De ongelukkige had een geweerwond, van de keel tot in den nek, waarschijnlijk bij het springen gekregen. Twee vreemdelingen trachtten dezer dagen te Wageningen bij particulieren Duitsche bankloten le verkoopen tegen eene eerste storting van f 12.50 en 34 rnaandelijksche bijbetalingen van 21 mark. De kooper zou dan dadelijk een bewijs in eigendom verkrijgen, goed voor 200, gegarandeerd door eene Duitsche bank. Bij onder zoek is gebleken, dat deze stukken eene zeer twijfelachtige waarde bezitten. Door den controleur en drie commie zen van 's rijks belastingen te 's-Hertogenbosch is "Woensdag-morgen proces-verbaal opgemaakt tegen den heer H., distillateur der 2de klasse, omdat hij in een pand, gelegen langs de Zuid-Willems vaart, voorhanden had '16 vaatjes gedistilleerd, zonder dat hjj een quitantie van betaalden accijns of een geleibiljet tot dekkiDg kon vertoonen. De vaatjes zijn in beslag genomen. In den nacht van den lOden op den 11 den dezer werd op eene verdachte wijze vaatwerk gebracht in voormeld pand, dat eigenlijk bestemd is tot berging van vet, benoodigd tot het bereiden van kunstboter; dit heeft tot deze calange aanleiding gegeven. Een Duitscher, zekere Herman Mey- hofer, heeft een nieuw buskruit uitgevonden, dat buitengewoon snel en krachtig werkt. Met een kardoes van zeer klein gehalte, heeft men een uitwerking die tweemaal de kracht van gewoon buskruit overtreft, want op een afstand van 600 passen verkreeg men met de nieuwe uitvinding grooter effect dan met gewoon kruit op 300 pas sen. Onder de voordeelen der nieuwe vinding be hoort nog," dat de geweren door 't gebruik van binnen niet vuil worden en de soldaten veel min der behoeven te dragen, omdat de nieuwe kar doezen veel kleiner zijn en niet in een koperen bekleeding behoeven gesloten te worden. Aan de politie in Europa is kennis gegeven, dat een „gevaarlijke misdadiger", ge naamd W. M. Tweed, uit de gevangenis te New- York is ontsnapt. Hij is 50 jaar oud, heeft of had een grijzen vollen baard en is 200 pond zwaar. Dit laatste is niet best voor den vluchteling. Die hem pakt krijgt een belooning van 6000. Waar schijnlijk zal de schelm, indien 't gelukt hem te bemachtigen, het honderdvoud bieden om weer losgelaten te worden, 't Is dus in alle geval de moeite waard om jacht op hem te rnaken. Volgens berichten uit Toulouse is aldaar en in de omstreken veel sneeuw gevallen. De thermometer is tot 10 graden gedaald. De Garonne zit geheel vast. De gemeenschap is moeilijk le onderhouden. Volgens de „Gazzetta di Na poli" heeft het te Napels den 6den dezer gesneeuwd en waren de Vesuvius en de heuvels rondom de stad met sneeuw bedekt. Ook noordelijker is sneeuw geval len en o. a. te Ficulle een trein uit Rome daar door gestuit. Den 7den en 8sten sneeuwde het te Venetië niet minder. Het nieuwe drama „Danichefl", dat te Parijs zooveel opgang maakt, speelt in Rusland vóór de vrijmaking der lijfeigenen. Zekere graaf Vladimir Danichefl wil de lijfeigene Anna huwen, die door zijne moeder is grootgebracht en de be trekking van lectrice bij haar vervult. De oude gravin weigert hare toestemming, daar zij haar zoon heeft bestemd voor eene prinses Walanofï, te Sint-Petersburg. Eindelijk echter schijnt zij toe te geven en zegt, dat zij hare toestemming niet zal onthouden, wanneer na een paar jaar haar zoon het meisje nog bemint, mits hij dat jaar bij zijn regiment in de hoofdstad doorbrengt. Vladimir gaat daarheen en leert de prinses kennen, die hem gaarne tot haar echtgenoot aannemen zou. Hij verneemt op een bal bij prins Walanoff, dat zijne moeder, terstond na zijn vertrek, Anna ge dwongen heeft te huwen met een anderen lijf eigene, haar koetsier, die haar eveneens beminde. Nauwelijks heeft de jonge graaf dit vernomen, of hij verlaat de prinses en keert naar de goederen zijner moeder terug om Ossip, den koetsier, zijne woede te doen ondervinden. Maar in diens woning gekomen, verandert plotseling zijne slernming bij het vernemen, dat Ossip slechts in het huwelijk beeft toegestemd om Anna voor erger lot te be- lioeden, en hij met haar als zijne zuster geleefd heeft. Danicheff wil nu de