I met een stempel in inkt het woord „vernietigd" gedrukt was, vermist werd. L'e verdenking viel op een jong beambte, die een leven leidde buiten alle verhouding tot zijn gering inkomen. Die per soon sneed namelijk de langwerpig ronde strookjes, waarop het „vernietigd" was gestempeld, uit en Wide met veel behendigheid de opening aan met strookjes uit andere bankbiljetten. Een handelaar, die zulk een gelapt bankbiljet in betaling had ontvangen, ging naar de Bank om het tegen ge- teed geld te verwisselen. Op de vraag, van wien hij het had ontvangen, antwoordde hij dat hij het in betaling had gekregen van eene jonge vrouw, wier naam hij opgaf. Bij onderzoek bleek, dat die vrouw de beminde was van den jeugdigen beambte Beiden zijn thans in verzekerde bewaring. 9 De cellulaire gevangenis bij Gratz herbergt menig gevaarlijk sujet; onder deze mag vooral gerekend worden zekere Malthaeus Ulbl., die in Stiermarken indertijd de rol speelde van een Rinaldini. Reeds als 15-jarige knaap stond hij aan 't hoofd van een rooversbende en trok hij plunderend, moordend en roovend door het geheele laagland. Eindelijk maakte men zich van hern meester en werd hij ter dood veroordeeld, een straf, die bij wyze van genade, in levenslange gevangenisstraf werd verwisseld. Bijna 20 jaren bracht hij in de gevangenis door, slechts nu en dan afgewisseld door een ontvluchting, waarvan hij echter nooit lang genot had, want na een of twee dagen werd hij gewoonlijk ontdekt en op- nieuw onschadelijk gemaakt voor de maatschappij. Hoofdzakelijk had hij dezen ongelukkigen uitslag te danken aan zijn herkules-gestalle. Plotseling onderging zijne houding een geheele verandering. Vroeger woest en norsch, werd hij een der ge hoorzaamste gevangenen, en toen eens een oproer in de gevangenis ontstond, koos hij de zijde der fel bestookte wachters, wien hij door zyn moed en ongelooflijke lichaamskracht het leven redde. Het gevolg dezer daad was, dat hij genade kreeg en in vrijheid werd gesteld, en als vrij man verliet hij het donkere huis, waar hij twintig jaren van zijn leven had doorgebracht. Maar die 20 jaren hadden zijn dorst naar wraak niet verminderd tegen den man die hem, den rooverhoofdman, in 1848 aan de politie had overgeleverd. Uit de ge vangenis komende, richtte hij terstond zijne schre den naar het dorp waar die man woonde. Daar aangekomen, drong hij 's nachts in de woning van zijn vijand en vermoordde niet alleen dezen maar het geheele gezin. Toen zijn wraaklust voldaan was, wilde hij zich naar 't buitenland begeven, maar de gendarmerie was hem spoe dig op de hielen en opnieuw werd hij, dit maal wegens viervoudigen moord, tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Hij wist wel dat hij thans op geen genade meer te hopen had,en nog was het vonnis niet ten einde gelezen, toen hij, lot schrik van de lechters en van het publiek, het hoofd met alle kracht legen den muur stootte, zoodat hij bewusteloos neerviel. Zijn poging om zich 't leven te benemen gelukte echter niet, de geneesheeren brachten hem weder tot bewustzijn, en onder sterk geleide werd hij naar de Karlauer gevangenis gebracht. Dit is nu ongeveer zes jaren geleden. In den aanvang was hij troosteloos in zyn cel, maar van lieverlede werd hij een der vlijtigste gevangenen. De gewone bezigheid van Ulbl. bestond in het naaien van stroozakken en hij wist het zoo in te richten, dat hij dagelijks van het garen, dat hem de opzichter bracht, twee draden terughield. Dit bedroeg in den loop van jaren een tamelijk grooten bundel, dien by ge deeltelijk in zijn stroozak, gedeeltelijk onder den vloer zijner cel wist weg te stoppen. Uit die draden vlocht hij een touw, dat van de derde verdieping, waar zijn cel gelegen was, tot den grond reikte. Tweeden kerstnacht was hy met zijn geduld werk gereed. Met de groote kracht, die hem nog na jarenlange kerkerstraf gebleven was, brak hij een der ijzeren stangen