doel der afzonderlijke veslingbegrooting alzoo
grootendeels wordt gemist. De meerderheid der
commissie meent derhalve aan de regeering in
overweging te moeten geven de voordracht zoo
danig te willen wijzigen, dat zij slechts strekke
om de voortzetting van de onderhanden zijnde werken
mogelijk te maken, doch verbindt daaraan met
nadruk den wensch, dat de regeering moge goed
vinden in den aanvang van het volgende jaar
voor de nieuwe werken eene nadere voordracht
in te dienen, gegrond op een zorgvuldig uitge
werkt en toegelicht algemeen plan van versterking.
Tweede ICamer. Het budget van
financiën is aangenomen met 59 tegen 4 stemmen.
Bij de discussiën over het hoofdstuk oorlog heb
ben vooral de heeren De Roo en Stieltjes het
regeeringsbeleid van den minister bestreden. De
minister heeft zeer uitvoerig daarop geantwoord.
Morgen voortzetting.
Aan de Utrechtsche hoogeschool is gisteren
bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid de heer
J. P. Esser, van Batavia.
Z. M. heeft aan Mr. L. H. W. Losecaat
"Vermeer, op zijn verzoek, rnet ingang van 1 Jan.
eervol ontslag verleend als kantonr. te Terborg.
Gemengd IVieirws.
De dag- der gieting van de iOOOsle
molenas in de ijzergieterij „de Prins van Oranje"
in Den Haag is gisteren in die fabriek feestelijk
gevierd. Des avonds woonden de werklieden, hun
vrouwen en dochters in den Hollandschen schouw
burg eene voorstelling hij, waarbij o. a. ook de
minister van binnenl. zaken en de burgemeester
tegenwoordig» waren. De feestvreugde werd eenigs-
zins verstoord door een ongeval dat een dei-
gezellen trof. Gedurende de pauze het schouw
burglokaal voor eenige oogenblikken verlatende,
werd hij hij het overloopen van de straat
overreden. Het wiel van het rijtuig ging den
man over borst en aangezicht, zoodat hij in
deerniswaardigen toestand, na geneeskundige be
handeling, huiswaarts moest worden vervoerd. Hij
verkeert huilen gevaar.
Betreffende de reeds vermelde in
braak te Harderwijk verneemt men nader het
volgende: De 66-jarige bewoner van het huis
werd, toen hij des nachts sliep, zacht door zijne
vrouw gewekt, die door het aansteken van een
lucifer bemerkt had dat er onraad was in het
slaapvertrek. Oogenblikkelijk ongekleed opstaande,
zag hij twee forsche mannen, die hij beiden met
kracht aangreep. Nu ontstond er eene langdurige,
hevige worsteling tusschen deze drie personen, te
midden waarvan een der indringers door een
opengeschoven raam wist te ontsnappen. Inmiddels
was de politie op hulpgeroep toegeschoten, die
den achtergebleven persoon willende aanhouden,
dezen, naar men meende, in bezwijmden toestand
aantrof. "Weldra bleek echter dat hij door het
breken van zijn nek overleden was, terwijl ook
de bewoner vrij erg was toegetakeld. De ontvluchte
persoon is tot dusverre nog met achterhaald.
Daar het hier een werkelijke nooddwang van
verdediging is, volgens art. 329 van het wetboek
van strafrecht toegelateD, is er bij de justitie van
geene vervolging sprake. De daders waren kolo
nialen. Bij een bijzondere geneeskundige visitatie
van het geheele garnizoen, voor den officier van
gezondheid ondergaan, 1 leek echter geen van allen
verwond te zjjn, zoodat het door sommigen be
twijfeld wordt of er werkelijk wel een tweede
persoon bij die inbraak is tegenwoordig geweest.
De commissie uit de rechtbank te Arnhem is
Zondag terstond na het ingesteld onderzoek weer
vertrokken.
Uit Wageningen wordt gemeld: Het
volgende geval veroorzaakt hier veel opspraak.
Zekere bekende muziekmeester had reeds lang,
hoewel zulks ten strengste verboden was, liefdes
betrekkingen aangeknoopt met eene dame uit
den beschaafden stand. Meermalen werden aan
gaande die verkeering allerlei anecdotes mede
gedeeld, tot Dinsdag-nacht beiden „er van door"
zijn gegaan. Tot nogtoe is het niet gelukt de ver
liefden op te sporen. Naar men meent is de dame
minderjarig, en heeft de politie zich met de zaak
bemoeid.
BI ij kens de door de betrokken bestu-
ren aan den Koning gevraagde machtiging tot
aanvaarding, zijn door wijlen den heer Mr. F. L.
