die, als verdacht van diefstal, was gesignaleerd. Zijn kleederdracht, die eveneens bekend was ge maakt, bracht den politiebeambte op het denkbeeld hem bij zijn naam aan te spreken, naar welken de vermoedelijke dader onmiddellijk luisterde. Naar het „Paleis vanj ust." mededeelt is de dag voor de behandeling der zaak van Jut nog niet bepaald. Het opmaken der akte van be schuldiging eischt zeer veel tijd, daar de bouw stoffen daarvoor moeten geput, worden uit meer dan zeven honderd stukken. De hoogleeraar Yan der Willigen zal weldra, met vergunning der kerkvoogden, in de Groote Kerk te Haarlem een langen slinger op hangen, ten einde belangstellenden de gelegenheid te geven om het bekende bewijs van Foucault voor de omwenteling der aarde waar te nemen. Sommige tappers te Amsterdam zijn op het denkbeeld gekomen, om aan ieder die bij hen een borrel drinkt, een bon te geven, waarop eene pendule of eenig ander voorwerp van betrek kelijk geringe waarde kan getrokken worden. Bij gelegenheid eener volksvoordracht der Maatschappij voor den werkenden stand werd dezer dagen mede gedeeld, dat een anders knap werkman onlangs werd gearresteerd, omdat hij in een staat van lichte dronkenschap koffie uit het dok had gesto len, en dat bij de visitatie 64 dergelijke bons in zijn zak werden gevonden. Door den heer Zimmerman, luitenant der infanterie te Gouda, is een kaart vervaardigd van de Suriname-rivier, op de schaal '1 150,000. Dit werk, dat voor de tentoonstelling te Phila delphia bestemd is, wordt door deskundigen zeer geroemd. De kaart is omringd door eenige fraaie teekeningen van Surinaamsche landschappen, riviergezichten en inwoners, welke teekeningen de heer Zimmerman tijdens zijn verblijf in W.-I. vervaardigde. Te Wolfheze is Zaterdag een jonge ling op zijn bed doodgevroren. Tot nadere toelichting van het b e- richt uit 's-Hertogenbosch omtrent het in beslag ne men aldaar van 10 vaatjes gedistilleerd, wordt van daar medegedeeld, dat het pakhuis, waarin het bewuste gedistilleerd geborgen was, noch in huur noch in gebruik was bij den distillateur II., doch dat de omstandigheid, dat deze als agent voor een huis in kunstboter, vroeger het beheer voerde over bedoeld pakhuis, waarin steeds vaten vet werden opgeslagen, er toe schijnt geleid te hebben dat het proces-verbaal tegen H. is opgemaakt. Te Bergschenhoek heeft Zaterdag nacht een persoon, die reeds eenige jaren in de gevangenis heeft doorgebracht, ingebroken in het huis, dat door zijne vrouw bewoond werd, en aldaar eenige kleedingstukken ontvreemd, waar mede hij zich uit de voeten heeft gemaakt. Bij voortduring melden de berichten uit het zuiden van Frankrijk, dat er ontzaglijk veel sneeuw is gevallen. Volgens den „Courrier de Tarn-et-Garonne" is het plateau van Rienpay- roux bedekt met eene laag ter hoogte van 1 meter. In het kanton Cette herinnert men zich niet den grond ooit met een zoo dikke laag be dekt te hebben gezien. Over de omstreken van Périgueux heeft zich een sneeuwstorm ontlast. Men vreest hier en daar voor overstroomingen, als de dooi invalt. Te Bayonne, aan den zuide lijken uithoek van Frankrijk, is het vinnig koud. Opj zeer vele oorden is de gemeenschap gestremd. Pernignan is door de sneeuw zoo goed als geblok keerd. 't Pantserschip „Vanguard" blijkt voorgoed verloron te zijn. Peilingen hebben doen zien, dat 't zand zich rondom het schip heeft opgehoopt, en dat zoodoende in 't Iersche Kanaal, reeds een nieuwe bank is gevormd, die op de zeekaarten zal moeten aangeduid worden. Eene waarde van ruim een millioen p. st. zal onder die bank reddeloos begraven liggen. Uit Born wordt gemeld, dat in den avond van 13 dezer de heer Peters, hoofdonder wijzer aldaar, terwijl hij van zijne ouders huis waarts keerde, door eenige personen onderweg aangegrepen en mishandeld werd. De politie is van de zaak onderricht. De bevolking van geheel Londen, ge- raamd tegen 't midden van 1876, zal ruim 4'/4 millioen bedragen. Daarvan komen 3,489,428 op 't eigenlijke of Inner London, en nog 797,179 op de buitenwijken of Outer Ring. Gedurende '1875 nam de bevolking