Gisteravond tegen 8 uren werd te Botterdam brand ontdekt in de sinds verleden aldaar bestaande Heineken's Beierschbierbrouwerij aan de Rotte, bij den Nieuwen Singel. Be brand liet zich al dadelijk zeer ernstig aanzienaan de krachtige werking van twee stoom- en een aan tal handspuiten gelukte het echter in een paar uur tijds den brand meester te worden. Het uit gebrande gedeelte was hoofdzakelijk in gebruik als woning van de oudste werklieden aan de brouwerij. De uitgebreide inrichting zelve heeft niet de minste schade door het vuur bekomen en zal door dit ongeval in de uitoefening van het bedrijf niet gestoord zijn. Zaterdag-morgen is uit de Lijnbaans- gracht te Amsterdam opgehaald het lijk van een manspersoon, naar gissing 60 jaar oud, kleermaker van beroep. Men verneemt, dat de ongelukkige pas weduwnaar geworden was, en het lijk zijner vrouw nog boven aarde stond. Het bericht, dat de droogmaking der Makkumermeer verzekerd zou zijn en de heeren Ledeboer c. s. de concessie zouden hebben over gedragen aan eene vereeniging van Engelsche heeren die het benoodigde geld zullen verschaffen en het werk doen uitvoeren, is, naar de heer C. C. Ledeboer meedeelt, onwaar. Er is nooit aan gedacht, de concessie over te dragen. Een huisgezin te Assen, bestaande uit zes personen werd na het nuttigen van brij vrij ernstig ongesteld. Bij geneeskundig onderzoek is gebleken, dat die ongesteldheid is ontstaan doordien het glazuursel van de pan, waarin de brij gekookt was, losgelaten en zich met de brij vermengd had. Door spoedig tegengift zijn allen behouden gebleven. Omtrent het vinden te Groenlo van steenen kannen met goud- en zilvergeld wordt nog het volgende gemeld: Bij de zilveren munten waren vele vreemde soorten van Bazel, Bremen, Lubeck, Brunswijk, Saksen, Hamburg, Thuringen, Weimar en Mentz, ook enkele van Zwolle enz. Het is wel opmerkelijk, dat de oudste stukken, vooral de goudstukken van Filips II, zeer zijn ge snoeid, zoodat het randschrift moeilijk meer lees baar is. Twee der steenen kannen zijn gaaf, sier lijk en solied, en zeker niet zonder waarde voor liefhebbers van antiquiteiten. Het stuk land, waar dit alles gevonden is, was tot nutoe weiland, dat de tegenwoordige eigenaar tot behoorlijke diepte liet omzetten, om er twijgen op te poten. Door dat diepe omgraven is de schat ontdekt, die anders wellicht nog honderden jaren was verbor gen gebleven. Betreffende het faillissement van den landbouwer v. d. H. te Mechelen (gemeente Witten) meldt de „Maas- en Roerbode" nog het volgende: Toen men dezer dagen te Mechelen en omstreken vernam, dat v. d. H. zich met achter lating van eene massa schuldeischers en van vrouw en kinderen uit de voeten gemaakt had, was de Heerenhof het tooneel van een soort van stroop tocht, daar minstens 200 personen de poort in-* en uitstormden, met zich nemende paarden, var kens, vruchten, landbouwgereedschappen enz. Toen de politie daarop ter plaatse kwam, was het groot ste deel der tilbare have reeds naar elders ver voerd. Later moet echter door haar toedoen het meerendeel der ontvoerde goederen weer terug bezorgd zijn. Te Bordeaux is brand ontstaan in het raadhuis. Vier uren lang woedden de vlammen. De raadzaal is totaal vernield. Andere lokalen zijn min of meer zwaar beschadigd. De schade wordt op 400,000 fr. begroot. De registers van den burgerlijken stand, de kiezerslijsten en andere documenten, de gemeentekas en de kunstwerken werden gered. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. Dit is in dertien jaren tijds de derde brand in het raadhuis. De gepensioneerde majoor Steek te Dresden, beschuldigd van het aanmoedigen tot dienstneming in het Ned.