voor het venster zijner cel, maakte het touw aan den anderen stijl vast en liet zich op de binnenplaats zakken vervolgens klom hy over den muur, waar hij een tweede plaats bereikte, nu nog een muur.en de gevangene was in vrijheid. Een gedeelle van den weg kon men nog zijn spoor in de sneeuw volgen, maar plotseling hield elk spoor op. Ook ditmaal echter was de vermetele moordenaar niet gelukker dan de vorige keeren, en wederom was het zijn reu zengestalte die hem in handen van een der pa trouilles bracht. Dezen dwaalden in den omtrek en hadden reeds de hoop opgegeven om den vluchteling machtig te worden, toen zij een paar arbeiders ontmoetten en dezen vroegen of zij ook een buitengewoon langen man waren tegen gekomen. Zij antwoordden toestemmend en wezen zelfs den hooiberg waar hij lag te slapen. Weldra vonden de gendarmen den vluchteling, die zich woest verweerde, maar ten slotte voor de over macht moest bukken, zoodat hy nogmaals in den kerker is teruggebracht, tot Lgroote geruststelling van den geheelen omtrek. BUITENLAND. Frankrij 1ï. De heer Wallon, minister van onderwijs en eeredienst, heeft bevel gegeven tot het herstellen van de calhedraal te Rheims. De kosten worden geraamd op twee mill.oen. De accijnzen der stad Parijs hebben in het afgeloopen jaar 118 millioen meer opgebracht dan waarop zij begroot waren. Cusimir Périer heelt aan de kiezers van het departement der Auhe een brief geschreven, waarin hij hun kennis geeft, dat hy het lidmaat schap van den senaat, hem door de nationale vergadering opgedragen, aanvaardt. Terwijl hy van de kiezers atscheid neemt, meent hy uit zyne langdurige ondervinding en uit het vertrouwen, dat zij gedurende meer dan dertig jaren reeds getoond hebben in hem te stellen, het recht te mogen putten om hen le wijzen op de plichten, die zij te vervullen hebben by de aanstaande ver kiezingen voor de beide kamers. De dagbladen bevatten eenige lijsten, mei de namen van hen, die voor de senaatsverkiezingen in aanmerking komen. O. a. is le Rijssel in eene vergadering van republikeinen eene voorloopige candidatèolyst opgemaakt, waarop bovenaan slaat de naam van den generaal Fuidherbe. Ouitsclilancl. Uit byzondere bron wordt gemeld, dat van Frankryks onvoorwaardelijke toetreding tot de voorstellen van Oostenrijk ten opzichte \an den toestand m Turkye te Berlijn rnededeeling is gedaan. De „Börsenzeiturig" meldt uit Moskou, dal Slrousberg uit de gevangenis ontslagen is, onder verplichting om vóór het eindigen van zijnpioces Moskou niet le verlaten. IJ ij heeft zijn intrek ge nomen in een hotel. Bij liet hoofdbureel voor post- en telegraaf dienst te Berlijn worden aanstalten gemaakt om op elf plaatsen in de stad eene inrichting voor pneumatische verzending te maken, die elk kwar tier uurs zal plaats hebben en waardoor bezen - dingen, die tegenwoordig op grooten afstand over vijf of zes kantoren moeten gaan, alsdan binnen veel korter tijd dan tegenwoordig in het verste gedeelte der stad kunnen worden afgegeven. Volgens den „Börsencourrier" heeft de Ber- lijnsche rechtbank de altesten omtrent graaf Ar- mm's gezondheidstoestand aan zijn rechtskundigen raadsman, advocaat Munkel, teruggezonden, onder opmerking dal er niet uil blykt of Arnim's tegen woordige toestand zijne inhechtenisneming onmo gelijk maakt en dat mitsdien het mandaat ter arrestatie is uitgevaardigd. Daar Armm zich nu op Italiaansch grondgebied bevindt en het man daat volgens het Duilschltaliaansch tractaat van uillevering niet uitvoerbaar zou zijn, omdat het hier een polnitk misdrijf betreft, vermoedt men dat de bedoeling is; een bevel tol aanhouding voor het geval dat hij zich op Duitsch grondge bied mocht vertoonen. "Vereenig-de Staten. Port Royal, in Zuid-Carolina, is door het gou vernement aangewezen als cenlraal-station der Amenkaansche vloot in het zuidelijk gedeelle van den Atlaniischen Oceaan, wegens de nab'yheid van Cuba. Volgens