van Inner London met 44,363 toe, van welken 41,358 door 't surplus van de geboorten boven de sterfgevallen. De be volking van de Outer Ring werd met 36,780 zielen vermeerderd, van welke 26,235 die zich van elders kwamen neerzetten. Door de uitgevers van de „Times" zijn de overzichten over de laatste 25 jaren, die geregeld in het blad bij den aanvang van elk nieuw jaar verschijnen, herdrukt. Het boek daar uit gevormd is op zich zelf een merkwaardigheid; het is 598 paginas groot en dicht opeengedrukt. Toch werd het door 4 jongens, in 10 dagen van 8 werkuren gezet, n. 1. rnet twee zet-machines: per dag werden 2150 regels gezet. Het werd gestereotypeerd en afgedrukt op de Walterpers, die per uur 12000 vellen van 128 paginas geheel gereed aflevert. Deze overzichten vormen een net boekdeel en worden verkocht voor f 0.60. Odoardo Beccari, die zich de laatste jaren heeft beziggehouden met het doen van onder zoekingen omtrent de natuurlijke gesteldheid van Nieuw-Guinea en bijgelegen eilanden, heeft onlangs weder een voor de aardrijkskunde zeer verdien stelijk werk verricht. Door subsidiën, welke hem door het gemeente- en provinciaal bestuur van Genua verstrekt zijn, was hij in staat gesteld een schooner te huren met eene equipage van tien man, zes jagers en éên jongen, om verza melingen te maken. Drie kleine bronzen kanonnen, welke moesten strekken om aan de Papoea's eer bied in te boezemen, en levensmiddelen voor acht maanden werden door hem medegenomen. Aldus uitgerust, heeft Beccari den tijd van Januari tot Augustus 1875 bestemd om de eilanden en kusten in het noordwesten van Nieuw-Guinea te onder zoeken. Hij heeft eene rivier ontdekt, Wa Samson genoemd, welke van het oosten naar het westen over een afstand van meer dan 215 Engelsche mijlen stroomt, van het Arfak-gebergte tot aan een punt juist aan de oostkust van Galevo-straat, en die dus de voornaamste waterafvoer is van het binnenland van Papoea-Onin, of het noordwestelijke schiereiland van Nieuw-Guinea. Hij heeft ook de Geelvink-baai onderzocht, welke dit schiereiland van het hoofddeel van het eiland afscheidt, en eene zeer belangrijke, ofschoon ruwe verbetering gemaakt van den vorm der baai, zooals die zelfs op de beste kaarten is aangegeven. Op een nacht in het laatst van het vorig jaar zoo verhaalt de Parijsche „Événe ment" -- stonden in de rue Mouffetard, de rue de Louscine en de rue des Lyonnais, in de don kerste hoeken verscholen, eenige polilie-agenten op wacht. Al hunne aandacht was op de voorbijgangers gericht. Omstreeks middernacht zagen zij een man, door een reusachtigen doghond vergezeld, bijna onhoorbaar de rue des Lyonnais ingaan. Hij wilde blijkbaar niet opgemerkt worden, want hij zocht zooveel mogelijk de donkere zijde der straat. Weldra hoorde men van den anderen kant iemand aankomen; het was eene vrouw. Juist toen zij nog weinige schreden van den geheimzinnigen persoon met den hond verwijderd was, bleef zij plotseling slaan en viel onder een half onderdrukten kreet achterover. De onbekende sprong op haar toe en begon hare zakken te doorzoeken. Hij lag nog op zijn offer geknield, toen bij zelf eensklaps door een aantal agenten van achteren gegrepen en overmeesterd werd; eenige andere agenten maakte zich van den hond meester. De ongelukkige vrouw had inmid dels haar bewustzijn verloren; een strik had haar den hals toegesnoerd. De nachtelijke roover, die zekere Jules F. bleek te zijn, had haar een lazzo over het hoofd geslingerd en haar half geworgd. Hij heeft dit afschuwelijk handwerk, langen tijd kunnen drijven, zonder dat de politie hem op de daad kon betrappen. In het werpen met de lazzo of Indiaanschen strik had hij een groote mate van behendigheid verkregen, daar hij vroeger leefde van het vangen en verkoopen van vreemde honden. Hij hield er nog een aantal kwaadaardige honden op na, welke hij tot zijne verdediging had afgericht, zoodat hij met zijn reusachtige doggen de schrik was van de gansche dievenwijk waarin hij woonde. Zijne nachtelijke tochten waren langen tijd onopge merkt gebleven, want het huis waarin hij