Beels te Oosterhout alsnog besproken de volgende
legaten1°. een legaat van 5000 aan de ver-
eeniging van den H. Vincentius van Paulo, te
Oosterhout (Middelwijk); 2°. een legaat van f 15,000
aan de vereeniging van dien naam, afdeeling
weeshuis; 3°. een legaat van 8000 aan de R.-K.
parochie-kerk van St.-Jan, te Oosterhout (Middel-
wijk) en 4°. een legaat van f 10,000 aan het
gast- of ziekenhuis te Oosterhout, alles onder den
last van kerkelijke diensten.
Te Deventer heeft zich Maandag we
der een aan sterken drank verslaafd persoon aan
jenever doodgedronken. Op zijne bedstede vond
men nog een llesch, inhoudende 2 liter van dat
vocht.
Dinsdag-avond zjjn te Hengelo de
spoorwegreizigers aan een groot gevaar ontko
men. Er lag namelijk op de rails een groot stuk
ijzer. Gelukkig werd zulks nog tijdig ontdekt, zoo
dat de trein kon stoppen en het ijzer verwijderd
worden. Hoe het er op gekomen is en of het er
met kwade bedoelingen is nedergelegd, is nog niet
bekend.
Uit 's-Hertogenbosch wordt gemeld:
Ofschoon de Maas bijna overal is los geweest, is
zij toch weer te Andel gaan zittenterwijl zij te
Woudrichem nog vast is gebleven. Ten gevolge
van het fraaie stille weder bestaat voorshands
geen vooruitzicht, dat hierin verandering komen
zalook zal bij de minste vorst het ijs in kracht
toenemen en muurvast worden. De bezwaren hier
uit voortspruitende zijn niet gering. Vooreerst toch
is daardoor de eenige watergemeenschap van het
zuiden met het noordelijk gedeelte des rijks ge
stremd; want ook de doortocht van Schans An-
dries is door het verschil in waterstand van de
Maas en de Waal gesloten. En ten tweede be
staat de vrees, dat hij mogelijk groolen was van
boven, de gebreidelde rivier zich met geweld een
weg baant, zij het dan ook over dijken en lan
derijen, zooals de omstreken van Pouderoyen nog
versche heugenis dragen.
„Zoo even vernemen wij" zegt de
„Weser Zeitung" aan het slot van haar bericht
in het nommer van gisteren „dat Thomas
heeft bekend, het vat, gevuld met eene ontplof
bare stof, te hebben voorzien van een uurwerk,
hetwelk in drie dagen moest alloopen en de ont
ploffing moest teweegbrengen. In den afgeloopen
nacht heeft hij opnieuw getracht zich van kant
te maken. Hij heeft namelijk het verband van
zijne wond afgerukt, ten einde dood te bloeden.
Om hem dit te beletten heeft men hem nu ge
bonden. Over 't algemeen is hij thans zoo opge
wonden, dat hij voortdurend moet worden be
waakt." Uit de berichten blijkt nog niet, met
welke ontplofbare stof het vat (of ronde kist)
was gevuld. Alleen weet men, dat de justitie vóór
het laatste verhoor van Thomas een deskundige
heeft gehoord, mede-eigenaar eener groote dyna-
miet-fabriek te Geesthacht in het Lauenburgsche.
Deze geloofde niet, dat het dynamiet zou geweest
zijn, daar het vat op een zwaarte van 600 a 1000
pond (oud gewicht) werd berekend, terwijl dyna
miet, bij verpakking voor verzending over zee,
een gewicht van 50 pond op de twee kubieke
voeten heeftzoodat het vat van Thomas, hetwelk
een inhoud van 14 kubieke voeten had, met
dynamiet gevuld slechts ongeveer 350 pond kon
hebben gewogen. Hiertegenover staat echter dat
men niet weet hoeveel het uurwerk woog en het
dynamiet met zware ijzerdeelen kan vermengd
geweest zijn om eene krachtiger uitwerking teweeg
te brengen. Wanneer men voorts in aanmerking
neemt, dat indien de ontploffing drie dagen na
de afvaart te Bremershaven moest plaats heb
ben, Thomas onder zekere omstandigheden was
blootgesteld aan het gevaar van zelf bij de ramp
om te komen, blijkt uit alles dat de berichten, gelijk
dikwijls bij zulke voorloopige mededeelingen, aan vol
ledigheid nog veel te wenschen overlaten en de zaak
nog vooreerst niet duidelijker maken. De bedoeling
zal vermoedelijk zijn geweest, dat het uurwerk
wel reeds in het vat geplaatst, maar eerst te
Southampton op gang moest worden gebracht, ten
einde het schip na het vertrek uit die haven in de
lucht te doen springen. Dinsdag-ochtend is de vrouw
van Thomas, met het kind (van 4 a 5 maanden
oud), vergezeld van eene kindermeid, onder toe
zicht van politie te Bremerhaven aangebracht,
alwaar zij in het hotel „Lohr" haar intrek heeft
genomen. Zij heeft een zeer gunstig uiterlijk en
is naar schatting op ruim twintigjarigen leeftijd.