de dagbladen worden er, ter voorziening in eventueele gevallen, reeds oorlog schepen bijeengebracht. Spanje. De „Diario Espanol" zegt dat de heer Rubi, die zooals men weet als regeeringscommissaris naar Cuba was gezonden, om een einde te rnaken aan de wandaden door de ambtenaren i. de kolonie bedreven en om de administratie op een gezonde basis te brengen, zijn ontslag heeft gevraagd. De „Univers" heeft eene dépêche uit Hen- daye ontvangen, waarin melding gemaakt wordt van eene schermutseling tusschen twee escadrons Carlisten onder kolonel Oi legosa en twee escadrons en vier compagnieën der regeeringstroepen, bij Larraga. De Carlisten behaalden in dat gevecht de overwinning, maakten G man krijgsgevangen en 8 paarden en '1 muilezel buit. Telegrammen. MADRID, 9 Januari. Het gouvernement heeft verscheidene verbannen generaals vergunning ver leend om terug te komen. BPvUSSEL, 9 Januari. Op ongunstige berichten omtrent de werkstaking in de omstreken van Bergen zijn twee escadrons der guides van hier vertrokken. Het garnizoen is in de kazernes ge- consigdeerd. BURGERLIJKE STAND YAN LEIDEN. Eerste Huwelyksafkondiging van 9 Januari. D. Huigens wedr. 58 j. en M. C. Bonte wed. 48 j. N. Lacourt jm. 24 j. en W. Van der Grind jd. 2d jd. A. Nieuwenhuysen jm. 26 j. en E. Mulder jd. 23 j. J. G. Eggink jm. 31 j. en C. E. Bomli jd. 24 j. G. Van Cazant jm. 30 j. en C. Ammerlaan jd. 22 j. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Vergun rny een op- of liever aanmerking op het ingezonden stukje van den heer K. van Maan dag 10 dezer. Inzender van dal stukje begint na het eindigen van zyn tweeden volzin: Hoewel de concurrentie vrij is, etc." Juist omtrent deze zinsnede wenschle ik iets ter neer te stellen. Ik geloof dat het eene groote quaestie is en blijft of deze concurrentie vrij is. Immers de h. h. predikanten, voorkomende op het briefje van het Weeshuis dat gedrukt wordt by de firma E. J. Brill, teekenen alléén hun hand op dit briefje. Zij bewijzen door deze handelwijze, dunkt mij, dat het recht van drukken en uitgeven alleen aan het Weeshuis behoort. Ook wordt het preek- briefje van bet Weeshuis eer gediukt dan dat van den heer v. d. Horn. Laatstgenoemde moei, na inzage van het preekbnefje van het Weeshuis, (wie zal dit eene vrije en e e r 1 ij k e concurrentie noemen?) de zijne nog laten nadrukken (dit is 't eigenlijke woord er voor). Wie zal geloof slaan aan het systeem van v. d. Horn, die zegt „dat het geen nadrukken is. omdat de namen van de 2 leeraars der Christ. Gereformeerden er op voorkomen, die niet figureeren op het preekbriefje van liet Weeshuis? Dit zou een fictie zijn; zou het ter wegrede- neering van deze drogrede met raadzaam zijn als de h. h. hervormde predikanten eens voorstelden aan de h. h. predikanten der Chr. Geref. gemeente, ook hun naam op het preekbriefje te stellen? Dit zou geen nadeel toebrengen aan de versprei ding, daar het dan ook meer verspreid zou worden onder de Chr. Gereformeerden. Ook de bijeenverzamelde gelden worden voor te veel uiteenloopende doeleinden gebruikt: De gelden van het preekbrielje van het Wees huis worden besteed aan 2 liefdadige instellin gen, terwijl het geld van het preekbriefje van v. d. Horn ten bate van zijn eigen zak komt. 't Is te hopen dat de oogen der Leidenaars mogen opengaan voor deze vreemde handelwijze van.v. d. Horn en dat zij mogen acht slaan op de twee verschillende oogmerken waaraan het geld besteed woidl. Misschien heeft de steller van 't laatst inge zonden stukje de zinsnede „Hoewel de concurren tie vrij is" als parodie ol op ironischen toon ter neder gesteld. In elk geval, deze weinige inlich tingen achtte ik niet kwaad eens meer publiek te maken. Een onpartijdige Philanthroop. Wegens den Koppermaandag verschijnt deze courant eenige uren vroeger. De beursnoteeringin kunnen we daardoor niet mededeelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 3