 25 en ge durende tien jaren ontzetting der rechten, genoemd in art. 8 der wet van 29 Juni '1854. BUITENLAND. Duitschland. De rijksdag heeft zich bij de tweede lezing van het ontwerp ter wijziging van het strafwet boek vereenigd met het voorstel der commissie van rapporteurs omtrent de artt. 102 en 103. In het strafwetboek worden in het eerstgenoemd artikel straffen bepaald op vijandige handelingen tegen een vreemden staat of vorst, in het andere op beleediging jegens het regeerend hoofd van zoodanigen staat. In beide artikelen is tot voor waarde gesteld: 1°. reciprociteit, 2°. dat eene ver volging slechts zal kunnen plaats hebben op aan klacht der buitenlandsche regeering. De rijksre- geering had nu voorgesteld, beide voorwaarden te doen vervallen. Overeenkomstig het voorstel der commissie van rapporteurs en een daarop inge diend amendement, heeft echter de rijksdag aan die wijziging zijne goedkeuring onthouden en tevens bepaald, dat de aanklacht zal kunnen worden in getrokken. Een amendement, om ook te bepalen dat de vervolging alleen zal kunnen plaats hebben op machtiging van het rijks-departement van bui ten). zaken, is verworpen. Spanje. Uit St.-Sebasliaan wordt van 21 dezer gemeld: Het vuur uit de Carlislische batterijen was giste ren vrij hevig; er vielen eenige slachtoffers. Men gelooft dat het bericht omtrent de onderwer ping van Tristany valsch is. Twee leden van de Carlistische junta van Navarra, Jaurieta en Iribas hebben bij den Spaanschen consul te Bayonne hunne onderwerping aangeboden. De Carlisten hebben een groote meelfabriek bij Porlugalette in brand gestokeneenige Carlis tische troepen verhinderden den brand te blusschen. Al de verkiezingsbureaux zijn gevormd en de verkiezingen beginnen in goede orde. De regeering zal Posada Perera het voorzitterschap der Cortes opdragen. De berichten uit de provincie zijn gun stig voor de regeering en ongunstig voor de ver kiezing van Castelar. De graaf van Chesty, Moyano, Corrodi en Alvarez zijn de voornaamste onderteekenaars van een adres aan den koning voor de invoering van den katholieken godsdienst als eenigen godsdienst in Spanje. Op de nadering der Carlistische troepen bij het oprukken naar Oteiza zijn de Alphonsisten overhaast afgetrokken. De Alphonsisten zijn op hunne liniën druk in de weer. Het weder is in Navarra schoon. Turltije. Van den 18den tot den 21sten hebben op den weg van R.agusa naar Trebinje onafgebroken ge vechten plaats gehad, naar ooggetuigen verzekeren met een noodlottigen afloop voor de Turksche troepen, die groote verliezen hebben geleden. De weg van Ragusa naar Trebinje is thans in de macht der opstandelingen. Vereenigde Staten. De diplomatieke correspondentie tusschen Spanje en de Vereenigde Staten is aan het congres mede gedeeld. De tweede nota van Fish aan Cushing van Nov. 1875, is die, waarvan aan de mogend heden mededeeling is gedaan, en die het Cubaansch vraagstuk betreft. In die nota wordt gezegd, dat met uitzondering van de zaak der „Virginius" de verschillen tusschen Spanje en Amerika altijd nog niet geregeld zijn. De oorlog der opstande lingen is een oorlog van roof en verwoesting en Amerika heeft groot belang dat hij eindige Spanje- verwerpt alle voorstellen nopens hervorming, be middeling, verzoening. Het schond zijne verbinte nissen en is niet gezind vergoeding daarvoor aan te bieden. Dit deed ons besluiten te vragen, of zoodanig gedrag nog langer kan worden geduld. De tijd is gekomen, om aan den worstelstrijd een einde te maken. Werden de nadeelen door Ame rika geleden opnieuw toegebracht, dan zou dit eene beweging kunnen ten gevolge hebben en gebeurtenissen, welke de regeering wenscht te voorkomen. Zij hoopt dat Spanje den vrede kan verzekeren, maar anders zou het de plicht der regeering van Amerika kunnen worden tusschen- beide te komen. Amerika is vriendschappelijk jegens Spanje gezind, heeft geen egoïstische bedoelingen, wordt slechts aangespoord door de belangen van de menschheid en van Spanje zelf. Fish geelt Schenk in last een afschrift van deze dépêche aan Derby voor te lezen, en is van meening, dat de belangen van Engeland en van de geheele menschheid het wenschelijk maken, dat Engeland samenwerke met Amerika om den oorlog te stui ten. Interventie zou eerst in aanmerking komen als de overige pogingen mislukten. Cushing over handigde de nota op den 29sten Nov. Hij had den 4den Dec. een onderhoud met den minister van buitenlandsche zaken. Deze gaf toe, dat Ame rika reden tot klagen had, keurde het sequester op de eigendommen van vreemdelingen af, beloofde dit te herstellen, verbond zich alle beschuldigingen en processen tegen Amerikanen te verijdelen en keurde het gedrag der autoriteiten op Cuba af. De correspondentie behelst geen antwoord van de vreemde mogendheden. Telegrammen. PARIJS, 23 Januari. Degeruchten, door de „Daily News" en de „Bien Public" verspreid, omtrent wapeningen in Frankrijk worden tegengesproken. Het mouvement bij de marine in de Fransche havens heeft alleen ten doel, de builen dienst ge stelde schepen door andere te vervangen. MADRID, 23 Januari. De president van den raad, de ministers van binnenl. zaken en van koloniën zijn tot leden der kamer van afgevaar digden gekozen. PETERSBURG, 23 Januari. De nota van An- drassy zal aan de Porte worden overhandigd en door al de ambassadeurs ondersteund. Een schrif telijk antwoord zal gevraagd worden, als eerm verbintenis, om aan de mogendheden een middel te geven om op de insurgenten te werken. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Nu P. in uw blad van heden andermaal het woord is gegeven en hij daarvan gebruik maakt om, in stede van gepleegd onrecht te erkennen,.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2