-Ind. leger, heeft zich door de vlucht aan verdere vervolging onttrokken. Zijn medebeschuldigde, Schwarz, bevindt zich in de handen der Duitsche politie. De Parijsche politie heeft zich, na lange vergeefsche pogingen, meester gemaakt van een vrouwelijke pick-pocket, die, na uit Saint- Lazare ontsnapt te zijn, als man verkleed hare operatiën voortzette in gezelschap van een meer bejaarden deftigen Brit, die zich vader noemde van het jonge mensch. Een politie-agent heelt achter docht gekregen, toen hij de manier zag, waarop de verkleede en in een Schotschen plaid gewik kelde in een rijtuig stapte. De zakken van de beide Engelschen waren een pakhuis van kleinoo- diën. De vrouw had een revolver met zes scholen in den zak, maar bood niettemin geen weerstand. Te Havre, waar de bekende dieren temmer Bidel tegenwoordig voorstellingen geeft, had dezer dagen bij een daarvan een treffend schouwspel plaats. Op het oogenblik dat al de wilde beesten in het groote tooneelhok vereenigd waren en Bidel een schaap legde op den rug zijner leeuwin, sprong een leeuw uit het Atlas-gebergte, niet lang geleden in een val gevangen, onverhoeds op het onnoozele dier toe en nam het in zijn muil op, in woede te midden der overige hokgenooten terugspringende. Er was geen seconde te verlie zen. De geringste aarzeling, welke het woest instinct der dieren tijd zou gunnen om zich te verleven digen, zou noodlottige gevolgen hebben gehad. Bidel snelde naar den oproerigen leeuw, bracht hem een geweldigen slag op den muil toe, hem aldus noodzakende zijne prooi te laten vallen. Voorts, met blikken en gebaren alles om zich heen in bedwang houdende, herstelde hij de ver broken orde onder de daverende toejuichingen der aanschouwers, die van angst den adem hadden ingehouden. Daarop deed de temmer den boven bedoelden leeuw in zijne eigen kooi teruggaan, rnaar op het oogenblik, dat hij de deur sloot, deed het dier een nieuwen sprong, als wilde het hem te lijf. Bidel keerde in het hok terug en diende hem eene geduchte kastijding toe. Wederom echter sprong het dier toen hij zich verwijderde op hem los; voor de tweede maal trad de onver schrokken temmer op hem toe en ditmaal kroop de leeuw sidderend in een hoek, om zich niet meer te verroeren. De heer Valentin, die in den Duit- schen rijksdag nooit iets anders voorstelt dan „het debat te sluiten", waarom hij dan ook „de sluiter" wordt genoemd en op de jongste parle mentaire soiiée aan prins Bismarck als „tiran van den rijksdag" is voorgesteld, heeft een eigen aardig Kerstgeschenk ontvangen. Een aantal zijner medeleden hebben hem gezamenlijk een porte feuille aangeboden, bevattende een aantal „voor stellen ter sluiting van. debat", in allerlei vormen en prachtig in kleuren bewerkt, onder mededeeling dat die aanbieding geschiedde „als een bewijs dat hij zich bij het rijk, de vergadering en de verslag gevers menigmaal hoogst verdienstelijk heeft ge maakt, met zijn voorstel te doen". Bij eene verleden week gehouden huiszoeking bij Grobmayer, den gewezen portier van Adèle Spitzeder, had de politie twee cassettes gevonden, te zamen inhoudende voor ongeveer 80,000 gulden aan papieren van waarde. In het verhoor verklaarde Grobmayer dat hij bij zijne meesteres 200 gulden daags verdiend, daarvoor veel wissels gekocht en reeds in Juli 1871 een vermogen van 12,500 gulden bezeten had. Later verklaarde hij nog, dat hij van zijne meesteres per missie had, wanneer zij haar nachttoilet had gemaakt, in hare dien dag gebruikte kleederen de zakken na te snuffelen en hetgeen hij er in vond in bezit te nemen, hetgeen hem een buitenkansje van gemiddeld 30 gulden per dag had opgeleverd. Olschoon Adèle in het verhoor dit een en ander gedeeltelijk tegensprak, vond de rechtbank toch geen termen tot verdere aanhouding en stelde hem op vrije voeten. Adèle, hierover verbitterd, beschuldigde hem toen van diefstal. Volgens hare verklaring had hij haar namelijk op een avond een juweel ter waarde van 500 gulden ontfutseld. Dientengevolge andermaal in arrest genomen, ver klaarde hij, het edelgesteente bij het wegruimen van een hoop geldzaken gevonden en van haar verlof te hebben bekomen om het te houden tot de eigenaar gevonden zou zijn. Bij nader onder zoek kwam dit echter zoo geheel anders uit, dat hij thans tot een jaar en drie maanden gevange nisstraf en vier jaar verlies van burgerlijke eer veroordeeld is, terwijl de rechtbank tevens ter men heeft gevonden om een nieuw onderzoek omtrent de bij hem gevonden papieren in te stellen. R echtzaken. De gewezen burgemeester van Hennaarderadeel, Y. R., heeft cassatie doen aanleekenen van het tegen hem gewezen arrest door 't prov. gerechts hof in Friesland. De gewezen secretaris der gemeente Zeven bergen is door de arrond.