Tijderij, die door spiegelgevechten en volksverma- kelijkheden werd afgewisseld, werd de optocht herhaald. Te Beekbergen zijn in den nacht tus- schen Zondag en Maandag gearresteerd drie de serteurs van het koloniaal werfdepot te Harderwijk. Zij waren allen van vuurwapens voorzien. In de „Neue freie Presse" leest men: Tc Odessa is onlangs een daad van geweld ge pleegd, waarover de geheele Russische pers moet zwijgen. De chef van een der eerste bankiers huizen te Odessa, de heer Brodsky, gemeenteraads lid en een algemeen geacht man, ontving zekeren dag, zonder mededeeling van eenig motief, van de autoriteit bevel zich binnen 24 uren gereed te houden om naar Siberië te worden gedepor teerd. Brodsky protesteerde en beriep zich op de •wet, welke de deportatie naar Siberië slechts in 't geval toelaat, dat zij bij rechterlijk vonnis als straf is opgelegd. Het baat niets. Hij verzoekt verlenging van den hem gegunden termijn, maar ook dit wordt hem geweigerd. Generaal Stroganoff, vroeger gouverneur van Odessa, slaagt er door zijn invloed in, te bewerken dat aan Brodsky 48 uren tijd ■worden gelaten. Na verloop van dezen termijn wordt Brodsky, een 62-jarig man, door politie-agenten geës corteerd, per rijtuig naar het spoorwegstation ge bracht, om de lange, in dit jaargetijde vooral vreeselijke reis naar zijn voorloopige verblijfplaats Perm in Siberië te ondernemen. Te Odessa ver oorzaakte dit nieuwe staaltje van humaniteit der Russische regeering eerst algemeene verontwaar diging, daarna schrik en ontzetting. Toch hadden de aanzienlijkste personen der stad den moed, Brodsky in twintig rijtuigen naar het station uit geleide te doen, een stom protest tegen deze handelwijze. Zonder vorm van proces werd een hoogbejaard man, chef van een groot bankiers huis, vader van een huisgezin, op hoog bevel ge vat, en een zekeren dood tegemoet gevoerd. Wat hij misdreven heeft, weet niemand. Te Frankenheim, een dorp met 600 inwoners in het groothertogdom Saksen-Weimar, is de hongertyphus uitgebroken. Volgens bericht uit Weimar, van 14 dezer, zijn in den tijd van acht dagen 126 personen door de ziekte aange tast en daarvan 26 overleden. Uit onderscheiden plaatsen worden aan de noodlijdende bevolking levensmiddelen, beddegoed en andere benoodigd- heden toegezonden. De vier leeuwen van den dierentem mer Delmonico zijn dezer dagen te Parijs gedu rende den nacht uit hunne hokken ontsnapt. Zij vonden al de uitgangen van de zaal gesloten, rnaar op het tooneel bevond zich een opgezet paard, waaraan zij hunne woede koelden. Toen de wachter de beweging hoorde en bespeurde wat er gaande was, trachtte hg de dieren weder in de hokken te krijgen, doch vergeefs. Aan den chef, den heer Delmonico, die toen geroepen werd, gelukte het na veel inspanning de gevaarlijke wandelaars weder op te sluiten. Den volgenden morgen waren echter al de leeuwen dood, moge lijk ten gevolge van vergiftigde zelfstandigheden, voorhanden in het opgezette paard. Te Berlijn is een hengst uit Engeland aangekomen, bestemd voor de Trakehner stoeterij. Het dier is voor 30,000 aangekocht. In West-Indië, hoofdzakelijk in Tur- kerstown en op St.-Davids-eiland heeft op 17 Dec. een wervelwind gewoed die voor de bewoners treu rige gevolgen had; o. awerd de woning van Daniel A. Smith, een welbekende loods te Tur- kerstown, met allen die er in waren opgenomen; een deel van het huis werd in de haven geworpen. De loods werd in een groep hoornen, die tusschen het huis en de haven stonden, geworpen, en had daaraan zijn leven te danken; zijne vrouw werd over de haven geslingerd, doch bekwam bij het nedtrvallen aan de overzijde zulke verwondingen, dat zij een paar uur daarna overleed. De kinderen, vier iri getal, kwamen in de haven terecht en verdronken. Rechtzaken. In de gisteren gehouden zitting van de straf kamer van den hoogen raad werd o. a. behandeld het beroep in cassatie van den heer Maas, van Scheveningen, tegen een arrest van het hof van Zuid-Holland ingesteld, waarbij bem eene geld boete van f 600 is opgelegd wegens het plaatsen van zalrnstallen in de rivier het Scheur, zonder vergunning van den minister van binnenl. zaken, waai door de geregelde afloop van het water kan worden belemmerd. Gelijk reeds bij de