echtscheiding vragen, waarin Ossip toestemt; prinses Walanoff zelve zal den keizer deze gunst verzoekenin stede daarvan raadt zij den keizer de weigering aan. Thans blijft niets anders over dan dat Ossip zich van het leven berooft, en ook dit offer wil hij brengen aan de vrouw, die hij bemint; want Anna weigert met Vladimir te ontvluchten en daardoor een smet te werpen op den man, aan wien zij zooveel te danken heeft. Daar valt Ossip een ander middel involgens de Russische wet wordt een huwelijk ontbonden, wanneer een der echtgenooten in een geestelijke orde treedt. Daartoe besluit hijen Anna wordt de gade van graaf Vladimir Danichefl. Deze intrige is uitgewerkt in een vijftal zeer dramati sche bedrijven en vol treffende opmerkingen. Verscheiden Amerikaansche en Fr an- sche bladen waarschuwen voor den onrustbarend toenemenden haat der lagere volksklasse bij de Ghineezen tegen de Europeanen en Christenen. De aanvallen, op Europeanen gepleegd, zijn in den laatsten tijd weder menigvuldiger geworden dan ooit. Vier jonge Engelschen, geattacheerd aan het Britsche gezantschap, werden op 40 mijl dis tantie van de hoofdstad schandelijk beleedigd. Eenige dagen later werden te Peking zelf I)r. Bushel en zijne vrouw door een woedend canaille metsteenen geworpen; de heerLeusey, secretaris der Russische legatie, te paard door een straat rijdende waar zich gewoonlijk veel Europeanen bewegen, zonder ooit gemolesteerd te worden, werd door lieden uit het volk aangevallen en viel uit den zadel, aan 't hoofd door een steenworp ge wond. Op 20 rn'yl afstand van Tientsin werden een protestantsch leeraar en zijne vrouw, de heer en mevrouw Barrowdale, door bewoners van een dorp met modder geworpen. 2000 man Chineesche troepen, die van Formosa kwamen, marcheerden in de beste orde door Shangal. Toen zij in de wijk kwamen, waar de Franschen verblijf houden, liepen zij door elkaar, schreeuwden luid en wild, trokken leelijke gezichten tegen de vreemdelingen en beleedigden dezen op allerlei wijzen. De vreem delingen kozen, om een conflict te vermijden, de verstandigste partij en sloten hunne deuren. Juist op dit oogenblik kwam een Amerikaan met zijn vrouw door de wijk gereden. De soldaten versperden hun den weg, beleedigden hen, en wondden de vrouw met hun lansen in het gezicht, den man aan den slaap van 't hoofd, 't Was een wonder dat zij niet vermoord werden. De schuld van dit alles ligt niet weinig aan de gouverneurs der groote steden, die toelaten dat eiken nacht plak katen worden opgehangen, waarin de Christenen voorgesteld worden als oorzaak van eiken brand, elke overstrooming of ziekte, en aan de onder- aardsche goden worden gewijd. Wie die plakkaten ophangt, wordt niet onderzocht; de moeite om ze af te scheuren wordt niet genomen. Italiaanse he couranten verhalen de volgende anecdote van Charles Dickens uit den tijd, toen hij zijne eerste reis naar Italië maakte. Toen Dickens zich te Rome bevond, ging hij 's avonds gewoonlijk naar het Colosseum en bleef daar tot laat in den nacht. De politie waar schuwde hem zich in acht te nemen, omdat daar 's nachts veel dieven waren, maar Dickens bleef zijn gang gaan. Op zekeren avond nu gebeurde het, dat een in een mantel gewikkeld man uit een hoek van het Colosseum kwam en Dickens met geweld tegen 't lijf liep; deze herinnert zich de ontvangen waarschuwing, tast mei de hand in zijn zak en merkt, dat zijn horloge weg is. Hij ijlt den onbekende achterna, pakt hem, schudt hem als een riet en, daar hij nog geen Italiaansch ge leerd had, roept hij maar mets dan: Orologgio, orologgioDe onbekende geeft Dickens het hor loge en loopt weg. Toen Dickens, opgewonden door het avontuur, thuis komt, vindt hij daar zijn horloge, dat hij vergelen had mee te nemen, en is bovendien in het bezit van een zeer fraaien chronometer dien hij geroofd had zonder het te willen. Hij liep toen dadelijk naar het politiebureel om het horloge af te geven, en ontmoette daar den onbekende, die den roofaanval, waarvan hij het slachtoffer geweest was, aangaf. Dickens maakte zijn excuses en helderde de zaak op. De tegen zijn wil door hem bestolene