LEIDSCH
N°. 4862.
A0. 1875.
Vrijdag
17 December.
STADS-BERICHTEN.
Veiligheid op onze spoorwegen.
PRIJS DEZER COURANT:
r Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per postB 1.40.
Afzonderlijke IN'ommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.'
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.'
Iedere regel meer
Grootere letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN,
In aanmerking nemende dat de eerste Kerstdag
en de Nieuwjaarsdag ditmaal op Zaterdag in
vallen
Herinneren bij deze den belanghebbenden dat,
ingevolge de verordening van den 9den Januari
1868 (Gemeenteblad N". 1), de gewone WEEK
MARKT, in plaats van op Zaterdag 25 Decem
ber en Zaterdag 1 Januari e. k., zal worden ge
houden op Donderdag den 23sten en Donderdag
den 30sten December aanstaande.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secr.
Leiden, 15 December 1875.
Eerlang zal ons land verrijkt worden met een
aantal nieuwe spoorweglijnen. Ook wij zullen in
dat voorrecht deelen, al heeft de aanleg der lijn
LeidenWoerden niets te maken met de door
de Vertegenwoordiging aangenomen spoorweg-ont
werpen, daar zij louter een onderneming van
particulieren aard is. Op de wijze van exploitatie
doet dat verschil in hoofdzaak echter weinig af,
en daarop vooral willen wij hier de aandacht
vestigen.
En dan meenen wij onze stadgenooten en de
bewoners der Rijnstreek geluk te mogen wenschen
met het feit, dat het nieuwe lijntje door de Rijn
spoorwegmaatschappij zal worden geëxploiteerd.
Het stelsel toch, door die Maatschappij op hare
lijnen gevolgd, het zoogenaamde blokstelsel
biedt bijzonder groote voorwaarden van veilig
heid aan.
Voor hen, die het niet mochten weten, zij nl.
opgemerkt, dat zelfs in ons kleine land het be
trekkelijk geringe aantal verschillende spoorweg
maatschappijen den dienst op hare lijnen, vooral
wat de seinen betreft, vaak in geheel tegenover-
gestelden zin heeft geregeld.
Bij de Hollandsche IJzeren-, en de Rijnspoor
wegmaatschappij om ons voor het oogenblik
hij deze beide ondernemingen te bepalen gaat
men bij het regelen der seinen van een geheel
tegenovergesteld beginsel uit, en wij twijfelen niet
of slechts weinige woorden zullen voldoende zijn
om onze lezers te overtuigen, dat het stelsel, door
laatstgenoemde Maatschappij gevolgd, verreweg de
meeste veiligheid aanbiedt.
Het kenmerkende verschil tusschen de seinen,
bij beide ondernemingen in gebruik, bestaat nl.
hierin, dat bij de Rijnspoorwegmaatschappij, wan
neer de weg in rust is, dat wii zeggen wanneer
er zich geen treinen op bewegen, de seinen op
onveilig staan. In dien toestand kan zich dus geen-
trein in beweging stellen en zijn weg vervolgen
of eerst moeten de wachters, door de achtereen
volgende seinen van blok tot blok op veilig te
stellen, aanduiden dat er op den weg geen onraad
aanwezig is; met andere woordenzij treden
handelend op en zeggen als 't ware tot den
machinist dat hij kan doorrijden. Begaat nu een
dier wachters een verzuim, dan zal in het ergste
geval daardoor voor den aankomenden trein een
oponthoud worden veroorzaakt; immers wanneer
de wachter vergeten heeft het sein op veilig te
stellen, moet de machinist stoppen.
Wat heeft nu plaats volgens het stelsel, dal bij
de Holl. IJz.-Spoorwegm. in gebruik is'? Daar
staan de seinen oorspronkelijk op veilig, indien
zich geen onraad voordoet. Bestaat er nu wer
kelijk gevaar, dan moet de wachter het sein op
onveilig stellen. Het gevolg daarvan is dat, indien
hij dit verzuimt, de machinist in den waan ver
keert, dat alles zich in orde bevindt enop
den onveiligen weg doorrijdt.
Resumeerende, komt men tot de conclusieEen
verzuim van den wachter bij de R.-S.-M. heeft
slechts oponthoud, bij de H. IJ.-S. daarentegen
gevaar en dus waarschijnlijk een onheil ten gevolge.
Doch al achten wij het Rijnspoorwegstelsel een
belangrijken waarborg voor veiligheid, wij zouden
daarom niet willen beweren, dat de R.-S.-M. in
alle opzichten haar oudere zuster de loef afsteekt.
Integendeel, er zouden ook punten zijn op te
noemen, waaromtrent de inlichting op de Hol
landsche lijn verreweg de voorkeur verdient, en
zoo kar. men in het algemeen zeggen, dat een
spoorwegonderneming zich van elke harer zusters^
iets goeds zou kunnen eigen maken. Inderdaad,
bij het betrekkelijk geriDg aantal spoorwegmaat
schappijen in ons kleine land ontbreekt alle e3>-
heid wat het seinstelsel betreft om ons daar
toe te bepalen en wanneer uit al het goede,
dat die verschillende syslema's bevatten, het beste
in een algemeen reglement werd bijeengebracht,
zou er ter bevordering van een geregeld en veilig
spoorwegverkeer een fiksche schrede voorwaarts
z'gn gedaan, vooral ook indien men tevens bij het
buitenland ter school ging.
Een punt vooral, dat echter'niet zoozeer den
eigenlijken dienst betreft, verdient daarbij opmer
king. Reeds geruimen tijd heeft men behoefte
gevoeld aan een middel om de passagiers in ver
binding te stellen met het treinpersoneel. Indien
men dat had bezeten, zou reeds menig onheil zijn
voorkomen. De gruwelijke tooneelen van moord of
aanranding in slecht bezette spoorwegcoupés, waar
van nu en dan de berichten tot ons doordringen,
zouden dan schier tot de onmogelijkheden behooren.