behande ling in hooger beroep is gemeld, was het 10de perceel der visscherijen van den slaat door het domeinbestuur verpacht en vermeent het water staatsbestuur dat het visschen met zalmstallen de werktuigen in het pachtcontract aangewezen hinderlijk is voor den afloop van het rivierwater en alzoo strafbaar. Dit gevoelen werd door het hof gedeeld. Tegen de uitspraak van het hof werden thans door Mr. A. De Pinto twee cassa- middelen aangevoerd en nader ontwikkeld. Pleiter vond het niet goed, dat bij het bestaan van een verschil van gevoelen tusschen het domein- en het waterstaatsbestuur en het provoceeren eener rech terlijke beslissing, een particulier, die geheel over eenkomstig zijne pachtconditiën handelt, de dupe van dat verschil van gevoelen kan worden gemaakt. Hij meende overigens dat het uitoefenen der zalm- visscherij met stallen niet verboden kan zijn en concludeerde ten slotte tot vernietiging van het arrest en ontslag van rechtsvervolging van den requirant. Den 25sten dezer zal het O. M. con clusie nemen. In de zitting der Rotterdamsche rechtbank van gisteren werd eene zaak behandeld vooral voor de minder gegoeden belangrijk. Men weet dat bgna ieder een erfenis moet hebben die door de eene of andere omstandigheid niet in handen der rechthebbenden gekomen is, en men weet ook dat de minder gegoeden ter verkrijging daarvan zich veelal plegen te wenden tot zaakwaarnemers, die zich met de „uilwerking" daarvan belasten. Dat ook hier kaf onder het koren schuilt, bleek thans. Zekere Van Wijk, zaakwaarnemer, zou eene erfenis trachten te verkrijgen voor de familie v. S., die daarop meende recht te hebben. Hij vertelde hun daarvoor naar Den Haag te moeten gaan en controleboeken te moeten inzien. Dit kostte natuurlijk geld. Ook moest lig een stam boek raadplegen, hetgeen evenzeer geld kostte. Voorts diende hij den Intendant te spreken, een groot heer aan het Hof met wien hij bijzon der bevriend was, wiens wijn hij dronk en met wien hij gearmd door Den Haag liep. Daarenboven moest er veel in de zaak worden gedaan door den Secretaris van den Staat Wijnings, een groot heer met wien Van Wijk ook al bevriend was. Deze Wijnings schreef hem dan ook brieven, en stuurde hem oproepingen om in Den Haag te komen. Eer.s kwam er zelfs een groot gezegeld stuk, onderteekend door vijf heeren, die natuurlijk aan het hof thuis behoorden. Volgens die en andere verklaringen bedroeg de erfenis 111,468, behalve de vaste goederen, die een onnoemelijke waarde schenen te hebben. Hoe groot echter deze erfenis ook was, men wilde ook wel rente hebben, en Van Wijk, die aan de erflustigen verklaarde spoe diger dan eenig advocaat of procureur zulke zaken te redderen, deelde hun mede dat men die rente alleen kon krijgen door een voetval voor den koning. Men begrijpt dat dit geld kostte. Hij wachtte dan ook den koning op aan een hoek van de straat en deed den voetval, waarop de koning gezegd zou hebben„Kind, sta op." Daarop volgden weer conferenties met den intendant en den secretaris van staat. Daar dit alles geld kostte en betaald moest worden en de familie dat zoo niet had, leende deze, op aanraden van Van Wijk, dit van eene juflrouw, die evenals de familie geloof sloeg aan 's mans heldendaden. De familie beurde veel rneer dan noodig was en leefde in- tusschen genoegelijk van de toekomstige erfenis. Langzaam kwam er argwaan, en Van Wijk vond het geraden zich uit de voeten te maken. Hij werd echter door de familie ach terhaald en teruggevoerd en bij de politie ge bracht. Deze verschafte hem verder huisvesting op last van den officier van justitie, en bij den rechter van instructie werd door v. Wijk erkend, dat al deze dwaasheden, die gisteren door de ge tuigen werden verhaald, louter verzinsels waren van zijn eigen brein. Midden onder de instructie veranderde hij echter en hield van toen af vol, dat hij een ingeving van God had gehad, dat Wijnings wezenlijk bestond en dat hij zelf de dupe was van dien grooten heer. De Haagsche politie kon over het bestaan van dien geheimzinnigen persoon echter geen inlichting geven. Herhaaldelijk wezen de president en de rechters den beklaagde er op, dat zijne leugens hem niet baten zonden en rieden hem aan de waarheid te bekennen. Het baatte niet. De secretaris, de intendant en de voetval bleven bestaan. Van Wijk staat levens voor een gelijksoortig feit terecht, waarover, om het vergevorderd uur, de getuigen Zaterdag zouden gehoord worden. De arr.