Haar gelaat en geheele voorkomen droeg de ken-
teekenen van diep, innig lijden en hevige gemoeds
aandoening. Een aantal slachtoffers der ramp zijn
Dinsdag ter aarde besteld. Reeds des morgens te
6 uren stond er voor het lijkenhuis van het hos-
pistaal een reeks van dertig lijkwagens, alle met
rouwvlaggen en kransen overdekt. Voor de bespan
ning hadden de gezamenlijke rijtuigverhuurders te
Bremerhaven, Geestemunde en Lehe op verzoek
der openbare autoriteit hunne paarden beschikbaar
gesteld. Op de meeste wagens werden twee lijk
kisten geplaatst, op de overige slechts één. Tegen
half 9 kwam oud en jong, rijk en arm, van alle
kanten opdagen om zich bij den treurigen stoet
aan te sluiten. Het stedelijk bestuur, de gemeen
teraad, het onderwijzers-college, bet corps officieren
van het regiment artillerie te Lehe, de geeste
lijken der Christelijke en Israëlietische gemeenten,
kortom alle autoriteiten en vertegenwoordigers
van alle corporatiën namen daaraan deel. Na
dat de Luthersche predikant Hashagen aan het
hoofd van den trein, die zich tot aan de Zonne-
straat uitstrekte, een kort gebed had uitgesproken,
begonnen de klokken te luiden en stelde de stoel zich
in beweging. Bij de aankomst op het grondgebied van
Geestemunde werden ook daar de klokken geluid.
Op het kerkhof aldaar stonden de harmonie-
vei eeniging en de militaire kapel. Bij de aankomst
van den stoet deed de eerstgenoemde de melodie
van een koraal hooien, terwijl de laatstgenoemde
zich op het achtergedeelte van het kerkhof pos
teerde. Aldaar waren vijftig graven op eene rij
gereed gemaakt, door een aarden wand van
elkander gescheiden. Terwijl de kisten er in wer
den nedergelaten, hetwelk ruim een uur duurde
en waarbij menig hartroerend tooneel voorviel,
terwijl vele aanwezigen kransen op de kisten
legden, speelde de militaire muziek het koraal
„Jesus, meine Zuversicht." Nadat vervolgens de
predikant "Wolff eene roerende lijkrede bad uit
gesproken en de gebruikelijke inzegening was
volbracht, eindigde de plechtigheid met de uit
voering van het koraal „Es ist bestimmt in Got-
tes Rath."
IC. echtzaken,
Eenigen tijd geleden werd voor de rechtbank te
Arnhem een rechtsgeding gevoerd in de zaak van
den heer Rüdelhofl, burgemeester van Elten, tegen
den notaris De Both te Zevenaar. De heer Rüdel
hofl", eischer, had, als door de regeering aange
steld administrateur in het kerspel Elten, van den
heer De Both, gedaagde, gevraagd afschrift eener
akte, waarbij ten overstaan van dezen voor een
paar jaar door den toenmaligen pastoor te Elten
(thans overleden) landerijen, tot de armengoederen
behoorende, waren verpacht. De„gedaagde maakte
bezwaar, aan dien eisch te voldoen. Maandag 11.
deed de genoemde rechtbank uitspraak in deze
zaak. De gedaagde had zich beroepen op zijne
onbekendheid met de Duitsche Meiwetten, aan
welke de eischer zijn hoedanigheid ontleende; de
gedaagde had beweerd, dat deze hem beteekend
hadden moeten zijn. De rechtbank vereenigde
zich niet met het door den gedaagde geopperde
bezwaar en achtte zijn eisch tot beleekening onge
grond, daar men zoodoende wel een beteekening
der geheele Pruisische grondwet zou kunnen vor
deren. Evenmin nam de rechtbank de verdediging
des gedaagden aan, dat de pastoor en dus ook zijn
plaatsvervanger niet zou zijn administrateur der
armengoederen. De gedaagde toch had een paar
jaar geleden voor den toenmaligen pastoor, juist
in die qualiteit, de verpachting gehoudenhij kon
de qualiteit dus niet betwisten. De rechtbank was
van oordeel, dat de eischer genoegzaam zijne hoe
danigheid en de plaats gehad hebbende verpach
ting had bewezen, weshalve hem zijn eisch werd
toegewezen en de gedaagde tot afgifte van het
gevraagde afschrift der akte en in de proceskosten
werd veroordeeld. In deze zaak was voor den
eischer opgetreden Mr. L. J. Van Gelein Vitringa
en voor den gedaagde Mr. J. Everts B.Hz., ter
wijl het vonnis is gewezen door de heeren Mr.
Bijleveld, als presideerend rechter en Mrs. André