LEIDSCM DAGBLAD. N°. 4867. Donderdag A0. 1875. 23 December. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per postB 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. S, 1ste alinea, der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n°. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen vergunning is verleend aan JOHANNES KOOREMAN alhier, tot het oprichten eener smederij in het perceel Vollersgracht n°. 31. Eq geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsclie Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRAN DELER, Bargemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 22 December 1875. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER KM WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op artikel 19 der wet van den lüden Augustus 1861 Staatsblad n°. 72), betrekkelijk dc Nationale Militie; Herinneren hen, die op den lsten Januari 1876 hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, en alzoo de geborenen in het jaar 1857, alsmede hen, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn geworden, de verplichting tot het doen vau de aangifte voorde Nationale Militie, in de maand Januari 1876. Zij geven daarbij kennis: Dat, wie moet worden ingeschreven en wie voor ingezeten wordt gehouden, omschreven is by de artt, 15 en 20 vau ge* noemde wot, dus luidende: Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: 1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den SSsten Juli 1850 (Staatsblad n°. 44); 2*. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende dc laatste, aan het in dc eerste zinsnede van dit artikel ver melde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield 3°. bij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen iDgezetcn, mits hij binnen het Rijk ver blijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeliog, bchoo- rendc tot eenen Staat, waar dc Nederlander niet aan den ver plichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel vau wcderkccrighcid is aange nomen. Art. 20. Hij, die eerst na liet intreden van zijn 19Je jaar, doch vóór het volbreDgc-n van zijn 2Uste, iDgezetcn wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter ioschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrij ving, volgens art, 16, moet geschieden. Dat, wie niet wordt ingeschreven, is bepaald bij art. 17, van den volgenden inhoud: Voor de militie wordt niet ingeschreven: la. de in een vreerad Rijk achtergebleven zoon van een inge zeten, die geen Nederlander is; 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderloozc zoon van een vrecmdoling, al is zijn voogd ingezeten; 3°. de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks Overzeesche Bezittingen of Koloniën woont. Dat, in wglke gemeente men moet worden ingeschreven, te vinden is in art. 16 der wet, waarbij is verordend: De inschrijving geschiedt 1°, van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2°, van een gehuwde en van een weduwnaar in dc gemeente waar hij woont; -3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitenslands ge vestigd is, in dc gemeente waar bij woont; 4°, van den buitenslands wonenden zoon van een Neder lander, die ter zake van 's land9 dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Ncdcrlaud gewoond heeft. Voorts, dat, door wie de aangifte moet worden gedaan, te vinden is in art. 18, houdende het voorschrift: Elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tus9chen den lsten en den 31sten Januari. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overle- don, zijn voogd tot het doen van die aaügifte verplicht. Nog doen Burgemeester en Wethouders te weten: Dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raad huis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren: op Maandag 10 Januari, voor de bewoners van de wijken 1, 2 cn 3; Dinsdag 11 4 cn 5; Woensdagl2 6; i Donderdag 13 m 7; Vrijdag 14 - 8 cn 9 of de buitenwijk. Eindelijk, dat dc geboorte-akten, die de bclacghebbenden, bij de inschrijving, onder opgave der woonplaats van den inge schrevene, bebooren over te leggen, dagelijks, de Zon-en Feest dagen uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer ge meente (afdeeling Bargerlijke Stand), van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor ben, die bier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan wor den gedaan. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant van den lGJen, den 23stcn en den 30stcn dezer maand afgekondigd. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leidkn, 15 December 1875. LEIDEjV, 22 December. Spoorweg Leiden Woerden. De Tweede Kamer heeft heden de onteigenings wet zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. Gisteravond had in de Stadszaal de vijftiende openbare les der leerlingen van de Burger-zang school plaats. Een talrijk publiek, waaronder vooral de schoone sekse goed vertegenwoordigd was, woonde de plechtigheid bij. De jeugdige execu tanten, die met hunne dartele vroolijkheid bij menig een, die nu de kinderschoenen ontwassen is, nog wel eens de blijde dagen der jeugd zullen teruggeroepen hebben, kweten zich met hunne zilverstemmen zeer ten genoege der aanwezigen en niet onver dienstelijk van hunne taak. De onderwijzers mogen in de herhaalde bijvalsbetuigingen een bewijs zien, hoezeer hunne moeite wordt gewaardeerd. Nadat de leerlingen der 1ste en 2de klasse eenige oefe ningen in solfèges hadden gemaakt, werden de volgende zangstukken uitgevoerd: 1ste kl.: Spele vaart, Onze geboortegrond en Naar zee van Richard Hol; 2de kl.: Duifjes van J. Wilms, Bloemkwee- ken en De kleine bedelaarster van J. B. Van Bree, De eik van Richard Hol en Klimop van J. C. Berlelman; 3de kl.Die Ehre Gottes en Abend- lied van Van Beethoven, O süsser Schlaf van Isouard en Comitat van Mendelssohn. 