Doch er is meer: de reizigers zouden tevens,
voor zoover dat binnen hun bereik ligt, controle
kunnen uitoefenen op den regelmaligen loop van
den trein. Hoe wenschelijk dat zou zijn werd op
nieuw bewezen door hetgeen dezer dagen voorviel
op een trein tusschen Haarlem en Amsterdam,
toen een, der waggons 2de klasse buiten de rails
op de bindten der baan voortslingerde. De passa
giers, ofschoon door de aanhoudende schokken
maar al le zeer overtuigd van het ontzettend
gevaar, dat hen dreigt, zien zich tot machteloos
heid gedoemd, uit gebrek aan een middel om
conducteur of machinist bericht te geven van het
ongeval. Ware de aandacht van den laatste niet
op de gevaarvolle afwijking gevestigd geworden
door eenige wegwerkers, die den trein zagen pas-
seeren, wellicht zouden de dagbladen weder een
treurige spoorwegramp hebben te vermelden gehad.
Dat de reizigers, toen de machinist den trein
had doen sloppen, hun weg te voet verkozen te
vervolgen, is vrij begrijpelijk en bewjjst tevens,
dat zij niet zouden verzuimd hebben gebruik te
maken van den juist dezer dagen zooveel bespro
ken veiligheidsloeslel, die door zichtbare en hoor
bare seinen het treinpersoneel in verbinding kan
brengen met de passagiersware er slechts
zulk een inrichting aanwezig geweest.
Zulk een toestel verdient aan een nauwkeurig
onderzoek te worden onderworpen en in het alge
meen elke verbetering, die kan strekken om de
veiligheid op onze spoorweglijnen te verhoogen,
vooral thans, nu een belangrijke uitbreiding van
het spoorwegnet voor de deur staat.
LEIDEN, 16 December.
Heden zijn aan de hoogeschool alhier bevor
derd tot doctor in de rechten de heeren: E. C.
Buchner Jr., geb. te Amsterdam, en G. J. Gras
huis, geb. te Groningen, met stellingen.
De minister van koloniën maakt voorloopig
bekend dat in het jaar 1876 voor den dienst va»
den waterstaat en de burgerlijke openbare werken
in Ned.-Indië benoodigd zijn minstens 16 prac-
tisch ervaren opzichters 3de k!., die den leeftijd
van 30 jaren niet zullen hebben overschredendat
daaromtrent in de maand April 1876 eene nadere
oproeping zal geschieden; en het daarvoor af te
leggen examen zal plaats hebben in Den Haag in
den loop der maand Mei.
Het Ned. stoomschip Conrad, van Batavia
naar Nieuwediep, is gisteren te Messina aange
komen, op sleeptouw hebbende het Portugeesch
transportschip India, dat met gebroken machine
door de Conrad bij Candia was ontmoet; de
Actoil, van Batavia naar Rotterdam, is gisteren
te Suez aangekomen; de Torrington, van Rot
terdam naar Batavia, is 12 dezer Yarmouth ge
passeerd.
De leden der nieuwe gerechtshoven zullen
tegelijk met hunne heeëdiging, in eene plechtige
openbare zitting van den hoogen raad op den 30-
sten dezer, door den president van dat college
worden geïnstalleerd.
In de gisteren gehouden vergadering van
den gemeenteraad te Amsterdam is na langdu
rige beraadslaging, zoowel wat het beginsel van
het besluit van 1874 als de voorgestelde uitvoe
ring betreft, de concept-overeenkomst met de
Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van
arbeiderswoningen aangenomen, met eenige ge
ringe wijzigingen, voornamelijk ten doel hebbende
duidelijk te doen uitkomen, dat de gemeente
eigenares blijft van den grond en hetgeen er op
gebouwd wordt, tegenover de door haar voor te
schieten som van 1,800,000.
De commissie van rapporteurs van de Tweede
Kamer voor hoofdstuk Oorlog der staatsbegrooting
voor 1876, kennis genomen hebbende van de memo
rie van antwoord, door den minister ingezonden,
heeft gemeend nadere schriftelgke inlichting te
moeten verzoeken ten aanzien van enkele punten.
De minister heeft op verschillende vragen geant
woord. Zij hébben betrekking tot den aankoop
van geweren, de kazernen, gezondheidstoestand,
wederopbouw der afgebrande stallen te Amersfoort
enz. De commissie van rapporteurs acht nu de
openbare behandeling van het hoofdstuk genoeg
zaam voorbereid. Zij meent in overweging te
moeten geven de vestingbegrooting na de elfde
afdeeling (materieel der genie) te behandelen,
waardoor de gelegenheid zal ontstaan om, mochten
de artt. 13 dier begrooting niet worden goedge
keurd, de voor het zware geschut aangevraagde
credieten in de 17de afdeeling op te nemen. De com
missie stelt verder voor, om art. 58 met f 150,000 te
verminderen. Omtrent de begrooting van uitgaven
voor de voltooiing van het vestingstelsel, dienst 1876,
is de meerderheid der commissie van gevoelen, dat
die begrooting, om aannemelijk te zijn, zeer aanmer
kelijke veranderingen zal moeten ondergaan. Bo
venal is het als een onoverkomelijk bezwaar te-
beschouwen het gemis van een algemeen plan van
versterking van de hier in aanmerking komende
liniën, waardoor de noodige waarborgen ontbreken
dat elke linie volgens een goed ingrijpend, met
het algemeen systeem van defensie behoorlijk
samenhangend plan zal worden versterkt, en het