was eveneens een En- gelschman en dus zijn landsman. Het verschijnen van de gewisselde correspondentie over 't boren van een spoor wegtunnel onder het Kanaal heeft den „Times" aanleiding gegeven tot eenige opmerkingen; die voor 't plan niet bijzonder gunstig luiden. De „Times" heeft drie bedenkingen: '1°. dat het nog volstrekt niet uitgemaakt is, of het zeebed onder het Nauw van Calais 't boren van een tunnel zal toelateneene enkele diepe scheur in de kalklaag zou de onderneming onherroepelijk verijdelen; 2°. dat, zoo 't werk inderdaad tot stand mag komen, men bezwaarlijk verwachten kan dat het rente afwerpen zal; 3°. dat een spoor wegtunnel de veiligheid van Engeland bedreigen zou in geval van oorlog, tenzij rnen aan beide kanten zich voorbehoude om, bij 't eerste gevaar van invasie, 't zoo kostbare en moeizaam tot- standgebrachte werk zonder aarzelen te vernielen. De „Times" verzet zich niet bepaald tegen het plan, doch twijfelt aan de technische uitvoer baarheid en, meer nog, aan de financieele bestaan baarheid er van. Daarom geeft het blad den raad dat men 't vooraf nog eens beproeve met eene ver betering der bestaande communicatie-middeleD. "Wanneer de Fransche regeering de havens van Calais en Boulogne behoorlijk wil verwijden, zoo dat groote, snelle en geriefelijk ingerichte booten als de „Castalia" en de „Bessemer" er zullen kunnen binnenloopen, dan zal men voor 't verkeer tusschen Engeland en Frankryk een onderzeeschen spoorwegtunnel best kunnen missen. Rechfzakcn. Correctioneele uitspraak der rechtbank alhier van 14 Januari. J. De K., te Nieuwkoop, wegens bedelarij, d. gev. P. G. v. d. B., te Leiden, w. idem, L d. gev. M. v. T., le Alphen, w. idem, 14 d gev. H. P., le Leiden, w. toevoegen van smaad en scheldwoorden, geldb. van f 8 of 1 d. gev. W. v. d. N., te Bodegraven, w. mishandeling, vrij gesproken L. A. v. d. L., te Leiderdorp, et G. V., le Leiden, de eerste, w. eenvoudigen dier stal, 1 m. eenzame opsluiting; de tweede, w medeplichtigheid daaraan, 14 d. eenzame opslui ting; J. O., te Woubrugge, w. het niet afzon deren van ziek vee, geldb. van 25 of 3 d. gev. Het gerechtshof in Den Haag heeft bij arre; van gisteren den Haagschen jongen, die zich aai twee diefstallen heeft schuldig gemaakt, twee jare: gevangenisstraf opgelegd. Vervolgens stonden te recht: 1°. W. M., voermansknecht te Delfshavet beschuldigd van diefstal van twee jassen, gepleegi bij nacht uit het bewoonde huis en ten nadeel zijns meesters, die reeds vroeger zijne oneerlijk heid had ondervonden. Een jaar celstraf was eisch van adv.-gen. Mr. Gregory. De verdedig Mr. Mosselmans wees op verzachtende omstandig heden; 2°. H. K. te Schiedam, beschuldigd val in den nacht van 9 op 10 Nov. door verbrekitl van eene glasruit, uit een winkel aldaar te heb-!,; ben ontvreemd vier voor die ruit uitgestalde peil ten, in het bezit waarvan hij in beschonken tot stand werd aangehouden. Adv.-gen. Mr. Gregoi] requireerde voor dien besch. een half jaar cel alraf. Mr. Pape hoopte dat het hof in aanmerkioj zou nemen dat de diefstal met braak door eeJ dronken man was gepleegd en drong aan op hel opleggen van eene geringe straf. En 3°. J. B,| huisvr. van F. v. 11., dienstbode te R.olterdair Haar wordt ten laste gelegd diefstal bij nacht kl een bewoond huis en diefstal in dienstbaarheid Als noodhulp eerst vijf dagen bij eene Rotterdam sche familie tegen 3.50 's weeks met kost en inwm ning in dienst, maakte zij rnet de kleederkast haar.' meesters kennis en eigende zich twee jassen, ééil van haar heer en één van diens zoon, toe ei beleende die te zamen voor f 4.50. Ook zij maakk meermalen misbruik van sterken drank. Het O. M eischte een jaar celstraf. Mr. Van der Burgh had eenige bedenking tegen de qualificalie van dief stal bij nacht en meende overigens dat in ruiitf. mate verzachtende omstandigheden aanwezig waren Heden is W. M. tot een jaar gevangenis, H. K tot 3 maanden en J. B. tot 6 m. celstraf veroordeeld BUITENLAND. Frankrijk. Mac Mahon zegt in zijne proclamatie dat ordt vrede en eene eerlijke toepassing van de consli

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2