2de afd.: 1ste kl. Lofzang van Worp; De rozelaar, Een draaiers jongen en De Klok (canon) van Pochard Hol; 2de kl.'t Verdwaalde lam en Naar bed van J. G. BertelmanOudejaarsavond en De loteling van Richard Hol3de kl.Schwedisches Lied van Berg, Die Capelle van Kreutzer, Gebet aus Moses van Rossini en Paisible Bonheur van Conconne. De heer Mr. E. Kist, voorzitter der commissie voor de zangscholen, bedankte de aanwezigen voor hunne trouwe opkomst en betoonde belang stelling, doch moest tevens tot zijn leedwezen mededeelen dat de financieele omstandigheden der school niet toelieten evenals andere jaren aan de leerlingen prijzen uit te reiken. Hij vertrouwde evenwel een volgend jaar daartoe weder in staat te worden gesteld. Hielden de financiën boven dien gelgken tred met de vorderingen der leerlin gen, dan zal er zelfs een grooter aantal prijzen dan gewoonlijk kunnen worden toegekend. Moge de commissie zich in hare verwachtingen niet teleur- leurgesteld zien, maar steeds de noodige mede werking en steun ondervinden. De burgemeester en de wethouder Librecht Lezwjjn vereerden eveneens de openbare les met hunne tegenwoordigheid. De volgende leerlingen werden tot eene hoogere klasse bevorderdvan de 1ste naar de 2de klasse M. Van der Linden, F. Smit, M. H. Schlömann, L. Springer, J. M. Boekwijt, W. M. De Graaf, L. Van Essen, B. Van Dorsten, M. Pander, A. Martin, G. Brutel de la Rivière, M. Cornelissen, G. De Wal, A. M. E. Middelkoop, G. J. Kapteyn, S. S. Ballego, L. Veldhuyzen, C. Holswilder, J. P. De Jong, J. Quant, W. F. Van Hartrop, H. J. Couvée, L. Couvée, E. H. Proot, J. A. M. Rijk, G. Rogge, J. Cornelissen en E. Kindt. Van de 2de naar de 3de klasse: H. Bremmer, C. H. Boek, M. Groeneveld, M. A. Rogge, C. B. Renaud, M. M. Duyverman, C. Groen, M. Van Har trop, B. Levedag, A. J. Schmier, A. E. v. d. Meer, J. J. De Haas, C. A. L. G. Schmier, A. Slallinga, P. G. Wassenaar, I. Smulders, H. C. Meerburg, J. H. Meerburg, J. L. Boekwijt en D. H. Terburgh. Bij de verkiezing tot leden van den ge meenteraad te Leiderdorp, waarvoor van de 130 kiesgerechtigden 115 waren opgekomen, zijn uit gebracht op den heer J. J. Koning 46 en op den heer J. D. Speet 38 stemmen, zoodat eene her stemming moet plaats hebben. Te Koudekerk is beroepen de heer P. D. Schouw Sandvoort, th. dr. en predikant te Lei derdorp. Uit het voorloopig verslag der overweging in de afdeelingen van de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot intrekking van het keizerlijk decreet van 30 December 1809 concernant les fabriques en van eenige andere verordeningen van Franschen oorsprong omtrent de eerediensten blijkt, dat de meerderheid der leden in beginsel de voordracht goedkeurde, omdat daardoor bemoeie nissen der burgerlijke gemeenten met kerkelijke zaken zullen ophouden, die strijden met den geest onzer staatsinrichting. Wat er echter van de ver plichtingen, uit het concordaat voortvloeiende, moge zijn, volgens de meerderheid wordt de afbreking tusschen Staat en Kerk uitsluitend beheerscht door art. 168 der Nederl. Grondwet, waarover echter verschillend werd gedacht. Sommige leden waren van gevoelen, dat het recht der Kerk op volledige en blijvende schadevergoeding in dit artikel wortelt, met andere woorden, dat de subsidién, bjj het decreet aan gemeentelijke en provinciale besturen opgelegd, behooren lot de inkomsten door het eerste lid van art. 168 der Grondwet verzekerd, en beschouw den de aangeboden schadeloosstelling te gering en te onzeker. Daartegen kwamen andere leden op. Art. 168 der Grondwet is, betoogden zij, hier niet toepasselijk, doch zij erkenden dat de schade vergoeding, door het rijk te verleenen, evenzeer in de wet zelve moet zijn gewaarborgd als die, welke door de gemeenten zal worden toegekend. Door de koninklijke liedertafel „Kunst en vriendschap" te Amsterdam zal in 1876 een groote nationale en internationale zangwedstrijd worden gehouden. Naar men verneemt, heeft Mr. C. Fock, commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland en beschermheer der lieder tafel, eene gouden medaille als prijs in den wed strijd ten geschenke gegeven. Aan de Utrechtsche hoogeschool is gisteren de heer A. H. Pareau bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde en de heer N. De Ridder lot doctor in de rechten. Tot bestuurders van de onlangs te Amster dam opgerichte vereeniging „het Nederlandsch tooneel" zijn gekozen de heeren A. G. Wertheim, J. Elias Hacke, L. A. H. Hartogh en H. J. Schimmel, allen aldaar; en Mr. J. E. Banck, in Den Haag. In de gisteren gehouden gemeenteraadzit ting in Den Haag is overeenkomstig het gevoelen van B. en Ws. vastgehouden aan de meening,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1