-regtbar.k te Haarlem heeft gisteren uitspraak gedaan in de bekende zaak van Mr. D. Visser legen den Staat der Nederlanden. Naar aanleiding van de conclusie des gedaagden, dat de eischer niet-ontvankelijk verklaard zal worden in zijne vordering (strekkende lot herstelling in zijn bezil), omdat hij van de strook gronds in quaestie, als behoorende tot en deel uitmakende van den grooten openbaren weg van Haarlem naar Heemstede, geen bezit kan gehad hebben, heeft de rechtbank den gedaagde opgelegd om door getuigen zoodanige in het vonnis vermelde feiten te bewijzen als waaruit zou blijken, dat de quaes- tieuze strook gronds tot dien openbaren weg behoort en daarvan deel uitmaakt. KOLONIËN. BATAVIA, 11 December. Het Ned. schip „Louise", kapt. Vogelsang, van Tessel naar Soerabaia, is 30 November jl. op Bali tafelhoek gestrand, waarbij twee man verdronken. De rest der equipage is gered; het schip is als verloren te beschouwen, daar het in handen is van een Balineesch vorst; de lading zal gedeel telijk geborgen worden, doch is zwaar beschadigd. Als een bewijs met welk een woede de nachtelijke aanval op en verdediging van Longbatlah- Missigit den 22sten November 11. plaats had, deelt men aan het „Bat. Hand." mede, dat een den Europeesche soldaten, mogelijk wel de schild wacht, die gedacht heeft werkelijk met een pa trouille te doen te hebben, niet minder dan elf schoten bekwam, waarvan twee in den buik, acht in de dij en één elders. Niettemin heeft die sol daat nog eenigen tijd geleefd. Naar het hospitaal overgebracht, overleed hij daar ten gevolge van bloedverlies. Door deD gouverneur-geaeraal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkiDgen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ne derland, w. ziekte, aan den lsten coinm. bij de algem. rekenk. T. W. Neys. Ontslagen: Eervol, de ing. 2de kl. bij den waterstaat J. W. Le Comte; eervol, w. ziekte, de comm. 3de kl. bij den post- en telegraafd. W. E. J. Faguotti; eervol, met behoud van recht op pens., de gew. opz. 3de kl. bij de indigo- colt. M. W. De la Cornbe. Benoemd: Tot coram. 2de kl. bij den post- en tel. J. C. Egeling, tot opz. 2de kl. bfj den waterstaat R. Th. Neylandbij bet dep. van ond., eered. en nijv. tot hoofdcomra. A. Klasrag, tot lsten comm. F. B. D. Van Slijpe, tot 2den comm. A. K. F. Schieke; bij de in- en uitvoerr. en acc. tot ontv. te Bezoeki J. S. Grashuis; tot verific. 5de kl. P. Schram; tot boekh. F. A. Lubeck en W. Th. Van Dam. Belast: Met het beheer van het kadastr. bur. te Batavia J. M. Schoth. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den maj. der inf. H. L. F. De Jacquier de Lompret. Ontslagen: Eervol, wegen9 lichamelijke onge schiktheid, met behoud van recht op pens., de off. van gez. lste kl. 11. Walter. Eervol, de burg. schrijver 5de kl. bij de art. E. II. Richir. Departement der Marine. Benoemd: Bij het loodswezen van Soerabaya tot lood9, C. W. Lemmers. BUITENLAND. Frankrij k. Het „Journal officiel" maakt een besluit van de regeering bekend, waarbij de bezoldiging van de hoogleeraren aan de staats-hoogescholen opnieuw geregeld wordt. De professoren in de katholieke theologie te Parijs zullen voortaan eene jaarwedde hebben van 5500 a 0500 fr., in de departementen een van 3500 a 5500 fr. Jaarwedde van de pro fessoren in de protestantsche theologie in de depar tementen van 4500 a 6500. fr. Rechtsgeleerde faculteit: te Parijs 45,000 fr., in de departementen van 6000 a 14,000 fr.; agrégés te Parijs 7000 fr., in de departementen van 3000 a 3500 fr. Hoogleeraren bij de medische faculteitle Parijs 13,000 fr., in de departementen van 6000 a 10,000 fr.; agrégés te Parijs 4000 fr., in de departementen van 3000 a 3500 fr. Hoogleeraren bij de faculteit der wetenschappen: te Parijs 13,000 fr., in de departementen van 6000 a| 10,000 fr. agrégés te Parijs en in de departementen12000 fr. Hoogleeraren bij de letterkundige faculteitte Parijs 15,000 fr., in de departementen van 6000

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2