-rechtbank te Breda veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf, wegens het invorderen, in zijne betrekking van gemeente ambtenaar, van gelden die niet verschuldigd waren. -De hooge raad (burgerlijke kamer) nam Vrijdag zijne decisie in het proces tegen den grif lier van het hof van Noord-Holland, betrekkelijk de vordering tot teruggave eener partij indigo, als overtuigingsstuk in eene strafzaak gediend heb bende. De hooge raad heeft beslist, dat 'shofs oordeel niet in strijd is met art. 216 wetb. van strafv., vermits het bevel tot teruggave van over- luigingsstukken aan den eigenaar of rechthebben den niet beslist in een ander geval, namelijk of er eigenaren of rechthebbenden zijn, bij verschil waar van de burgerlijke rechter dit moet uitmaken. Evenmin achtte de hooge raad geschonden artt. 2014 en 637 burg. wetb., naardien het hof, hoe wel erkennende dat de eischer tijdelijke bezitter der indigo is geweest, terecht diens vordering tot teruggave heeft ontzegd, juist op grond van beide artikelen, als hebbende hij de geslolene voorwer pen niet gekocht van een koopman in die zaken. KOLONIE N. BATAVIA, 25 November. Volgens een telegram van Penaug, van 17 dezer, is alle uitvoer van wapenen uit de Straits Settle ments verboden. Schepen, bestemd naar naburige inlandsche Staten, Sumatra daaronder begrepen, mogen zelfs de gewone scheepsbewapening niet aan boord hebben. De verkoop van wapenen en amunitie binnen de Straits Settlements is insge lijks verboden. Aan het bovenstaande wordt streng de hand gehouden. Den 24sten December ishetstoomschip „Khiva," na de ontvangst van duikertoestellen uit „Singa pore, weder naar het wrak der „Willem Kroon prins" vertrokken, ten einde te beproeven de mail en een en ander van de lading te redden. Volgens het oordeel van deskundigen zal men er echter moeielijk in slagen iets meer dan de mail te redden, indien zulks al niet ondoenlijk is, voor dat men het schip uit elkander heelt laten springen. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Benoemd: Tot controleur lste kl. bij het binnenl. bestuur op Java en Madura, O. A. Burnaby Lau- tier; tot buitengew. sobst.-griff. bij den landraad te Modjokerto Mr. A. E. Pool; tot kantoorchef 3de kl. "W. M. Leydertot kantoorchefs 4de kl., H. W. G. L. Doeve en M. BruDsveld van Hulten; tot adjunct-comm. P. W. H. ïIornuDg en W. C. Mos- sembekker. Tot opz. bij het brievenvervoer te Samarang J. Jager» tot buitengew. lid bij den residentieraad te BeDgkalis (oostk. van Sumatra), J. S. G. Gramberg; tot hulponderw. aan de openb. 4de lagere school te Soerabaya, H. Volten. Ontslagen: Eer vol, als buiteng. lid bij den residentieraad te Beugkalis J. II. Meyer, onder dankbet.op verzoek, eervol, wegens ziekte, uit zijne betr., de commies 3de kl. bij den post- en telegraafdienst, H. J. Pichel, ook genaamd Gaertner; eervol, uit zijne betr. w. ziekte, de comm. 2de kl. bij den po3t- en telegraafdienst, J. O. A. Boulet; eervol, w. ziekte, uit zijoebetr, de tijdelijke lste klerl; op het ads.-resid.-kantoor te Tjilatjap, M. Voogd. Ver leend: Een tweej. verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den contr. lste kl. bij het binnenl. bestunr op Java en Madura J. C. H. M. Denie. Departement van Oorlog. Alsnog toegekend: De titulaire rang van luit.-kol., aan den op verzoek, eervol, uit Zr. Ms. mil. dienst ont9l. maj. der inf. A. M. Van der Meer. Departement der Marine. Benoemd: Bij den dienst der kustverlichting in Ned.-Iudic: tot lichtopz. 2de kl. J. L. G. Keyzcr, tot lichtopz. 3de kl. L. J. Temperman. BUITENLAND. Frankrij k. De „Bien public", vroeger het orgaan van Thiers, is Vrijdag verkocht geworden. Het blad bracht 67,000 fr. op. Men zegt dat het gekocht is voor rekening van Rouher. In de zitting van Vrijdag heeft de kamer de aan de orde gestelde spoorwegwetten goedge keurd. Daarna zijn de leden der permanente commissie benoemd. Zij beslaat uit twaalf leden der rechter- en uit dertien leden der linkerzijde. Hiermede waren de werkzaamheden der kamer ten einde. De hertog D'Audiffret-Pasquier, voor zitter, hield bij 't scheiden eene korte rede. Hij begon aldus: „Mijne heeren, gij keert terug naar uwe haardsteden om het mandaat neer te leggen, dat de natie u heeft toevertrouwd onder omstan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2