woonde had geen portier; de huisdeur kon door een slechts aan de bewoners bekend mechanisme geopend en gesloten worden, zoodat ieder hunner vrijelijk kon binnenkomen en uilgaan. Het arrne slachtoffer van zijn laalsten aanval is zoo geschrikt, dat zij waarschijnlijk het verstand verloren heeft. Inlus- schen is een eirid gemaakt aan zijne gruweldaden. BUITENLAND. U"ra nltrij lx. De gemeenteraad van Parijs heeft tot gedele geerde voor de keuze van senatoren Victor Hugo gekozen met 53 van de 73 uitgebrachte stemmen, en tot zijn plaa'svervanger Spuller. Men schrijft uit NiceDe „Cercle de la Médiferrannée", de uitgelezen kring, die steeds op de veraangenaming en opluistering van het verblijf der vreemdelingen in deze bevoorrechte plaats is bedacht, zal o. a. den 7den Februari een groot muziekfeest aan de stad aanbieden onder bescherming van de burggravin Vigier, waarop Sophie Cruvelli zich zal laten hooren. Eerstdaags zal dezelfde Cercle een bal geven, dat het schit terendste van het seizoen zal zijn. Men verneemt dat het bestuur eene commissie aan H. M. de Koningin der Nederlanden heeft afgevaardigd, ten einde haar te verzoeken dit feest met hare tegen woordigheid te willen vereeren. Volgens den Parijschen correspondent, van de „Times" is de proclamatie van Mac Mahon niet alleen niet het werk van één minister, maar is elke minister met eene afzonderlijke alinea in den zak op het paleis van het Elysée gekomen, ten einde zoodoende zijn deel aan de proclamatie te hebben. En daar nu ieder zijn alinea verdedigde, maar door de overige ministers min of meer zag afkeuren, zoo werd geen enkel der oorspronkelijke brokstukken gaaf aangenomen. Alle werden gewij zigd. De correspondent is zelfs in staat gesteld de alinea's in haar oorspronkelijken vorm mede te deelen, en tevens op te geven, van wien ze afkom stig waren. Toen Mac Mahon de beraadslaging stilzwijgend had bijgewoond, stond hij op, nam een pen, en zeide„Wat mij aangaat, ik zal een enkelen regel, maar een die afdoende is, aan de proclamatie toevoegen." Hij schreef hierop aan den voet: „De president der republiek." En dat is ook de eenige plaats, waar het woord „republiek" ge noemd wordt. DuitscMand. Bij de opening van den Pruisischen landdag in de „Witte Zaal" van het koninklijk paleis door den vice-president van het kabinet, minister Camp- hausen, waren 80 afgevaardigden aanwezig. De troonrede, bij die gelegenheid door den minister voorgelezen, betreurt in de eerste plaats den op handel en industrie drukkenden algemeehen oeco- nomischen toestand, doch spreekt de zekere ver wachting uit dat de energie van het Pruisische volk er in slagen zal de moeielijkheden van den tegenwoordigen toestand te overwinnen. De in komsten van den Staat zijn niet zoo hoog geraamd als bij de vorige begrooting, doch zij zullen vol doende zijn om het beheer van den Staat op denzelfden voel te handhaven, en om bovendien de groote bouw-ondernemingen van staatswege verder voort te zetten. De troonrede kondigt de onmiddellijke indiening aan van het budget, ver der een ontwerp betreffende de bevoegdheid der nieuw in 't leven geroepen staals-ambtenaren, een ontwerp tot wettelijke bekrachtiging van het algerneene synodale reglement en een ontwerp^ houdende regeling van het recht van toezicht van den Slaat op de Evangelische staatskerk. De „National Zeitung" deelt den tekst mede van eene aanschrijving van prins Bismarck, van 14 April 1867, aan den gezant te Weenen, over de zending van graaf Taufkirchen. Uit dit stuk blijkt, dat reeds destijds het plan bestond om, zoo mogelijk, eene goede verstandhouding tusschen het Noordduitsche Bond en Oostenrijk tot stand te brengen, mits niet zonder gelijktijdige aanslui ting van Rusland. Spanje. De regeering heeft besloten, bij gelegenheid van het eerste jaarfeest van koning Alfonsus' troons bestijging, eene amnestie voor verscheiden gevan genen en verbannenen uit te vaardigen. Groot-Britanniê. De heer John Ilolms heeft onlangs in een aan zijn kiezers gericht schrijven verklaard, dat't wan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2